26
3.3. COMPASS MODUS
3.3.1. Hoofdvenster
Wanneer u de kompasmodus kiest, wordt het hoofdvenster geopend. Het hoofdvenster
heeft drie regels.
Koers
De eerste regel toont de koers, aangeduid met de waarnemingstekens van de Suunto
X6/X6M.
Compas
De tweede regel geeft de richting van de Suunto X6/X6M aan als een grafische
presentatie van een kompasroos. De roos toont de hoofdwindstreken en de halve
windstreken. De koers op de eerste regel blijft zichtbaar ook al verdwijnt de roos doordat
het kompas in een hoek wordt gehouden.
De magnetische sensor van het kompas functioneert 45 seconden per keer. Daarna gaat
het kompas in de spaarstand en verschijnt het bericht “start compass [start kompas]”.
Druk de Start toets in om het kompas te activeren.
Shortcuts
De derde regel van het hoofdvenster bevat shortcuts voor drie functies. Druk de Stop/CL
toets in om van functie te veranderen.
• Hoogte: Wanneer Alti wordt gebruikt, wordt de actuele hoogte aangegeven, en
bij Baro wordt de referentiehoogte aangegeven. Zie hoofdstuk 3.3.2. voor meer
informatie over het gebruik van Alti en Baro.
•
Koers uitzetten: Hiermee kunt u een bepaalde koers op een terrein uitzetten.
Wanneer u de eerste keer naar bearing tracking [koers uitzetten] bladert, staat deze
op 0°. Beweeg uw Suunto X6/X6M horizontaal om het zoeken naar een koers te