736819
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/50
Pagina verder
Inhoudsopgave
203
NL
1 Waarschuwingen 204
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 204
1.2 Aansprakelijkheid van de fabrikant 209
1.3 Beoogd gebruik 209
1.4 Typeplaatje 209
1.5 Deze gebruiksaanwijzing 209
1.6 Verwerking 209
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 210
2 Beschrijving 211
2.1 Algemene beschrijving 211
2.2 Kookplaat 212
2.3 Bedieningspaneel 213
2.4 Andere onderdelen 214
2.5 Beschikbare accessoires 215
3 Gebruik 217
3.1 Om energie te besparen 218
3.2 Gebruik van de accessoires 219
3.3 Gebruik van de kookplaat 220
3.4 Gebruik van de ovens 225
3.5 Advies voor bereidingen 229
3.6 Klok programmeereenheid 231
4 Reiniging en onderhoud 236
4.1 Reiniging van de kookplaat 237
4.2 Reiniging van de deuren 238
4.3 Reiniging van de ovenruimtes 241
4.4 Vapor Clean (alleen bij multifunctionele oven) 242
4.5 Buitengewoon onderhoud 244
5 Installatie 246
5.1 Plaatsing 246
5.2 Elektrische aansluiting 250
5.3 Voor de installateur 252
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
Waarschuwingen
204
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden zeer heet
tijdens het gebruik. Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
Bescherm de handen met
ovenwanten bij het hanteren van
voedsel in de ovenruimte.
Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten of met
een gebrek aan ervaring of
kennis is alleen toegestaan onder
toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk
zijn voor hun veiligheid.
Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan uit
de buurt van het apparaat.
Houd kinderen van jonger dan
8 jaar uit de buurt wanneer het
apparaat in werking is.
Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
Let op voor de snelle verwarming
van de kookzones. Plaats geen
lege potten of pannen op de
ingeschakelde plaat. Gevaar op
oververhitting.
Vetten en oliën kunnen vlam vatten
als ze oververhit raken. Het is
aanbevolen bij het apparaat te
blijven tijdens de voorbereiding
van voedsel dat olie of vet bevat.
Als de oliën of vetten vlam
zouden vatten, mag geen water
gebruikt worden om te blussen.
Plaats het deksel op de pan en
schakel de kookzone uit.
Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend
bewaakt worden.
Tijdens het gebruik geen metalen
voorwerpen zoals vaatwerk of
bestek op het oppervlak van de
kookplaat plaatsen omdat deze
oververhit zouden kunnen raken.
Waarschuwingen
205
NL
Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
Houd de deur dicht tijdens de
bereiding.
Als er een ingreep nodig is aan het
gerecht of aan het einde van de
bereiding, de deur gedurende een
aantal seconden 5 centimeter
openen, de stoom laten
ontsnappen en vervolgens de deur
volledig openen.
Open de bergruimte (indien
aanwezig) niet wanneer de oven
ingeschakeld of warm is.
Voorwerpen in de bergruimte
kunnen zeer heet zijn na gebruik
van de oven.
GEEN ONTVLAMBARE
MATERIALEN GEBRUIKEN OF
BEWAREN IN DE BERGRUIMTE
(INDIEN AANWEZIG) OF IN
DE NABIJHEID VAN HET
APPARAAT.
GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN
IN DE BUURT VAN HET
APPARAAT TERWIJL HET WERKT.
Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
VOER GEEN WIJZIGINGEN
UIT OP HET APPARAAT.
Voorafgaand aan iedere ingreep
op het apparaat (installatie,
onderhoud, plaatsing of
verplaatsing) moet u altijd zorgen
voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Voorafgaand aan iedere ingreep
op het apparaat moet de
algemene elektrische voeding
gedeactiveerd worden.
Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te
halen.
Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische
dienst die voor de vervanging van
de kabel zal zorgen.
Waarschuwingen
206
Beschadiging van het apparaat
Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
Roosters en ovenschalen moeten
in de zijgeleiders worden
geplaatst tot ze niet verder
kunnen. De mechanische
veiligheidsblokkeringen die de
verwijdering van de roosters
voorkomen moeten naar
beneden en naar de achterzijde
van de ovenruimte gericht zijn.
Ga niet op het apparaat zitten.
Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie
en de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
Laat het apparaat niet onbeheerd
achter tijdens bereidingen
waarbij vetten en oliën vrijkomen
die bij heet worden vlam kunnen
vatten. Wees heel voorzichtig
Laat geen voorwerpen achter op
de kookoppervlakken.
GEBRUIK HET APPARAAT
NOOIT OM DE RUIMTE TE
VERWARMEN.
Sproei geen spuitbussen in de
nabijheid van de oven.
Gebruik geen plastic vaatwerk of
pannen om voedsel te bereiden.
Plaats geen blikken of gesloten
pannen in de ovenruimte.
Verwijder alle ovenschalen en
roosters die tijdens de bereiding
niet gebruikt worden uit de
ovenruimte.
Bedek de bodem van de
ovenruimte niet met
aluminiumfolie.
Plaats geen pannen of
ovenschalen rechtstreeks op de
bodem van de ovenruimte.
Bij gebruik van bakpapier moet u
er voor zorgen dat de circulatie
van de warme lucht in de oven er
niet door wordt verhinderd.
Gebruik de open deur niet als
steun door pannen of schalen
direct op het binnenglas te
plaatsen.
De pannen of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
Alle pannen moeten een vlakke
en regelmatige bodem hebben.
Waarschuwingen
207
NL
In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
Mors geen zuurhoudende stoffen
zoals citroensap of azijn op de
kookplaat.
Plaats geen lege potten of
pannen op ingeschakelde
kookzones.
Als barsten of scheuren
opgemerkt worden, of als het
oppervlak van de glaskeramische
plaat zou breken, moet het
apparaat onmiddellijk
uitgeschakeld worden. Schakel
de stroom uit en neem contact op
met de Technische Dienst.
