Automatische scherpstelling
Wanneer u probeert een onderwerp
op te nemen waarop moeilijk
scherpgesteld kan worden, gaat de
AE/AF-vergrendelingsindicatie langzaam
knipperen. Bovendien klinkt de pieptoon
van de AE-vergrendelingsfunctie niet.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient
u de sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
• Het onderwerp is te ver verwijderd van
de camera en te donker.
• Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
• Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een raam.
• Een snel bewegend onderwerp.
• Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel
of een lichtgevend lichaam.
• Een flitsend onderwerp.
• Een onderwerp met tegenlicht.
Er zijn twee automatische scherpstellings-
functies: "AF-bereikzoekerframe" waarbij
scherpstelling plaats vindt d.m.v. de positie
en de grootte van het onderwerp, en de
"Automatische scherpstelling" waarmee de
begintijd en stoptijd van de scherpstelling
ingesteld wordt. Zie blz. 57 voor verdere
informatie.
Controleren van het laatst
opgenomen beeld — Quick Review
Druk op () op de
regelknop.
Om terug te keren naar de normale
opnamefunctie, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op ().
Het wissen van een foto die op het
LCD-scherm weergegeven wordt
1 Druk op (Wissen).
2 Kies [Delete] met op de regelknop en
druk daarna op .
Het beeld wordt gewist.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort
na het begin van de weergave, het beeld er
korrelig uitzien.
Indicaties op het LCD-scherm
tijdens het opnemen
Bij elke druk op , verandert de
indicatie in de hierna aangegeven volgorde.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 136.
• Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 61.
• U kunt de resterende accutijd verlengen
door de LCD-achtergrondverlichting uit te
schakelen.
• Tijdens het opnemen/weergeven van
bewegende beelden veranderen de
aanduidingen op het LCD-scherm als volgt:
Indicaties uit LCD-achtergrondverlichting
uit Indicaties aan
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.