324428
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/24
Pagina verder
Inhoudsopgave
1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ...................................................................................................4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ...............................................................................................5
3. GEBRUIKSBESTEMMING ..........................................................................................................5
4. UW FORNUIS .............................................................................................................................6
5. VÓÓR DE INSTALLATIE ............................................................................................................6
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ...............................................................................................7
7. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN OP HET PANEEL AAN DE VOORKANT .8
8. GEBRUIK VAN DE OVEN .........................................................................................................10
9. ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR ...................................................................................12
10. REINIGING EN ONDERHOUD ...............................................................................................14
11. BUITENGEWOON ONDERHOUD ..........................................................................................16
12. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT .....................................................................................17
13. REGELING VAN HET GAS .....................................................................................................20
14. LAATSTE HANDELINGEN ......................................................................................................23
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE
IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING STAAN.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen, beschrijving van de bedieningen en
de juiste reinigings- en onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die de
gasinstallatie moet controleren en de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet
uitvoeren.
3
Gebruiksvoorschriften
4
1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
INSTRUCTIES VOOR DE AFVALVERWERKING – ONZE ZORG VOOR HET MILIEU
Wij gebruiken voor de verpakking van onze apparaat niet-vervuilende en dus milieuvriendelijke en recyclebare
materialen. Wij vragen om uw medewerking door te zorgen voor een juiste verwerking van het
verpakkingsmateriaal. De adressen van de centra voor het verzamelen, de recyclage of de verwerking zijn
beschikbaar bij uw wederverkoper of bij de plaatselijke betrokken instanties.
Laat de verpakking of delen ervan niet zomaar ergens achter. Dit kan gevaar van verstikking opleveren voor
kinderen, vooral de plastic zakjes.
U moet ook zorgen voor een correcte verwerking van het oude apparaat.
Belangrijk: bezorg het apparaat bij het plaatselijk erkende bedrijf voor de verzameling van niet meer gebruikte
huishoudelijke apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op intelligente wijze worden
gerecycled. Koelapparaten bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu. U moet er daarom voor
zorgen dat de leidingen van het koelcircuit niet worden beschadigd voordat de hiermee belaste dienst zich over het
huishoudelijke apparaat heeft ontfermd.
Voordat u uw koelkast wegdoet is het belangrijk dat u de deuren verwijderd en de rekken in de gebruiksstand laat,
om te voorkomen dat spelende kinderen opgesloten raken in de meubels. Verder moet u de elektrische
voedingskabel afsnijden en hem samen met de stekker verwijderen.
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN
GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE
LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE
AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN.
BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN
GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE
GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
VOLDOET AAN DE GELDENDE NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET
APPARAAT IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN
OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK
GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER GEBRUIK DAN IS
AANGEGEVEN, AF.
GEBRUIK DIT APPARAAT NIET VOOR HET VERWARMEN VAN RUIMTEN.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SCHEID DE
VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET
DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN
2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR –
AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE
AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE
EUROPESE UNIE.
LAAT DE OPENINGEN, DE VENTILATIESLEUVEN OF OPENINGEN VOOR WARMTEAFVOER NIET
VERSTOPT RAKEN.
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE
MARKERING IS ZICHTBAAR BINNEN IN DE OPBERGRUIMTE VAN HET FORNUIS GEPLAATST.
DEZE PLAAT MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
GEBRUIK BESLIST GEEN METALEN SPONSJES OF SCHERPE SCHRAPERS, OM DE
OPPERVLAKKEN NIET TE BESCHADIGEN. GEBRUIK NORMALE PRODUCTEN VOOR
STAAL, NIET SCHUREND, EN MAAK EVENTUEEL GEBRUIK VAN HOUTEN OF
KUNSTSTOF WERKTUIGEN.
NAUWKEURIG AFNEMEN EN DROGEN MET EEN ZACHTE DOEK OF EEN ZEEM VAN
DAMHERTENLEER.
ZORG ERVOOR DAT ER IN DE OVEN GEEN ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS (BIJV.
JAM) OPDROGEN. ALS DEZE SUBSTANTIES TE LANG OPDROGEN IN DE OVEN
ZOUDEN ZE DE EMAILBEKLEDING VAN DE BINNENKANT VAN DE OVEN KUNNEN
BESCHADIGEN.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af voor persoonlijk letsel of materiële schade of die
veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar
maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet-originele
vervangingsonderdelen.
Veiligheidsvoorschriften
5
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3. GEBRUIKSBESTEMMING
ELEKTRISCHE AANSLUITING: U DIENT U TE HOUDEN AAN DE INSTALLATIE-INSTRUCTIES MET
BETREKKING TOT HET GAS EN DE ELEKTRISCHE VOEDING EN DE VENTILATIEVEREISTEN.
OM VEILIGHEIDSREDENEN EN IN UW BELANG IS WETTELIJK BESLOTEN DAT DE INSTALLATIE
VAN EN DE ASSISTENTIE VOOR ALLE HUISHOUDELIJKE GASAPPARATEN MOET WORDEN
UITGEVOERD DOOR DESKUNDIG PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE VAN TOEPASSING
ZIJNDE NORMEN EN REGLEMENTEN. DE BIJ CORGI INGESCHREVEN INSTALLATEURS ZIJN
ERTOE VERPLICHT OM VOLGENS OPTIMALE STANDAARDS TE WERKEN. DE LOSKOPPELING
VAN DE HUISHOUDELIJKE GAS- EN ELEKTRISCHE APPARATEN MOET ALTIJD WORDEN
UITGEVOERD DOOR DESKUNDIG PERSONEEL.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN
WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE
VOORSCHRIFTEN VOLDOEN. BIJ EEN INGEBOUWD APPARAAT MOET HET STOPCONTACT
BEREIKBAAR ZIJN. TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.