Personen met een pacemaker of
een gelijkaardig apparaat
moeten zich ervan vergewissen
dat de werking van deze
apparaten niet wordt beïnvloed
door het inductieveld, waarvan
het frequentiebereik tussen 20 en
50 kHz ligt.
Overeenkomstig de bepalingen
van de elektromagnetische
compatibiliteit behoort de
elektromagnetische inductieplaat
tot Groep 2 en Klasse B
(EN 55011).
Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen werd
behandeld (bijv. elektrolytische
oxidaties, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
Stop de verwijderbare
onderdelen, zoals de roosters
van de kookplaat, de
vlamverdelers en de deksels niet
in de vaatwasser.
Gebruik de open deur niet als
hefboom om het apparaat in het
meubel te plaatsen.
Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Til dit apparaat niet op door de
handgreep beet te pakken.
Waarschuwingen
208
Installatie
• DIT APPARAAT MAG NIET
GEÏNSTALLEERD WORDEN IN
BOTEN OF CARAVANS.
Het apparaat mag niet
geïnstalleerd worden op een
voetstuk.
Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
Om mogelijke oververhitting van
het apparaat te vermijden mag
het niet achter een decoratieve
deur of een paneel worden
geïnstalleerd.
Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch
personeel.
De aarding moet verplicht
aangebracht worden volgens de
voorziene veiligheidsnormen van
de elektrische installatie.
Gebruik kabels die bestand zijn
tegen temperaturen van minstens
90 °C.
Het aandraaimoment van de
schroeven van de stroomgeleiders
van het klemmenbord moet gelijk
zijn aan 1,5 - 2 Nm.
Voor dit apparaat
• Schakel de kookplaten na gebruik
uit. Vertrouw nooit alleen op de
panherkenningsindicatie.
Let goed op kinderen, want ze
kunnen het brandende
controlelampje voor de
restwarmte moeilijk zien. De
bereidingszones blijven ook na
gebruik voor een bepaalde
periode nog zeer warm, ook al
zijn ze uitgeschakeld. Houd
kinderen uit de buurt zodat ze ze
niet kunnen aanraken.
Het glaskeramische oppervlak is
schokbestendig, maar u dient te
voorkomen dat er zware en
harde voorwerpen vallen op de
kookplaat: die zou kunnen breken
als het om puntige voorwerpen
gaat.
Het glaskeramische
kookoppervlak mag niet als
steunvlak gebruikt worden.
Controleer of het apparaat is
uitgeschakeld voordat de lamp
wordt vervangen.
Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het
apparaat.
Controleer of er geen voorwerpen
in de deur vastzitten.
Waarschuwingen
209
NL
1.2 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan
personen en voorwerpen ten
gevolge van:
• een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
• het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.3 Beoogd gebruik
Dit apparaat is bedoeld om thuis
voedsel te bereiden. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.4 Typeplaatje
Het typeplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
markering. Het plaatje mag in geen
geval worden verwijderd. Als het
fornuis geïnstalleerd is kan het
typeplaatje uitsluitend via de
achterkant worden bereikt. Daarom
wordt aanbevolen om het
reservetypeplaatje (aanwezig in de
verpakking van het fornuis) ter
referentie op de achterkant van deze
handleiding te plakken.
1.5 Deze gebruiksaanwijzing
Deze handleiding voor gebruik is
een integraal onderdeel van het
apparaat en moet gedurende de
gehele levensduur van het apparaat
intact en binnen handbereik van de
gebruiker bewaard worden.
Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet op het
einde van zijn gebruiksduur
apart ingezameld worden
(richtlijnen 2002/95/EG, 2002/
96/EG, 2003/108/EG). Dit
apparaat bevat geen stoffen in
hoeveelheden die gevaarlijk worden
geacht voor de gezondheid en het
milieu, in overeenstemming met de
huidige Europese richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en
verwijder de kabel samen met de
stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische
schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het
stopcontact.
Waarschuwingen
210
• Oude of gebruikte apparaten
aan het einde van hun levensduur
moeten door de gebruiker
worden ingeleverd bij geschikte
centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en
elektronisch afval, of overhandigd
worden aan de verkoper
wanneer een nieuw soortgelijk
apparaat wordt gekocht.
Het apparaat is verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal
naar de betreffende centra voor
afvalverwerking.
1.7 Wegwijs in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen
ervan, niet onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de
plastic zakken van de
verpakking.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
Beschrijving
211
NL
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Plint
2 Kookplaat
3 Bedieningspaneel
Frame voor roosters/ovenschalen
4 Lamp hulpoven
5 Pakking hulpoven
6 Deur hulpoven
7 Deur multifunctionele oven
8 Lamp multifunctionele oven
9 Ventilator multifunctionele oven
10 Pakking multifunctionele oven
11 Pakking verticale oven
12 Lamp verticale oven
13 Deur verticale oven
14 Ventilators verticale oven
Beschrijving
212
2.2 Kookplaat
* de vermogens zijn een benadering en zijn afhankelijk van de gebruikte recipiënten of de
geselecteerde instellingen.
Voordelen van inductiekoken
Energiebesparing, dankzij de
rechtstreekse overdracht van energie
naar de pan (u moet daarvoor bestemde
pannen van magnetiseerbaar materiaal
gebruiken) in vergelijking met het
traditioneel elektrisch koken.
Grotere veiligheid dankzij de overdracht
van energie naar alleen het recipiënt dat
op de kookplaat geplaatst is.
Hoog rendement bij de overdracht van
energie van de bereidingszone met
inductie naar de basis van de pan.
Snelle verwarming.
Kleinere kans op brandwonden, omdat
het kookoppervlak enkel wordt
verwarmd door de onderkant van de
pan; overgekookt voedsel plakt niet.
Zone
Externe diameter
(mm)
Max. geabsorbeerde
vermogen
(W)*
Geabsorbeerd vermogen
bij de boosterfunctie
(W)*
1 180
1300 1400
2 210
2300 3000
3 270
2300 3000
De kookplaat is voorzien van een
inductiegenerator voor elke
bereidingszone. Elke generator
onder het glaskeramische
oppervlak heeft een
elektromagnetisch veld dat een
thermische stroom op de
onderkant van de pan
veroorzaakt. De warmte wordt niet
aan de bereidingszone
overgedragen, maar wordt direct
door de inductieve stromen in het
recipiënt gecreëerd.
