De instelknoppen mogen in geen enkel geval toegankelijk zijn voor personen die zich in de
badkuip bevinden of onder de douche staan.
3. Kabelhaspel
Wanneer u de warmeluchtventilator niet gebruikt, dan kan de kabel opgeborgen worden in het
apparaat, door de kabel in het gat op de achterkant te duwen.
Vergeet u niet dat de kabel, tijdens het gebruik, altijd geheel uitgerold moet zijn.
4. Gebruik van de warmeluchtventilator
Model met Keuzeschakelaar
De schakelaar heeft 5 standen en maakt het mogelijk de werking van het apparaat als volgt te
regelen:
= KOUDE LUCHT
O
= UITGESCHAKELD
=
WARME LUCHT MET GEREDUCEERDE SNELHEID MOTOR
(GERUISLOZE WERKING)
= WARME LUCHT
= HETE LUCHT
Model met Thermostaatknop
U begint met de anti-vriesstand die aangegeven wordt met het symbool “”, en draait de knop
van de thermostaat met de wijzers van de klok mee tot u een “klik” hoort. Op deze wijze begint
het apparaat te werken 2000W.
De thermostaat handhaaft de gewenste omgevingstemperatuur door de warmeluchtventilator
automatisch in- en uit te schakelen. Hoe verder u de knop
met de wijzers van de klok mee
draait, dus in een stand met een hoger nummer, hoe hoger de temperatuur zal zijn. De
maximumstand van de thermostaat komt overeen met ongeveer 30°C, de minimumstand (*) met
ongeveer 5°C.
Gebruik van de thermostaat
In een ruimte waar de temperatuur de 30°C overschrijdt, is het normaal dat de thermostaat, ook
al staat deze op de maximumstand, de warmeluchtventilator niet
inschakelt.
In het omgekeerde geval is het in een ruimte met een te lage temperatuur (minder dan 5°C)
normaaal dat de thermostaat het apparaat continu ingeschakeld houdt, ook al staat het op de
minimumstand.
Voor een optimale instelling van de thermostaat raden wij u aan onderstaande procedure te
volgen:
- zet de thermostaat op de maximumstand en laat het apparaat werken tot een comfortabele
temper
atuur bereikt wordt;
- draai de thermostaatknop vervolgens tegen de wijzers van de klok in, tot u een “klik” hoort,
waarna het apparaat uitgeschakeld wordt;
- draai de thermostaatknop nu nog een heel klein stukje met de wijzers van de klok mee;
- op deze stand zal de thermostaat de omgevingstemperatuur handhaven, die door u
gekozen is.
Model met Keuzeschakelaar en Thermostaat
De schakelaar heeft 5 standen en maakt het mogelijk de werking van het apparaat als volgt te
regelen:
= KOUDE LUCHT
O
= UITGESCHAKELD
=
WARME LUCHT MET GEREDUCEERDE SNELHEID MOTOR
(GERUISLOZE WERKING)
= WARME LUCHT
= HETE LUCHT
U begint met de anti-vriesstand die aangegeven wordt met het symbool “”, en draait de knop
van de thermostaat met de wijzers van de klok mee tot u een “klik” hoort. Op deze wijze begint
het apparaat te werken bij het gewenste vermogen.
De thermostaat handhaaft de gewenste omgevingstemperatuur door de warmeluchtventilator
automatisch in- en uit te schakelen. Hoe verder u de knop met d
e wijzers van de klok mee
draait, dus in een stand met een hoger nummer, hoe hoger de temperatuur zal zijn. De
maximumstand van de thermostaat komt overeen met ongeveer 30°C, de minimumstand (*) met
ongeveer 5°C.
Gebruik van de thermostaat
In een ruimte waar de temperatuur de 30°C overschrijdt, is het normaal dat de thermostaat, ook
al staat deze op de maximumstand, de warmeluchtventilator niet insch
akelt.
In het omgekeerde geval is het in een ruimte met een te lage temperatuur (minder dan 5°C)
normaaal dat de thermostaat het apparaat continu ingeschakeld houdt, ook al staat het op de
minimumstand.
Voor een optimale instelling van de thermostaat raden wij u aan onderstaande procedure te
volgen:
- zet de thermostaat op de maximumstand en laat het apparaat werken tot een comfortabele
temperatuur
bereikt wordt;
- draai de thermostaatknop vervolgens tegen de wijzers van de klok in, tot u een “klik” hoort,
waarna het apparaat uitgeschakeld wordt;
- draai de thermostaatknop nu nog een heel klein stukje met de wijzers van de klok mee;
- op deze stand zal de thermostaat de omgevingstemperatuur handhaven, die door u
gekozen is.
5. Veiligheid in geval van storingen
In geval van oververhitting zal het veiligheidssysteem van het apparaat automatisch de
verwarmingselementen en de motor uitschakelen, zodat de werking van de warmeluchtventilator
onderbroken wordt
In dit geval gaat u als volgt te werk:
-
schakel de warmeluchtventilator uit;
-
verhelp de oorzaken van de oververhitting (bijvoorbeeld objecten die voor de luchtinlaat- en/of
uitlaatroosters geplaatst zijn, overmatige vuilaanslag enz.).
-
laat het apparaat ongeveer 15/20 minuten afkoelen;
-
schakel de warmeluchtventilator opnieuw in en controleer of het op de juiste wijze werkt.
6. Onderhoud
Deze warmeluchtventilator behoeft geen speciaal onderhoud;
Er wordt echter aanbevolen het apparaat om de 6 maanden te reinigen, met name de roosters
voor de luchtinlaat/uitlaat. Gebruik een stofzuiger om het stof te verwijderen dat zich op de motor
en het verwarmingselement verzameld heeft.
Mocht het nodig zijn de warmeluchtventilator te repareren, neemt u dan contact op met een
bevo
egd assistentiecentrum.
Indien de voedingskabel vervangen moet worden, dient u eraan te denken dat het verplicht is een
kabel van het type 2 x 1 mm
2
H05VV-F HAR te gebruiken.