geprogrammeerd is. Om Easy Call uit te schakelen, drukt u op de
oplegtoets en schakelt u de functie uit.
Basis selecteren (GEAVANC. INST -> AANMELDEN -> BASIS SELECT)
Als uw handset op meerdere basisstations aangemeld is, kunt u de actieve
basis selecteren.
PIN wijzigen (GEAVANC. INST -> PIN)
De 4-cijferige PIN wordt gebruikt voor het aanmelden en afmelden van een
handset en bij bepaalde instellingen. Standaard is de PIN “0000”. Als u uw
PIN vergeten bent, dan moet u het toestel resetten.
Reset (GEAVANC. INST -> RESET TOEST.)
Het toestel wordt weer ingesteld op de fabrieksinstellingen. Nummers die
in het telefoonboek zijn opgeslagen, blijven behouden.
Voorkiesnummer (GEAVANC. INST -> VOORKIES NR.)
U kunt de telefoon zo instellen, dan een binnenkomend nummer wordt
herkend en door een ander nummer wordt vervangen. Het te detecteren
nummer kan tot 5 cijfers lang zijn. Het kan door een getal tot 10 cijfers
worden vervangen.
Landenkeuze (GEAVANC. INST -> LANDENKEUZE)
Door een land uit de lijst te selecteren, worden alle netwerkparameters
van de telefoon compatibel met dit land ingesteld. Ook de displaytaal
wordt aangepast.
Indringing (GEAVANC. INST -> INDRINGING)
Tijdens een extern gesprek kunt u, door op de gesprekstoets te drukken,
een andere op het basisstation aangemelde handset toevoegen zodat een
driewegs conferentiegesprek ontstaat.
ECO-modus (GEAVANC. INST -> ECOMODUS)
Uw telefoon biedt een ECO-modus, waarbij tijdens een gesprek het
zendvermogen en het energieverbruik worden gereduceerd. Bij
ingeschakelde ECO-modus wordt de reikwijdte van de handset
gereduceerd.
ECO plus (GEAVANC. INST -> ECO PLUS)
Wanneer ECO PLUS geactiveerd is en het apparaat een minuut lang niet
wordt gebruikt, dan wordt het zendvermogen tussen de handset en het
basisstation uitgeschakeld. De verbinding wordt weer aangemaakt
wanneer een oproep binnenkomt of wanneer u op om het even welke toets
drukt.
91