Beschrijving
213
NL
2.3 Bedieningspaneel
1 Knoppen bereidingszones van de
kookplaat
Nuttig voor het bedienen van de
bereidingszones van de inductieplaat.
Druk de knoppen in en draai ze rechtsom
om het werkingsvermogen van de plaat te
regelen, van minimaal 1 tot maximaal 9.
Het werkingsvermogen wordt aangeduid
op het display dat op de kookplaat is
gepositioneerd.
2 Klok programmeereenheid
Handig voor de weergave van het actuele
tijdstip, de geprogrammeerde bereidingen
en voor de instelling van de kookwekker.
3 Knop variabele grill hulpoven
Zorgt voor de inschakeling van het licht in
de oven, of stelt het grillelement in op een
temperatuur - bij benadering - tussen een
minimum van 50 °C en een maximum van
245 °C.
4 Controlelamp variabele grill hulpoven
Licht op om te melden dat de hulpoven zich
in de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
5 Temperatuurknop multifunctionele
oven
Met deze knop kunt u de temperatuur
instellen voor de bereidingen en de functie
Vapor Clean.
Draai de knop naar rechts op de gewenste
waarde tussen de minimale en maximale
waarde.
6 Controlelamp multifunctionele oven
Licht op om te melden dat de oven zich in
de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
ovenruimte constant wordt gehouden.
Beschrijving
214
7 Functieknop multifunctionele oven
De verschillende functies van de oven zijn
geschikt voor verschillende
bereidingswijzen. Nadat u de gewenste
functie heeft geselecteerd, moet u de
kooktemperatuur instellen met de
temperatuurknop.
8 Controlelamp verticale oven
Licht op om te melden dat de oven zich in
de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
ovenruimte constant wordt gehouden.
9 Temperatuurknop verticale oven
Zorgt voor de inschakeling van het licht in
de ovenruimte, of stelt de
verwarmingselementen in op een
temperatuur tussen minimaal 50 °C en
maximaal 245 °C.
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator zorgt voor de afkoeling van
de ovens, en wordt tijdens de bereiding in
werking gesteld.
De werking van de ventilator veroorzaakt
een normale luchtstroom die aan de
achterzijde van het apparaat naar buiten
komt, en die ook na de uitschakeling van
het apparaat nog kort kan doorgaan.
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld wanneer een functie
wordt gestart:
Multifunctionele oven: draai de
functieknop op een willekeurige functie
(met uitzondering van de functie ).
Hulpoven: draai de knop van de
variabele grill op het symbool of
selecteer een bereidingstemperatuur.
Verticale oven: draai de
temperatuurknop op het symbool of
selecteer een bereidingstemperatuur.
Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en de
warmte-afvoer niet verstopt raken.
Beschrijving
215
NL
2.5 Beschikbare accessoires
Rooster voor ovenschaal
Om op een ovenschaal te zetten, voor het
bereiden van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal
Nuttig voor het opvangen van vet dat
afkomstig is van het voedsel op het rooster
erboven.
Diepe ovenschaal
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van
voedsel op het bovenstaande rooster, of
om taarten, pizza's en gebak te bakken.
Beschrijving
216
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
Bordenrooster
Voor het verwarmen van borden.
Op sommige modellen zijn niet
alle accessoires aanwezig.
De accessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform de
van kracht zijnde wetsbepalingen.
De bijgeleverde of optionele
accessoires zijn verkrijgbaar bij
erkende verkopers. Gebruik alleen
de originele accessoires van de
fabrikant.
Gebruik
217
NL
3 Gebruik
Waarschuwingen
Hoge temperatuur in de ovens
tijdens het gebruik
Gevaar voor verbranding
Houd de deur dicht tijdens de bereiding.
Bescherm de handen met ovenwanten
bij het hanteren van voedsel in de
ovenruimte
Raak de verwarmingselementen in het
apparaat niet aan.
Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
Houd kinderen van jonger dan 8 jaar uit
de buurt wanneer het apparaat in
werking is.
Als er een ingreep nodig is aan het
gerecht of aan het einde van de
bereiding, de deur gedurende een
aantal seconden 5 centimeter openen,
de stoom laten ontsnappen en
vervolgens de deur volledig openen.
Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij
oververhitting. Wees heel voorzichtig.
De temperatuur in de bergruimte
kan hoog oplopen
Gevaar voor verbranding
Open de bergruimte niet wanneer het
toestel ingeschakeld of warm is.
De voorwerpen in de bergruimte kunnen
erg heet worden tijdens het gebruik van
de oven.
Incorrect gebruik.
Beschadiging van de
oppervlakken
Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
Als er bakpapier gebruikt wordt, moet
dit zo geplaatst worden dat de interne
circulatie van hete lucht in de ovenruimte
niet belemmerd wordt.
Plaats geen pannen of ovenschalen
rechtstreeks op de bodem van de
ovenruimte.
Gebruik de open deur niet als steun
door pannen of schalen direct op het
binnenglas te plaatsen.
Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
De pannen of de vleesroosters moeten
binnen de omtrek van de kookplaat
geplaatst worden.
Alle pannen moeten een vlakke en
regelmatige bodem hebben.
In geval van overstroming of overkoken
moet de vloeistof onmiddellijk van de
kookplaat verwijderd worden.
Plaats nooit pannen op de kookplaat
die geen perfect gladde en regelmatige
bodem hebben.
Voorkom dat harde en zware
voorwerpen, met mogelijke ernstige
gevolgen, op het oppervlak van de
kookplaat vallen.
In geval van barsten of scheuren, moet
het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld
worden, moet de stroomtoevoer
uitgeschakeld worden en moet contact
met de assistentie worden opgenomen.
Gebruik de kookplaat niet als werk- en/
of snijvlak.
