332214
20
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/34
Pagina verder
137
Inhoudsopgave
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: duiden advies voor het
gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte reinigings- en
onderhoudshandelingen van het toestel aan
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de
bevoegde technicus die de installatie, de indienststelling en de test van
het toestel moet uitvoeren
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK .........................138
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE AFVALVERWERKING – ONZE
ZORG VOOR HET MILIEU .......................................................140
3. WAARSCHUWING VOOR DE VEILIGHEID.............................141
4. KEN UW TOESTEL ..................................................................143
5. VÓÓR DE INSTALLATIE..........................................................144
6. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT.....................................145
7. REINIGING EN ONDERHOUD.................................................159
8. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL....................................162
9. GASAANSLUITING...................................................................166
10. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES ...............168
11. UITEINDELIJKE HANDELINGEN VOOR DE GASTOESTELLEN ..... 170
138
Waarschuwingen voor het gebruik
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. ZE MOET
INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE VOLLEDIGE
GEBRUIKSDUUR VAN HET KOOKVLAK.
WE RADEN AAN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR
TE LEZEN ALVORENS HET TOESTEL IN GEBRUIK TE NEMEN.
DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD PERSONEEL EN
VOLGENS DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. DIT TOESTEL IS BEDOELD VOOR
HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS CONFORM DE
EEG-RICHTLIJNEN
DIE ACTUEEL
VAN KRACHT ZIJN. HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE:
DE BEREIDING EN VERWARMING VAN VOEDSEL
; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS
ONEIGENLIJK BESCHOUWD WORDEN.
DE CONSTRUCTEUR WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR ANDER GEBRUIK
DAN HETGENE DAT AANGEDUID WORDT.
GEBRUIK DIT TOESTEL NOOIT VOOR DE VERWARMING VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER.
SORTEER HET VERSCHILLENDE VERPAKKINGSAFVAL, EN BEZORG HET AAN HET
DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE
RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE
TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN
VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED
VAN DE EUROPESE UNIE.
ZORG ERVOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN DE
WARMTE-AFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE, DAT DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER
EN DE MARKERING BEVAT, WERD AANGEBRACHT ONDER DE CARTER.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
(ENKEL VOOR DE MODELLEN MET INDUCTIE)
LET ERVOOR OP DAT U TIJDENS DE BEREIDING GEEN SUIKER OF ZOETE
MENGSELS OP DE KOOKPLAAT MORST, OF ER MATERIALEN OP PLAATST
DIE ZOUDEN KUNNEN SMELTEN (PLASTIC OF ALUMINIUMFOLIE); INDIEN
DIT MOCHT GEBEUREN, DAN MOET U, OM DE STAAT VAN HET
OPPERVLAK NIET TE BESCHADIGEN, DE VERWARMING UITSCHAKELEN
EN DE PLAAT MET DE BIJGEVOEGDE SCHRAPER REINIGEN ZOLANG DE
PLAAT NOG LAUWWARM IS.
WANNEER DE GLASKERAMISCHE PLAAT
NIET ONMIDDELLIJK GEREINIGD WORDT, BESTAAT HET RISICO DAT
KORSTEN GEVORMD WORDEN DIE NIET MEER VERWIJDERD KUNNEN
WORDEN EENS DE PLAAT AFGEKOELD IS.
139
Waarschuwingen voor de afvalverwerking
2. WAARSCHUWINGEN VOOR DE
AFVALVERWERKING – ONZE ZORG VOOR HET
MILIEU
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende
materialen gebruikt die het milieu niet schaden, en die recycleerbaar zijn.
We verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een
correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de
bevoegde diensten naar de adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en
recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor
kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn
gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die
verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen.
Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd
worden.
Bovendien is het nodig dat u de elektriciteitskabel doorsnijdt, en samen
met de stekker verwijdert.
140
Waarschuwingen voor de veiligheid
3. WAARSCHUWING VOOR DE VEILIGHEID
RAADPLEEG DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE VOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE TOETSELLEN OF TOESTELLEN
OP GAS, EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES. IN HET BELANG VAN UW
VEILIGHEID WERD BIJ WET BEPAALD DAT DE INSTALLATIE EN DE
ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE TOESTELLEN MOET UITGEVOERD
WORDEN DOOR BEVOEGD PERSONEEL, MET INACHTNEMING VAN DE VAN
KRACHT ZIJNDE NORMEN.
ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN HET BESTE RESULTAAT.
ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN MOETEN STEEDS DOOR EXPERTS
WORDEN LOSGEKOPPELD.
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE STROOMKABEL EN
HET RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN
CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET
TOESTEL.
VERWIJDER DE STEKKER NOOIT DOOR AAN DE KABEL TE TREKKEN.
DE AARDING IS VERPLICHT VOLGENS DE VOORZIENE
VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE KEURING VAN HET
TOESTEL UIT, VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERDER WORDEN
AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET TOESTEL
LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM CONTACTEREN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. ER WORDT
AANBEVOLEN OM VOOR ELKE HANDELING SPECIALE THERMISCHE
HANDSCHOENEN TE DRAGEN.
HET TOESTEL MAG ENKEL GEBRUIKT WORDEN DOOR VOLWASSENEN.
STA NIET TOE DAT KINDEREN IN DE BUURT KOMEN OF ERMEE SPELEN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN
ZICH IN DE POSITIE 0 (UIT) BEVINDEN.
ALS U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT IN HET OPPERVLAK VAN DE
INDUCTIEPLAAT, MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN
MOET U ZICH WENDEN TOT EEN ERKEND SERVICECENTRUM.
141
Waarschuwingen voor de veiligheid
MENSEN MET EEN PACEMAKER OF EEN GELIJKSOORTIG TOESTEL
MOETEN CONTROLEREN OF DE WERKING VAN DEZE TOESTELLEN NIET
WORDT BEÏNVLOED DOOR HET INDUCTIEVELD, WAARVAN HET
FREQUENTIEBEREIK TUSSEN 20 EN 50 KHZ LIGT.
