132
Gebruik en onderhoud
• Gebruik of bewaar de camcorder en accessoires
niet onder de volgende omstandigheden:
– op extreem koude of warme plaatsen. Laat de
camcorder en de accessoires nooit achter op
plaatsen waar de temperatuur tot boven de 60°C
kan oplopen, zoals in direct zonlicht, bij de
verwarming of in een auto die in de zon is
geparkeerd. Er kunnen storingen optreden of de
camcorder en de accessoires kunnen vervormen.
– in de buurt van sterke magnetische velden of
mechanische trillingen. Er kunnen storingen in
de camcorder optreden.
– in de buurt van sterke radiogolven of straling.
Dit verstoort de opnamefunctie van de camcorder.
– in de buurt van AM-ontvangers en
videoapparatuur. Er kan ruis optreden.
– op zandstranden en in stoffige omgevingen.
Zand en stof kunnen storingen in de camcorder
veroorzaken. Soms kunnen deze storingen niet
meer worden hersteld.
– Bij ramen of buiten waar het LCD-scherm,
de beeldzoeker of de lens aan direct zonlicht wordt
blootgesteld. Hierdoor kunnen de beeldzoeker en
het LCD-scherm worden beschadigd.
– op vochtige plaatsen
• Gebruik de camcorder op 7,2 V gelijkspanning
(accu) of 8,4 V gelijkspanning
(netspanningsadapter).
• Gebruik voor werking op gelijk- of
wisselspanning alleen de accessoires die in deze
handleiding worden vermeld.
• Zorg dat de camcorder niet nat wordt, bijvoorbeeld
door regen of zeewater. Als de camcorder nat
wordt, kunnen er storingen optreden. Soms kunnen
deze storingen niet meer worden hersteld.
• Als er een voorwerp of vloeistof in de behuizing
van de camcorder terechtkomt, moet u de
camcorder loskoppelen van het stopcontact en de
camcorder eerst door een Sony-handelaar laten
nakijken voordat u de camcorder weer gebruikt.
• Laat het apparaat niet vallen, sla er niet op en ga
er niet op staan; demonteer of wijzig het niet en
behoed het tegen mechanische schokken. Wees
vooral voorzichtig met de lens.
• Zorg dat de
POWER-schakelaar op OFF (CHG)
staat zolang u de camcorder niet gebruikt.
• Wikkel de camcorder tijdens gebruik nooit in
textiel, zoals een handdoek. De binnenkant van de
camcorder kan hierdoor ernstig oververhit raken.
• Als u het netsnoer loskoppelt, moet u aan de
stekker trekken en niet aan het snoer.
• Beschadig het netsnoer niet door er een zwaar
voorwerp op te plaatsen.
• Houd de metalen contactpunten goed schoon.
• Houd de afstandsbediening en de
knoopcelbatterij buiten het bereik van kinderen.
Raadpleeg meteen een arts als de batterij per
ongeluk wordt ingeslikt.
• Als er elektrolytische vloeistof uit de batterij
is gelekt, doet u het volgende:
– Neem contact op met een plaatselijke, door
Sony erkende onderhoudsdienst.
– Was zorgvuldig de huid die in aanraking
is gekomen met de vloeistof.
– Als er vloeistof in uw ogen is gekomen, spoelt
u uw ogen met veel water. Raadpleeg zo snel
mogelijk een arts.
x Wanneer u de camcorder langere tijd niet
gebruikt
• Schakel de camcorder af en toe in en laat deze
ongeveer 3 minuten lopen, bijvoorbeeld door
discs af te spelen of op te nemen.
• Haal de disc uit de camcorder.
• Ontlaad de accu volledig voordat u deze opbergt.
Condensvorming
Als de camcorder rechtstreeks van een koude
in een warme omgeving wordt gebracht,
kan vocht condenseren in de camcorder, op het
oppervlak van de disc of op de discdetectielens.
Dit kan een storing in de camcorder
veroorzaken. Als er vocht in de camcorder is
aangetroffen, wordt [% Condensvorming
Schakel camera 1 uur uit.] of [% Condensatie
Kan niet openen Probeer later] weergegeven.
Dit bericht wordt niet weergegeven wanneer
er vocht is gecondenseerd op de cameralens.
x Als er vocht in de camcorder is
gecondenseerd
Schakel de camcorder uit en wacht ongeveer
1 uur.
x Opmerking over condensvorming
Er kan vocht in de camcorder condenseren
wanneer u de camcorder van een koude
omgeving naar een warme omgeving brengt
(of omgekeerd) of wanneer u de camcorder
in een vochtige omgeving gebruikt, zoals
hieronder wordt aangegeven:
Onderhoud en voorzorgsmaatregelen