Gebruik
218
Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en vanaf de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische
gegevens) van de accessoires en uit de
ovenruimten.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
Ovenruimte
4. Verwarm de oven op de maximale
temperatuur om eventuele
productieresten te verwijderen.
Glaskeramische plaat
5. Positioneer een volle pan water op elke
bereidingszone vooraan, en schakel
ze gedurende minstens 30 minuten op
het maximale vermogen in.
6. Schakel na 30 minuten de
bereidingszones vooraan uit, en
herhaal de handeling op de
bereidingszones achteraan en op de
eventuele centrale bereidingszone.
7. Indien de bedieningen nadat deze
handelingen zijn uitgevoerd niet correct
zouden functioneren, kan het
noodzakelijk zijn om de handeling
langer uit te voeren tot de vochtigheid
helemaal is verdampt.
3.1 Om energie te besparen
Verwarm de oven alleen voor als dit
vermeld staat in het recept.
Tenzij anders aangegeven op de
verpakking, moeten diepvriesproducten
eerst ontdooid worden voordat u ze in
de oven zet.
Bij meerdere bereidingswijzen wordt
geadviseerd om de gerechten achter
elkaar te bereiden, om optimaal te
profiteren van de al warme ovenruimte.
Gebruik bij voorkeur metalen en
donkerkleurige bakvormen; deze zullen
de warmte beter absorberen.
Verwijder alle ovenschalen en roosters
die tijdens de bereiding niet gebruikt
worden uit de ovenruimte.
De temperatuur in de bergruimte
kan hoog oplopen tijdens gebruik
van de oven
Brand- en ontploffingsgevaar
Gebruik geen spuitbussen in de
nabijheid van het apparaat.
Gebruik en laat geen ontvlambare
materialen in de nabijheid van de oven
of bergruimte.
Gebruik geen plastic vaatwerk of
pannen om voedsel te bereiden.
Plaats geen blikken of gesloten pannen
in de ovenruimte.
Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
Verwijder alle ovenschalen en roosters
die tijdens de bereiding niet gebruikt
worden uit de ovenruimte.
Gebruik
219
NL
Stop de bereiding enkele minuten
voordat de normale bereidingstijd
verstrijkt. De bereiding zal gedurende de
resterende minuten worden voortgezet
door de warmte die zich in de oven
heeft opgehoopt.
Open de deur van de oven zo weinig
mogelijk, zodat de warmte niet verloren
gaat.
Houd de ovenruimte altijd schoon.
3.2 Gebruik van de accessoires
Rooster voor ovenschaal
Het rooster voor de ovenschaal wordt in de
schaal geplaatst. Zo wordt het vet apart
van het voedsel opgevangen tijdens de
bereiding.
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de
zijgeleiders worden geplaatst tot aan het
eindpunt.
• De mechanische
veiligheidsblokkeringen, die de
ongewenste verwijdering van het rooster
voorkomen, moeten naar beneden en
naar de binnenzijde van de ovenruimte
gericht zijn.
Plaats de roosters en de schalen
voorzichtig in de ovenruimte, tot
aan hun stoppositie.
Maak de ovenschalen schoon
alvorens ze voor de eerste keer te
gebruiken, om eventuele
productieresten te verwijderen.
Gebruik
220
Bordenrooster
1. Breng het bordenrooster zonder borden
aan op het eerste niveau van de laterale
oven.
2. Breng de borden aan zoals op de
afbeelding is aangegeven.
3. Verwarm de oven maximaal 15 minuten
lang op een temperatuur van maximaal
50 °C.
4. Schuif na het verwarmen de steun een
beetje uit en laat hem op de geleiders
rusten.
5. Controleer of de steun stabiel en stevig
is, en verwijder de borden.
3.3 Gebruik van de kookplaat
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Ter hoogte van
elke knop wordt de bijbehorende
kookzone aangegeven.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
vermogenswaarde.
Recipiënten die geschikt zijn voor
inductiekoken
De pannen en potten die op de
inductieplaat worden gebruikt, moeten van
metaal zijn en over magnetische kenmerken
en een voldoende grote bodem
beschikken.
Geschikte recipiënten:
Recipiënten in geëmailleerd staal met
dikke bodem.
Recipiënten van gietijzer met
geëmailleerde bodem.
Recipiënten van meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Niet geschikte recipiënten:
Recipiënten in koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek
en terracotta.
Gebruik ovenwanten tijdens het
hanteren van de borden.
Gedurende de eerste aansluiting
op het stroomnet wordt een
automatische controle uitgevoerd
die alle controlelampen enkele
seconden doet oplichten.
Schakel de platen na gebruik uit
door de relatieve knop op O te
plaatsen. Vertrouw nooit alleen op
de panherkenningsindicatie.
Gebruik
221
NL
Om te controleren of de pan geschikt is,
volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan geschikt voor een
inductiekookplaat. Als u niet over een
magneet beschikt, kunt u in het recipiënt een
kleine hoeveelheid water gieten, het op
een bereidingszone plaatsen en de plaat
inschakelen. Indien op het display het
symbool verschijnt, is de pan niet
geschikt.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een
bereidingszone staat of als de pan te klein
is, wordt geen energie verzonden en
verschijnt het symbool op het display.
Als een geschikte pan op de
bereidingszone staat, detecteert het
herkenningssysteem de aanwezigheid van
de pan en schakelt het systeem de plaat in
op het ingestelde vermogen. Het
overdragen van energie wordt ook
onderbroken wanneer de pan wordt
verwijderd van de bereidingszone (op het
display wordt het symbool
weergegeven).
Wanneer de panherkenningsfunctie
geactiveerd wordt, ondanks de beperkte
afmetingen van de pannen of de potten die
zich op de bereidingszone bevinden,
wordt enkel de noodzakelijke energie
overgedragen.
Beperkingen bij de herkenning van de pan:
de minimum diameter van de onderkant van
de pan wordt aangeduid door een interne
omtrek op de bereidingszone. Pannen met
een kleinere diameter worden misschien
niet herkend, waardoor de inductiestroom
niet wordt ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.
