54
8.0 INSTELLINGEN EN AANBEVELINGEN
VOOR DE VAKMAN
De regelperiode bepaalt de frekwentie van de
inschakelingen van de thermostaat , zowel bij
proportionele als bij aan/uit regeling. Bij de
fabrieksinstelling van 10 minuten zal de ther-
mostaat – als er warmte wordt gevraagd –
6 maal per uur schakelen.
De regelperiode is instelbaar tussen 5 en 30
minuten. Instelnauwkeurigheid: 1 minuut.
Instelling: open het frontdeksel. Met een puntig
voorwerp kortstondig op de toets drukken.
De basisinstelling van 10 minuten kan d.m.v. de
toetsen of gewijzigd worden. Toets
indrukken om de gegevens in het geheugen op te
slagen en naar de normale werking terug te
keren.
Prog
–
+
8.1 Regelperiode
sec.
8.2 Proportionele band
Deze instelling is niet van belang bij de aan/uit
regeling van een electrisch vloerverwarmings-
systeem. Deze instelling is alleen mogelijk als de
thermostaat een proportionele werking heeft (zie
2.5). De proportionele band bepaalt een tempe-
ratuurbereik boven en onder de instelwaarde. Het
thermostaatkontakt zal binnen dit bereik impul-
sen van veranderlijke lengte geven. Als de geme-
ten temperatuur hoger is dan de instelwaarde, is
de impulsduur korter dan de pauzeduur.
Als de gemeten temperatuur lager is dan de
instelwaarde, is de impulsduur langer dan de
pauzeduur.
➀ regelperiode = pauzeduur + impulsduur
➁ proportionele band = temperatuurbereik
boven en onder de ingestelde waarde.
Het instelbereik van de proportionele band is
± 0,2 tot ± 5 K, instelbaar per 0,1 K-stap.
Instelling: open het frontdeksel. Met een puntig
voorwerp kortstondig op de toets drukken.
De basisinstelling van ± 1 K kan d.m.v. de toetsen
of gewijzigd worden. Druk op de toets
om in het geheugen op te slagen en naar
het automatische programma terug te keren.
Prog
–+
°C
Ingestelde waarde