Op en af hellingen rijden
• Zorg ervoor dat de zwenkwielen niet
van de grond gaan wanneer u bergop
rijdt.
• Rij enkel bergaf met een snelheid waar-
bij u de rolstoel gemakkelijk kunt stop-
pen.
Over een zijwaartse helling rijden
• Rij enkel over een zijwaartse helling
aandrijving van één kant.
• Voorzichtigheid is vitaal, zeker wanneer
de helling steil is.
Voetgangersoversteekplaatsen
• Zorg ervoor dat u ruim de tijd heeft
om over te steken.
• Wees voorzichtig bij het nemen van
de stoeprand!
Voetpad
• Kijk uit voor voetgangers en hinder-
nissen.
• Pas uw snelheid aan het oppervlak
van het voetpad aan.
Manueel besturen
• De fysieke conditie van de rolstoelgebrui-
ker zal bepalen voor hoe lang en op welke
oppervlakken manueel besturen mogelijk
is.
• Test uw eigen bekwaamheden.
De eerste vereiste voor een veilig besturen is het u
vertrouwd maken met de functionele kenmerken en
het vermogen van de Power 105 Assist. Houd u aan
de volgende richtlijnen.
Oefen eerst op een veilig en horizontaal oppervlak.
Voor totale veiligheid is de aanwezigheid van een
begeleider vereist.
Wenken voor veilig besturen (5.2)
6 Power 105 Assist
NNEEDDEERRLLAANNDDSS
Starten/stoppen
• Schakel de stroomtoevoer aan.
• Activeer de hoepels op een langzame en
zachte manier.
• Zorg ervoor dat de zwenkwielen niet van
de grond gaan bij het starten.
Draaien/zwenken
• Draai ter plaatse.
• Maak 8 verschillende figuren.
Remmen
• Het bekrachtigde systeem is ook effec-
tief bij het remmen.
• Probeer de rolstoel te stoppen aan ver-
schillende snelheden.
Laat de zwenkwielen van de grond
gaan
• Nadat u de stroomtoevoer heeft uitge-
schakeld, laat u de zwenkwielen van
de grond gaan.
• Grijp de hoepels stevig beet wanneer
de stroomtoevoer is aangeschakeld.
Over stoepen rijden
• Leer hoe en wanneer u over stoepen kan rij-
den en wat uw beperkingen zijn tijdens
deze manoeuvre.
• Het is mogelijk achterwaarts over lage stoe-
pen te rijden.