Gebruik
222
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een
automatisch systeem dat de werkingsduur
beperkt.
Als de instellingen van de bereidingszone
niet worden gewijzigd; de maximale
werkingsduur van elke zone hangt af van
het geselecteerde vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de
beperking van de werkingsduur wordt
geactiveerd, wordt de bereidingszone
uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt, indien de zone
heet is, het symbool weergegeven op
het display.
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange
periode op het maximale vermogen wordt
gebruikt, kan de elektronica moeite hebben
om af te koelen als de omgevingstemperatuur
hoog is.
Het vermogen van de bereidingszone
wordt automatisch verlaagd om te
vermijden dat in de elektronica een te hoge
temperatuur ontstaat.
Advies om energie te besparen
De diameter van de basis van de pan
moet overeenkomen met de diameter
van de bereidingszone.
Tijdens de aankoop van een pan moet u
controleren of de aangeduide diameter
de bodem of de bovenkant van het
recipiënt betreft, omdat deze laatste
bijna altijd groter is dan de bodem.
Wanneer u gerechten maakt waarvoor
lange bereidingstijden noodzakelijk zijn,
kunt u tijd en energie besparen door
gebruik te maken van een snelkookpan
waardoor bovendien de vitamines
bewaard blijven die het voedsel bevat.
Controleer of de snelkookpan
voldoende vloeistof bevat, omdat een
oververhitting, die veroorzaakt wordt
door gebrek aan vloeistof, de pan en de
bereidingszone zou kunnen
beschadigen.
Bedek indien mogelijk de pannen steeds
met een gepast deksel.
Kies een pan die geschikt is voor de
hoeveelheid voedsel die klaargemaakt
moet worden. Wanneer u een grote pan
gebruikt die half leeg is, wordt energie
verspild.
Ingesteld
vermogensniveau
Maximale
bereidingsduur in uren
1 8
26
3 - 4 5
54
6 - 7 - 8 - 9 1 ½
Indien de kookplaat en de oven
gelijktijdig gebruikt worden, kan in
bepaalde omstandigheden het
maximale nuttige vermogen van
uw elektrische installatie worden
overschreden.
Gebruik
223
NL
Vermogensniveaus
Het vermogen van de bereidingszone kan
op verschillende niveaus geregeld worden.
In de tabel vindt u de aanduidingen met
betrekking tot de verschillende types van
bereidingen.
* zie boosterfunctie
Restwarmte
Als de bereidingszone na uitschakeling nog
warm is, wordt het symbool op het
display weergegeven. Als de temperatuur
60 °C of minder bedraagt, verdwijnt het
symbool.
Verwarmingsversneller
Met deze functie kan het geselecteerde
vermogen zo snel mogelijk bereikt worden.
1. Draai de knop linksom op A en laat de
knop los. Op het display wordt
weergegeven.
2. Selecteer binnen 3 seconden het
gewenste verwarmingsvermogen
(1...8). Het geselecteerde vermogen
en het symbool worden
afwisselend weergegeven op het
display.
Het vermogensniveau kan te allen tijde
worden verhoogd. De periode “maximaal
vermogen” wordt automatisch aangepast.
Het eerder geselecteerde
vermogensniveau blijft behouden als de
versnellingsperiode is verstreken.
Vermogens-
niveau
Geschikt voor:
0. Positie OFF.
U. Warmte behouden.
1 - 2.
Bereiding van beperkte
hoeveelheden voedsel
(minimaal vermogen).
3 - 4. Bereiding.
5 - 6.
Bereidingen van grote hoeveelheden
voedsel, het braden van grotere
stukken.
7 - 8. Braden, fruiten met meel.
9. Braden.
P *.
Braden / Aanbraden, koken
(maximaal vermogen).
Incorrect gebruik.
Gevaar voor verbranding
Let goed op voor kinderen omdat ze de
aanduiding van de restwarmte
waarschijnlijk niet kunnen zien. De
bereidingszones blijven na gebruik voor
een bepaalde periode zeer warm, ook
al zijn ze uitgeschakeld. Houd kinderen
dus uit de buurt, zodat ze hun handen
niet verbranden.
Elke bereidingszone is voorzien
van een verwarmingsversneller die
de het maximale vermogen kan
afgeven gedurende een tijd die
proportioneel is aan het gekozen
vermogen.
Als het vermogen wordt beperkt,
door de knop linksom te draaien,
zal de verwarmingsversneller
automatisch gedeactiveerd
worden.
Gebruik
224
Warmte behouden
Om de functie Warmte behouden te
activeren:
Draai de knop van de gewenste
bereidingszone totdat het symbool
op het overeenkomstige display
verschijnt.
Boosterfunctie
Draai de knop rechtsom 2 seconden
lang op P en laat de knop los.
Op het display wordt weergegeven.
Na 5 minuten wordt de boosterfunctie
automatisch gedeactiveerd en gaat de
bereiding door op vermogensniveau 9
(alleen in de zones 2 en 3).
Vermogensbeheer
De plaat is voorzien van een
vermogensbeheermodule die het verbruik
optimaliseert/beperkt. Als de gezamenlijk
ingestelde vermogensniveaus de maximale
toegelaten limiet overschrijden, beheert de
elektronische kaart automatisch het door de
kookplaten afgegeven vermogen.
De module probeert het maximale
leverbare vermogensniveau te behouden.
Op het display worden de niveaus
weergegeven die door het automatische
beheer zijn ingesteld.
Een knipperend vermogensniveau geeft
aan dat deze automatisch beperkt wordt tot
een nieuwe waarde die door de
vermogensbeheermodule geselecteerd
wordt.
Met deze functie kunt u al bereide
gerechten warmhouden.
Met de boosterfunctie kan de
bereidingszone maximaal 5
minuten lang op het maximale
vermogen geactiveerd worden. Dit
is nuttig voor het snel aan de kook
brengen van een grote
hoeveelheid water of voor het
aanbraden van vlees.
