positie 5 overgaat.
- Om zware bereidingen te mixen, raden wij u aan
om alleen met positie 5 te werken.
- U kunt ook de snelheid versnellen door op de
turbostand (A3) te drukken: deze functie werkt
bij alle standen. Wij raden u echter aan om deze
stand slechts kort te gebruiken (maximaal 30
seconden voor zware bereidingen).
• Als u klaar bent met gebruik, zet u de
snelheidsregelaar (A2) weer in de “0” positie.
• Trek de stekker uit het stopcontact en druk op de
(J) knop om de draaiende arm omhoog te zetten.
Druk vervolgens op de uitwerkknop van de mixer
(K) om zo de mixer uit de steun te halen.
• Druk vervolgens op de uitwerkknop (A1) om de
gardes eruit te halen.
Gebruik van de staafmixer (naar gelang model)
• Controleer of de snelheidsregelaar (A2) in positie
“0” staat.
• Zet de schuif aan de achterkant van de mixer (A)
omhoog en draai, zonder teveel kracht te zetten,
de staafmixer (N) tegen de richting van de klok in,
totdat de rode punten achter elkaar staan (een
kleine “klik” wanneer u bij de rode punten bent,
geeft aan dat de staafmixer goed aangedraaid
is) (fig. 3).
• Het apparaat aanzetten:
- Zet, voordat u het apparaat aanzet, de mixer in
de bereidingen. Hiermee voorkomt u dat het
omhoog spat.
- Zet, met gebruik van de snelheidsregelaar (A2)
(fig. 2) het apparaat in de juiste snelheid, eerst
positie 1, dan 2,3,4,5. Gebruik de turbostand
(A3) indien u meer kracht nodig hebt.
- Zet het apparaat uit voordat u de staafmixer uit
de bereidingen haalt (hiermee voorkomt u dat
het omhoog spat).
19
Indien u weerstand
voelt wanneer u de
staafmixer aan-
draait, komt dat
doordat de staaf-
mixer niet goed en
recht vastgezet is.
Haal deze er in zijn
geheel uit en draai
hem vervolgens cor-
rect aan.