DE ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIEKOOKPLAAT BEHOORT
OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN BETREFFENDE DE
ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT TOT GROEP 2 EN KLASSE B (EN
55011)
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan
personen of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van
deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel
onderdeel van het toestel of door het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
142
Aanwijzingen voor de gebruiker
4. KEN UW TOESTEL
Hulpbrander (AUX) Kleine
glaskeramische
plaat
Controlelampen van
de restwarmte
Halfsnelle brander
(SR)
Grote
glaskeramische
plaat
Controlelamp
thermostaat
weerstand barbecue
Snelbrander (R) Weerstand
barbecue
Groene controlelamp
aanwezigheid
spanning
Zeer snelle brander
(ER3)
Veiligheid
weerstand
Rode controlelamp
thermostaat friteuse
Zeer snelle brander
(UR3)
Roosters met
verhoogde spaken
Weerstand Kleine
inductie
plaat
Brander visplaat Verwijderbaar
mandje
Grote
inductie
plaat
143
Aanwijzingen voor de gebruiker
5. VÓÓR DE INSTALLATIE
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbewaakt achter in de
huishoudelijke omgeving. Sorteer de verschillende afvalmaterialen van de
verpakking, en breng ze naar het dichtstbijzijnde centrum voor gescheiden
afvalinzameling.
Nadat u alle fabrikatieresten heeft verwijderd, wordt aangeraden om het
toestel te reinigen. Meer informatie in verband met de reiniging vindt u in
het hoofdstuk "7. REINIGING EN ONDERHOUD".
Wanneer de elektrische platen of de barbecue (indien voorzien) voor het
eerst worden gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de
maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende
productieresten verbrand worden die aan het voedsel een onaangename
geur zouden kunnen verlenen.
144
Aanwijzingen voor de gebruiker
6. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
6.1 Gaskookplaat
Voordat de branders van de kookplaat aangeschakeld worden, moet
gecontroleerd worden of de vlamverdelers in hun zitten met de
bijbehorende deksels geplaatst zijn, door op te letten dat de gaten A van de
vlamverdelers overeenkomen met de vonkontstekers en de thermokoppels.
Het rooster B moet gebruikt worden om te "wokken" (chinese kookpan).
Om slijtage van de kookplaat te vermijden, werd het product uitgerust met
een verhoogd rooster C. Deze moet onder de pannen geplaatst worden
die een grotere diameter hebben dan wordt aangeduid in de paragraaf
"6.3 Diameter van de recipiënten". In elk geval mag het rooster C niet
gebruikt worden op de branders UR-3 en op de visplaat.
Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid.
Het toestel is voorzien van een elektronisch
ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de
knop te drukken en hem in tegenwijzerszin te draaien op
het symbool van de maximum vlam, tot de brander wordt
aangeschakeld. Wanneer de aanschakeling niet binnen
15 seconden gebeurt, moet de knop op 0 geplaatst
worden en moet 60 seconden gewacht worden.
Bij de modellen met klep moet na de aanschakeling de knop nog enkele
seconden ingedrukt gehouden worden, zodat het thermokoppel warm
wordt. Het kan zijn dat de brander uitgaat wanneer de knop losgelaten
wordt: dit wil zeggen dat het thermokoppel nog niet voldoende opgewarmd
is. Wacht enkele ogenblikken, en herhaal de handeling door de knop
langer ingedrukt te houden. Deze handeling moet niet uitgevoerd worden
voor branders zonder thermokoppel. Eens de brander aangeschakeld is,
kan de vlam naar wens geregeld worden. Na het gebruik van de kookplaat
moet steeds gecontroleerd worden of de bedieningsknoppen zich in de
positie (uit) bevinden.
Als de branders toevallig uitgaan, grijpt na ongeveer 20 seconden een
veiligheidsmechanisme in dat de levering van het gas blokkeert, ook al
staat de kraan open. In dit geval moet de knop in de positie OFF geplaatst
worden, en mag voor minstens 60 seconden niet geprobeerd worden de
brander weer aan te schakelen.
145
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.2 Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Voor een optimaal rendement van de branders en een minimaal
gasverbruik moeten recipiënten gebruikt worden met een platte bodem en
met een deksel, en die geschikt zijn voor de brander, om te voorkomen dat
de vlam langs de zijkanten lekt (raadpleeg de paragraaf "6.3 Diameter van
de recipiënten"). Wanneer de vloeistof begint te koken, moet de vlam
zodanig verminderd worden om te vermijden dat de vloeistof overkookt.
Om brandwonden te vermijden en schade aan de kookplaat te
voorkomen, moeten tijdens de bereiding alle recipiënten en vleesroosters
binnen de omtrek van de kookplaat blijven.
Wanneer olies of vetten worden gebruikt, moet goed opgelet worden dat
ze bij het heet worden niet gaan branden.
6.3 Diameter van de recipiënten
BRANDERS
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle brander
3 Snelle brander
4 Zeer snelle brander
5 Zeer snelle brander
met verhoogde
spaken
6 Visplaat
MIN. EN MAX. Ø (IN CM)
12 - 16
16 - 24
18 - 26
20 - 26
20 - 30
SPECIALE
OVALE
RECIPIËNTEN
Vervolgens worden de diameters van de pannen aangeduid die gebruikt
kunnen worden met het verhoogde rooster:
BRANDERS
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle brander
3 Snelle brander
MIN. EN MAX. Ø (IN CM)
16 - 24
24 - 28
26 - 28
146
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.4 Glaskeramische plaat
Het toestel heeft twee kookzones met verschillende
diameters en vermogens.
De posities zijn duidelijk aangeduid door cirkels, en
de verwarming gebeurt enkel binnen de diameters
die aangeduid worden op de plaat. De
stralingszones worden na enkele seconden
ingeschakeld, en de verwarming wordt geregeld
door middel van de knop die op de gewenste positie
tussen 1 en 9 kan geplaatst worden.
De regeling is progressief, dus alle waarden tussen de aangeduide cijfers
kunnen gebruikt worden. De controlelampen naast de draaiknoppen
duiden de restwarmte aan: ze lichten op wanneer de elektrische platen
50°C overschrijden, en worden uitgeschakeld wanneer ze onder die
waarde dalen. Voor de reiniging moet de paragraaf "7.3 Reiniging van de
glaskeramische plaat" geraadpleegd worden.