De boosterfunctie heeft de prioriteit
over de verwarmingsversneller.
De laatst ingestelde zone heeft
prioriteit.
Gebruik
225
NL
Toetsblokkering
1. Draai terwijl alle kookzones uit zijn, de
twee knoppen van de voorste en
achterste kookzone links, tegelijkertijd
naar links (positie A).
2. Houd de knoppen gedraaid tot op het
display wordt weergegeven.
3. Laat de knoppen los.
Om de toetsblokkering te verwijderen,
moeten de eerder beschreven handelingen
herhaald worden.
Foutcodes
Indien het display één van de volgende
foutcodes , weergeeft, moet
contact worden opgenomen met de
technische bijstand.
3.4 Gebruik van de ovens
Opening en sluiting van de deuren van
de multifunctionele/verticale oven
De multifunctionele oven en de verticale
oven zijn voorzien van een deur met
zijdelingse opening. Om ze te openen trekt
u de handgreep van de deur naar u toe.
Om ze te sluiten duwt u de deur dicht tot u
een mechanische klik hoort.
De toetsblokkering is een
mechanisme waarmee het
apparaat kan worden beschermd
tegen onbedoeld of onjuist
gebruik.
Als de knoppen langer dan
30 seconden in positie A
gedraaid blijven, verschijnt op de
displays het foutbericht
Na een lange onderbreking van
de energie zal de toetsblokkering
gedeactiveerd worden. Activeer
de functie, indien noodzakelijk,
zoals eerder werd beschreven.
De deuren worden tijdens het
openen niet zijdelings
geblokkeerd, en het is dus
mogelijk dat ze neigen te sluiten.
Let tijdens het gebruik goed op om
contact met de interne ruit en dus
brandwonden te voorkomen.
Het kan zijn dat deze deuren na
verloop van tijd weerstand bieden
tijdens het openen en sluiten.
Smeer de scharnieren.
Gebruik
226
Inschakeling van de multifunctionele
oven
Om de multifunctionele oven in te
schakelen:
1. Selecteer de gewenste bereidingsfunctie
met de functieknop.
2. Selecteer de gewenste temperatuur met
de temperatuurknop.
Functies van de multifunctionele oven
Controleer of op de klok van de
programmeereenheid het symbool
van de bereidingsduur wordt
weergegeven. De oven kan niet
worden ingeschakeld als dit niet
het geval is.
Druk gelijktijdig op de toetsen
en om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
Statisch
De warmte wordt gelijktijdig
bovenaan en onderaan afgegeven,
en maakt dit systeem geschikt voor
het bereiden van speciale types van
voedsel. De traditionele bereiding,
die ook statisch wordt genoemd, is
geschikt voor het klaarmaken van
één gerecht per keer. Het is ideaal
voor alle types van gebraden,
brood en gevulde taarten, en het is
vooral geschikt voor vet vlees zoals
gans en eend.
Geventileerde onderwarmte
Met de combinatie van ventilator en
alleen onderwarmte is de bereiding
sneller klaar. Dit systeem wordt
aanbevolen voor het steriliseren of
voor het voltooien van de bereiding
van voedsel dat reeds goed
oppervlakkig gaar is, maar nog niet
binnenin, en waarvoor dus een
gematigde bovenwarmte nodig is.
Ideaal voor elk type van voedsel.
Gebruik
227
NL
Kleine grill
Met deze functie kan door middel
van de warmte, enkel afkomstig van
het centrale element, kleine
hoeveelheden vlees en vis gegrild
worden om spiezen, toasts en
bijspijzen van groenten te bereiden.
Grill
Met de warmte die van het grill
element komt, kunnen uitstekende
resultaten bereikt worden zoals het
roosteren van dun en iets dikker
vlees, en op het einde van de
bereiding wordt een uniforme
goudbruine kleur verkregen. Ideaal
voor worsten, ribbetjes en bacon.
Met deze functie kan een grote
hoeveelheid voedsel, en vooral
vlees, uniform gegrild worden.
Geventileerde grill
De lucht afkomstig van de ventilator
verzacht de krachtige
warmtegolven afkomstig van de
grill, zodat ook dik voedsel
uitstekend wordt gegrild. Ideaal
voor grote stukken vlees (bijv.
varkensscheenbeen).
Turbo
Met de combinatie van de
geventileerde bereiding en de
traditionele bereiding kan erg snel
en doeltreffend verschillend voedsel
op meerdere niveaus klaargemaakt
worden, zonder het mengen van
geuren of smaken. Ideaal voor
omvangrijk voedsel waarvoor een
intense bereiding nodig is.
Circulatie + ventilator
Met de combinatie van de
ventilator en het element
luchtcirculatie (dat zich in het
achterste gedeelte van de
ovenruimte bevindt) kunnen
verschillende soorten voedsel op
meerdere vlakken bereid worden,
mits deze dezelfde temperatuur en
bereidingswijze vereisen. De
warmeluchtcirculatie verzekert een
onmiddellijke en uniforme verdeling
van de warmte. Het is bijvoorbeeld
mogelijk om gelijktijdig (op
meerdere steunhoogtes) vis,
groenten en koekjes te bereiden,
zonder dat de geur en de smaak
gemengd worden.
Gebruik
228
Inschakeling van de hulpoven
Om de hulpoven in te schakelen:
• Selecteer de temperatuur via de knop
van de variabele grill. Het
temperatuurbereik loopt van minimaal
50 °C tot maximaal 245 °C.
Functies van de hulpoven
Eco
Deze functie wordt aanbevolen
voor de bereiding op één vlak, met
een laag energieverbruik.
Ideaal voor de bereiding van vlees,
vis en groenten. Niet geschikt voor
levensmiddelen die moeten rijzen.
Voor een maximale besparing van
de energie en een kortere
bereidingstijd wordt het aanbevolen
om de levensmiddelen in te
ovenruimte te plaatsen zonder deze
voor te verwarmen.
In de ECO-functie tijdens de
bereiding de deur niet openen.
