655563
20
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/24
Pagina verder
- NEDERLANDS - Bosmaaier 109L / 109B / 111L / 111B
NEDERLANDS 1
Gebruiksaanwijzing
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig
voor u de machine voor het eerst gebruikt en hou
altijd rekening met de veiligheidsvoorschriften!
Om de prestaties van uw bosmaaier
gedurende lange tijd te vrijwaren, dient u de
onderhoudsaanwijzing nauwkeurig na te leven.
Als u na het bestuderen van deze
gebruiksaanwijzing nog vragen heeft, kunt u altijd
terecht bij uw SOLO-verkoper.
CE conformiteitsverklaring Î De CE-
conformiteitsverklaring in een afzonderlijke
bijlage maakt deel uit van deze
gebruiksaanwijzing.
Verpakking en afvalfase
Bewaar de originele verpakking om de zaag te
beschermen tegen transportschade als ze moet
worden getransporteerd. Als u het
verpakkingsmateriaal niet meer nodig heeft, moet
het overeenkomstig de plaatselijke voorschriften
worden weggedaan. Verpakkingsmateriaal uit
karton is een grondstof die opnieuw kan worden
gebruikt of gerecycleerd.
Als de machine niet meer kan worden gebruikt,
moet ze overeenkomstig de lokale voorschriften
worden weggedaan.
Met het oog op de constante verdere ontwikkeling
van onze apparaten zijn wijzigingen in de
leveringsomvang op het vlak van vorm, techniek
en uitvoering voorbehouden.
Verder kunnen geen aanspraken worden afgeleid
uit informatie en afbeeldingen in deze handleiding.
Kenplaatje
a: Typebenaming
b: Serienummer
c: Bouwjaar (08 Î 2008)
Symbolen
Volgende symbolen worden gebruikt op de
machine en in deze gebruiksaanwijzing:
Voor ingebruikname en voor alle
onderhouds-, montage- en
reinigingswerken de handleiding grondig
lezen
Voor u de motor start, de gehoor- en
gezichtsbescherming opzetten
Motor uitschakelen, Stopschakelaar op
"STOP"
Wanneer u met en aan de machine
werkt, veiligheidshandschoenen dragen
Vaste schoenen met stevige zolen, bij
voorkeur veiligheidsschoenen dragen
Gevaar! Als de gebruiksaanwijzing niet
wordt nageleefd, kunnen er ongevallen
met levensgevaarlijke verwondingen
optreden.
De minimale afstand ten opzichte
van andere personen bedraagt 15
meter
Opgelet, voorwerpen kunnen hoog
worden weggeslingerd
Opgelet: de machine kan terugslaan als
ze tegen vaste voorwerpen komt
Het maximale toerental niet
overschrijden dat vermeld is in de
technische gegevens
Roken verboden in de omgeving van de
machine en op de plaats van het
bijtanken!
De machine en het bijvulreservoir voor de
brandstof op een veilige afstand houden
van open vuur
- De machine produceert uitlaatgassen
en
- benzinedampen zijn giftig;
niet in gesloten ruimtes starten en tanken
Brandstofmengsel: Symbool boven het
tankdeksel voor het brandstofmengsel
Chokeklep:
Stand koude start Î de choke-hendel
in de stand gesloten
omhoog zetten.
Werking en warme start Î de choke-
hendel in de stand open omlaag zetten
.
NEDERLANDS 2
Inhoud
Blz.
1. Veiligheidsvoorschriften ......................................................................................................................3
1.1 Voorgeschreven gebruik / Algemene veiligheidsvoorschriften 3
1.2 Werkkledij 4
1.3 Tijdens het tanken 4
1.4 Tijdens het transport van de machine 4
1.5 Voor het starten 5
1.6 Tijdens het starten 5
1.7 Tijdens onderhoud en herstellingen 5
1.8 Tijdens het werk 6
2. Leveringsomvang .................................................................................................................................7
3. Bedienings- en functie-onderdelen .....................................................................................................7
4. Accessoires ...........................................................................................................................................8
5. Voorbereiding van het werk .................................................................................................................9
5.1 Montage handgreep 9
5.2 Montage van de beveiliging 10
5.3 Montage van het snijwerktuig 11
5.4 Draagriem instellen 13
6. Brandstof tanken.................................................................................................................................13
6.1 Brandstofinformatie 13
6.2 Brandstof vullen 13
7. Motor starten / motor uitzetten ..........................................................................................................14
7.1 Halfgas-startinstelling 14
7.2 Startklep en primer 14
7.3 Aanslingeren 15
7.4 Motor uitzetten 15
7.5 Als de motor niet aanslaat 15
8. Gebruik van de bosmaaier .................................................................................................................16
8.1 Toepassingsgebieden 16
8.2 Eerste ingebruikname / inlopen 16
8.3 Correcte werkwijze met de bosmaaier 16
8.4 Gebruikstip voor de nylon draadkop (afhankelijk van het model) 17
9. Gebruiks- en onderhoudsinstructies ................................................................................................17
9.1 Algemene gebruiks- en onderhoudsinstructies 17
9.2 Instructies voor de geluiddemper 17
9.3 Slijpinstructies metaalsnijbladen (afhankelijk van het model) 18
9.4 Smering van het drijfwerk 18
9.5 Instelling carburateur 19
9.6 Bougie-informatie 19
9.7 Luchtfilteronderhoud 20
9.8 Brandstoffilter vervangen 20
9.9 Stilleggen en opbergen 20
9.10 Onderhoudsschema 21
10. Technische gegevens.......................................................................................................................22
11. Garantie..............................................................................................................................................23
12. Slijtage-onderdelen...........................................................................................................................23
Veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDS 3
1. Veiligheidsvoorschriften
1.1 Voorgeschreven gebruik / Algemene veiligheidsvoorschriften
De bosmaaier mag uitsluitend worden gebruikt om gras, riet, onkruid en wildgroei ter hoogte van de
grond te maaien. Voor andere doeleinden mag de bosmaaier niet worden gebruikt
(zie paragraaf 8.1 “Toepassingsgebieden”).
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor de eerste ingebruikname en bewaar ze op een
veilige plaats. Wees zeer voorzichtig als u met deze machine werkt.
Het niet naleven van de veiligheidsinstructies kan levensgevaarlijk zijn. Volg de
ongevalpreventievoorschriften van de beroepsverenigingen. De gebruiksaanwijzing moet altijd
beschikbaar zijn op de plaats waar de machine wordt gebruikt. Ze moet door iedereen worden gelezen die
belast is met werken aan de machine (ook onderhoud, verzorging en herstelling).
Als u voor het eerst met een dergelijke machine werkt, dient de verkoper u uit te leggen en te tonen
hoe u er veilig mee dient om te gaan.
Kinderen en jongeren onder 18 jaar mogen niet met deze machine werken; behalve jongeren boven
16 jaar die onder toezicht worden opgeleid.
Hou personen en dieren op een veilige afstand van het werkterrein. De minimale afstand bedraagt 15
meter. Let goed op kinderen en op dieren die zich in het struikgewas kunnen ophouden. Als een
persoon of een dier naderbij komt, dient u de machine en het snijwerktuig onmiddellijk te stoppen. De
gebruiker is verantwoordelijk voor gevaren of ongevallen die zich tegenover andere personen en hun
eigendom kunnen voordoen.
Deze machine mag enkel worden uitgeleend of doorgegeven aan personen die vertrouwd zijn met dit
type, zijn bediening en de gebruiksaanwijzing. Geef deze gebruiksaanwijzing altijd mee.
Als u met deze machine werkt, dient u zich in goede conditie te bevinden en dient u uitgerust en
gezond te zijn.
Deze machine mag niet worden gebruikt als u onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen die
het reactievermogen kunnen beïnvloeden.
Voer geen wijzigingen aan bestaande veiligheidsinrichtingen en bedieningselementen uit.
De machine mag enkel in bedrijfsveilige toestand worden gebruikt – gevaar voor ongevallen!
De veilige toestand van de bosmaaier moet dus voor elk gebruik worden gecontroleerd.
U mag enkel snijwerktuigen, accessoires en opbouwelementen gebruiken die door de fabrikant
geleverd zijn en door hem uitdrukkelijk goedgekeurd zijn voor bevestiging op dit type machine. Als u
de draadkop gebruikt, mag u de kunststof-snijdraad nooit vervangen door een staaldraad. Bij elk
snijwerktuig moet altijd de bijbehorende aanraakbeveiliging worden gebruikt.