6.4.1 Tabel voor de bereidingen
In de onderstaande tabel staan de in te stellen vermogenswaarden
weergegeven, en bij iedere waarde wordt het type te bereiden voedsel
vermeld. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid
voedsel en de smaak van de consument.
Positie van de
draaiknop
Geschikt type van bereiding
1
Om boter, chocolade en dergelijke te smelten.
2 - 3
Om voedsel te verwarmen, kleine hoeveelheden water
aan de kook te houden, om sauzen met eidooiers of
boter te kloppen.
4 - 5
Om vaste en vloeibare voedingsmiddelen te verwarmen,
water aan de kook te houden, diepvriesproducten te
ontdooien, voor omeletten van 2-3 eieren, om fruit- en
groentegerechten te bereiden, verschillende
bereidingen.
6
Het stoven van vlees, vis, groenten, gerechten met meer
of minder water, bereiding van jam enz.
7 - 8
Gebraden vlees of vis, biefstuk, lever, gestoofd vlees en
vis, eieren, enz.
9
Bakken van aardappelen enz., het snel aan de kook
brengen van water.
147
Aanwijzingen voor de gebruiker
Voor een goed rendement en een juist energieverbruik mogen alleen pannen
worden gebruikt die geschikt zijn voor gebruik op elektrische kookzones:
De bodem van de pannen moet erg dik en perfect
vlak zijn en moet bovendien rein en droog zijn,
zoals ook de kookplaat zelf.
Gebruik geen gietijzeren pannen of pannen met
een ruwe bodem omdat deze het oppervlak van de
kookplaat zouden kunnen krassen.
De diameter van de bodem van de pannen moet
gelijk zijn aan de diameter van de getekende cirkel
op de kookzones; als deze niet overeenkomen,
wordt energie verspild.
6.5 Barbecueplaat
U kan de roosters gebruiken om te grillen, te
gratineren , of als barbecue.
In de kuip onder de weerstand kan het volgende
geplaatst worden:
water (Fig. 1) om de vetten afkomstig van de
bereiding op te vangen (giet maximum 1,5 liter
water in het kuipje), of;
een laag lavastenen zodat de warmte langer behouden
wordt, waardoor de bereidingstijden korter worden en
de kwaliteit van de bereiding verbeterd wordt.
In beide gevallen moet opgelet worden dat de rand
van het bakje niet overschreden wordt.
Voordat het water ingegoten wordt of de lavastenen
geplaatst worden, moet de weerstand geblokkeerd
worden zoals aangeduid wordt in fig. 2.
1)
2)
AANDACHT: de kantelende weerstand moet, als deze omhoog staat,
steeds geblokkeerd worden met het daarvoor bestemde mechanisme.
AANDACHT: voordat de weerstand omhoog wordt geplaatst, moet
gecontroleerd worden of hij koud is. Gevaar op verbranding!
AANDACHT: wanneer de weerstand omhoog staat, mag het
bedieningsmechanisme niet in werking gesteld worden. Gevaar op
verbranding!
148
Aanwijzingen voor de gebruiker
De regeling van het vermogen van de barbecueplaat
gebeurt door middel van de bedieningsknop tussen de
gewenste positie van 1 tot 9 te plaatsen.
De regeling is progressief, dus alle waarden tussen de
aangeduide cijfers kunnen gebruikt worden. Het oplichten
van de controlelamp duidt erop dat de oven aan het
opwarmen is. Wanneer de controlelamp uitgeschakeld
wordt, werd het ingestelde vermogensniveau bereikt.
Wanneer het regelmatig knippert, wordt het vermogen van de plaat constant op
het ingestelde niveau gehouden. Raadpleeg voor de verwijdering van het
rooster en de reiniging de paragraaf "7.4 Reiniging van de barbecueplaat".
6.6 Friteuse
De keuze van de temperatuur voor het bakken wordt
uitgevoerd door de knop op 1, 2 en 3 te plaatsen.
Vervolgens wordt een tabel weergegeven die het type
van bakken voor de geselecteerde waarde samenvat.
Het oplichten van de groene controlelamp meldt dat
het toestel onder spanning staat (ook wanneer het niet
in werking is).
Het oplichten van de oranje controlelamp duidt aan dat de weerstand aan
het opwarmen is. Wanneer de controlelamp uitgeschakeld wordt, werd het
ingestelde vermogensniveau bereikt.
Wanneer het regelmatig knippert, wordt het vermogen van de plaat
constant op het ingestelde niveau gehouden.
In de onderstaande tabel worden de vermogenswaarden weergegeven die
ingesteld kunnen worden, en bij iedere waarde wordt het type van te
bereiden voedsel vermeld. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
hoeveelheid voedsel en de smaak van de consument.
Positie van
de
draaiknop
Geschikt type van bereiding
Ideale
hoeveel-
heid
(g)
Maximum
hoeveelheid
(g)
1 (160°C)
Frietjes 500 750
Kippenbout - Kippenvleugels * *
1-2 (170°C) Het bakken van vis * *
2 (180°C) Beignets - Vis 250 350
2-3 (185°C) Kroketten - Kaaskroketten 500 750
*= deze waarden hangen hoofdzakelijk af van het volume van het voedsel.
Zorg er voor dat deze helemaal ondergedompeld zijn in de olie.
149
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.6.1 Praktisch advies om perfect te bakken
Het oliepeil in de kuip moet zich tussen 3 liter (minimum referentie in de
kuip) en 3,5 liter (maximum referentie in de kuip) bevinden. De weerstand
kan niet werken als ze niet ondergedompeld is in olie of vet.
Gebruik geen vast plantaardig of dierlijk vet. Het moet reeds gesmolten in
de frituurkuip geplaatst worden.
AANDACHT: voordat de weerstand omhoog wordt geplaatst, moet
gecontroleerd worden of hij koud is. Gevaar op verbranding!
AANDACHT: wanneer de weerstand omhoog staat, mag het
bedieningsmechanisme niet in werking gesteld worden. Gevaar op
verbranding!
De ideale temperatuur om te bakken bevindt zich tussen 160°C en 185°C.
Lagere of hogere waarden doen de olie zeer snel bederven.
Als de temperatuur te laag is, raakt het voedsel enkel doordrenkt met vet
en zal het slecht bereid worden.