In de ECO-functie duren de
bereidingstijden (en de eventuele
voorverwarming) langer.
Vapor Clean
Deze functie vergemakkelijkt het
schoonmaken aan de hand van
stoom afkomstig van een kleine
hoeveelheid water in de daartoe
voorziene houder op de bodem.
Lamp
Schakelt de lamp in de ovenruimte
in.
Grill
Met de warmte die van het grill
element komt, kunnen uitstekende
resultaten bereikt worden zoals het
roosteren van dun en iets dikker
vlees, en op het einde van de
bereiding wordt een uniforme
goudbruine kleur verkregen. Ideaal
voor worsten, ribbetjes en bacon.
Met deze functie kan een grote
hoeveelheid voedsel, en vooral
vlees, uniform gegrild worden.
Gebruik
229
NL
Inschakeling van de verticale oven
Om de verticale oven in te schakelen:
• Draai de knop naar rechts op de
gewenste temperatuur tussen 50 °C en
245 °C.
Functies van de verticale oven
3.5 Advies voor bereidingen
Algemeen advies
Gebruik de geventileerde functie voor
het verkrijgen van een gelijkmatige
bereidingsgraad op de verschillende
niveaus.
Het verhogen van de temperatuur verkort
niet de bereidingsduur (het voedsel zou
aan de buitenkant erg gaar kunnen zijn,
maar minder aan de binnenkant).
Advies voor het bereiden van
vleesgerechten
De bereidingstijden hangen af van de
dikte en van de kwaliteit van het voedsel,
en van de smaak van de consument.
Gebruik een vleesthermometer voor
gebraad, of druk met een lepel op het
gebraad. Als het gebraad stevig
aanvoelt is het klaar, anders moet de
bereiding nog een aantal minuten
doorgaan.
Advies voor bereidingen met de grill en
de geventileerde grill
Het grillen van vlees kan zowel
uitgevoerd worden bij koude als bij
voorverwarmde oven, als het resultaat
van de bereiding moet gewijzigd
worden.
Bij de functie van de geventileerde grill
wordt daarentegen aanbevolen om de
oven eerst voor te verwarmen.
Er wordt aanbevolen om het voedsel in
het midden van het rooster te plaatsen.
Lamp
Schakelt de lamp in de ovenruimte in.
Circulatie + ventilator
Met de combinatie van de
ventilators en de
verwarmingselementen (die zich in
het achterste gedeelte van de
ovenruimte bevinden) kunnen
verschillende soorten voedsel op
meerdere steunhoogtes bereid
worden, mits deze dezelfde
temperatuur en bereidingswijze
vereisen. De warmeluchtcirculatie
verzekert een onmiddellijke en
uniforme verdeling van de warmte.
U kunt bijvoorbeeld tegelijkertijd
(op meerdere steunhoogtes)
dubbele hoeveelheden van
hetzelfde gerecht bereiden.
Gebruik
230
In de grillfunctie is het aanbevolen om de
temperatuurknop op de hoogste waarde
in te stellen (symbool ), voor een
optimale bereiding.
Voeg de kruiden toe vóór de bereiding.
Ook olie of vloeibare boter moet vóór
de bereiding toegevoegd worden.
Gebruik de ovenschaal op het eerste
vlak onderaan om de vloeistoffen
afkomstig van het grillen op te vangen.
Advies voor het bereiden van gebak en
koekjes
Gebruik bij voorkeur metalen en
donkerkleurige bakvormen; deze zullen
de warmte beter absorberen.
De temperatuur en de duur van de
bereiding hangen af van de kwaliteit en
de dikte van het deeg.
Om te controleren of het gebak binnen
gaar is, kunt u aan het einde van de
bereiding een tandenstoker in het dikste
punt steken. Wanneer het deeg niet aan
de tandenstoker blijft plakken, is het
gebak gaar.
Wanneer het gebak inzakt wanneer het
uit de oven wordt gehaald, moet bij de
volgende bereiding de temperatuur
ongeveer 10 °C lager worden
ingesteld, en moet eventueel een
langere kooktijd geselecteerd worden.
Tijdens het bereiden van gebak of
groenten kan overmatige condens op de
ruit gevormd worden. Om dit te
vermijden, opent u de deur enkele keren
zeer voorzichtig tijdens de bereiding.
Advies voor het ontdooien en het rijzen
Plaats het ingevroren voedsel, zonder
verpakking en in een recipiënt zonder
deksel, op het eerste niveau van de
ovenruimte.
Vermijd opeenstapeling van
voedingsmiddelen.
Om vlees te ontdooien kunt u een rooster
gebruiken op het tweede niveau, en een
ovenschaal op het eerste niveau. Op
deze manier blijft het voedsel niet in
contact met de vloeistof van de
ontdooiing.
De meest delicate delen kunnen bedekt
worden met aluminiumfolie.
Voor het rijzen wordt aanbevolen om
onderin de ovenruimte een bakje met
water te zetten.
Om energie te besparen
Stop de bereiding enkele minuten
voordat de normale bereidingstijd
verstrijkt. De bereiding zal gedurende de
resterende minuten worden voortgezet
door de warmte die zich in de oven
heeft opgehoopt.
Open de deur van de oven zo weinig
mogelijk, zodat de warmte niet verloren
gaat.
Houd de binnenkant van het apparaat
altijd goed schoon.
Gebruik
231
NL
3.6 Klok programmeereenheid
Toets timer kookwekker
Toets duur bereiding
Toets einde bereiding
Toets waarde lager
Toets waarde hoger
Instelling van de tijd
Bij het eerste gebruik of na een
stroomonderbreking zullen de cijfers
op het display van het apparaat
knipperen.
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen en
. De stip tussen de uren en de
minuten knippert.
2. Met de toetsen of kan het uur
ingesteld worden. Houd de toets
ingedrukt om snel vooruit te gaan.
3. Druk op de toets of wacht
5 seconden. De stip tussen de uren en
de minuten stopt met knipperen.
4. Het symbool op het display duidt
aan dat het apparaat klaar is om de
bereiding te starten.