Als u snijwerktuigen verwisselt, altijd de motor uitschakelen en de bougie uittrekken, zodat de motor
niet ongewenst kan starten.
De betrouwbare werking en de veiligheid van uw machine hangen ook af van de kwaliteit van de
gebruikte wisselstukken. Gebruik enkel originele wisselstukken. Enkel originele onderdelen komen uit
de productie van het apparaat en waarborgen dus een maximale kwaliteit op het vlak van materiaal,
maatvastheid, werking en veiligheid. Voor originele wisselstukken en accessoires kunt u terecht bij uw
vakhandelaar. Hij beschikt ook over de vereiste wisselstuklijsten om de juiste wisselstuknummers te
kunnen opzoeken. Hij wordt constant op de hoogte gehouden van detailverbeteringen en
vernieuwingen op het vlak van wisselstukken. Merk ook op dat, als niet originele onderdelen worden
gebruikt, de garantie vervalt.
Als de machine niet wordt gebruikt, moet ze zo worden weggezet dat er niemand gevaar loopt. De
motor moet worden uitgeschakeld.
Als u de veiligheids-, gebruiks- of onderhoudsinstructies niet opvolgt, bent u verantwoordelijk voor alle
daardoor veroorzaakte schade en gevolgschade.
Veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDS 4
1.2 Werkkledij
Om verwondingen te vermijden, draagt u tijdens het gebruik van deze machine de voorgeschreven kledij
en beschermuitrusting. De kleiding moet goed aansluiten (bijv. combinatiepak), maar mag niet hinderlijk
zijn.
Onze aanbeveling:
SOLO bos- en landbouwjas EN 340 bestelnr.: 99303000 + maat (2[s] - 6[xxl])
SOLO outdoor-broek bestelnr.: 9902095 + maatindex
of SOLO outdoor-tuinbroek bestelnr.: 9902094 + maatindex
Draag geen sjaal, das, sieraden of andere kledingstukken die gekneld kunnen raken in struiken of takken.
Laag haar moet worden samengebonden en weggeborgen (hoofddoek, muts, helm e.d.).
Draag stevige schoenen met slipvrije zolen, bij voorkeur veiligheidsschoenen met stalen punt.
Onze aanbeveling: SOLO lederen bottine bestelnr.: 9930510 + maat (36 - 48)
Draag veiligheidshandschoenen met slipvrij greepoppervlak.
Onze aanbeveling: SOLO Fit veiligheidshandschoenen bestelnr.: 9939012 + maatindex
Gebruik persoonlijke gehoorbescherming en gezichtsbescherming (bijv. veiligheidsbril).
Onze aanbeveling: SOLO gezichts-/gehoorbescherming bestelnr.: 993901002 (één maat)
1.3 Tijdens het tanken
Benzine is uiterst licht ontvlambaar. Zorg voor voldoende afstand tot open vuur en mors geen
brandstof. Rook niet op de werkplek en op de plaats waar u tankt!
Voor het tanken de motor altijd uitschakelen.
Als de motor nog heet is, mag niet worden bijgetankt - brandgevaar!
Open de tanksluiting altijd voorzichtig, zodat de bestaande overdruk zich langzaam kan afbouwen en
er geen brandstof naar buiten spuit.
Brandstof kan stoffen bevatten die op oplosmiddelen lijken. Vermijd contact van minerale
olieproducten met de huid en de ogen. Draag handschoenen tijdens het tanken. Verwissel regelmatig
van beschermkledij en reinig ze.
Adem brandstofdampen niet in.
Tank enkel op goed geventileerde plaatsen.
Let erop dat er geen brandstof of olie in de grond terechtkomt (bescherming van het milieu). Gebruik
een geschikte grondbescherming.
Als brandstof werd gemorst, moet de machine onmiddellijk worden schoongemaakt. Als de kledij
bevuild is met brandstof, dient u ze onmiddellijk uit te trekken.
Zet de tanksluiting altijd goed vast. Zo vermindert u het risico dat de tanksluiting door de trillingen van
de motor loskomt en er brandstof uit de machine loopt.
Let op lekken. Start niet en werk niet met de machine als er brandstof uitloopt. Er bestaat
levensgevaar door brandwonden!
Bewaar brandstof en olie uitsluitend in voorgeschreven en juist gemerkte bussen.
1.4 Tijdens het transport van de machine
Schakel de motor altijd uit als u de machine moet transporteren.
Draag of transporteer de bosmaaier nooit terwijl het snijwerktuig draait.
Bij transport over grote afstand moet bij metalen snijwerktuigen altijd de mesbescherming worden
geplaatst.
Om te vermijden dat er brandstof uitloopt en er beschadigingen optreden, moet de machine tijdens het
transport in voertuigen worden vastgezet, zodat ze niet kan kantelen. De tank moet op dichtheid
worden gecontroleerd. Maak de tank bij voorkeur voor het transport leeg.
In geval van verzending moet de tank in elk geval vooraf worden leeggemaakt.
Veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDS 5
1.5 Voor het starten
Voor u de machine start, dient u altijd te controleren of de volledige machine in bedrijfsveilige toestand
verkeert.
De stopschakelaar moet gemakkelijk in- en uitschakelen.
De gashendel moet soepel werken en automatisch terugkeren naar de stationaire positie.
Het snijwerktuig en de aanraakbeveiliging moeten goed vast zitten en in perfecte staat verkeren.
Controleer ook of de ontstekingskabel en de bougiestekker goed vast zitten. Als een verbinding los zit,
kunnen er vonken ontstaan, die het eventueel uitlopende brandstof-luchtmengsel kunnen ontsteken –
brandgevaar!
Bij onregelmatigheden, duidelijke schade, foutieve instellingen of als de goede werking beperkt is, mag u
niet beginnen werken, maar dient u de machine te laten controleren in een werkplaats.
1.6 Tijdens het starten
Start op een afstand van minstens 3 meter van de plaats waar u heeft getankt. Start de machine nooit
in een gesloten ruimte.
Zorg voor een veilige en stabiele houding tijdens het starten. Start altijd op een effen ondergrond en
hou de machine stevig vast.
De machine mag slechts door één persoon worden bediend – ook tijdens het starten mogen er zich
geen andere personen ophouden binnen een cirkel van 15 meter.
Voer de startprocedure uit zoals beschreven in hoofdstuk 7 "Motor starten / motor uitzetten".
1.7 Tijdens onderhoud en herstellingen
De machine moet regelmatig worden onderhouden. Voer zelf uitsluitend onderhouds- en
herstellingswerken uit die in deze gebruiksaanwijzing beschreven zijn. Alle andere werken moeten door
een erkende werkplaats worden uitgevoerd.
De machine mag niet in de buurt van open vuur worden onderhouden, hersteld of bewaard.
Voor reinigings-, onderhouds- en herstelwerken moet de motor altijd worden uitgeschakeld en moet de
bougiestekker worden afgetrokken. Dit geldt niet voor de instelling van de carburateur en het stationair
toerental.
Bij alle herstellingen mogen enkel originele wisselstukken van de fabrikant worden gebruikt.
Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht aan de machine, want dit heeft een negatieve invloed
op de veiligheid en kan gevaar inhouden voor ongevallen en verwondingen!
Veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDS 6
1.8 Tijdens het werk
De bosmaaier mag uitsluitend in volledig gemonteerde toestand in gebruik worden genomen.
Zodra de motor draait, produceert de machine giftige gassen, die onzichtbaar en reukloos kunnen
zijn. Start de machine nooit in een gesloten ruimte. Als er weinig plaats is, of als u in sloten of in
greppels werkt, dient u tijdens het werk altijd voor voldoende luchttoevoer te zorgen.
Rook niet op de werkplek – ook niet in de omgeving van de machine. Er bestaat groot brandgevaar!
Werk voorzichtig, met overleg en rustig en breng geen andere personen in gevaar.
- Zorg voor goed zicht en licht.
- Blijf altijd op roepafstand van andere personen, die u in geval van nood kunnen helpen.
- Las tijdig werkpauzes in.
- Wees alert voor mogelijke gevaarbronnen en neem de nodige voorzorgsmaatregelen. Hou er
rekening mee dat, als u gehoorbescherming gebruikt, u geluiden minder goed hoort. Daardoor kunt u
ook signalen, kreten e.d. die op gevaar wijzigen, eventueel niet horen.
- Let op bij natheid, gladheid, op hellingen of oneffen terrein. Er bestaat groot slipgevaar!
