56
Sluit de watertank weer, door de deksel met de
ontkalkingstabletten met de klop mee te draaien
(afb.5). De afdichtingring in de deksel moet juist
geplaatst zijn.
Draai de watertank nu weer om en plaats deze op
het basisstation. Beide pijlen om de tank en op het
basisstation moeten boven elkaar staan, anders
passen de beide delen niet op elkaar (afb. 6a + b).
Als u een gorgelend geluid hoort, dan betekent
dit dat het water de vernevelkamer in stroomt.
Hoort u dit geruis niet, haal dan de watertank nog
een keer omhoog en plaats deze langzaam op het
basisstation, totdat u het gorgelende geluid hoort.
Plaats nu de gewenste blaasmond op de watertank
(afb.7). Let erop, dat de rand van de blaasmond in
de inkeping op de watertank geplaatst wordt.
Plaats de ultrasone vernevelaar op een vlakke, sta-
biele en waterbestendig oppervlak. Let op: Zet
het apparaat niet op een oppervlak dat niet
waterbestendig is. Met name bij het gebruik
van de korte blaasmond, zakt de vochtige ne-
vel snel naar de grond en vocht achterlaat.
Plaats het apparaat ook niet op hoogpolige
vloerbedekking, omdat dit de aanzuigope-
ningen aan de onderkant van het apparaat
kan blokkeren.
2. HET APPARAAT AANZETTEN
EN INSTELLEN
Controleer nog een keer of ondergrond waarop
u dit apparaat plaatst vochtbestendig is en niet
hoogpolig is. Mochten er aan het apparaat, aan
het snoer of aan de stekker waterdruppels zitten,
haal deze dan weg. Nadat u de watertank op het
basisstation heeft gezet, wacht u 3 tot 5 minuten,
voordat u de stekker in het stopcontact doet. Als u
een „Ding-Dong“ geluid hoort, staat uw apparaat
in de Stand-by modus.
Afb.5
Afb.6a
Afb.7
Afb.6b