Hoe groter de stukken, hoe langer ze moeten bakken. Er moet dus een
temperatuur voor de bereiding gekozen worden waardoor het voedsel
binnenin klaargemaakt wordt zonder dat de buitenkant verbrandt.
150
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.6.2 Na het bakken
De mand dat het voedsel bevat, kan eerste
een beetje “uitlekken” voordat de inhoud
verwijderd wordt. De mand kan dus
vasgehaakt worden op het bovenste deel van
de weerstand, zoals aangeduid wordt in de
figuur hiernaast.
Nadat de mand verwijderd is, kan de weerstand op twee posities
bevestigd worden door middel van de daarvoor bestemde blokkering:
1 positie 1 voor het “uitlekken” van de frituurolie voordat de mand
helemaal wordt verwijderd;
2 positie 2 voor het makkelijk verwijderen van de kuip uit de zit.
Raadpleeg de paragraaf “7.5 Reiniging van de friteuse”.
1) 2)
AANDACHT: voordat de olie uit de kuip verwijderd wordt, moet ze koud
zijn. Gevaar op verbranding! Hou kinderen uit de buurt.
151
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.7 Inductieplaat
Metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, mogen niet op de kookplaat
geplaatst worden omdat ze heet zouden kunnen worden.
6.7.1 Kookzones
Het toestel is voorzien van 2 kookzones met
verschillende diameters en vermogens. Hun
positie wordt duidelijk aangeduid door cirkels,
en de warmte wordt beperkt binnen de
getekende diameters op het glas.
De 2 kookzones zijn van het type HIGH-
LIGHT, ze worden na enkele seconden
aangeschakeld en de verwarming kan
geregeld worden door middel van de
bedieningen op het frontpaneel, van een
minimum tot een maximum.
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel die gevoed wordt
door een elektronisch systeem, en die een variabel magnetisch veld
creëert. Wanneer in een dergelijk magnetisch veld een pan wordt
geplaatst, richten de hogefrequentiestromen zich rechtstreeks op de pan
en wordt de warmte geproduceerd die nodig is voor de bereiding van het
voedsel.
De 2 controlelampen vooraan tussen de
kookzones lichten op wanneer één of meerdere
kookzones warmer zijn dan 60°C. De
controlelampen zullen pas uitgaan wanneer de
temperatuur tot onder ongeveer 60° gedaald is.
152
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.7.2 Verwarmingsversneller
Elke kookzone heeft een verwarmingsversneller.
Met dit systeem kan de plaat werken aan het maximum vermogen voor
een tijd die evenredig is aan het geselecteerde vermogen.
Om de verwarmingsversneller te starten: draai de knop naar links,
selecteer de positie “A”, en laat de knop los. De letter “A” zal op het
display van de kookplaat verschijnen.
Nu heeft u 3 seconden om de gewenste verwarmingspositie te kiezen.
Nadat de positie tussen 1 en 9 geregeld werd, zullen de letter “A” en de
geselecteerde positie om de beurt op het display knipperen.
Tijdens de werking van de verwarmingsversneller kan de
verwarmingsintensiteit op elk moment verhoogd worden. De periode van
het "maximum vermogen" wordt bijgevolg gewijzigd.
Wanneer het vermogen daarentegen beperkt wordt, wordt de optie "A"
automatisch gedesactiveerd wanneer de knop in tegenwijzerszin wordt
gedraaid.
6.7.3 Werkingsvermogens
Hier volgt een tabel met het verbruik van de platen die in werking zijn.
Zone-
nummer:
Diameter Zone Geabsorbeerd vermogen
1 210 mm
Normale werking: 1850 W
Met de functie power: 2500 W
2 145 mm
Normale werking: 1400 W
Met de functie power: 1800 W
Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op
te warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat
eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het
voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
153
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.7.4 Types van pannen
Voor dit type van toestel zijn speciale pannen nodig.
De bodem van de pan moet in ijzer of staal/ijzer zijn, zodat het
magnetisch veld geproduceerd kan worden dat nodig is voor de
verwarming.
De volgende recipiënten zijn niet geschikt:
• glas;
• keramiek:
• terracotta;
staal, aluminium of koper zonder magnetische bodem;
Om te controleren of de pan geschikt is, kan u een magneet op de bodem
plaatsen: wanneer deze aangetrokken wordt, is de pan geschikt voor de
inductieplaat. Wanneer u niet over een magneet beschikt, giet u een
beetje water in de pan, plaats u ze op een kookzone, en schakelt u de
plaat aan. Wanneer op het display het symbool verschijnt in plaats van
het vermogen, is de pan niet geschikt.
De pannen die gebruikt worden voor de bereiding moeten een minimum
diameter hebben zodat de correcte werking gegarandeerd wordt.
Hier volgt een tabel met de minimum diameters van de pannen in functie
van de kookzones.
Zone-
nummer:
Minimum diameter
van de pan
U kan ook pannen gebruiken die
groter zijn dan de kookzones, maar er
moet dan wel opgelet worden dat de
bodem van de pan niet in contact komt
met andere kookzones en dat de pan
altijd goed in het midden van de
kookzone wordt geplaatst.
1 140 mm
2 90 mm
154
Aanwijzingen voor de gebruiker
Gebruik uitsluitend recipiënten die ontworpen werden voor gebruik op
inductieplaten, die een dikke en volledig platte bodem hebben. U kan
ook recipiënten gebruiken met een bodem zonder welvingen (holle of
bolle bodems).
JA NEE NEE
6.7.5 Signaal van aanwezigheid van de pannen
Elke kookzone heeft een mechanisme dat de "aanwezigheid van de
pannen" detecteert, dat de bereiding enkel toelaat wanneer een geschikt
en correct geplaatst recipiënt aanwezig is op die plaat.
Wanneer het recipiënt niet correct geplaatst is of wanneer het uit
ongeschikt materiaal bestaat, en u wil de plaat toch inschakelen, zal op
het display enkele seconden na de inschakeling het symbool
verschijnen, dat de fout aanduidt.
155
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.7.6 Restwarmte
Elke plaat is voorzien van een mechanisme dat de restwarmte aanduidt.
