5) Programmering
Het apparaat kan op afstand worden aangestuurd als de stuurdraad is aangesloten op een apparaat met
scheduler, een programma-eenheid of een energiebeheerder.
Tabel van de commando's die het apparaat kan ontvangen via de stuurdraad
(te meten tussen de stuurdraad en de neutrale geleider).
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Ontvangen com-
mando's
Geen stroom
Volledige halve
golf 230V
Negatieve
halve golf
-115V
Positieve
halve golf +115V
Oscilloscoop
Ref/Neutraal
Ingestelde metho-
de
COMFORT ECO VORSTVRIJ
UIT TIJDELIJKE
STROOMAF
Verwarmingstemp
eratuur
COMFORT instel-
ling
Verlaging van 3°C
ten opzichte van
de COMFORT
instelling
Vorstvrij tempera-
tuur van ongeveer
7°C
Onmiddellijke uitschakeling
van het apparaat. Kan ook
worden gebruikt voor tijde-
lijke stroomafsluitin
GEVAL MET GEMENGDE MODELLEN MET VENTILATOR
1) Beschrijving van het onderste gedeelte van het apparaat.
A: Schakelaar waarmee de in het apparaat ingebouwde ver-
warmingsweerstand kan worden bediend.
B: Controlelampje om de werking van uw apparaat te bekijken.
C: Toevoerkraan waarmee warm water in de centrale verwar-
ming gebracht wordt. Het kan al dan niet, afhankelijk van uw
keuze, een thermostaatkraan zijn.
D: Retourkraan ketel waarmee warm water uit de centrale
verwarming gehaald kan worden.
E: Onderste kap:
De bedrijfsdruk mag niet meer dan 4 bar bedragen.
2) Gebruik met elektriciteit ZOMERSTAND: de centrale verwarmingskring werkt niet.
De schakelaar A staat op stand I. Het controlelampje B brandt, de in het apparaat ingebouwde verwar-
mingsweerstand wordt van stroom voorzien. De toevoerkraan C moet gesloten zijn. De retourkraan
van de ketel D moet open blijven.
3) Gebruik als centrale verwarming WINTERSTAND: de centrale verwarmingskring werkt.
De schakelaar A staat op stand O. Het controlelampje B is uit, de in het apparaat ingebouwde verwar-
mingsweerstand wordt niet van stroom voorzien. De toevoerkraan C moet open staan. De retourkraan
van de ketel D moet open blijven.