- Let op struikelgevaar en hindernissen, zoals boomwortels, boomstronken, randen. Wees zeer
aandachtig als u op hellingen werkt.
- Voor u met de machine begint te werken, controleert u het werkterrein op stenen, gebroken glas,
spijkers, draad en andere vaste voorwerpen. Verwijder ze, zodat ze niet worden weggeslingerd of
vastgekneld raken in het snijwerktuig.
- Hou de machine altijd stevig met beide handen vast en zorg altijd voor een goede en stabiele
houding.
- Het snijwerktuig altijd onder de heup houden. Het draaiende werktuig mag niet van de grond worden
opgetild.
- Alle lichaamsdelen moeten op een veilige afstand van het roterende snijwerktuig worden gehouden.
- Gebruik een degelijke maaitechniek (zie paragraaf “8.3 Correcte werkwijze met de bosmaaier”).
- De machine met zo weinig mogelijk lawaai en uitlaatgassen gebruiken – de motor niet nodeloos
laten draaien. Bedenk dat ook lawaai een belasting voor het milieu inhoudt. Hou de eventuele
rusttijden in acht (deze kunnen lokaal verschillend zijn).
- Gebruik geen stompe werktuigen en voorkom dat het roterende snijwerktuig ongecontroleerd tegen
een vreemd voorwerp stoot. Er bestaat groot gevaar voor terugslagen, waardoor de volledige
machine heftig kan worden rondgeslingerd. Daardoor kunnen er ongecontroleerde bewegingen
optreden voor de gebruiker, die tot ernstige en dodelijke verwondingen kunnen leiden.
Schakel de motor uit als het gedrag van de bosmaaier merkbaar wijzigt.
Door de centrifugaalkoppeling blijft het snijwerktuig nog even draaien nadat u de gashendel heeft
losgelaten of de motor heeft uitgeschakeld. Let erop dat het snijwerktuig tot stilstand gekomen is voor
u de machine neerlegt.
Voor u het snijwerktuig aanraakt – ook als u een verstopping wenst te verhelpen of als het snijwerktuig
vastgeklemd zit – dient u de motor uit te schakelen, te wachten tot het snijwerktuig stilstaat en de
bougiestekker af te trekken.
Raak de uitlaat en de geluiddemper niet aan zolang ze nog heet zijn; er bestaat verbrandingsgevaar!
Nooit met een defecte geluiddemper of zonder geluiddemper werken. Er bestaat gevaar voor
gehoorbeschadiging en brandwonden!
Eerste hulp
Voor een eventueel ongeval moet er altijd een EHBO-koffer voorhanden zijn op de werkplaats. Verbruikt
materiaal moet onmiddellijk worden bijgevuld.
Opmerking:
Als personen met circulatiestoornissen te vaak worden blootgesteld aan vibraties, kan er schade optreden
aan bloedvaten of aan het zenuwstelsel. Volgende symptomen kunnen ten gevolge van vibraties optreden
aan vingers, handen of polsen: inslapen van lichaamsdelen, prikkelen, pijn, steken, verandering van de
huidkleur of van de huid. Als deze symptomen worden vastgesteld, dient u een arts te raadplegen.
Leveringsomvang; Bedienings- en functie-onderdelen; Voorbereiding van het werk
NEDERLANDS 7
2. Leveringsomvang
Bosmaaier, gedeeltelijk voorgemonteerd; volgende onderdelen zijn bijgeleverd en moeten nog worden
gemonteerd
Handgreep afhankelijk van het model, en alle vereiste onderdelen voor de montage en afwerking
Draagriem
Bescherming, beschermstrip (draadafsnijmes voorgemonteerd) en alle vereiste montageonderdelen voor
de beveiliging
Snijwerktuig: (afhankelijk van het model, bij metaalsnijbladen inclusief overeenkomstige
transportbescherming)
Alle vereiste montageonderdelen voor de montage van het grassnijmes en de draadkop (alle modellen)
Gereedschap: combinatiesleutel, bevestigingspen en schroevendraaier
Deze gebruiksaanwijzing
De CE-conformiteitsverklaring in een afzonderlijke bijlage maakt deel uit van deze gebruiksaanwijzing
3. Bedienings- en functie-onderdelen
Mod. 109B / 111B
Mod. 109L / 111L
1 Stopschakelaar 8 Starthulp “primer” 15 Snijwerktuig
a - Bijvoorbeeld: 2-draadkop
b - Bijvoorbeeld: Grassnijblad
2 Gashendel 9 Brandstoftank 16 Bescherming
3 Gashendelblokkering 10 Startergreep 17 Bevestigingsgedeelte
4 Halfgasvergrendeling 11 Luchtfilterdeksel 18 Beschermstrip
5* Tweehandgreep Bike 12* Draagriembevestiging 19* Greepsteun
6* D-greep - Loop 13* Draagriemhouder 20* Snelspanschroef
7 Choke-hendel 14 Bougieafdekking 21 Kenplaatje
*
afhankelijk van de uitvoering
Fig. 1
Fig. 1
Accessoires
NEDERLANDS 8
4. Accessoires
SOLO biedt via de vakhandel een omvangrijk programma accessoires aan voor bosmaaiers. Deze
accessoires mogen uitsluitend worden gebruikt in combinatie met het overeenkomstige type, waarbij de
overeenkomstige beveiliging moet worden gebruikt. In volgende tabel vindt u meer informatie; u kunt
natuurlijk ook terecht bij uw vakhandelaar.
Accessoires Bescherming Bestelnr.
2-draadkop halfautomatisch M 10 x 1,25 LI
(gras ook rond hindernissen, licht onkruid)
Standaardbescherming +
beschermstrip+
draadafsnijmes
69006556
Vervangdraad voor draadkop 15 m, Ø2,4 mm 6900942
Vervangdraad voor draadkop 15 m, Ø3,0 mm 6900974
Snijdraad op rol voor draadkop 90 m, Ø2,4 mm 0063201
Snijkop met 2 draden “Jet-Fit”
(struiken, riet, taai gras, takken tot 20mm)
Standaardbescherming +
beschermstrip+
draadafsnijmes
6900160
Vervangdraad voor snijkop "Jet-Fit"
2,5 mm x 260 mm 50 stuks
6900166
Vervangdraad voor snijkop "Jet-Fit"
2,5 mm x 53 m
6900175
Grassnijblad met 4 tanden, Ø230 mm
(gras, dikker onkruid)
Standaardbescherming
zonder beschermstrip
6900948
Snoeimes met 3 tanden Ø250 mm
(struiken, riet, taai gras)
Standaardbescherming
zonder beschermstrip
6900947
Transportbescherming voor metaalsnijbladen
tot Ø250 mm
6073534
Krachtig transmissievet 008318025
SOLO Profi 2T-motorolie 100 ml 0083103
SOLO Profi 2T-motorolie 1 l 0083104
SOLO Profi 2T-motorolie in doseerfles 1 l 0083105
SOLO gezichts-/gehoorbescherming 993901002
SOLO bos- en landbouwjas EN 340 99303000 + maat (2[s] - 6[xxl])
SOLO outdoor-broek 9902095 + maatindex
SOLO outdoor-tuinbroek 9902094 + maatindex
SOLO lederen bottines 9930510 + maat (36 - 48)
SOLO Fit veiligheidshandschoenen 9939012 + maatindex
Voorbereiding van het werk
NEDERLANDS 9
5. Voorbereiding van het werk
Voor het transport wordt de bosmaaier gedeeltelijk
gedemonteerd geleverd. Voor de eerste
ingebruikname moet hij in elkaar worden gezet.
De bosmaaier mag uitsluitend in volledig
gemonteerde toestand in gebruik worden
genomen.
Let erop dat voor de volledige montage en ook
voor de demontage en ombouw, de tank
leeggemaakt is.
5.1 Montage handgreep
A) “Loop”-greep bij de modellen 109L en 111L
(L in de typebenaming)
De Loop-greep moet overeenkomstig uw
werkhouding ca. 5 cm - 30 cm vóór de
draagriembevestiging worden gemonteerd. De
“Loop”-greep moet overeenkomstig uw
werkhouding worden gemonteerd. De lange zijde
van de greep dient als veiligheidsbarrière en moet
dus altijd aan de kant van de gebruiker staan:
Als u de bosmaaier tijdens het werk rechts
naast uw lichaam houdt, moet de lange zijde
van de greep naar links staan.
Als u de bosmaaier tijdens het werk echter links
naast uw lichaam houdt (linkshandig), moet de
lange zijde van de greep naar rechts staan.