Op het display kan na de uitschakeling van eender welke plaat een
knipperende " " worden weergegeven. Dit signaal wijst erop dat die
kookzone nog zeer heet is. Ook als de “ ” nog knippert, kan u de
bereiding van het voedsel hervatten: ga in dat geval te werk zoals
beschreven wordt in paragraaf "3".
6.7.7 Blokkering van de plaat
Wanneer de plaat niet in werking gesteld is, kan ze "geblokkeerd" worden
zodat toevallige inschakelingen door kinderen vermeden worden.
Draai de draaiknoppen gelijktijdig naar links wanneer de platen
uitgeschakeld zijn, tot op het vermogensdisplay de letter ”Lverschijnt, en
laat de draaiknoppen daarna los.
Herhaal dezelfde handeling om de deblokkering uit te voeren: de displays
van de platen zullen het cijfer 0 tonen, wat aanduidt dat de blokkering van
de platen gedesactiveerd werd.
6.7.8 Warmtebescherming van de elektronische kaart
Het toestel heeft een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van de
elektronische kaart meet.
Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het
mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de
glaskeramische plaat correct kan blijven werken.
Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden,
met de relatieve begintemperatuur:
Handeling
Temperatuur
van de ingreep
Inschakeling van de ventilator aan de lage snelheid 50° C
Inschakeling van de ventilator aan de hoge snelheid 60° C
Terugkeer van de ventilator naar de lage snelheid 55° C
Uitschakeling van de ventilator 45° C
Beperking van het werkingsvermogen van Power naar 9 76° C
Beperking van het vermogen met een punt voor elke
kookzone
85° C
Uitschakeling van alle kookzones 90° C
Herinschakeling van de kookzones met beperkt vermogen 85° C
Normale werking van alle kookzones 80° C
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een
knippering van de vermogensdisplays.
156
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.7.9 Warmtebescherming van de glaskeramische plaat
Elke kookzone heeft een mechanisme dat de temperatuur constant meet.
Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het
mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de
glaskeramische plaat correct kan blijven werken.
Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden,
met de relatieve begintemperatuur:
Handeling
Temperatuur
van de ingreep
Beperking van het werkingsvermogen van Power naar 9 250° C
Beperking van het vermogen met een punt 280° C
Uitschakeling van de kookzone 300° C
Terugkeer van het vermogen naar de ingestelde waarde 250° C
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een
knippering van de vermogensdisplays
Let ervoor op dat u tijdens de bereiding geen suiker of
zoete mengsels op de kookplaat morst, of er materialen
op plaatst die zouden kunnen smelten (plastic of
aluminiumfolie); indien dit mocht gebeuren, dan moet u,
om de staat van het oppervlak niet te beschadigen, de
verwarming uitschakelen en de plaat met de
bijgevoegde schraper reinigen zolang de plaat nog
lauwwarm is. Wanneer de inductieplaat niet
onmiddellijk gereinigd wordt, kan het zijn dat de
afzettingen niet meer kunnen gereinigd worden
eens de plaats afgkoeld is.
157
Aanwijzingen voor de gebruiker
Belangrijk!
Hou kinderen uit de buurt van de platen; ze zouden de controlelampen
van de restwarmte niet kunnen opmerken. De kookzones blijven na
gebruik zeer warm voor een bepaalde periode, ook al zijn ze
uitgeschakeld. Hou kinderen dus uit de buurt, zodat ze hun handen
niet verbranden.
Laat geen bestek of metalen voorwerpen achter op de plaat: ze zouden
kunnen verhitten
6.7.10 Verwarmingsfunctie
Het doel van deze functie is het regelen van de temperatuur van de
bodem van de pan op ongeveer 65°C. Op deze manier kan
het voedsel warm gehouden, met een optimaal energetisch niveau, en
wordt het delicaat opgewarmd. De maximum duur van de
verwarmingsfunctie wordt beperkt tot 2 uur.
De verwarmingsfunctie ligt tussen [0] en [1], en wordt aangeduid door de
symbolen op de kookzones
158
Aanwijzingen voor de gebruiker
7. REINIGING EN ONDERHOUD
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL VOOR DE REINIGING VAN HET
TOESTEL.
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer naar het toestel
uitgeschakeld worden.
7.1 Reiniging van roestvrij staal
Om het roestvrij staal in goede staat te houden, moet het na elk gebruik
gereinigd worden nadat het afgekoeld is.
7.1.1 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het reinigen en bewaren van de roestvrije stalen
oppervlakken enkel specifieke producten, die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Gebruiksaanwijzing: giet het product op een vochtige doek en reinig
hiermee het oppervlak, spoel grondig, en droog met een zacht doek of
met een zeemvel.
7.1.2 Voedselvlekken of -resten
Gebruik absoluut geen metalen sponsjes en snijdende
schrapers, zodat de oppervlakken niet beschadigd worden.
Gebruik normale en niet-schurende producten voor staal, en
eventueel houten of plastic gereedschappen. Spoel goed, en
droog met een zachte doek of met een zeemvel.
7.2 Reiniging van de gasonderdelen
De roosters, de deksels, de vlamverdelers en de
branders kunnen verwijderd worden om de reiniging
te vergemakkelijken; was ze in warm water en met
een niet-schurend reinigingsmiddel, verwijder de
afzettingen en wacht tot ze perfect droog zijn.
Hermonteer de deksels op de relatieve kronen, en
controleer of de insnijdingen A gecentreerd worden
met de pinnen B van de branders.
159
Aanwijzingen voor de gebruiker
Voor een goede werking van de vonkontstekers en de
thermokoppels, moeten deze steeds rein gehouden worden.
Controleer ze regelmatig, en reinig ze indien nodig met een
vochtige doek. Eventuele droge resten moeten verwijderd
worden met een houten tandenstoker of met een naald.
7.3 Reiniging van de glaskeramische plaat
De glaskeramische plaat moet regelmatig gereinigd worden, het liefst na
elk gebruik, nadat de controlelampen van de restwarmte uit zijn.
Eventuele lichtgekleurde strepen, veroorzaakt door
pannen met een aluminium bodem, kunnen worden
verwijderd met een in azijn vochtig gemaakte doek. Als
er na het gebruik van de kookplaat verbrande resten
achterblijven, moeten deze worden verwijderd met het
bijgeleverde schrapertje. Afnemen met water en goed
afdrogen met een schone doek.
