50
HDR-HC1E 2-631-478-81(1)
DIG EFFECT (digitaal effect)
U kunt digitale effecten toevoegen aan de
opnamen.
Raak het gewenste effect aan.
Pas het effect aan met / en raak
aan.
Als u [STILSTAAND] selecteert, wordt
het beeld opgeslagen als stilstaand beeld
als u aanraakt.
Effect Instelmogelijkheden
FILMSTAND*
U hoeft geen wijzigingen
aan te brengen.
STILSTAAND
U kunt het
transparantieniveau instellen
van het stilstaande beeld dat
u over een film wilt leggen.
FLITS
Het interval voor frame-
vóór-frame afspelen.
NABEELD
U kunt de tijdsduur voor
het faden van de nabeelden
instellen.
OUDE FILM*
U hoeft geen wijzigingen
aan te brengen.
* Alleen beschikbaar tijdens opnemen.
Raak aan.
wordt weergegeven.
Als u [DIG EFFECT] wilt annuleren, raakt
u [UIT] aan in stap
.
FILMSTAND (filmeffect)
U kunt beelden een filmeffect geven door
de beeldkwaliteit aan te passen.
STILSTAAND
Met deze optie wordt een film opgenomen
terwijl u deze over een eerder opgenomen
stilstaand beeld legt.
FLITS (intervalopname)
Met deze optie wordt een film opgenomen
met het effect van een reeks stilstaande
beelden (stroboscoopeffect).
Het menu BEELD PROG.
Speciale effecten voor beelden of
aanvullende functies voor opnemen/
afspelen (SLIDE SHOW/B EFFECT,
enzovoort).
De standaardinstellingen zijn aangeduid
met
.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
Zie pagina 38 voor meer informatie
over het selecteren van menu-items.
FADER
U kunt de volgende effecten toevoegen aan
beelden die u op dit moment opneemt.
Selecteer de gewenste instelling en raak
aan.
Druk op REC START/STOP.
De faderaanduiding stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
Raak [UIT] aan om de bewerking te
annuleren in stap
.