De schroeven eerst slechts licht bevestigen.
De greep overeenkomstig de lichaamsgrootte in
de optimale positie schuiven.
Pas daarna de schroeven vastdraaien.
B) „Bike“-greep bij de modellen 109B en 111B
(B in de typebenaming)
De snelspanschroef (20) met de huls (b) en de
vormschijf (c) uit de greepsteun (19) schroeven.
Neem de twee halve schalen (a) van de
greepsteun af.
Steek de tweehandgreep “Bike” (5) met de twee
halve schalen (a) op de greepsteun (19).
De snelspanschroef (20) met de huls (b) en de
vormschijf (c) door de greepsteun indraaien,
maar slechts zover, dat de snelsluiting nog
volledig kan worden omgeklapt en de
handgreep vast zit. De snelspanschroef kan
naar voor en naar achter worden omgeklapt. Als
de greep nog niet volledig vastzit, draait u de
snelspanschroef een halve slag verder in en
klapt u ze om naar de tegenoverliggende zijde.
De rechter zijde van de tweehandgreep Bike
moet zo dicht mogelijk tegen de greepsteun
aangebracht zijn.
Voor een optimale instelling van de handgreep
de snelsluiting omhoog klappen en indien nodig
één omwenteling losdraaien.
De handgreep instellen en de snelsluiting (20)
weer indraaien en omklappen.
Opmerking: De optimale instelling is verzekerd als
het midden van het snijwerktuig overeenkomt met
het midden van het lichaam. De armen moeten in
werkpositie in een kleine hoek staan.
Opgelet: Met de tweehandgreep Bike moet de
bosmaaier tijdens het werk altijd rechts van het
lichaam worden gehouden!
Fig. 2b
Fig. 2a
Voorbereiding van het werk
NEDERLANDS 10
5.2 Montage van de beveiliging
Bij de montage van de bescherming moeten de
dempingsstukken uit het toebehoren nog in de
bescherming en in het bevestigingsgedeelte
worden aangebracht zoals in volgende
afbeeldingen 3a – 3e.
Plaats de bosmaaier zo, dat de werkas omlaag
staat.
Hef de maaiboom op en schuif de beveiliging
(16) langs de onderzijde van de maaiboom in de
juiste positie (tegen de aanslag op de
hoekoverbrenging).
Leg de maaiboom met de beveiliging neer.
Schroef het bevestigingsgedeelte (17) eerst met
een schroef 5 x 20 mm door de boring a vast op
de beveiliging. Draai pas daarna de tweede
schroef 5 x 20 mm door de boring b lichtjes in.
(Opmerking
: Het bevestigingsgedeelte is aan de
binnenzijde ter hoogte van de boring a voorzien
van een verhoging, waardoor de eerste schroef
door de boring a meteen op het blok kan worden
vastgedraaid zonder dat de verbinding schuin komt
te zitten.)
Plaats de bosmaaier dan zo, dat de werkas
omhoog staat.
Schroef met behulp van de twee lange
schroeven 5 x 35 mm door de boringen op de
bevestigingsplaat van de hoekoverbrenging, de
beveiliging en het bevestigingsgedeelte vast.
Corrigeer voordien eventueel de positie van de
beveiliging; de boringen moeten precies
tegenover elkaar liggen.
Draai tenslotte de schroef in de boring b
definitief vast.
Fig. 4a
Fig. 4b
Fig. 3a
Fig. 3d
Fig. 3b Fig. 3c
Fig. 3e
Voorbereiding van het werk
NEDERLANDS 11
5.3 Montage van het snijwerktuig
Bij de montage en het vervangen van het
snijwerktuig altijd de motor uitschakelen, de
bougiestekker aftrekken en
veiligheidshandschoenen dragen!
Afhankelijk van de levering is één van de hierna
beschreven snijwerktuigen reeds standaard op uw
bosmaaier voorzien. Overeenkomstig het overzicht
van het toegelaten toebehoren in hoofdstuk 4
kunnen de hierna beschreven snijwerktuigen als
origineel toebehoren in de vakhandel worden
aangeschaft en als volgt worden gemonteerd.
A) Montage van snoeimes met 3 tanden en
grassnijblad met 4 tanden
Plaats de bosmaaier zo, dat de werkas omhoog
staat.
Het snijwerktuig op het drukstuk (25) plaatsen.
Om het snijblad te centreren, moet de
schouder van het drukstuk precies in de
boring van het snijblad zitten.
De drukschijf (26) monteren.
De draaischotel (27) opsteken en de borgmoer
(28) op de as draaien.
Opgelet - linkse schroefdraad - in
tegenuurwijzerszin aanspannen.
Erop letten dat alle onderdelen gecentreerd zijn.
De as met de hulppen (29) blokkeren en de
moer vastdraaien.
Als de borgmoer (28) te vlot draait doordat
ze te vaak werd los- en vastgedraaid, moet
ze absoluut worden vervangen.
Controleer tenslotte of het snijblad goed vast en
gecentreerd zit.
Transportbescherming bij metaalsnijbladen
Als u voor het eerst een toegelaten metaalsnijblad
aankoopt (zie hoofdstuk 4 “Toebehoren”) dat niet
bij de bosmaaier geleverd is, dient u ook een
passende transportbescherming te kopen.
Als de metaalsnijbladen gemonteerd zijn
(grassnijblad met 4 tanden en snoeimes met 3
tanden - afhankelijk van het model of als
toebehoren) dient u bij het opbergen, bij het
transport of tijdens werkpauzes met uitgeschakelde
motor altijd de transportbescherming over het
snijwerktuig te plaatsen.
Plaats de transportbescherming met de
overeenkomstige uitstulping tegen een punt van
het metaalsnijblad.
Door beide bevestigingsstrips (a) op de
transportbescherming samen te drukken, kunt u
de binnendiameter van de
transportbescherming vergroten.
Plaats de transportbescherming volledig op het
snijwerktuig. Plaats de binnenschouder (b)
tussen het metaalsnijblad en de draaischotel.
Open de twee bevestigingsstrips opnieuw en
breng daarbij ook de binnenschouder op de
bevestigingsstrip (c) tussen het
metaalsnijwerktuig en de draaischotel.
Als u de machine opnieuw wenst te gebruiken,
dient u de transportbescherming voor het starten
weer af te nemen door de twee bevestigingsstrips
(a) samen te drukken.
Fig. 5
Fig. 6
Voorbereiding van het werk
NEDERLANDS 12
B) Montage nylon draadkop
Om een nylon draadkop te monteren, zijn volgende
onderdelen overeenkomstig afbeelding 5 niet vereist:
Borgmoer (28) (linkse schroefdraad!), draaischotel
(27), drukschijf (26) en het metalen snijwerktuig.
De draadwikkelbeveiliging (30) (bij de draadkop
geleverd) na het drukstuk (25) opzetten. De met
het getal “870” gemerkte zijde van de
draadwikkelbeveiliging wijst naar de
overbrenging, zodat de rand van de
draadwikkelbeveiliging de rand van de
hoekoverbrenging overlapt..
Blokkeer de as met de hulppen (29).
Schroef de draadkop met de hand op - linkse
schroefdraad!
Steek de beschermstrip (18) met voorgemonteerd
draadafsnijmes langs onder op de beveiliging.
Buig de beschermstrip daarbij lichtjes.
Belangrijk:
Als de draadkop wordt gebruikt, de
bosmaaier nooit starten als de beschermstrip
niet opgestoken is en het draadafsnijmes niet
gemonteerd is.
Als de draadlengte wordt bijgeregeld (zie par. 8.4
“Maaidraad bijregelen"), snijdt het draadmes de
draaduiteinden tijdens de werking automatisch op de
juiste lengte.
Als metaalsnijbladen worden gebruikt, altijd zonder
opgestoken beschermstrip werken.
C) Montage snijkop "Jet-Fit "
Schuif de snijdraad in
het basiselement van
de snijkop
overeenkomstig de
pijlen op het
basiselement, zodat
ca. 20 mm van de
snijdraad uit de
tegenoverliggende
opening uitsteekt.
Let op een juiste
uitlijning van de
snijtanden in de
rotatierichting.
Bij de snijkop zijn
verschillende
onderlegringen
geleverd.
Bij de montage op dit
type bosmaaier
moeten de juiste
onderlegringen
overeenkomstig de
afmetingen in de
afbeelding worden
gebruikt.
(Buitendiameter,
binnendiameter).