DIT APPARAAT MAG NIET OP EEN VERHOOGD PLATFORM WORDEN GEÏNSTALLEERD.
EEN AARDING IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
KEUR HET FORNUIS ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND VAN DE INSTRUCTIES DIE
VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL VAN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT
WORDEN AFGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE
TECHNISCHE SERVICECENTRUM WORDEN GECONTACTEERD.
PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.
ZET GEEN PANNEN MET EEN ONREGELMATIGE OF RUWE BODEM OP DE ROOSTERS VAN DE
KOOKPLAAT.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK VAN DE KOOKPLAAT TE
BUITEN GAAN.
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: ALS DEZE ONOPZETTELIJK
AANGEZET ZOU WORDEN, ZOU ER BRAND KUNNEN ONTSTAAN.
HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE
VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVEN NIET AANRAAKT.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA HET KINDEREN NIET
TOE IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TE KOMEN OF ERMEE TE SPELEN.
ALS DE GRILL IN WERKING IS KUNNEN DE DELEN DIE AANGERAAKT KUNNEN WORDEN HEEL
HEET WORDEN: HOUD KINDEREN UIT DE BUURT.
NA ELK GEBRUIK DIENT U ALTIJD TE CONTROLEREN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE
STAND (UIT) STAAN.
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET
APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE
IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING STAAN.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid
af voor persoonlijk letsel of materiële schade of die
veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken
van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik en voldoet aan de geldende normen die op dit
moment van kracht zijn. het apparaat is gebouwd om de volgende functie te vervullen: bereiding en
opwarmen van voedsel; ieder andersoortige gebruik dient als oneigenlijk gebruik te worden
beschouwd.
Instructies voor de gebruiker
6
4. UW FORNUIS
5. VÓÓR DE INSTALLATIE
KOOKPLAAT
BEDIENINGSPANEEL
OVEN
OPBERGRUIMTE
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd achter in de huiselijke omgeving. Scheid de
verschillende van de verpakking afkomstige afvalmaterialen en lever ze af bij het dichtstbijzijnde centrum
voor de gedifferentieerde verzameling van het afval.
Voor het verwijderen van alle fabricageresten wordt het aanbevolen om de binnenkant van het apparaat
schoon te maken. Voor meer informatie over het reinigen verwijzen wij naar hoofdstuk “10. REINIGING
EN ONDERHOUD”.
Als de oven en de grill voor het eerst worden gebruik is het wenselijk hen te verwarmen tot de maximum
temperatuur (260°C) voor een duur die voldoende is om eventuele olieresiduen die bij de productie zijn
achtergebleven te verwijderen, die het voedsel een onaangename geur zouden kunnen geven. Na een
stroomuitval knippert het display van de oven regelmatig met . Zie voor de instelling paragraaf “9.
ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR”.
Instructies voor de gebruiker
7
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
6.1 Ontsteking van de branders van de kookplaat
Alvorens de branders van de kookplaat te ontsteken dient u te controleren of de vlamverdelerkransen
goed op hun plaats zitten met hun kapjes, en erop letten of de gaten A van de vlamverdelers
corresponderen met de bougies en de thermokoppels.
Voordat de branders worden aangestoken moet het glazen deksel worden opgetild; voordat dit weer
gesloten wordt, moeten alle branders worden uitgeschakeld, en moet worden gewacht tot ze zijn
afgekoeld.
Het rooster B dat op verzoek geleverd wordt, wordt gebruikt voor de wok (Chinese pan).
Ter bescherming van de kookplaat hebben we het fornuis uitgerust met een verhoogd rooster C dat
onder pannen met een diameter van meer dan 26 cm kan worden geplaatst.
De bijgeleverde reductie C dient te worden gebruikt voor kleine pannen.
Bij elke knop wordt aangegeven bij welke brander hij hoort. Het apparaat is
voorzien van een elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is voldoende de
knop in te drukken en op het symbool van de minimum vlam te draaien,
totdat de ontsteking heeft plaatsgevonden. Houd de knop enkele seconden
ingedrukt om het thermokoppel de gelegenheid te geven warm te worden. Het
kan zijn dat de brander uitgaat op het moment dat de knop wordt losgelaten; dit
betekent dat het thermokoppel onvoldoende verwarmd is. Herhaal de handeling
en houd de knop langer ingedrukt. Deze handeling is niet nodig bij branders die
geen thermokoppel hebben.
Bij de modellen met thermokoppel zal, als de branders ongewild uitgaan, een veiligheidsvoorziening
ervoor zorgen dat de gasstroom wordt geblokkeerd, ook als de kraan open staat.
6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de plaat
Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik: gebruik pannen met een deksel,
met de juiste afmetingen in verhouding tot de brander, om te vermijden dat de vlam de zijkanten raakt (zie
paragraaf “6.3 Diameter van de pannen”). Verklein de vlam op het moment van koken zoveel als nodig is
om te voorkomen dat de vloeistof overkookt. Om tijdens de bereiding verbrandingen of beschadiging van
de plaat te vermijden, moeten alle pannen en schalen binnen de omtrek van de kookplaat worden
geplaatst. Alle pannen moeten een platte, regelmatige bodem hebben. Let bij het gebruik van olie of vet
zeer goed op, want deze kunnen vlam vatten als zij oververhit raken. Als de oven toevallig uitgaat, de
bedieningsknop sluiten en de ontsteking opnieuw proberen, na minstens 1 minuut te hebben gewacht.