Als het schrapertje constant wordt gebruikt, wordt het gebruik van chemische
producten voor de dagelijkse reiniging van de plaat aanzienlijk teruggebracht.
Gebruik in geen geval schurende of bijtende middelen (bijv. producten in
poedervorm, ovensprays, vlekkenmiddelen en metalen sponsjes).
Gebruik geen dampstraal om het toestel te reinigen.
7.4 Reiniging van de barbecueplaat
Verwijder de plaat uit haar zit nadat ze afgekoeld is,
door ze aan de voorkant op te heffen zoals wordt
aangeduid in figuur 1.
Reinig ze met een gewoon reinigingsmiddel en een
niet schurende spons.
Om het bakje onder de weerstand van de barbecue
te verwijderen:
1 Verwijder de plaat zoals beschreven werd;
2 Hef de weerstand op, en blokkeer hem door de
blokkering naar rechts te verschuiven (zoals
aangeduid wordt in de figuur 2/3);
3 Verwijder het bakje door gebruik te maken van
de twee handgrepen, en voer de reiniging uit
door gebruik te maken van specifieke
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal en van
een niet schurende spons.
1)
2)
3)
160
Aanwijzingen voor de gebruiker
AANDACHT: voordat de weerstand omhoog wordt geplaatst, moet
gecontroleerd worden of hij koud is. Gevaar op verbranding!
AANDACHT: wanneer de weerstand omhoog staat, mag het
bedieningsmechanisme niet in werking gesteld worden. Gevaar op
verbranding!
7.5 Reiniging van de friteuse
Raadpleeg de aanwijzingen in de paragraaf “7.1 Reiniging van roestvrij
staal”, en volg het volgende advies om de kuip te reinigen.
Na het bakken en na de verwijdering van de mand (die in de vaatwasser
kan gewassen worden), moet de kuip met de frituurolie verwijderd worden
met behulp van de daarvoor bestemde handgrepen.
DEZE HANDELING MOET UITGEVOERD WORDEN NADAT HET
PRODUCT EN DE OLIE AFGEKOELD ZIJN. HOU TIJDENS DEZE
HANDELING KINDEREN UIT DE BUURT.
Nadat op gepaste wijze de frituurolie verwijderd werd, kan de kuip samen
met de mand gewassen worden in de vaatwasser.
AANDACHT: voordat de weerstand omhoog wordt geplaatst, moet
gecontroleerd worden of hij koud Is. Gevaar op verbranding!
AANDACHT: wanneer de weerstand omhoog staat, mag het
bedieningsmechanisme niet in werking gesteld worden. Gevaar op
verbranding!
161
Aanwijzingen voor de installateur
8. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
8.1 De plaatsing van het bovenblad
Dit is een toestel klasse 3.
Voor de volgende handelingen moeten metsel- en/of houtwerken
uitgevoerd worden, waarvoor een bevoegd technicus moet zorgen.
De installatie kan uitgevoerd worden op structuren van verschillende
materialen, zoals metselwerk, metaal, massief hout en met plastic
gelamineerd hout, als het maar hittebestendig is (T 90°C).
8.1.1 Bevestiging van de steunende structuur
Maak een opening in het bovenblad van het
meubel, met de afmetingen die op de figuur
worden vermeld, en hou daarbij een minimum
afstand tot de achterrand van 50 mm. Dit
apparaat kan tegen wanden geplaatst worden
die hoger zijn dan het werkblad, op
voorwaarde dat de afstand "X" behouden
wordt die op de figuur wordt aangeduid, om
beschadigingen door oververhitting te
vermijden. Controleer of de vuren van de
fornuizen een minimum afstand tot een
eventuele verticale plank erboven hebben van 750 mm.
AANDACHT: WANNEER EEN PLAAT WORDT GEÏNSTALLEERD DIE
VOORZIEN IS VAN EEN BRANDER VOOR DE VISPLAAT MOET DE
AFSTAND “X” TOT DE ZIJWAND NIET 110 mm MAAR 300 mm
BEDRAGEN.
Plaats zorgvuldig de bijgeleverde isolerende pakking op de buitenomtrek
van het gat in het bovenblad, en doe het goed hechten
over de volledige lengte door lichtjes te drukken met de handen. Gebruik
na deze handelingen de 7 bijgeleverde beugeltjes om het blad aan de
structuur te bevestigen. De onderstaande figuren tonen hoe de beugeltjes
moeten gebruikt worden.
162
Aanwijzingen voor de installateur
8.1.2 Bevestiging van de steunende structuur, inbouwmodel
Maak een opening in het bovenblad van het meubel, met de afmetingen
die op de figuur worden vermeld, en hou daarbij een minimum afstand tot
de achterrand van 40 mm. Het onderste deel van de carter zal volledig
bereikbaar moeten zijn na de installatie van het toestel.
Dit toestel kan tegen wanden geplaatst worden die
hoger zijn dan het werkblad, op voorwaarde dat de
afstand “X” behouden wordt die op de figuur wordt
aangeduid, om beschadigingen door oververhitting
te vermijden. Controleer of de vuren van de fornuizen
een minimum afstand tot een eventuele verticale
plank erboven hebben van 750 mm (Fig. 1).
AANDACHT: WANNEER EEN PLAAT WORDT GEÏNSTALLEERD DIE
VOORZIEN IS VAN EEN BRANDER VOOR DE VISPLAAT MOET DE
AFSTAND “X” TOT DE ZIJWAND NIET 100 mm MAAR 300 mm
BEDRAGEN.
Voor dit type van toestel moet bovendien
een freesbewerking op het bovenblad met
een diepte van 3 mm uitgevoerd worden,
waarvan de afmetingen aangeduid worden
in figuur 2 (detail A). Voordat de kookplaat
geplaatst wordt, moet op het volledige
oppervlak van de freesbewerking met het
bijgeleverde klevende sponsje “E
gewreven worden (fig. 2). Gebruik na deze
handelingen de 7 bijgeleverde beugeltjes
om het blad aan de structuur te bevestigen.
De onderstaande figuren tonen hoe de
beugeltjes moeten gebruikt worden.