De onderste schijf moet met de binnendiameter van
16 mm rond de vertanding van de as liggen.
Blokkeer de as met de hulppen (29) en draai de moer
(28) vast. Controleer of de snijkop goed vast en
gecentreerd zit.
Plaats het deksel van
de snijkop, draai in de
richting van de pijl en
draai tot het
vergrendelt vast met de
combinatiesleutel (zie
afbeelding).
Als de snijkop "Jet-Fit" wordt gebruikt, altijd met
standaardbeveiliging en opgestoken beschermstrip
werken.
De snijdraden mogen tijdens de rotatie niet in
aanraking komen de beveiliging en de
draadafsnijmes. Eventueel de snijdraden iets verder
in het basiselement van de snijkop schuiven. Het in
de beschermstrip gemonteerde draadafsnijmes is niet
geschikt voor deze snijdraad Î de lengte van de
snijdraad moet handmatig correct worden ingesteld!
Om een snijdraad te
vervangen, deze aan
het uitstekende
uiteinde weer in de
richting van de pijl uit
het basiselement
trekken (eventueel
met een
combinatietang).
Fig. 7
Fig. 8c
Fig. 8a
Fig. 8b
Fig. 8d
Fig. 8e
Voorbereiding van het werk; Brandstof tanken
NEDERLANDS 13
5.4 Draagriem instellen
Stel, voor u begint te maaien, de draagriem en de
handgreep in volgens uw lichaamsgrootte.
Balanceer de bosmaaier met gemonteerd
snijwerktuig zo, dat het snijwerktuig, zonder dat de
hangende bosmaaier met de handen wordt
aangeraakt, net boven de grond zweeft.
A) Modellen met “Loop”-greep (109L en 111L -
L in de typebenaming)
Leg de éénschouderriem over de schouder
tegenover de bosmaaier. Nadat u de lengte van de
riem heeft ingesteld, moet de riemhaak tegen de
heup liggen. Haak de riemhaak vast op de
draagriembevestiging van de bosmaaier.
Als het snijwerktuig meer dan 30 cm boven de
grond zweeft, moet de draagriembevestiging
dichter bij de motor worden bevestigd.
Als het werktuig op de grond rust, moet de
draagriembevestiging dichter bij de handgreep
worden bevestigd.
B) Modellen met „Bike“-greep (109B en 111B) -
Dubbele schouderriem
(schematische voorstelling)
Als het snijwerktuig meer dan 30 cm boven de
grond zweeft, bevestigt u de haak van de
draaggordel één bevestigingsgat dichter bij de
motor.
Als het werktuig op de grond rust, kiest u een
bevestigingsgat dat verder van de motor ligt.
6. Brandstof tanken
6.1 Brandstofinformatie
De motor van deze machine is een krachtige
tweetaktmotor, die werkt op een benzine-
oliemengsel (benzine en olie = brandstofmengsel)
of op in de vakhandel verkrijgbare, speciale
voorgemengde brandstofmengsels voor 2-
taktmotoren.
Wij adviseren het speciale brandstofmengsel van
het merk „Aspen 2-takt“. De instructies van de
fabrikant van het speciale brandstofmengsel
moeten worden opgevolgd.
Informatie om zelf het brandstofmengsel te
mengen
Om zelf te mengen kan loodvrije normale benzine
of loodvrije superbenzine worden gebruikt
(minimaal octaangehalte 92 RON).
Als een zeer hoogwaardige 2-takt merkmotorolie
wordt gebruikt, zoals de door ons aangeboden
"SOLO Profi 2T-motorolie", adviseren we een
mengverhouding olie:benzine van 1:50 (2%).
Als tweetaktolie van andere merken wordt gebruikt,
adviseren wij een mengverhouding van 1:25 (4%).
Gebruik uitsluitend 2-takt merkmotorolie!
Bewaar het mengsel niet langer dan 3-4 weken.
Brandstofmengtabel
Olie in liter Benzine in
liter
SOLO Profi 2T-
motorolie
2% (50 : 1)
Andere
tweetaktolie
4% (25 : 1)
1 0,020 0,040
5 0,100 0,200
10 0,200 0,400
Ongeschikte brandstoffen of afwijkingen in de
mengverhouding kunnen ernstige schade
veroorzaken aan de motor!
Direct contact tussen huid en benzine
vermijden; adem benzinedampen ook niet in -
gevaar voor de gezondheid!
6.2 Brandstof vullen
Hou bij het tanken rekening met de
veiligheidsinstructies.
Tank enkel terwijl de motor uitgeschakeld is.
De vulomgeving moet goed worden
schoongemaakt. Plaats de machine zo, dat
de tanksluiting omhoog staat. Schroef de
tanksluiting af en giet het brandstofmengsel slechts
tot aan de onderkant van de opening in de tank.
Om verontreiniging in de tank te vermijden, dient u
indien mogelijk een zeeftrechter te gebruiken.
Schroef de tanksluiting weer met de hand vast.
Fig. 9
Motor starten / motor uitzetten
NEDERLANDS 14
7. Motor starten / motor uitzetten
7.1 Halfgas-startinstelling
A) Modellen met “Loop”-greep (109L en 111L)
Zet de stopschakelaar (1) in de bedrijfsstand.
Neem de handgreep vast, de
veiligheidsblokkeerknop (3) wordt door de
handpalm bediend en daardoor wordt de
gashendel (2) vrijgegeven.
Duw de gashendel volledig door.
Duw de halfgasvergrendeling (4) in en laat de
gashendel weer los terwijl de
halfgasvergrendeling ingedrukt is.
B) Modellen met „Bike“-greep (109B en 111B)
Neem de handgreep vast, de
veiligheidsblokkeerknop (3) wordt door de
handpalm bediend en daardoor wordt de
gashendel (2) vrijgegeven.
Duw de gashendel volledig door.
Schuif, terwijl u de gashendel vasthoudt, de
stopschakelaar (1) naar “Start
( ) en laat
de gashendel dan los. De gashendel wordt
daarbij in de halfgasstand vergrendeld.
De halfgasvergrendeling wordt principieel
opgeheven door de gashendel kort te bedienen.
De stopschakelaar op de bike-handgreep springt
daarbij naar de middelste positie Î bedrijfsstand
7.2 Startklep en primer
De startklep moet als volgt worden ingesteld:
Bij koude motor de choke-hendel (7) in de
stand gesloten
omhoog zetten.
Bij warme motor de choke-hendel (7) in de
stand open omlaag zetten.
Als de machine voor het eerst wordt gestart of als
de brandstoftank volledig leeg werd gemaakt en
opnieuw werd gevuld, drukt u verschillende keren
op de primer (8) (minstens. 5x) tot er brandstof
zichtbaar is in de kunststofballon.
Fig. 12
Fig. 11
Fig. 10
Motor starten / motor uitzetten
NEDERLANDS 15
7.3 Aanslingeren
Hou bij het starten rekening met de
veiligheidsinstructies.
(schematische voorstelling)
De bosmaaier effen en vrij van hindernissen op de
grond leggen en erop letten dat het snijwerktuig
niet tegen voorwerpen en tegen de grond komt.
Bij het starten niet op de maaiboom staan of
knielen, anders kan de as of de maaiboom
beschadigd raken.
Neem een veilige houding aan, hou de machine
met de linker hand stevig vast aan de
behuizingsflens.
Bij koude motor:
Terwijl de choke-hendel omhoog (
) staat, de
startgreep om aan te slingeren verschillende keren
in een rechte lijn uittrekken tot de motor hoorbaar
en kortstondig aanslaat (ontsteekt).
Daarna de choke-hendel onmiddellijk weer
omlaag zetten. Starten tot de motor doorloopt.
Bij warme motor:
Met de choke-hendel in positie onder de
startgreep in een rechte lijn uittrekken om aan te
slingeren tot de motor doorloopt.
Als de motor met halfgas draait: drukt u de
gashendel kort door om de halfgas-vergrendeling
op te heffen. Laat de gashendel weer los, zodat de
motor stationair blijft draaien. U kunt nu beginnen
met het werk.
Volgende instructies zijn bedoeld om de
levensduur van het starttouw en van het
startmechanisme te verlengen:
Trek het touw altijd in een rechte lijn uit.
Laat het touw niet over de rand van het oog
schuren.
Trek het touw niet volledig uit - het touw zou
kunnen breken.
Breng de startgreep altijd terug naar zijn
uitgangspositie - niet laten terugspringen.
Een beschadigd starttouw kan door de vakman
worden vervangen.
