12
NL
3 Voer de
koppelingsprocedure op
het Bluetooth-apparaat
uit om dit apparaat te
herkennen.
Op het scherm van het
Bluetooth-apparaat wordt een
lijst met herkende apparaten
weergegeven. Dit apparaat
wordt weergegeven als
"DR-BT22".
Als "DR-BT22" niet wordt
weergegeven, herhaalt u de
procedure vanaf stap 1.
Opmerkingen
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
bij het Bluetooth-apparaat voor
meer informatie.
• Wanneer een Bluetooth-apparaat
wordt gekoppeld waarop geen lijst
met herkende apparaten kan
worden weergegeven of dat geen
scherm heeft, kunt u het apparaat
koppelen door op zowel dit
apparaat als het Bluetooth-apparaat
de koppelingsmodus in te stellen.
Op dit moment geldt dat als een
andere toegangscode dan "0000" is
ingesteld op het Bluetooth-
apparaat, de koppeling niet tot
stand kan worden gebracht met dit
apparaat.
4 Selecteer "DR-BT22" op
het scherm van het
Bluetooth-apparaat.
5 Als een toegangscode*
moet worden
opgegeven op het
scherm van het
Bluetooth-apparaat,
geeft u "0000" op.
Het koppelen is voltooid
wanneer het lampje (blauw)
langzaam knippert. Op het
scherm van bepaalde Bluetooth-
apparaten wordt een bericht
weergegeven dat aangeeft dat de
koppeling is voltooid
("Koppeling voltooid").
* Toegangscode kan ook
"wachtwoord", "PIN-code", "PIN-
nummer" of "paswoord" worden
genoemd.
6 Breng de Bluetooth-
verbinding tot stand
vanaf het Bluetooth-
apparaat.
Het apparaat wordt onthouden
als het laatst verbonden
apparaat. Als het koppelen is
voltooid, brengen sommige
Bluetooth-apparaten
automatisch een verbinding tot
stand met dit apparaat.
Tips
• Als u een koppeling met andere
Bluetooth-apparaten wilt maken,
herhaalt u stap 1 tot en met 5 voor elk
apparaat.
• Zie "Het apparaat initialiseren"
(pagina 27) als u alle
koppelingsgegevens wilt wissen.