6.3 Diameter van de pannen
BRANDERS
1. Hulpbrander
2. Halfsnelle
3. Snel
4. Drievoudige
krans
Ø MIN. EN MAX. (IN CM.)
12 - 14
16 - 24
18 - 26
18 - 26
Instructies voor de gebruiker
8
7. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN OP HET PANEEL
AAN DE VOORKANT
lle bedieningen en controles van de oven zijn verzameld op het frontale bedienigsbord. In de
onderstaande tabel vindt u een beschrijving van de gebruikte symbolen.
THERMOSTAAT ELEKTRISCHE OVEN BRANDER LINKS VOOR
FUNCTIEKOP ELEKTRISCHE OVEN BRANDER LINKS ACHTER
BRANDER MIDDEN
BRANDER LINKS ACHTER
BRANDER LINKS ACHTER
Als het fornuis een elektronische programmator heeft, controleer dan voordat u de oven gaat gebruiken
of het symbool op het display verschijnt, zie paragraaf “9. ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR”.
BEDIENINGSKNOP BRANDERS VAN DE PLAAT
De vlam wordt ontstoken door de knop in te drukken en in de richting tegen de
klok in op de minimum vlam te draaien. Draai de knop in het gebied tussen
het maximum ( ) en het minimum ( ) om de vlam te regelen. De brander
wordt gedoofd door de knop in de stand te zetten.
THERMOSTAATKNOP ELEKTRISCHE OVEN
De bereidingstemperatuur wordt gekozen door de kop met de klok mee op de
gewenste temperatuur te draaien, tussen 50° en 260°C.
Als het apparaat is uitgerust met een elektrische oven, signaleert het
controlelampje door te gaan branden dat de oven verwarmd wordt. Als het
lampje uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde temperatuur is bereikt. Als het
lampje regelmatig knippert betekent dat, dat de temperatuur in de oven
constant op het ingestelde niveau gehouden wordt.
Instructies voor de gebruiker
9
FUNCTIEKNOP ELEKTRISCHE OVEN
De verschillende functies van de elektrische oven zijn voor meerdere
kookwijzen geschikt. Stel, na de gewenste functie te hebben geselecteerd, de
kooktemperatuur in met behulp van de thermostaatknop.
FUNCTIE STATISCHE OVEN FUNCTIE GRILL + VENTILATOR
FUNCTIE OND.
VERWARMINGSELEMENT
VERWARMINGSELEMENT BOVEN EN
ONDER + VERWARMINGSELEMENT
GEVENTILEERD
FUNCTIE KLEINE GRILL + BRAADSPIT
(BIJ DE MODELLEN MET BRAADSPIT)
FUNCTIE GEVENTILEERDE OVEN
FUNCTIE GRILL ONTVRIEZING
Instructies voor de gebruiker
10
8. GEBRUIK VAN DE OVEN
Vergewis u ervan bij de modellen met elektronische programmator, dat op het display het symbool
verschijnt alvorens de oven te gebruiken.
8.1 Verwittigingen en algemene raadgevingen
Als de oven en de grill voor het eerst worden gebruik is het wenselijk hen te verwarmen tot de maximum
temperatuur (275°C) voor een duur die voldoende is om eventuele olieresiduen die bij de productie zijn
achtergebleven te verwijderen, die het voedsel een onaangename geur zouden kunnen geven. Na een
stroomuitval knippert het display van de oven regelmatig met . Zie voor de instelling paragraaf “9.
ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR”.
De ovenaccessoires die in aanraking kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen die
voldoen aan de voorschriften van de geldende richtlijn.
LET OP: de gasoven moet worden ingeschakeld terwijl de ovendeur open staat.
De oven is uitgerust met een veiligheidssysteem dat de inschakeling van de
brander bij gesloten deur verhindert. Als er een verkeerde manoeuvre wordt
uitgevoerd, open dan de deur en wacht enkele ogenblikken alvorens de oven
opnieuw aan te steken.
Teneinde te voorkomen dat de eventuele damp binnen in de oven last
veroorzaakt, de ovendeur in twee ogenblikken openen: de deur half open houden
(ongeveer 5 cm.) gedurende 4-5 seconden, en ze daarna volledig openen. Indien
het nodig is de gerechten tijdens het koken te behandelen, moet men de ovendeur
zo kort mogelijk open laten teneinde te vermijden dat de temperatuur binnen in de
oven afkoelt zodanig dat een goede afloop van het koken risico loopt.
8.2 Koelventilator
Het apparaat is uitgerust met een koelsysteem dat enkele minuten na de inschakeling van de oven in
werking treedt.
De werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die boven de deur naar buiten komt,
en die nog korte tijd nadat de oven is uitgeschakeld, door kan gaan.
8.3 Werking van de grill + het draaispit
Met zowel de statische grill als de geventileerde grill functies kunt u koken in combinatie met het
draaispit. Steek de spies van het spit in de bus van het draaispit, selecteer de grillfunctie of of die
van de geventileerde grill en zet de thermostaatknop in de stand van de gewenste temperatuur (in
ieder geval niet hoger dan 220°C).
