194 Richtlijnen voor veilig en efficiënt gebruik
This is the Internet version of the user’s guide. © Print only for private use.
Verschillen in SAR beneden de normen voor blootstelling aan radiofrequentie
betekenen niet dat er verschillen in veiligheid zijn. Hoewel de diverse mobiele tel-
efoonmodellen verschillende SAR-niveaus hebben, zijn alle mobiele telefoon-
modellen van Sony Ericsson ontworpen om binnen de aanbevolen grenzen te
werken.
Bij deze mobiele telefoon is een afzonderlijke folder met SAR-informatie over dit
model mobiele telefoon meegeleverd. Deze informatie is ook beschikbaar op
www.SonyEricsson.com. U vindt daar tevens meer informatie over blootstelling
aan radiogolven en SAR.
Autorijden
Houd u aan de plaatselijke wetten en/of regels inzake het gebruik van mobiele tel-
efoons terwijl u rijdt. In vele landen/staten is het gebruik van handsfree of portable
carkits verplicht. U wordt geadviseerd enkel handsfree of portable carkits van Eric-
sson of Sony Ericsson te gebruiken die zijn bedoeld voor gebruik in combinatie
met uw mobiele telefoon. Daarnaast verbieden sommige fabrikanten (met het oog
op mogelijke interferentie) het gebruik van mobiele telefoons in hun voertuigen,
tenzij daarbij gebruik wordt gemaakt van een handsfree carkit met een externe
antenne.
Houd uw aandacht bij het verkeer en ga als de situatie dit vereist, van de weg af en
parkeer het voertuig voordat u een nummer kiest of een gesprek beantwoordt.
PERSOONLIJKE MEDISCHE APPARATUUR
Mobiele telefoons kunnen invloed hebben op de werking van sommige geïmplan-
teerde pacemakers en andere geïmplanteerde medische apparatuur. Draag de
mobiele telefoon niet ter hoogte van de pacemaker, bijvoorbeeld in een borstzak.
Wanneer u de mobiele telefoon gebruikt, plaatst u deze aan het oor dat het verst
van de pacemaker is verwijderd. Als er een afstand van minimaal 15 cm tussen de
mobiele telefoon en de pacemaker wordt aangehouden, is de kans op interferentie
beperkt. Als u reden hebt om te vermoeden dat er interferentie optreedt, moet u de
mobiele telefoon onmiddellijk uitschakelen. Neem voor meer informatie contact
op met uw cardioloog.
Als u enige andere persoonlijke medische apparatuur gebruikt, dient u de fabrikant
van het apparaat te raadplegen.
KINDEREN
LAAT KINDEREN NOOIT MET UW MOBIELE TELEFOON OF DE BIJBE-
HORENDE ACCESSOIRES SPELEN. ZIJ KUNNEN BIJ ZICHZELF EN
ANDEREN LETSEL VEROORZAKEN OF DE MOBIELE TELEFOON OF
ACCESSOIRES BESCHADIGEN. DE MOBIELE TELEFOON OF DE ACCES-
SOIRES KUNNEN KLEINE ONDERDELEN BEVATTEN DIE LOS KUNNEN
RAKEN EN VERSTIKKINGSGEVAAR MET ZICH MEE KUNNEN BREN-
GEN.
DE MOBIELE TELEFOON WEGGOOIEN
U mag de mobiele telefoon nooit met het huisvuil weggooien. Houd u aan de plaat-
selijke regelgeving voor het weggooien van elektrische apparaten.
VOEDING
Sluit de stroomvoorziening (voeding) alleen aan op de daarvoor bestemde stroom-
bronnen zoals aangegeven op de mobiele telefoon. Let erop dat het snoer zo ligt
dat niemand erop trapt, erover struikelt of er anderszins letsel aan zou kunnen
overhouden. Koppel het toestel los van de voeding voordat u het reinigt, om de
kans op elektrische schokken te verkleinen. Gebruik de oplader niet buiten of in
vochtige ruimten. Breng geen wijzigingen aan in het netsnoer of de stekker. Laat
een passend stopcontact installeren door een erkend elektricien wanneer de stekker
niet in het stopcontact past.
ALARMNUMMERS
Deze mobiele telefoon werkt zoals iedere andere mobiele telefoon door middel van
radiosignalen, waardoor u niet onder alle omstandigheden zeker kunt zijn van een
verbinding. Daarom moet u voor essentiële communicatie (bijvoorbeeld medische
hulp in noodgevallen) nooit uitsluitend op een mobiele telefoon vertrouwen.
Het kan zijn dat noodoproepen bij een aantal cellulaire telefoonnetwerken of bij
gebruik van bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties niet mogelijk zijn.
Voor meer informatie kunt u terecht bij uw plaatselijke serviceprovider.