Opmerking: In goede omstandigheden start de
bedrijfswarme machine reeds in standgas. (Een
eventuele halfgasvergrendeling wordt ook bij
stilstaande motor opgeheven door de gashendel te
bedienen.)
Starten met de stopschakelaar in de
bedrijfsstand.
Als de motor met standgas niet aanslaat, de
halfgasvergrendeling arreteren zoals hierboven
beschreven.
7.4 Motor uitzetten
Laat de gashendel los en zet de stopschakelaar in
de stand “STOP”.
Opgelet: Door de centrifugaalkoppeling blijft het
snijwerktuig nog even draaien nadat u de
gashendel heeft losgelaten of de motor heeft
uitgeschakeld. Let erop dat het snijwerktuig tot
stilstand gekomen is voor u de machine neerlegt.
7.5 Als de motor niet aanslaat
Als de motor na verschillende startpogingen niet
aanslaat, gaat u na of alle hierboven beschreven
instellingen correct zijn, meer bepaald of de
stopschakelaar niet in de stand “STOP” staat. Start
nogmaals. Als de motor nog steeds niet start, is de
verbrandingskamer reeds te ver gevuld met vet.
In dit geval adviseren wij het volgende:
Stopschakelaar op "STOP"
Verwijder de bougieafdekking.
Trek de bougiestekker daaronder uit.
Schroef de bougie uit en droog hem goed af.
Geef volgas en trek de startgreep verschillende
keren door om de verbrandingskamer te
verluchten.
Schroef de bougie weer in, en monteer de
bougiestekker en de bougieafdekking.
Daarna
- Choke-hendel in positie omlaag (“warme
start”)
- Stopschakelaar in bedrijfsstand
- Halfgas vergrendelen
- Motor aanslingeren.
Fig. 13
Gebruik van de bosmaaier
NEDERLANDS 16
8. Gebruik van de bosmaaier
8.1 Toepassingsgebieden
De met een draadkop uitgeruste bosmaaier
(afhankelijk van het model) mag uitsluitend worden
gebruikt om gras te maaien – speciaal geschikt in
de buurt van hindernissen – en om licht onkruid en
wildgroei ter hoogte van de grond te snijden. De
draadkop is speciaal geschikt voor een zachte
snede, bijv. om netjes te snijden rond bomen en
palen.
De met een grassnijmes uitgeruste bosmaaier
(afhankelijk van het model) mag uitsluitend worden
gebruikt om gras te maaien dat zich niet rond
hindernissen bevindt, en om dikker onkruid en
wildgroei ter hoogte van de grond te snijden.
De met een snoeimes met 3 tanden uitgeruste
bosmaaier (afhankelijk van het model) mag
uitsluitend worden gebruikt voor het maaien van
gras, licht struikgewas, riet, onkruid en wildgroei
ter hoogte van de grond.
De bosmaaier is niet geschikt voor andere
doeleinden.
8.2 Eerste ingebruikname / inlopen
Bij de eerste vijf ingebruiknames de motor voor het
begin van het werk onbelast in het middelste
toerentalbereik kort iets warm laten draaien.
8.3 Correcte werkwijze met de bosmaaier
Hou tijdens het werk met de bosmaaier rekening
met de veiligheidsvoorschriften.
Ga naar het maaigoed terwijl de machine
stationair draait, en geef daarna volgas. Laat de
motor zonder belasting niet te lang op hoog
toerental draaien.
(Afbeelding: Snoeimes met 3 tanden)
Steek het werktuig van rechts voor 2/3 in het
maaigoed en werk met de machine zoals met een
zeis, door stapsgewijs vooruit te gaan en het
maaigoed van rechts naar links te bewerken.
Voor optimale resultaten moet de bosmaaier met
volgas worden gebruikt. Werk niet in het
sleepbereik van de koppeling. De garantie geldt
niet voor indirecte schade door overbelasting of
oververhitting.
Vooral als u stevig maaigoed (zoals middelgroot
onkruid en wildgroei) snijdt, is – wegens de
draairichting van het snijwerktuig – snijden aan de
linkerkant (sectie A) van het snijwerktuig (gezien
vanuit het standpunt van de gebruiker) zeer arm
aan terugslagen. Benader het maaigoed dus best
van rechts, zodat de linker zijde van het
snijwerktuig eerst in contact komt met het
maaigoed. Steek met de voorzijde van het
snijwerktuig niet “in het maaigoed”.
Als u onregelmatigheden vaststelt of als het
maaigoed vastgeraakt is ter hoogte van het
snijwerktuig of de aanraakbeveiliging, dient u de
motor onmiddellijk uit te schakelen. Rem het
snijwerktuig af door op de grond te duwen tot het
snijwerktuig tot stilstand is gekomen. De
bougiestekker aftrekken en gras, kreupelhout e.d.
uit de werktuighouder verwijderen. De veilige
toestand van de volledige machine controleren.
Fig. 14
Fig. 15
Gebruik van de bosmaaier; Gebruiks- en onderhoudsinstructies
NEDERLANDS 17
8.4 Gebruikstip voor de nylon draadkop
(afhankelijk van het model)
Werk altijd uitsluitend met de toegelaten
snijdraadlengte. Als het draadafsnijmes goed in de
aanraakbeveiliging is gemonteerd, worden de
snijdraden altijd afgekort op de toegelaten lengte.
Als de snijdraad te lang is, bestaat er extreem
gevaar voor verwondingen en kan de motor
overbelast en beschadigd raken.
Belangrijk:
Als de draadkop wordt gebruikt,
de bosmaaier nooit starten als de
beschermstrip niet opgestoken is en het
draadafsnijmes niet gemonteerd is.
Maaidraad bijregelen
Als u de halfautomatische draadkop gebruikt:
(schematische voorstelling)
Bij onbelaste werking kort volgas geven en
daarbij met de draadkop verschillende keren op
begroeide ondergrond tikken. De snijdraad komt
een stukje vrij. De draadverlenging bedraagt ca.
30 mm per ontgrendeling. Overtollige
draadlengtes worden door het draadafsnijmes
gecorrigeerd.
Als de maaidraad opgebruikt is, kunt u hem
vervangen door de als toebehoren leverbare
maaidraad Ø 2,4 mm, bestelnr.: 6900942 of
maaidraad Ø 3,0 mm bestelnr.: 6900974.
9. Gebruiks- en onderhoudsinstructies
9.1 Algemene gebruiks- en
onderhoudsinstructies
Voor het onderhoud en de herstelling van moderne
apparaten en hun veiligheidsrelevante
componenten is een gekwalificeerde vakopleiding
vereist, alsook een werkplaats die over speciaal
gereedschap en testapparaten beschikt. De
fabrikant adviseert dan ook alle werkzaamheden
die niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven
zijn, te laten uitvoeren door een gespecialiseerde
werkplaats. De vakman beschikt over de vereiste
opleiding, ervaring en uitrusting om u de meest
betaalbare oplossing aan te bieden. Hij helpt u
verder met raad en daad.
Na een inlooptijd van ca. 5 bedrijfsuren moet
worden nagegaan of alle bereikbare schroeven en
moeren (behalve de instelschroeven van de
carburateur) goed vastzitten. Indien nodig
aanspannen.
Het snijwerktuig moet met korte intervallen en bij
duidelijke onregelmatigheden of verstoppingen ter
hoogte van het snijwerktuig of de bescherming
worden gecontroleerd. Daartoe moet de motor
uitgeschakeld zijn en moet het snijwerktuig
stilstaan. De bougiestekker aftrekken en gras,
kreupelhout e.d. uit de werktuighouder verwijderen.
Stompe of beschadigde werktuigen ook bij kleine
barsten - klanktest uitvoeren - onmiddellijk
vervangen.
Bewaar de machine bij voorkeur op een droge en
veilige plaats met volle brandstoftank. Er mogen
geen open vuren of dergelijke in de omgeving
voorkomen. Bij langdurige onderbrekingen (meer
dan vier weken) dient u ook rekening te houden
met de instructies in paragraaf “9.9 Stilleggen en
opbergen”.
9.2 Instructies voor de geluiddemper
Uw machine stoot weinig uitlaatgassen uit en blijft
duidelijk onder de wettelijk voorgeschreven
limietwaarden. Daardoor ontwikkelt de
geluiddemper tijdens de werking veel hitte. Raak
de geluiddemper niet aan zolang hij nog heet is.
Verkleuringen aan de buitenzijde van het
geluiddemperhuis zijn normaal.