8.3.1 Gebruik van het draaispit
Plaats het draaispitframe in de tweede stand
van onderen en zorg ervoor dat de bus voor de
spies uit de oven naar buiten steekt. Plaats de
spies zoals afgebeeld (1) in de tekening en duw
het frame de oven in tot het uiteinde van de
spies zich tegenover het gat van het
draaispitmotortje bevindt. Nu moet u de spies
naar links duwen tot hij de in de tekening
afgebeelde (2) stand heeft ingenomen. Om
deze functie in te schakelen moet u de
schakelaar in stand ( ) draaien.
Deze handelingen moeten bij een koude
oven worden uitgevoerd.
Op het einde van de kooktijd moet u met
behulp van het speciale gereedschap de spies
uit de opening trekken en het draaispitframe
verwijderen zodat de spies van het draaispit uit
de ovenruimte naar buiten komt.
1 2
3 4
Instructies voor de gebruiker
11
8.4 Het gebruik van de grill
Laat na de inschakeling, die bevestigd wordt doordat het rode lampje is gaan branden, de oven 5
minuten opwarmen alvorens er voedsel in te zetten.
Het voedsel moet voor de bereiding gearomatiseerd worden. Ook moet het worden ingestreken met olie
of vloeibaar gemaakt boter voordat de bereiding begint. Gebruik de ovenplaat om de jus op te vangen.
Het voedsel dat gekookt moet worden moet op het ovenrooster worden gezet dat op één van de
geleiders moet worden geplaatst die bij de verschillende types ovens horen, volgens onderstaande
aanwijzingen:
VOEDSEL ROOSTER OP HET
SCHAP
Plat, dun vlees 3
Rollades 2 - 3
Gevogelte ame 2 - 3
8.5 WAARSCHUWINGEN
Deze kookwijze mag in ieder geval niet langer dan 60 minuten duren.
• Bij de modellen met gasoven moet, bij gebruik van de grill en grill + draaispit, de deur
gedeeltelijk-in de eerste stand-geopend blijven.
Om gevaarlijke oververhitting te vermijden moet het glazen deksel van het apparaat, als de
oven of de grill worden gebruikt, altijd omhoog staan.
Tijdens en na het gebruik van de grill kunnen de aanraakbare onderdelen heel heet geworden
zijn, en kinderen moeten dus uit de buurt worden gehouden.
Het wordt aanbevolen om tijdens het gebruik van het draaispit één van de bij het fornuis
geleverde schalen onderin de oven te plaatsen, op de eerste richel van onderen, om het vet en
de sappen die zich kunnen vormen, op te vangen.
Als u de oven gebruikt moet u alle niet-gebruikte schalen en roosters verwijderen.
Indien uw fornuis is uitgerust met een knoppenbescherming, moet u
die bij gebruik van de grill of de grill + draaispit monteren zoals
afgebeeld in de figuur door de sleuven “A” vast te klemmen met de
pennen “B” bovenin de ovenruimte.
8.6 Opbergruimte
Onder in het fornuis, onder de oven, zit een opbergruimte.
Deze kan worden geopend door boven aan het deurtje te trekken.
Bewaar er beslist geen ontvlambare materialen zoals doeken, papier
e.d. in, maar eventueel alleen de metalen accessoires van het
apparaat.
Open het bergvak niet als de oven brandt of nog heet is. Deze ruimte kan van binnen namelijk erg heet
worden.
Instructies voor de gebruiker
12
9. ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR
LIJST FUNCTIES
TIJDSCHAKELAAR
DRUKKNOP TIJD VAN HET KOKEN
DRUKKNOP EINDE VAN HET KOKEN
DRUKKNOP VERMINDERING WAARDE
DRUKKNOP VERHOGING WAARDE
9.1 Instelling van de tijd
Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt, ofwel, na een onderbreking van de electriciteit, blikt
de display met een regelmatige onderbreking en duidt aan. Druk tegelijkertijd op de toetsen
en en druk tegelijk ook de wijzigingstoetsen van de cijfers of in: elke druk op de toets betekent
een minuut meer of minder.
Voor elke instelling van de programmeur moeten de functie en de gewenste temperatuur worden
ingesteld.
9.2 Semi-automatisch koken
Deze instelling laat het automatisch afslaan van de oven toe wanneer de kookfase beëindigd is.
Indien men op de toets drukt wordt de display verlicht die dan de cijfers aanduidt; men moet
de toets ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde of bedienen teneinde
de duur van het koken in te stellen.
Als men de toets loslaat, zal het aftellen beginnen van de geprogrammeerde kooktijd en op de
display zal het lopende uur verschijnen samen met de symbolen A en .
9.3 Automatisch koken
Deze regeling laat het aansteken en uitdoen van de oven op een totaal automatische wijze mogelijk.
Door op de toets te drukken wordt de display verlicht die de cijfers oont; de toets ingedrukt
houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde of bedienen om de duurtijd van het koken
in te stellen. Door op de toets te drukken zal op de display de som verschijnen van het lopende uur +
de kookduur: ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering waarde of bedienen om
het tijdstip voor het einde van het koken te regelen. Wanneer men de toets los laat, zal het
geprogrammeerde aftellen beginnen en op de display zal het lopende uur verschijnen samen met de
symbolen A en .
Om na de instelling de resterende bereidingstijd te kunnen zien moet op de toets worden gedrukt;
voor het tijdstip van het einde van de bereiding drukt u op de toets . Instellingen met inconsequente
waarden wordt logisch verhinderd (bijv. een tegenstelling tussen het einde van de bereidingstijd en een
langere duur wordt niet door de programmeur geaccepteerd).
