U kunt u referentiewaarde voor hoogte in MENU instellen. Om naar MENU te
gaan, drukt u gedurende 2 seconden op de knop [Mode]. In de rechter
bovenhoek knippert het menupictogram 2 keer.
In MENU drukt u op de knop [Down Light] en op [Mode] om naar ALTI-BARO te
gaan. In ALTI-BARO drukt u op [Mode] om naar REFERENCE te gaan. Wijzig de
waarde door op de knoppen [Up] of [Down Light] te drukken.
Wij willen hier de nadruk leggen op het belang van nauwkeurigheid. Probeer
uit te zoeken wat uw referentiewaarde voor hoogte zal zijn voordat u op reis
gaat. U hoeft alleen de referentiewaarde van uw hoogte in te voeren en Suunto
Lumi berekent de rest!
Wijzigingen in plaatselijke weersomstandigheden beïnvloeden de
hoogtelezingen. Als het weer wisselvallig is, zult u regelmatig een nieuwe
referentiewaarde moeten instellen. Als het weer stabiel is, hoeft de waarde
maar één keer per dag in te stellen.
6.2.2 Profielen instellen
U stelt de profielen in MENU in. Om naar MENU te gaan, drukt u gedurende 2
seconden op de knop [Mode]. In de rechter bovenhoek knippert het
menupictogram 2 keer.
In MENU drukt u op de knop [Down Light] en op [Mode] om naar ALTI-BARO te
gaan. In ALTI-BARO drukt u op de knop [Down Light] en op [Mode] om naar
PROFIEL te gaan. U kunt uit 3 profielen kiezen: ALTIMETER, BAROMETER en
AUTOMATIC. Druk op de knoppen [Up] of [Down Light] om door de profielen
te bladeren. Druk op [Mode] om het gewenste profiel te selecteren. Het is erg
belangrijk dat u het profiel gebruikt dat rechtstreeks aan uw activiteit is verwant
om een nauwkeurige lezing te krijgen!
22