Fig. 16
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
NEDERLANDS 18
9.3 Slijpinstructies metaalsnijbladen
(afhankelijk van het model)
(Afbeelding: Snoeimes met 3 tanden)
Bij een geringe afstomping worden de snijkanten
van de slagpunten in een hoek van 30° met een
platte vijl bijgeslepen.
Bij het snoeimes met 3 tanden de snijkanten aan
beide zijden vijlen, bij het grassnijblad met 4
tanden slechts aan één kant vijlen.
Bij sterke slijtage of als snijkanten afgebroken zijn,
worden alle snijkanten gelijkmatig afgeslepen.
Daarbij moet de onbalans worden gecontroleerd
en indien nodig worden verholpen door bij te
slijpen. De slijphoek bedraagt eveneens 30°.
Voor het snoeimes met 3 tanden kunt u in de
vakhandel terecht voor een slijpsjabloon (bestelnr.:
0080548).
9.4 Smering van het drijfwerk
Voor de smering van de kegelwieloverbrenging
moet het speciaal transmissievloeivet van SOLO
(bestelnr. 008318025) worden gebruikt. Controleer
de vulling met smeervet wekelijks en vul eventueel
bij (ca. om de 20 - 50 bedrijfsuren).
Draai de zijdelingse sluitschroef uit. Als er aan de
binnenzijde van de drijfwerkopening geen vet
zichtbaar is, moet het vet worden aangevuld
(bijvulhoeveelheid: ca. 5-10 g).
Zet de sluitschroef terug en draai ze vast.
Opgelet: Niet te veel vet aanbrengen, want dit zou
tot oververhitting in het drijfwerk kunnen leiden. De
behuizing van het drijfwerk mag nooit volledig met
vet gevuld zijn.
Tip: Vul in voorkomend geval slechts maximaal 5g
bij en controleer liever vaker (bijv. telkens voor het
werk begint) of er nog vet zichtbaar is.
Als u niet zeker bent, kunt u gerust contact
opnemen met uw werkplaats.
Fig. 18
Fig. 17
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
NEDERLANDS 19
9.5 Instelling carburateur
De carburateur wordt in de fabriek optimaal
ingesteld. Afhankelijk van de gebruikslocatie
(gebergte, laagland) kan een correctie naar het in de
technische gegevens vermelde gemiddelde
stationaire toerental als volgt worden uitgevoerd aan
de stationair-aanslagschroef "T" - bij voorkeur met
behulp van een toerentalmeter:
Als het stationair toerental te groot is, draait u de
stationair-aanslagschroef “T” iets open door
linksom te draaien.
Als het stationair toerental te laag is (de motor
blijft dus staan), draait u de stationair
aanslagschroef “T” iets dicht door rechtsom te
draaien tot de motor gelijkmatig loopt.
Het snijwerktuig mag nooit worden
aangedreven bij stationair toerental!
Als een optimale instelling van de carburateur niet
kan worden verkregen door de stationair-
aanslagschroef “T” te corrigeren, dient u de
carburateur optimaal te laten instellen in een erkende
werkplaats.
De regelschroeven voor het mengsel bij
stationair toerental "L" en het mengsel bij vollast
"H" mogen enkel worden ingesteld in de erkende
werkplaats.
Volgende instructies zijn bedoeld voor de
erkende werkplaats
Gebruik de D-CUT-carburateursleutel om de
regelschroef “L” voor het mengsel bij stationair
toerental en de regelschroef “H” voor het mengsel bij
vollast te corrigeren.
De gespecialiseerde werkplaats dient de
basisinstellingen op te vragen bij onze klantendienst
of via ons internetportaal voor vakhandelaars op
www.part-and-more.org.
Voor een correcte instelling van het stationair
toerental moet de luchtfilter schoon zijn!
Laat de motor warmdraaien voor u de instelling
uitvoert.
De carburateur wordt ingesteld om een maximaal
motorvermogen te verzekeren. Voor de instelling
moet in elk geval een toerentalmeter worden
gebruikt!
Belangrijk: Stel geen hoger toerental in dan
aangegeven, want dit kan tot motorschade leiden!
9.6 Bougie-informatie
De bougie moet om de 50
bedrijfsuren worden gecontroleerd.
Bougie demonteren:
Duw op de bovenste beugel van de bougieafdekking
(16) (a), schuif ze naar achter en neem ze af (b).
Trek de bougiestekker daaronder uit.
Schroef de bougie met de combinatiesleutel uit en
droog hem goed af.
Als de bougie uitgeschroefd is of de bougiekabel uit
de stekker verwijderd is, mag de motor niet in
beweging worden gezet. Er bestaat brandgevaar
door vonkvorming!
Bougie controleren:
Reinig de bougie met een droge doek en controleer
de elektroden. Er mogen geen vreemde voorwerpen
tussen de elektroden zitten. Eventuele vreemde
voorwerpen met een dun penseel verwijderen.
Als de elektroden sterk afgebrand zijn, de bougie
onmiddellijk vervangen - anders na 100 bedrijfsuren.
De voorgeschreven elektrodenafstand bedraagt 0,5
mm. Als de elektroden verbogen zijn en de
elektrodenafstand niet correct is, moet de bougie
worden vervangen.
Voor u begint te werken, dient u na te gaan of de
ontstekingskabel perfect aangesloten is en de isolatie
intact is.
De toegelaten bougie (ontstoord,
verbrandingswaarde 240) is onder de volgende
benaming verkrijgbaar:
BOSCH USR 4 AC
Bougie monteren:
Schroef de bougie weer in en zet hem vast met de
combinatiesleutel (aanbevolen aandraaikoppel als u
een momentsleutel gebruikt Î 10 Nm.)
Duw de bougiestekker altijd goed vast op de bougie.
Plaats de bougieafdekking (16) op de behuizing en
schuif de afdekking weer op tot ze vergrendelt.
Fig. 20
Fig. 19
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
NEDERLANDS 20
9.7 Luchtfilteronderhoud
Vervuilde luchtfilters verlagen
het vermogen. Ze verhogen ook het
brandstofverbruik en dus de schadelijke stoffen in
de uitlaatgassen. Bovendien kan de motor dan
moeilijker worden gestart.
Principieel dient u, voor u begint te werken en als
u in stofrijke omgevingen werkt, ook tussendoor de
luchtfilter als volgt te reinigen:
Voor u de luchtfilter opent, de startklep sluiten ,
zodat er geen vuil in de carburateur terecht kan
komen.
Duw de beugel (a) in, klap het luchtfilterdeksel
(11) een beetje open en neem het in een
draaibeweging af.
Neem de schuimfilter (c) uit het
luchtfilterdeksel. Reinig de omgeving van de
filter.
Reinig het luchtfilterhuis (d) en het
luchtfilterdeksel (11) aan de binnenzijde grondig
met een penseel of door voorzichtig uit te
blazen.
Reinig het filterinzetstuk (c) door het uit te
kloppen of voorzichtig uit te blazen.
Als het filterinzetstuk beschadigd of zo sterk
vervuild is dat het niet meer kan worden gereinigd,
moet het worden vervangen door een origineel
wisselstuk
(bestelnr. 25 00 816).
Plaats de nieuwe of gereinigde schuimfilter in
het luchtfilterdeksel.
Plaats het luchtfilterdeksel met de twee nokken
(b) [binnenzijde, tegenover de beugel (a)] in de
overeenkomstige twee uitsparingen (b’) in het
filterhuis.
Duw het luchtfilterdeksel op het filterhuis tot de
beugel (a) met een duidelijke klik vergrendelt.
9.8 Brandstoffilter vervangen
Het is aan te bevelen de brandstoffilter (34)
jaarlijks in een werkplaats te laten vervangen.
(schematische voorstelling)
De vakman kan met een draadlus voorzichtig aan
de brandstoffilter trekken om de brandstoftank te
openen. Er moet op worden gelet dat de verdikking
van de brandstofslang aan de tankwand niet in de
tank wordt getrokken.
9.9 Stilleggen en opbergen
Reinig de machine na het werk.
Voor de reiniging van de volledige motoreenheid
mag geen reinigingsproduct met oplosmiddelen
of een bijtend reinigingsmiddel worden gebruikt.
Spuit de motor nooit nat af. Veeg de volledige
motor bij voorkeur enkel af met een droge of licht
bevochtigde doek.
Verwijder met een handborstel alle resten van
snijmateriaal uit het snijgedeelte.