Instructies voor de gebruiker
13
9.4 Einde van het koken
Op het einde van het koken zal de oven automatisch uitgaan en tegelijkertijd begint een intermitterend
akoestisch signaal te werken. Na het uitschakelen van het akoestisch signaal, zal de display opnieuw
het lopend uur tonen samen met het symbool , die de terugkeer aanduidt van de conditie van
manuele bediening van de oven.
9.5 Minuterie
De programmakiezer kan ook als eenvoudige minuterie gebruikt worden. Door op de toets te drukken
verschijnen op de display de cijfers ; ingedrukt houden en tegelijkertijd de toetsen verandering
waarde of bedienen. Als de toets wordt losgelaten, begint de geprogrammeerde telling en
verschijnt het huidige tijdstip op het display en het symbool .
Druk op de toets om na de instelling de resterende tijd te laten weergeven. Het gebruik als minuterie
onderbreekt de werking van de oven niet aan het einde van de ingestelde tijd.
9.6 Regeling van het volume van het akoestisch signaal
Het geluidssignaal beschikt over 3 verschillende volumeniveaus.
Om het niveau te wijzigen moet u op het eind van de kookwekkerfunctie, wanneer het geluidssignaal
afgaat, toets indrukken.
9.7 Afzetten van het geluidssignaal
Het geluidssignaal stopt automatisch na zeven minuten. Het is mogelijk het signaal met de hand af te
zetten door tegelijkertijd de toetsen en in te drukken. Om het apparaat uit te schakelen moet u
vervolgens de knoppen in de stand 0 zetten.
9.8 Annuleren van de ingestelde gegevens
Terwijl het programma ingesteld is, de toets van de functie die men wenst te annuleren ingedrukt houden
terwijl men tegelijkertijd de waarde bekomt met de toetsen verandering waarde of . De
annulering van de kookduur zal door de programmakiezer geïnterpreteerd worden als einde van de
kooktijd.
9.9 Wijziging van de ingestelde gegevens
De gegevens die ingesteld zijn voor de bereiding kunnen op elk moment worden gewijzigd door de toets
van de functie ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de toetsen of voor verandering van de
waarden te drukken.
Instructies voor de gebruiker
14
10.REINIGING EN ONDERHOUD
10.1 Reiniging van het roestvrij staal
Om het roestvrij staal in goede staat te houden moet het regelmatig worden schoongemaakt na elk
gebruik van het fornuis, nadat dit is afgekoeld.
10.2 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het schoonmaken en conserveren van de roestvrij stalen oppervlakken altijd specifieke
producten die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en maak hiermee het oppervlak schoon,
nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een zeem van damhertenleer.
10.3 Voedselvlekken of -restanten
Gebruik beslist geen metalen sponsjes of scherpe schrapers, om de oppervlakken niet te
beschadigen. Gebruik normale producten voor staal, niet schurend, en maak eventueel gebruik
van houten of kunststof werktuigen.
Nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een zeem van damhertenleer.
Zorg ervoor dat er in de oven geen etensresten op suikerbasis (bijv. jam) opdrogen. Als deze
substanties te lang opdrogen in de oven zouden ze de emailbekleding van de binnenkant van
de oven kunnen beschadigen.
10.4 Reiniging van de onderdelen van de kookplaat
10.4.1De roosters
Haal de roosters weg en maak hen schoon in lauw water en een niet-schurend reinigingsmiddel, en let
erop dat alle aankoekingen worden verwijderd. Plaats de roosters terug op de kookplaat.
Het voortdurende contact van de roosters met de vlam kan in de loop der tijd het glazuur in de buurt van
de gebieden die blootstaan aan de hitte aantasten. Dit is een volkomen natuurlijk verschijnsel dat geheel
niet van invloed is op de functionaliteit van deze component.
10.4.2De kapjes en vlamverdelerkransen
De kapjes en de vlamverdelerkransen kunnen worden weggehaald om hen
gemakkelijk schoon te maken; was hen af met warm water en een niet-schurend
reinigingsmiddel. Let erop dat alle aankoekingen worden verwijderd en wacht tot
ze perfect droog zijn.
LET OP: was deze onderdelen niet af in de vaatwasmachine.
Kunnen worden geweekt met warm water en een reinigingsmiddel.
Plaats de vlamverdelerkransen terug, en vergewis u ervan dat ze goed op hun
plaats zitten met de kapjes. Let erop dat de gaten A van de vlamverdelers
corresponderen met de bougies en de thermo-elementen.
10.4.3De bougies en de thermokoppels
Voor een goede werking moeten de ontstekingsbougies en thermokoppels, op de
modellen die hiervan zijn voorzien, altijd goed schoongehouden worden.
Controleer hen vaak en maak hen indien nodig schoon met een vochtige doek.
Eventuele droge resten moeten worden verwijderd met een houten prikkertje of met een
naald.
Instructies voor de gebruiker
15
10.5 Reiniging van de oven
Om de oven in goede staat te houden, moet hij regelmatig worden schoongemaakt, nadat hij is
afgekoeld. Haal alle delen die verwijderd kunnen worden, weg.
Maak de ovenroosters schoon met warm water en niet-schurende reinigingsmiddelen, spoel hen af
en maak hen droog.
10.6 Ruit van de deur
Het wordt geadviseerd deze altijd goed schoon de houden. Gebruik absorberend keukenpapier of was
de ruit, in geval van hardnekkig vuil, met een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Instructies voor de gebruiker
16
11.BUITENGEWOON ONDERHOUD
De oven vereist zo nu en dan kleine onderhoudsingrepen of vervanging van onderdelen die onderhevig
zijn aan slijtage, zoals pakkingen, lampjes, enz. Hier volgen de specifieke instructies voor alle ingrepen
van deze aard.
