106
DSC-L1 2-186-445-41(1) [OpenType FONT]
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
De camera werkt niet.
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu. Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 123).
• De batterij is zwak. (De indicatie verschijnt.) Laad de accu op (blz. 13).
• Sluit de netspanningsadapter stevig aan op de DC IN-aansluiting van de camera en op een
stopcontact (blz. 16).
De camera is wel ingeschakeld, maar
werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Koppel alle voedingsbronnen los en
sluit deze na een minuut weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u met een
scherppuntig voorwerp op de RESET-knop achter het deksel van de accu/"Memory Stick Duo",
en schakelt u vervolgens de camera weer in. (Hierdoor worden de datum- en tijdinstellingen, enz.,
gewist.) (blz. 97)
U kunt een indicatie op het scherm
niet herkennen.
• Controleer de indicatie (blz. 126 tot 129).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij
kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen, alvorens de camera te gebruiken (blz. 119).
De camera wordt warm wanneer u
deze lang achtereen gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de
camera uitschakelt.
• De accu is leeg. Vervang de accu door een opgeladen accu (blz. 13) of gebruik de
netspanningsadapter (blz. 16).