Vastgekoekte plantresten in de snijzone kunnen
worden verwijderd met de ”SOLO universele
reiniger” (bestelnr.: 00 83 116). Na een korte
inwerktijd zijn de resten zacht geworden en
losgekomen, zodat u ze met een doek kunt
afvegen.
Om corrosie te vermijden is het aan te bevelen
metalen snijwerktuigen te behandelen met de
“SOLO onderhouds- en verzorgingsolie”
(bestelnr.: 00 83 163).
Bewaar het apparaat op een droge en veilige
plaats in een gebouw (garage, kelder, …). Er
mogen geen open vuren of dergelijke in de
omgeving voorkomen. Onbevoegd gebruik – met
name door kinderen – moet worden vermeden.
Bij werkonderbrekingen van meer dan vier weken
dient u, voor u het apparaat opbergt, de
brandstoftank op een goed geventileerde plaats
leeg te maken. Start de motor bij lege
brandstoftank en laat de carburateur leeglopen tot
de motor stopt. Anders kunnen olieresten uit het
brandstofmengsel de carburateurmonden
verstoppen en kan het starten later moeilijk zijn.
Fig. 21
Fig. 22
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
NEDERLANDS 21
9.10 Onderhoudsschema
Volgende instructies hebben betrekking op normale werkomstandigheden.
In speciale gevallen, bijv. zeer langdurig, dagelijks werk, moeten de vermelde
onderhoudsintervallen dienovereenkomstig worden verkort.
Voer de onderhoudswerken regelmatig uit. Doe indien nodig een beroep op
een werkplaats als u niet alle werken zelf kunt uitvoeren. De eigenaar van de
machine is verantwoordelijk voor:
Schade door onvakkundig of niet tijdig uitgevoerde onderhouds- of
herstellingswerken
Gevolgschade - ook corrosie - bij onvakkundige bewaring
één keer na 5 bedrijfsuren
telkens voor het werk begint
wekelijks
om de 50 bedrijfsuren
om de 100 bedrijfsuren
Indien nodig
voor het maaiseizoen of jaarlijks
stationair toerental controleren
X
Carburateur
stationair toerental instellen
X
reinigen
X
Luchtfilter
vervangen
X
Controleer de elektrodenafstand en
vervang de bougie indien nodig
X X
Bougie
vervangen
X X
controleren
X X
Smering van het drijfwerk
vervangen
X X X
controleren
X
slijpen
X
Metaalsnijwerktuig
vervangen
X
Alle bereikbare schroeven
(behalve instelschroeven)
aanspannen
X
X
X
Bedieningselementen
(stopschakelaar, gashendel,
halfgasvergrendeling, starter)
functiecontrole
X
Geluiddemper
visuele toestandscontrole
X
visuele toestandscontrole
X
Volledige machine
reinigen
X X X
Bovendien dient u in het kader van de jaarlijks uit te voeren onderhoudswerken bij de erkende
vakhandelaar de volgende werken te laten uitvoeren:
Volledige controle van de gehele machine,
Professionele motorreiniging (brandstoftank, cilinderribben, …)
Controle en eventuele vervanging van de slijtageonderdelen, meer bepaald jaarlijkse vervanging van
de brandstoffilter,
Optimale instelling van de carburateur
Technische gegevens
NEDERLANDS 22
10. Technische gegevens
Bosmaaiers 109L 109B 111L 111B
Motor SOLO ééncilinder-tweetaktmotor
Cilinderinhoud cm
3
28,9 32,3
Boring / slag mm 35 / 30 37 / 30
Motorvermogen bij toerental kW / (
omw
/
min
) 0,9 / 8 000 1,1 / 8 000
Max. toegelaten toerental
onbelast met snijwerktuig
2-draadkop
omw
/
min
Grassnijblad
omw
/
min
9 000 ± 200
10 000 ± 200
9 500 ± 200
10 400 ± 200
Gemiddeld stationair toerental
omw
/
min
3 000 ± 200
Inhoud brandstoftank l 0,5
Brandstofverbruik bij max. prestatie
(ISO 7293)
kg
/
h
360
410
Specifiek verbruik bij max. prestatie
(ISO 7293)
g
/
kWh
400
375
Opstarttoerental
omw
/
min
4 700
Brandstof-mengverhouding:
met SOLO Profi 2T-motorolie
met andere tweetaktolie
1:50 (2%)
1:25 (4%)
Carburateur Positie-onafhankelijke membraancarburateur met primer
en geïntegreerde brandstofpomp
Luchtfilter
Schuimfilter
Ontsteking Elektronisch gestuurde magneetontsteking, niet aan slijtage
onderhevig
1,23 : 1 Tandwielreductie Î
Max. toegelaten toerental snijwerktuig
omw
/
min
8 100 ± 200 8 400 ± 200
Maaiboomaansluiting Ø mm
Aandrijfas Ø mm
Stervertanding
24
7
7 tanden
Afmetingen Hoogte mm
Breedte mm
Lengte mm
30
38
187
52
67
187
30
38
187
52
67
187
Gewicht kg
zonder bescherming en snijwerktuig
6,3 6,6 6,3 6,6
Bij het berekenen van de hierna vermelde waarden inzake trillingsversnelling en lawaai werden de
verschillende werktoestanden overeenkomstig de geldende norm gewogen
Trillingsversnelling a
hv,eq
(DIN ISO 22867)
Greep rechts / greep links
2-draadkop m/s
2
Grassnijblad m/s
2
6,9 / 6,6
8,5 / 7,6
4,0 / 4,0
6,0 / 8,1
7,5 / 6,8
8,7 / 7,5
3,5 / 3,3
5,7 / 7,9
Geluidsdrukniveau L
Peq
(EN ISO 22868)
2-draadkop dB(A)
Grassnijblad dB(A)
93
94
93
94
93
94
93
94
Geluidsvermogensniveau L
Weq
(EN ISO 22868)
2-draadkop dB(A)
Grassnijblad dB(A)
104
104
104
104
104
105
104
105
Garantie; Slijtage-onderdelen
NEDERLANDS 23
11. Garantie
De fabrikant waarborgt een perfecte kwaliteit en
draagt de kosten voor de verbetering achteraf door
beschadigde onderdelen te vervangen in geval
van materiaal- of fabricagefouten die binnen de
garantieperiode na de verkoopdatum optreden.
Merk op dat in bepaalde landen specifieke
garantievoorwaarden van toepassing zijn. In geval
van twijfel kunt u voor meer informatie terecht bij
uw verkoper. Als verkoper van het product is hij
verantwoordelijk voor de garantie.
Wij vragen uw begrip dat volgende
schadeoorzaken niet onder de garantie vallen:
Niet-naleving van de gebruiksaanwijzing.
Achterwege laten van vereiste onderhouds-
en reinigingswerken.
Schade door verkeerde instelling van de
carburateur.
Slijtage door normaal gebruik.
Duidelijke overbelasting door langdurig
overschrijden van de bovenste
vermogenslimiet.
Gebruik van niet toegelaten werktuigen.
Uitoefening van geweld, onvakkundige
behandeling, misbruik of ongevallen.
Oververhittingsschade door vervuiling op het
ventilatorhuis.
Ingrepen door onvakkundige personen of
onvakkundige herstelpogingen.
Gebruik van ongeschikte wisselstukken of
niet-originele onderdelen, voor zover deze de
schade hebben veroorzaakt.
Gebruik van ongeschikte of vervallen
werkmiddelen.
Schade die te wijten is aan
gebruiksvoorwaarden uit de verhuur.
Reinigings-, onderhouds- en instelwerken worden
niet als garantieprestatie beschouwd.
Alle garantiewerken moeten worden uitgevoerd
door de door de fabrikant erkende vakhandelaar.
12. Slijtage-onderdelen
Diverse componenten zijn onderworpen aan
normale of door het gebruik veroorzaakte slijtage.
Ze moeten tijdig worden vervangen. Volgende
slijtageonderdelen vallen niet onder de
fabrieksgarantie:
Luchtfilter
Brandstoffilter
Alle rubberen onderdelen die in contact
komen met brandstof en sproeimiddel
Koppeling
Bougie
Startsysteem
Snijwerktuigen
SOLO
Postfach 60 01 52
D 71050 Sindelfingen
Tel. 07031-301-0
Fax 07031-301-130
info@solo-germany.com
SOLO
P.O.Box 60 01 52
D 71050 Sindelfingen
Germany
Phone+49-7031-301-0
Fax +49-7031-301-149
export@solo-germany.com
20

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Solo 111L bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Solo 111L in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,72 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info