• Huidige RPM: Stelt de huidige RPM van de gebruiker voor.
• Target Heart Rate: Geeft de Target Heart Rate van de gebruiker
weer.
Indien MODIFY op ‘YES’ is ingesteld, zal het figuur van de Target
Heart Rate rood worden en knipperen. Gebruik de ▲ en ▼
knoppen om de Target Heart Rate bij te stellen en druk daarna
op ENTER om te beginnen met trainen.
NB. De waarde van de hartslag kan niet lager zijn dan 84 of
hoger dan de maximale trainingshartslag voor uw leeftijd. Indien
de MODIFY is ingesteld op ‘NO’ kan de Target Heart Rate niet
worden veranderd.
8.3 Een Polar hartslagband dient juist te worden gedragen zodat het
hartslagsignaal juist wordt ontvanger door de ontvanger die
binnenin de computer zit. De tekst ‘NO HEART RATE READING’
zal op het matrix scherm te zien zijn wanneer het
hartslagsignaal gedurende 3 seconden niet juist wordt
ontvangen. Zodra de computer een juist signaal ontvangt zal de
tekst verdwijnen en zal de hartslagfunctie verder werken.
8.4 De weerstand begint op niveau 5 en de RPM is 50. De tekst
‘SPEED UP’ zal op het matrixscherm te zien zijn wanneer uw
snelheid langer dan 25 seconden onder de laagste RPM ligt (uw
aanbevolen RPM-10).
8.5 De tekst ‘PEDAL TO START’ zal 2x door het matrixscherm lopen
wanneer er langer dan 5 seconden geen gebruik wordt gemaakt
van de hometrainer. Het weerstandsniveau zal refereren level 5
en de RPM naar 50; dit gebeurt om de 5 seconden.
8.6 Scherm 1 zal wisselen tussen TIME en LEVEL om de 4 seconden.
(Het zal de totale trainingstijd weergeven en het
weerstandsniveau). Wanneer het SCAN symbool knippert, zal de
linker MODE knop niet werken.
9. COOL DOWN programma:
Nadat u uw trainingsprogramma heeft voltooid, zal de totale tijd,
het totaal aantal verbrande calorieën, de totale afstand en de
hartslag worden weergegeven.