40
Terug naar inhoud
9.0 Patronen voor flitscamerawaarschuwingen
Om voor flitspalen en ‘hotspots’ voor ongelukken op uw S2000 te kunnen worden gewaarschuwd, moet u de
AURA
TM
-flitscameradatabase downloaden.
9.1 Flitspalen
Wanneer u de flitspaal nadert, geeft het apparaat een gesproken waarschuwing met het type camera
en de maximumsnelheid voor die camera, plus een visuele waarschuwing op het scherm met de
dezelfde informatie. Het apparaat geeft ook een geluidssignaal (een zachte of harde pieptoon,
afhankelijk van uw persoonlijke instellingen) en informatie over de afstand tot de flitspaal. Terwijl u de
camera nadert, zal er een steeds korter interval tussen de pieptonen zitten. Als u de flitspaal bent
gepasseerd, verdwijnen alle waarschuwingen en is het apparaat klaar voor de volgende gevaarlijke
plek.
Om een waarschuwing te annuleren drukt u op het flitspaalgedeelte van het scherm. geeft aan
dat de waarschuwing is gedempt.
9.2 Risicozones
De waarschuwing voor een risicozone is gelijk aan die voor een flitspaal.
9.3 Trajectcontroles
Omdat een trajectcontrole bestaat uit een reeks camera’s die de gemiddelde snelheid van een
voertuig over een bepaalde afstand meten, is hiervoor een ander waarschuwingspatroon ontwikkeld
om te zorgen dat u de hele te meten afstand alert blijft.
Wanneer u de eerste camera van een trajectcontrole nadert, waarschuwt de S2000 u ongeveer 700
meter van tevoren door middel van de melding ‘BEGIN TRAJECT’ op het scherm en een geluidssignaal.
9.4 Gebruikerspunten opslaan
In het onwaarschijnlijke geval dat u een flitspaal passeert en de S2000 heeft u niet
gewaarschuwd, kunt u de coördinaten van de camera zelf opslaan. U parkeert op
veilig wijze zo dicht mogelijk bij de flitspaal en houdt de knop ‘Handmatige opslag’ (M)
ongeveer twee seconden ingedrukt. Het volgende dialoogvenster verschijnt.
Druk op de knop OK om de nieuwe locatie op te slaan of druk op Annuleren als u het
nieuwe gebruikerspunt niet wilt opslaan.
Op het scherm ziet u de maximumsnelheid op dit punt en wordt steeds de resterende afstand tot de
camera aangegeven. Na de eerste camera blijft het apparaat een geluidssignaal geven en de melding
‘TRAJECT’ blijft om de paar seconden knipperen om u eraan te herinneren dat u zich nog steeds
binnen het trajectcontrolesysteem bevindt.
Het einde van de trajectcontrole wordt aangegeven door de melding ‘EINDE TRAJECT’ en een
geluidssignaal.
Als u na dertig seconden nog geen volgende camera bent gepasseerd, bijvoorbeeld als u van de weg
bent afgeslagen voordat u het einde van de trajectcontrole hebt bereikt, verdwijnen de
waarschuwingssignalen.