47
De gegevens worden via de connector onder op de computer overgebracht. De
volgende informatie wordt naar de PC gezonden:
• het duikprofiel van de duik
• de duiktijd
• de oppervlakte-interval tussen de duiken
• het duiknummer
• hoogte- en persoonlijke instellingen
• ingestelde zuurstofpercentages en de maximale OLF (in de NITROX
modus)
• weefselverzadigingswaarden
• de temperatuur op de maximum diepte, aan het begin en aan het einde
van de duik
• de tijd en datum waarop de duiken zijn gestart
• extra gegevens zoals overtredingen van de stijgsnelheid,
decompressiestops, Verplichte Veiligheidsstops, het tussentijds bereiken
van de oppervlakte, de overgang naar een decompressieduik, tijdens de
duik geplaatste annotaties etc.
• identiteitsnummer van de duikcomputer
• persoonlijke informatie die in de computer is opgeslagen.
Het is met de software tevens mogelijk om commentaar en persoonlijke informatie
aan de gegevens toe te voegen. Het PC-Interface pakket bestaat uit de interface,
SUUNTO Dive Manager software, een uitgebreide handleiding en een korte getting
started gids.
U kunt de VYPER in de gegevensoverdracht-stand plaatsen door achtereenvolgens
MODE - 1 MEMORY - 3 TR-PC te kiezen (Fig. 4.15).
LET OP! Wanneer de computer in de TR-PC-stand staat worden de
watercontacten uitsluitend gebruikt om gegevens over te brengen naar de
PC. De computer zal in deze stand dan ook NIET automatisch de duikmodus
activeren na het onderdompelen van de computer!
Nadat u alle gegevens over heeft gebracht naar de PC, dient u op de SMART
(Quit) knop te drukken en de TR-PC stand te verlaten. Als de computer gedurende
5 minuten niet bediend wordt, zal deze automatisch terugkeren naar het tijdsdisplay.