Voor de werkzaamheden moet altijd de elektrische voeding naar het apparaat worden uitgeschakeld.
11.1 Smering van de kranen en de thermostaat van de gasoven
In de loop der tijd kan het gebeuren dat de kranen en de thermostaat van de gasoven moeilijker gaan
draaien en blokkeren. Maak hen dan schoon aan de binnenkant en vervang het smeervet ervan. Deze
handeling moet worden verricht door een gespecialiseerd technicus.
11.2 Vervanging van het lampje
Het beschermingsdeksel A wegnemen. door het los te vijzen tegen de wijzers van de klok in, de lamp B
vervangen met een andere van hetzelfde type (25 W). Het beschermingsdeksel A terugplaatsen.
Uitsluitend lampen voor ovens gebruiken (T 300°C).
11.3 Demontage van de deur
De deur aan de twee zijden met beide handen vastnemen dicht
bij de scharnieren A en de krukken B opheffen. De ovendeur
naar boven opheffen door een hoek van ongeveer 45° te
vormen en ze eruit trekken.
Om de deur terug te plaatsen, de scharnieren A in de daartoe
bestemde gleuven plaatsen, ze vervolgens naar beneden toe
laten steunen en de krukken B loslaten.
11.4 Pakking ovendeur
De pakking van de deur kan worden verwijderd om de ovens accuraat schoon
te maken. Alvorens de pakkingen te verwijderen moeten de ovendeuren
worden gedemonteerd zoals eerder beschreven. Til, als de deur verwijderd is,
de lipjes op de hoeken op, zoals te zien is op de afbeelding.
Instructies voor de installateur
17
12.INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met
de geldende normen.
Dit apparaat behoort tot de klasse L voor wat betreft brandgevaar. Het fornuis kan tegen wanden
worden geplaatst waarvan er één hoger is dan de kookplaat zoals afgebeeld in de tekeningen A en B
met betrekking tot de installatieklassen. De minimumafstand voor boven de kookplaat gemonteerde
schappen of afzuigkappen is 750 mm.
12.1 Elektrische aansluiting
Vergewis u ervan dat het voltage en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met de
eigenschappen die vermeld worden op de plaat in de opbergruimte voor voedsel.
Deze plaat mag nooit worden verwijderd.
Als het apparaat met een vaste aansluiting op het net wordt aangesloten moet er op de voedingslijn een
meerpolig uitschakelmechanisme met een openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm
worden voorzien die op een gemakkelijk te bereiken positie in de buurt van het apparaat moet worden
geplaatst.
Het apparaat kan vast of met een stekker en stopcontact worden aangesloten op het net. In het tweede
geval moeten de stekker en het stopcontact geschikt zijn voor de gebruikte kabel en voldoen aan de
geldende voorschriften. Voor elk type aansluiting moet het apparaat beslist geaard worden.
Alvorens het aan te sluiten dient te worden gecontroleerd of de voedingslijn naar behoren is geaard.
Gebruik geen reducties, adapters of omleidingen.
1 - Voor de werking op 380-415V3N
(alleen voor de 90 cm
brede modellen): gebruik een vijfpolige kabel H05RR-F of
H05V2V2-F met een sectie van 5 x 1,5 mm
2
2 - Voor de werking op 380-415V2N
(alleen voor de 90 cm
brede modellen): gebruik een vierpolige kabel H05RR-F of
H05V2V2-F met een sectie van 4 x 1,5 mm
2
.
3 - Voor de werking op 220-240V
: gebruik een driepolige kabel
H05RR-F of H05V2V2-F met een sectie van 3 x 2,5 mm
2
.
Het uiteinde van de kabel dat op het apparaat moet worden
aangesloten moet een (geel-groene) aardleiding hebben die
tenminste 20 mm langer is.
Instructies voor de installateur
18
12.2 Afvoer van verbrandingsproducten
De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via wasemkappen die zijn verbonden met
een schouw met natuurlijke trek en de juiste doelmatigheid, door geforceerde afzuiging. Een doelmatig
afzuigsysteem vereist een nauwgezet ontwerp door een specialist die daartoe bevoegd is, met
inachtneming van de posities en afstanden die door de normen worden opgelegd. Na de
werkzaamheden moet de installateur een conformiteitsverklaring afgeven.
12.3 Ventilatie van de ruimten
Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in voortdurend geventileerde vertrekken, zoals
voorzien door de geldende normen. In het vertrek waar het apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht
toe kunnen vloeien als nodig is voor een correcte verbranding van het gas en voor de nodige
luchtverversing in het vertrek zelf. De luchtinlaten, die beschermd worden door roosters, moeten de
juiste afmetingen hebben (zie de geldende normen) en moeten zo worden geplaatst dat ze niet (ook niet
gedeeltelijk) afgesloten worden.
De keuken moet voldoende worden geventileerd om de warmte en vochtigheid die door het koken
worden veroorzaakt, af te voeren: in het bijzonder is het raadzaam om na langdurig gebruik een raam
open te zetten of eventuele ventilatoren op een hogere snelheid te zetten.
12.4 Gasaansluiting
Het aansluiten met een rubberen slang, die voldoet aan de geldende voorschriften, moet zodanig
worden verricht dat de lengte van de leiding niet groter is dan 1,5 meter; vergewis u ervan dat de
slang niet in aanraking komt met beweegbare onderdelen, of klem komt te zitten. De binnendiameter
van de slang moet 8 mm zijn voor VLOEIBAAR GAS en 13 mm voor METHAANGAS.
