64
DSC-T3/T33 2-548-269-41(1) [OpenType FONT]
NL
1ste beeld (verschoven
in de + richting)
2de beeld (de juiste
belichting voor de
camera)
3de beeld (verschoven in
de – richting)
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Mode] (REC Mode) met
/ en kies vervolgens [Exp
Brktg] met /.
Kies [BRK] (Bracket Step)
met / en kies daarna de
gewenste belichtingswaarde
met /.
±1.0EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
1,0 EV.
±0.7EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,7 EV.
±0.3EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,3 EV.
Neem het beeld op.
Om terug te keren naar de normale
modus
Kies bij stap [Normal].
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• De scherpstelling en witbalans worden
ingesteld voor het eerste beeld, en deze
instellingen worden ook gebruikt voor de
andere beelden.
• Wanneer de belichting handmatig wordt
ingesteld (blz. 60), wordt de belichting
verschoven op basis van de aangepaste
helderheid.
• Het opname-interval bedraagt circa 0,36
seconden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kan
het onmogelijk zijn goed op te nemen met de
gekozen stapwaarde voor de categorie.
• Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen
in de Exposure Bracket-functie afhankelijk van
de Scènekeuzefunctie (blz. 43).