Het rechter deel wordt aanbevolen voor
bladen in laminaat waarvan de dikte
minder dan 3 mm bedraagt
163
Aanwijzingen voor de installateur
Belangrijk: andere installatietypes zijn mogelijk onder toezicht van de
constructeur.
Belangrijk: voor de bevestiging van dit product op de steunende structuur
wordt aangeraden om geen mechanische of elektrische
schroevendraaiers te gebruiken, en om niet te krachtig te drukken op de
bevestigingsmechaniek.
Belangrijk: voor de bevestiging van het product moeten op alle
bevestigingspunten de bijgeleverde beugels gebruikt worden.
Wanneer dit product boven een oven wordt geïnstalleerd, moet deze
voorzien worden van een ventilator voor de koeling.
Belangrijk (enkel voor de zeer snelle brander (UR3) (5) met verhoogte
roosters): wanneer het toestel op een meubel gemonteerd is, moet u een
scheidend vlak installeren zoals wordt afgebeeld in de figuur.
Wanneer het toestel zich daarentegen boven een onder de plaat
geïnstalleerde oven bevindt, is een dergelijk vlak niet nodig.
Wanneer de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd, moet deze
voorzien worden van een ventilator voor de koeling.
8.2 Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmetingen van de stroomtoevoerlijn
overeenstemmen met de kenmerken die aangeduid worden op de plaat
die zich onder de carter van het toestel bevindt.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
De stekker van de stroomkabel en het stopcontact moeten van hetzelfde
type en conform de van kracht zijnde normen betreffende de elektrische
installaties zijn. Vóór de aansluiting moet gecontroleerd worden of de
stroomtoevoerlijn voorzien is van een geschikte aarding.
164
Aanwijzingen voor de installateur
Wanneer een vaste aansluiting gebruikt wordt, moet op de toevoerlijn van
het toestel een omnipolair onderbrekingsmechanisme aanwezig zijn met
openingsafstand van de contacten die gelijk of groter is dan 3 mm, op een
positie die makkelijk bereikbaar is en die zich nabij het toestel bevindt.
Vermijdt het gebruik van adapters, reducties of aftakkingen.
In geval de stroomkabel wordt
vervangen, mag de doorsnede van
de draden van de nieuwe kabel niet
kleiner zijn dan 0,75 mm
2
(kabel van
3 x 0,75), behalve voor de
inductieplaat waarvan de doorsnede
kleiner dan 1,5 mm
2
moet zijn (kabel
van 3 x 1,5), door er mee rekening te
houden dat het uiteinde dat op de
toestel moet aangesloten worden
een aardedraad moet hebben (geel-
groen) die minstens 20 mm langer
is.
Gebruik uitsluitend een kabel van het type H05V2V2-F of analoog die
bestand is tegen een maximum temperatuur van 90°C. De vervanging
moet uitgevoerd worden door een bevoegd technicus, die de aansluiting
op het net moet uitvoeren volgens het onderstaande schema.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels
aan personen of materiële schade als gevolg van het niet respecteren van
de voorschriften of als gevolg van geknoei aan het toestel of aan een deel
van het toestel.
165
Aanwijzingen voor de installateur
9. GASAANSLUITING
Vóór de installatie moet gecontroleerd worden of de plaatselijke
distributiecondities (de aard en de druk van het gas) en de staat van de
regeling van het toestel compatibel zijn.
De aansluiting op het gasnet kan uitgevoerd worden met een vaste
koperen buis of met een flexibele stalen buis op een rechte wand, en
volgens de voorschriften die aangeduid worden door de van kracht zijnde
norm.
Controleer na de handeling of de dichting perfect is, door gebruik te
maken van een zeepoplossing en nooit met een vlam. De kookplaat werd
gekeurd voor methaan G20 (2H) aan een druk van 20 mbar.
Raadpleeg voor de voeding met andere gastypes het hoofdstuk "10.
AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES".
De toevoerverbinding van het gas heeft een schroefdraad ½” gas extern
Aansluiting met een vaste
koperen buis: De aansluiting op het
gasnet moet zodanig uitgevoerd
worden dat op het toestel geen
belastingen veroorzaakt worden. De
aansluiting kan uitgevoerd worden
door gebruik te maken van de
adaptergroep D met dubbelkegel,
maar door steeds de bijgeleverde
pakking C aan te brengen.
Aansluiting met een flexibele
stalen buis: Gebruik enkel buizen in
roestvrij staal op de rechte wand
conform de van kracht zijnde norm,
door steeds de bijgeleverde pakking
C te plaatsen tussen de verbinding A
en de flexibele buis B.
Het aansluiten met een flexibele buis moet zodanig uitgevoerd worden dat
de lengte van de bebuizing niet langer is dan 2 meter van de maximale
uitrekking; controleer dat de buizen niet in aanraking komt met
bewegende delen of verpletterd worden.
166
Aanwijzingen voor de installateur
9.1 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar, en realiseer de aansluiting op de gasfles
volgens de voorschriften die bepaald worden door de van kracht zijnde
normen.
Controleer of de druktoevoer de waarden respecteert die worden
aangeduid in de tabel in de paragraaf "10.2 Tabel met kenmerken van de
branders en de straalpijpen".
9.2 Ventilatie van de ruimte
Het toestel mag enkel in permanent geventileerde ruimten worden
geïnstalleerd, zoals voorzien wordt door de van kracht zijnde normen. In
de ruimte waarin het toestel geïnstalleerd is, moet een voldoende
luchttoevoer aanwezig zijn die nodig is voor de regelmatige
gasverbranding en de luchtverversing van de ruimte zelf. De
luchtinlaatopeningen, die beschermd worden door roosters, moeten
afmetingen conform de van kracht zijnde normen hebben, en moeten
zodanig geplaatst zijn dat ze niet, ook niet gedeeeltelijk, verstopt worden.
De ruimte moet goed geventileerd worden zodat de hitte en de vochtigheid
geëlimineerd worden die geproduceerd worden door de bereidingen:
vooral nadat het toestel voor lange tijd niet gebruikt werd, wordt
aangeraden om een venster te openen of om de snelheid van eventuele
ventilatoren te verhogen.