Controleer of aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
of de leiding bevestigd is aan een slanghouder met veiligheidsklembandje;
of de leiding over de hele lengte (max. 1.5 m) geïnspecteerd kan worden;
of de leiding op geen enkel punt van de route in aanraking komt met hete wanden (max. 50°C);
of hij niet blootstaat aan trekkrachten of spanningen, en geen scherpe bochten maakt of afgekneld
wordt;
of hij niet in aanraking komt met snijdende voorwerpen of scherpe hoeken;
als de leiding niet perfect afgedicht is en gaslekkages in de omgeving veroorzaakt, probeer hem dan
niet te repareren: vervang hem door een nieuwe slang;
controleer of de houdbaarheidsdatum van de slang niet overschreden is.
DE AANSLUITING MET RUBBEREN SLANGEN DIE MOETEN VOLDOEN AAN DE GELDENDE
NORMEN IS ALLEEN TOEGESTAAN ALS DE SLANG OVER DE HELE LENGTE KAN WORDEN
GEÏNSPECTEERD.
12.4.1Aansluiting voor methaangas
Verricht de aansluiting op het gasnet met een rubberen slang die voldoet aan de
voorschriften van de geldende norm (controleer of de afkorting van de betreffende
norm op de slang afgedrukt is).
Schroef de slanghouder A zorgvuldig op het gasverbindingsstuk B van het
apparaat en breng er de pakking C tussen aan. Steek de rubberen slang D op de
aansluiting A en zet hem vast met het schroefbandje E zoals voorgeschreven
wordt door de geldende norm.
Instructies voor de installateur
19
12.4.2Aansluiting van de gasfles in de ruimte in het apparaat
Open de ruimte aan de zijkant en zet er een gasfles van max. 15
kg in. Steek een uiteinde van de slang op de aansluiting en zet
hem vast met een van de twee bijgeleverde schroefbandjes.
Steek de slang in de gasflesruimte door het gat in de achterkant
van het apparaat, zoals in het schema hiernaast. Steek het
andere uiteinde op de drukregelaar van de gasfles; zet hem vast
met het tweede bijgeleverde bandje. Controleer op lekkages met
zeepsop, nooit met een vlam.
Gebruik voor de verbinding tussen fornuis en gasfles een stuk slang van 1.4 m ( ± 0.05 m), dat voldoet
aan de geldende norm.
12.4.3Aansluiting van de gasfles in de ruimte in het apparaat
Gebruik een drukregelaar die voldoet aan de geldende norm en breng de aansluiting tot stand met de
gasfles, volgens de geldende norm. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is met
de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf “13.3 Tabellen met eigenschappen van
branders en sproeiers”.
Schroef de kleine slanghouder F op de grote slanghouder A; sluit
het zo verkregen blok aan op het gasverbindingsstuk B (of gebruik
de slanghouder G die rechtstreeks moet worden aangesloten op het
gasverbindingsstuk B) en breng de pakking C ertussen aan. Steek
de uiteinden van de rubberen slang H op de slanghouder A+F (of G)
en op de uitlaataansluiting van de drukverminderaar op de gasfles.
Bevestig het uiteinde van de slang H op de slanghouders A+F (of G)
met het klembandje I volgens de geldende voorschriften.
De geïllustreerde slangaansluitingen A-F-G worden niet bij het apparaat geleverd. Gebruik uitsluitend
aansluitingen die aan de geldende norm voldoen.
12.4.4Aansluiting met een buigzame stalen slang (voor alle gassoorten)
Dit type aansluiting kan worden gerealiseerd voor allebei de
manierenvan installatie die worden geïllustreerd op de afb. "A" en
"B" in hoofdstuk "12. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT”. Gebruik
uitsluitend buigzame slangen van staal die voldoen aan de
geldende norm, met een maximum lengte van 1.5 meter.
Schroef het uiteinde van de buigzame slang L met de pakking C op
de gasaansluiting B met extern schroefdraad ½” gas (ISO 7-1) / ISO
228-1 .
Controleer de installatie op eventuele lekkages met zeepsop, nooit
met een vlam.
Instructies voor de installateur
20
13.REGELING VAN HET GAS
Alvorens reiniging of onderhoud uit te voeren moet het apparaat elektrisch uitgeschakeld worden.
13.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten
De kookplaat van het fornuis is getest op methaangas G25 (2L3B/P) bij een druk van 25 mbar. Als hij op
andere gassoorten moet werken, moeten de sproeiers op de branders worden vervangen en moet
tenslotte de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld. De sproeiers moeten worden vervangen
volgens de beschrijving in de volgende paragraaf.
13.2 Vervanging van de kookplaat
Bij deze ingreep hoeft de primaire lucht niet te worden geregeld.
1 Haal de roosters weg, verwijder alle kapjes en vlamverdelerkransen;
2 schroef de sproeiers van de branders los met een buissleutel van 7 mm;
3 vervang de sproeiers van de branders al naar gelang het gas dat u wilt gebruiken, op de manier die
beschreven wordt in paragraaf “13.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers”.
