Tik op [Rasterlijnen] om de compositie weer te geven en te balanceren.
Tik op [Waterpas] om de horizontaalmeter in of uit te schakelen.
Tik op [Waterpas ijken] om de standaard voor het horizontale vlak te kalibreren om afwijkingen in de
kantelrichting te corrigeren.
Tik op [Notatie rest. geh.] om voor de weergave-eenheid van het resterende geheugen op het apparaat te
schakelen tussen de resterende opnametijd en de resterende geheugencapaciteit.
Tik op [Geluidsinstellingen] om windgeruis te verminderen of het geluidsniveau te veranderen. De microfoon die
momenteel wordt gebruikt, wordt ook weergegeven.
Tik op [Sluiterknop toewijzen] om de sluiterknop te gebruiken als een REC-knop of een Opn.-knop. Wanneer
[Opnemen] is geselecteerd, kunt u beginnen met opnemen door op de sluiterknop te drukken, zelfs als er een
instelling-dialoogvenster geopend is.
Tik op [Volumeknop toewijzen] om de volumeknop te gebruiken als een REC-knop, volumeknop of knop voor
handmatige scherpstelling. Wanneer [Opnemen] is geselecteerd, kunt u beginnen met opnemen door op de
volumeknop te drukken, zelfs als er een instelling-dialoogvenster geopend is.
Tik op [Rec-knoppositie] om de positie van de REC-knop en de Opn.-knop te veranderen.
U kunt opname-instellingen registreren en oproepen. Tik op [Huidige instell. opslaan], selecteer een sleuf, pas de
instellingen aan en tik op [Opslaan] om veelgebruikte combinaties van modi en instellingen te registreren. Als u
de opgeslagen instellingen wilt toepassen, tikt u op [Instell. Geheugen opr.], selecteert u de gewenste sleuf en tikt
u daarna op [Toepassen].
Instellingen van Project
Tik op een oranje parameter om de resolutie en beeldsnelheid van het hele project of de videoclips aan te passen.
De projectinstellingen kunnen alleen worden veranderd voordat de eerste videoclip wordt opgenomen.
3.
Clip-instellingen – Parameters die voor elke videoclip kunnen worden ingesteld.
Tik op [Look] om de sfeer van de videoclip aan te passen.
Tik op [FPS] om de beeldsnelheid in te stellen. Selecteer [120] om een video in slow-motion op te nemen.
Tik op [Lens] om een lens te selecteren.
Tik op [ISO] om de ISO-waarde aan te passen. Tik op [Automatisch] wanneer het oranje is om automatisch de
geschikte ISO-waarde in te stellen.
Tik op [WB] om de witbalans aan te passen. U kunt de schuifregelaars gebruiken om de witbalans aan te passen.
Tik op [Resetten] om de waarden van de schuifregelaar voor de geselecteerde instelling terug te stellen.
Als u de witbalans wilt aanpassen met behulp van een geselecteerd wit gebied, selecteert u [Eigen 1]/[Eigen
2]/[Eigen 3], tikt u op [Instellen], houdt u het apparaat zodanig dat het frame in het midden volledig wordt bedekt
door het witte gebied, en tikt u vervolgens nogmaals op [Instellen].
Als u [Automatisch] selecteert, kunt u instellen of de witbalansinstellingen moeten worden vergrendeld.
Als u voor de weergegeven opties wilt wisselen tussen de vooringestelde modus en de temperatuurmodus, tikt u
op (pictogram Menu) > [WB-modus].
Tik op [Sluiter] om de sluitertijd aan te passen. Tik op [Automatisch] wanneer het oranje is om automatisch de
geschikte sluitertijd in te stellen.
Tik op [Focus] om de scherpstelling aan te passen. Tik op [AF] of [MF] om de scherpstelfunctie te veranderen
naar automatisch of handmatig. Wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op handmatig, kunt u de
scherpstellingmarkeringen en de scherpstelsnelheid instellen door op (pictogram Instellingen) te tikken.
Wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op automatisch, kunt u het scherpstelgebied instellen door op de
zoeker te tikken.
4.
Tik om de opname te starten of te stoppen.5.
Tik om het huidige frame als een stilstaand beeld vast te leggen.6.
Tik om de framelijnen, rasterlijnen en Meter handmatig te verbergen of weer te geven.7.
Horizontaalmeter
Horizontaalmeter helpt u de hoek van het apparaat te meten en het beeld horizontaal te houden. Wanneer u w
apparaat vaststelt dat het horizontaal staat, wordt de horizontaalmeter groen.
8.
Statusaanduidingen9.