9.3 Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten moet verzekerd worden door
middel van afzuigkappen, die verbonden zijn aan een rookkanaal met een
efficiënte trek of met een geforceerde afzuiging. Een efficiënt
afzuigsysteem moet zorgvuldig ontworpen worden door een bevoegd
specialist, en moet uitgevoerd worden door de posities en de afstanden te
respecteren die voorzien worden door de normen. Na de handeling moet
de installateur een conformiteitscertificaat afgeven.
167
Aanwijzingen voor de installateur
10. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES
Voordat de volgende handelingen uitgevoerd worden, moet de
stroomtoevoer naar het toestel uitgeschakeld worden.
Het toestel werd getest voor methaan G20 (2H) aan een druk van 20
mbar. Wanneer andere gastypes worden gebruikt, moeten de straalpijpen
op de branders vervangen worden, en moet de minimum vlam op de
gaskranen geregeld worden. Voor de vervanging van de straalpijpen moet
gehandeld worden zoals wordt beschreven in de volgende paragrafen.
10.1 Vervanging van de straalpijpen van de kookplaat
1 Verwijder de roosters, alle deksels en de vlamverdelers;
2 Draai alle straalpijpen van de branders los met behulp van een
buissleutel van 7 mm;
3 Vervang de straalpijpen van de branders met diegene voor het gas dat
gebruikt zal worden (raadpleeg paragraaf"10.2 Tabel met kenmerken
van de branders en de straalpijpen").
4 Plaats de branders weer correct in de gepaste zitten.
De straalpijpen en de gegevens in verband met het stadsgas (G110 – 8
mbar) kunnen gevonden worden bij de Erkende Assistentiecentra.
168
Aanwijzingen voor de installateur
10.2 Tabel met kenmerken van de branders en de straalpijpen
Brander
NOMINAAL
WARMTE-
VERBRUIK
(KW)
VLOEIBAAR GAS - G30/G31 30/37mbar
Diameter
van de
straalpijp
1/100 mm
By-pass
1/100 mm
Gere-
duceerd
verbruik
(W)
Verbruik
g/h G30
Verbruik
g/h G31
Hulpbrander (1) 1.05 50 28 350 76 75
Halfsnelle brander (2) 1.75 65 32 450 127 125
Snelle brander (3) 2.3 75 42 800 167 164
Zeer snelle brander (4) 3.5 94 63 1500 254 250
Zeer snelle brander (5) 3.9 100 63 1500 284 278
Visplaat (6) 1.9 68 42 900 138 136
Brander
NOMINAAL WARM-
TEVERBRUIK (KW)
METHAAN - G20 20mbar
Diameter van de straalpijp
1/100 mm
Gereduceerd verbruik
(W)
Hulpbrander (1) 1.05 72 350
Halfsnelle brander (2) 1.75 97 450
Snelle brander (3) 2.5 108 800
Zeer snelle brander (4) 3.5 133 1500
Zeer snelle brander (5) 3.9 135 1500
Visplaat (6) 1.9 94 900
Brander
NOMINAAL WARM-
TEVERBRUIK (KW)
METHAAN - G25 25mbar
Diameter van de straalpijp
1/100 mm
Gereduceerd verbruik
(W)
Hulpbrander (1) 1.05 72 350
Halfsnelle brander (2) 1.75 94 450
Snelle brander (3) 2.5 115 800
Zeer snelle brander (4) 3.5 138 1500
Zeer snelle brander (5) 4.2 148 1500
Visplaat (6) 1.9 100 900
169
Aanwijzingen voor de installateur
Brander
NOMINAAL WARM-
TEVERBRUIK (KW)
METHAAN - G20/25 25/25mbar
BE
Diameter van de straalpijp
1/100 mm
Gereduceerd verbruik
(W)
Hulpbrander (1) 1.05 72 350
Halfsnelle brander (2) 1.75 97 450
Snelle brander (3) 2.5 108 800
Zeer snelle brander (4) 3.5 133 1500
Zeer snelle brander (5) 3.9 135 1500
Visplaat (6) 1.9 94 900
Om de branders van uw kookplaat de identificeren, moeten de tekeningen
in de paragraaf "4. KEN UW TOESTEL" geraadpleegd worden.
170
Aanwijzingen voor de installateur
11. UITEINDELIJKE HANDELINGEN VOOR DE
GASTOESTELLEN
Na de regelingen moet het toestel weer gemonteerd worden door de
omgekeerde zin te volgen van de aanwijzingen die aangeduid worden in
de paragraaf "10.1 Vervanging van de straalpijpen van de kookplaat".
Na de regeling met een ander gas dan dat van de keuring moet het etiket
voor de regeling van het gas, dat werd aangebracht op de carter van het
toestel, vervangen worden met dat voor het nieuwe gas. Het etiket is
verkrijgbaar bij het dichtst bijzijnde Erkend Assistentiecentrum.
11.1 Regeling van het minimum voor stadsgas en voor
methaan
Schakel de brander aan, en plaats hem op de
minimum stand. Verwijder de knop van de
gaskraan en handel op de regelschroef die zich
intern of naast het staafje van de kraan bevindt
(afhankelijk van het model), tot een regelmatige
minimum vlam wordt verkregen. Monteer de
knop weer, en controleer de stabiliteit van de
vlam van de brander (wanneer de knop snel van
de maximum positie naar de minimum positie
wordt gedraaid, mag de vlam niet doven).
Herhaal deze handeling voor alle gaskranen.
11.2 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor de regeling van het minimum met vloeibaar gas moet de schroef die
zich intern of naast het staafje van de kraan bevindt volledig in wijzerszin
gedraaid worden (afhankelijk van het model). De diameters van de by-
pass voor elke brander kan u vinden in de tabel "10.2 Tabel met
kenmerken van de branders en de straalpijpen".
11.3 Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen mettertijd moeilijk draaien en geblokkeerd
raken. Reinig ze intern en vervang het smeervet. Deze handeling moet
uitgevoerd worden door een gespecialiseerd technicus.
20

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Smeg pdxs31snl bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Smeg pdxs31snl in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,69 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Smeg pdxs31snl

Smeg pdxs31snl Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 34 pagina's

Smeg pdxs31snl Gebruiksaanwijzing - English - 32 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info