4 Plaats de branders weer terug op hun plaats.
Instructies voor de installateur
21
13.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers
Brander
Nominaal
warmtever-
mogen
(kW)
VLOEIBAAR GAS – G30/G31 28/37 mbar
Diameter
mondstuk
1/100 mm
By-pass
1/100
mm
Beperkt
debiet
(W)
Debiet
g/h G30
Debiet
g/h G31
Hulpbrander 1.0 50 30 350 72 71
Halfsnelle 1.75 65 33 450 127 125
Snel 2.5 79 45 800 181 178
Drievoudige
krans
3.5 94 65 1500 254 250
Oven 5.2 110 59 1200 377 371
Brander
Nominaal
warmtevermogen
(kW)
METHAANGAS – G25 25 mbar
Diameter mondstuk
1/100 mm
Beperkt debiet
(W)
Hulpbrander 1.0 72 350
Halfsnelle 1.75 94 450
Snel 2.5 116 800
Drievoudige
krans
3.5 138 1500
Oven 5.2 170 1200
Instructies voor de installateur
22
13.4 Rangschikking van de branders op de kookplaat
BRANDERS
1. Hulpbrander
2. Halfsnelle
3. Snel
4. Drievoudige krans
ø min e max (in cm)
12 - 14
16 - 24
18 - 24
18 - 26
13.5 Instelling van de ovenbrander (alleen voor modellen met gasoven)
Om de ovenbrander te kunnen regelen moet u zich toegang
verschaffen tot de binnenkant van de oven en de volgende
handelingen verrichten:
Haal de ovenplaat en het bijbehorende rooster weg.
Til de ovenplaat op en haal hem naar buiten weg.
13.5.1Vervanging sproeier van ovenbrander
• Draai de bevestigingsschroef A van de
ovenbrander los.
Duw de brander B naar rechts om bij de sproeier
te kunnen komen.
Verwijder het spuitstuk met behulp van een
pijpsleutel 13 en vervang hem met een model dat
geschikt is voor het te gebruiken type gas (zie
paragraaf “13.3 Tabellen met eigenschappen van
branders en sproeiers”)
13.5.2Instelling primaire lucht ovenbrander
Draai de stelschroef van de luchtregelingsmof los.
Draai de stelmof in de positie die correspondeert met de gassoort die wilt
gebruiken, volgens onderstaande tabel.
Draai de stelschroef vast en breng de verzegelingen weer aan.
Monteer hierna de brander weer op de juiste manier.
METHAANGAS VLOEIBAAR GAS
X= 5 mm 15 mm
Instructies voor de installateur
23
14.LAATSTE HANDELINGEN
Na vervanging van de sproeiers moeten de vlamverdelerkransen, de kapjes van de branders en de
roosters worden teruggeplaatst.
Na instelling met een andere gassoort dan bij de keuring is gebruikt, moet het etiket van het ingestelde
gas dat op het apparaat aangebracht is, worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de
nieuwe gassoort.
14.1 Instelling van het minimum van de branders op de kookplaat voor
methaangas
Ontsteek de brander en zet hem op de minimum stand . Trek de knop van de
gaskraan uit en draai aan de stelschroef naast het staafje van de kraan, totdat
een regelmatige, minimum vlam wordt verkregen.
Hermonteer de knop en controleer de stabiliteit van de vlam van de brander (als
de knop snel van de grootste naar de kleinste stand gedraaid wordt, mag de
vlam niet uitgaan). Herhaal deze operatie op alle gaskranen.
Op de modellen met ventielen moet de knop gedurende ongeveer 1 minuut in de minimum stand
gehouden worden, om de vlam brandend te houden en de veiligheidsvoorziening te activeren.
14.2 Instelling van het minimum van de branders op de kookplaat voor vloeibaar
gas
Voor het instellen van het minimum met vloeibaar gas moet de schroef rechts van het staafje van de
kraan geheel met de klok meegedraaid worden.
De diameters van de bypass worden vermeld in paragraaf “13.3 Tabellen met eigenschappen van
branders en sproeiers” voor elke brander afzonderlijk. Herstel na de regeling de verzegeling van de
bypass met verf of een ander materiaal.
14.3 Instelling van het minimum van de ovenbrander
De oventhermostaat heeft een bypass om het minimum in te stellen, die zichtbaar wordt als u de
thermostaatknop weghaalt.
Als u het soort gas verandert, moet de bypass als volgt worden ingesteld:
Zet de ovenbrander aan en houdt hem gedurende 10/15 minuten op het maximum met gesloten deur
en zonder kookplaat; na deze tijd zet u de knop op de minimum temperatuur, haalt u de knop weg en
steekt u een rechte schroevendraaier erin voor de regeling.
Als er vloeibaar gas gebruikt wordt, moet u de schroef van de bypass zo ver mogelijk met de klok
mee draaien. De diameter van de bypass wordt vermeld in de “13.3 Tabellen met eigenschappen van
branders en sproeiers”.
Als er methaangas wordt gebruikt, moet de bypass zo worden geregeld dat de vlam, als de
thermostaatknop uit de minimum stand in de maximum stand gedraaid wordt, stabiel en gelijkmatig
is. Herstel de verzegeling na de instelling op de bypass met verf of een soortgelijk materiaal.
Controleer bij het sluiten van de ovendeur of de brander op een minimum blijft branden.
Afhankelijk van het door u aangeschafte model kan de regeling van de hoogte van de pootjes variëren
van 70 t/m 95 mm en van 110 t/m 160mm. Deze hoogten verwijzen naar de afstand van het hoogste
punt (vaste gedeelte) naar het laagste punt van het pootje (regelbare gedeelte dat op de grond rust).
914772648/ A
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Smeg nl91spmf5 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Smeg nl91spmf5 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,37 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info