6.4.3 E
LEKTRISCHE INSTALLATIE EN BEVEILIGING
Voor modellen met elektrische start:
De elektrische installatie en de elektronische
kaart zijn beschermd door een zekering, waar-
van de ingreep de stilstand van de machine tot
gevolg heeft:
1. Verwijder het motorlid (1) met behulp van
een schroevendraaier;
2. vervang de zekering (2) door een zekering
met een analoog vermogen;
3. herplaats het motorlid (1)
Het vermogen van de zekering is aangegeven
op de zekering zelf.
Een doorgebrande zeke-
ring dient altijd te worden vervangen door een
gelijkaardige zekering met hetzelfde vermogen
Als de oorzaak van het in werking treden van de zekering niet wordt achterhaald,
wendt u zich tot een erkend servicecentrum.
Voor modellen met manuele start:
De elektrische installatie en de kaart zijn niet beveiligd door een zekering; ingeval van
een storing van de beveiligingssystemen of problemen aan de motor toe te schrijven
aan de elektrische installatie, dient men zich tot een erkend Service-centrum te wen-
den.
6.4.4 V
ERVANGING VAN DE DRIJFSNAAR
De vervanging van de drijfsnaar wordt uitgevoerd in een erkend servicecentrum.
Vervang de drijfsnaren van zodra zij duidelijke slijtage vertonen!
GEBRUIK ALTIJD ORIGINELE DRIJFSNAREN!
OPMERKING
➤
BELANGRIJK
➤
NL 34 ONDERHOUD