80-0067-09-MO-Rev D 2017-10-03 SunTech CT40 Gebruikershandleiding | 26
Bij traditionele pulsoximetrie wordt ervan uitgegaan dat alle pulsaties in het lichtabsorptiesignaal worden veroorzaakt
door oscillaties in het arteriële bloedvolume.
De traditionele pulsoximeter berekent de ratio van de pulsatiele absorptie (AC) ten opzichte van de gemiddelde
absorptie (DC) bij elk van twee golflengten (meestal de ene zichtbaar, de andere infrarood). De oximeter berekent
vervolgens de ratio van deze twee arteriële absorptiesignalen. Deze waarde wordt gebruikt om de verzadiging SpO
2
te vinden in een standaard tabel die in de software van de oximeter aanwezig is. De waarden in de tabel zijn
gebaseerd op onderzoeken met menselijk bloed tegenover een laboratorium CO-oximeter bij gezonde volwassen
vrijwilligers in onderzoeken naar geïnduceerde hypoxie. De resulterende waarde is het zuurstofverzadigingsniveau
(%).
WAARSCHUWING: De sondes en sensoren van de pulsoximeter zijn ontworpen voor gebruik in combinatie met
specifieke pulsoximetrieapparatuur. Gebruik alleen de sondes en verleng-/adapterkabels die voor elke SpO
2
-module
worden gespecificeerd.
WAARSCHUWING: De verantwoordelijke organisatie en/of gebruiker moet vóór gebruik de compatibiliteit van de
oximeter, de oximetersonde en de verleng-/adapterkabel verifiëren. Anders kan het gebruik leiden tot letsel van de
patiënt.
WAARSCHUWING: Het onjuist aanbrengen van een pulsoximetersonde waarbij gedurende langere perioden
overmatige druk wordt uitgeoefend, kan leiden tot drukletsel.
LET OP: Onnauwkeurige metingen kunnen worden veroorzaakt door:
• Onjuist aanbrengen of onjuist gebruik van de sensor. Een juiste plaatsing en een juist gebruik van de sensor
is essentieel voor goede prestaties.
• Significante waarden van dysfunctionele hemoglobines (bijv. carboxyhemoglobine of methemoglobine).
• Intravasculaire kleurstoffen zoals indocyanine groen of methyleenblauw.
• Kleurstoffen of stoffen die kleurstoffen bevatten die de lichtabsorptie beïnvloeden, kunnen onjuiste
meetresultaten veroorzaken.
• Sommige kleuren nagellak (met name donkere kleuren) of kunstnagels kunnen de lichttransmissie beperken
en de nauwkeurigheid van de pulsoximetriemeting nadelig beïnvloeden. Verwijder nagellak of kunstnagels
voordat u de SpO
2
-sensor gaat gebruiken.
• Blootstelling aan overmatige verlichting, zoals chirurgische lampen (met name die met een xenon-lichtbron),
bilirubinelampen, fluorescentielampen, infrarode warmtelampen of direct zonlicht (blootstelling aan
overmatige verlichting kan worden gecorrigeerd door de sensor af te dekken met een donker of
ondoorzichtig materiaal)
• Overmatige beweging van de patiënt.
• Abnormaal pulsritme.
• Plaatsing van een sensor op een ledemaat met een bloeddrukmanchet, arteriële katheter of intraveneuze
lijn. Plaats de SpO2-sensor altijd op de arm zonder een bloeddrukmanchet, arteriële katheter of intraveneuze
lijn.
LET OP: Een pulsfrequentiemeting is gebaseerd op de optische detectie van een perifere stroompuls en zal daarom
bepaalde aritmieën mogelijk niet detecteren. De pulsoximeter mag niet worden gebruikt als een vervanging van of
substituut voor een op een ECG gebaseerde aritmie-analyse.