De klok van de
programmeereenheid controleert
enkel de multifunctionele oven
linksonder, en heeft geen enkele
controle over de andere ovens.
Controleer of op de klok van de
programmeereenheid het symbool
van de bereidingsduur wordt
weergegeven. De oven kan niet
worden ingeschakeld als dit niet
het geval is.
Druk gelijktijdig op de toetsen
en om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
De oven kan niet worden
ingeschakeld als de tijd niet is
ingesteld.
Gebruik
232
Bereiding met tijdinstelling
1. Selecteer bereidingsfunctie en -
temperatuur, en druk op de toets .
Het display zal de cijfers en
het symbool weergeven tussen de
uren en de minuten.
2. Druk op de toetsen of om de
gewenste minuten in te stellen.
3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder op
een toets te drukken om de functie te
activeren. Op het display verschijnt de
actuele tijd samen met de symbolen
en .
4. Na de bereiding worden de
verwarmingselementen gedeactiveerd.
Op het display wordt het symbool
uitgeschakeld, knippert het symbool
en wordt een geluidssignaal
geactiveerd.
5. Voor het dimmen van het geluidssignaal
is het voldoende te drukken op een
willekeurige toets van de klok van de
programmeereenheid.
6. Druk gelijktijdig op de toetsen en
om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
Geprogrammeerde bereiding
1. Stel de bereidingsduur in zoals
beschreven werd in de vorige paragraaf
“Bereiding met tijdinstelling”.
2. Druk op de toets . Op het display
verschijnt de som van de actuele tijd en
de eerder ingestelde bereidingsduur.
Met bereiding met tijdinstelling
wordt de functie bedoeld
waarmee u met de bereiding kunt
beginnen, en deze na een
ingestelde tijd kan doen eindigen.
Het is niet mogelijk om een
bereidingsduur van meer dan
10 uur in te stellen.
Wanneer u na de instelling de
resterende tijd wilt weergeven,
moet u op de toets drukken.
Om de ingestelde programmering
te resetten, moet tegelijkertijd op
de toetsen en gedrukt
worden en moet de oven
handmatig worden uitgeschakeld.
Met geprogrammeerde bereiding
wordt de functie bedoeld
waarmee u op een vooraf
bepaalde tijd met de bereiding
kan beginnen, om ze na een
vooraf ingestelde periode te doen
eindigen.
Gebruik
233
NL
3. Druk op de toetsen of om de
gewenste minuten in te stellen.
4. Wacht ongeveer 5 seconden zonder op
een toets te drukken om de functie te
activeren. Op het display verschijnt de
actuele tijd samen met de symbolen
en .
5. Na de bereiding worden de
verwarmingselementen gedeactiveerd. Op
het display wordt het symbool
uitgeschakeld, knippert het symbool
en wordt een geluidssignaal geactiveerd.
6. Voor het dimmen van het geluidssignaal
is het voldoende te drukken op een
willekeurige toets van de klok van de
programmeereenheid.
7. Druk gelijktijdig op de toetsen en
om de klok van de
programmeereenheid te resetten.
Het annuleren van de ingestelde
gegevens
Druk gelijktijdig op de toetsen en
om de ingestelde programmeringen op nul
te stellen.
Schakel de oven daarna handmatig uit
indien er een bereiding bezig is.
Kookwekker
De kookwekker kan op elk gewenst
moment geactiveerd worden.
1. Druk op de toets . Het display toont
de cijfers en de knipperende
controlelamp tussen de uren en de
minuten.
2. Druk op de toetsen of om de
gewenste minuten in te stellen.
3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder
een toets in te drukken om de instelling
van de kookwekker te beëindigen. Op
het display verschijnen de huidige tijd en
de symbolen en .
Regeling van het volume van het
geluidssignaal
Het geluidssignaal heeft 3 verschillende
toonhoogten. Druk wanneer het
geluidssignaal wordt geproduceerd op de
toets om de instelling te wijzigen.
Wanneer u na de instelling de
resterende tijd wilt weergeven,
moet u op de toets drukken.
Druk op de toets om het
tijdstip waarop de bereiding moet
eindigen weer te geven.
De kookwekker onderbreekt de
bereiding niet, maar waarschuwt
de gebruiker wanneer de
ingestelde minuten verstreken zijn.
Het is niet mogelijk om een
bereidingsduur van meer dan
24 uur in te stellen.
Na de programmering van de
kookwekker geeft het display de
actuele tijd weer. Om de
resterende tijd weer te geven,
moet op de toets gedrukt
worden.
Gebruik
234
Indicatieve tabel bereidingen multifunctionele oven
Gerechten
Gewicht
(Kg)
Functie Niveau
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
Lasagne
3 - 4 Statisch 1 220 - 230 45 - 50
Pasta uit de oven
3 - 4 Statisch 1 220 - 230 45 - 50
Kalfsgebraad
2 Turbo/Circulatie 2 180 - 190 90 - 100
Varkenslende
2 Turbo/Circulatie 2 180 - 190 70 - 80
Worst
1,5 Geventileerde grill 4 260 15
Rosbief
1 Turbo/Circulatie 2 200 40 - 45
Gebraden konijn
1,5 Circulatie 2 180 - 190 70 - 80
Kalkoenbout
3 Turbo/Circulatie 2 180 - 190 110 - 120
Coppa in de oven
2 - 3 Turbo/Circulatie 2 180 - 190 170 - 180
Gebraden kip
1,2 Turbo/Circulatie 2 180 - 190 65 - 70
Zijde 1 Zijde 2
Varkenskoteletten
1,5 Geventileerde grill 4 260 15 5
Ribben
1,5 Geventileerde grill 4 260 10 10
Varkensspek
0,7 Grill 5 260 7 8
Varkensfilet
1,5 Geventileerde grill 4 260 10 5
Rundfilet
1 Grill 5 260 10 7
Zalmforel
1,2 Turbo/Circulatie 2 150 - 160 35 - 40
Zeeduivel
1,5 Turbo/Circulatie 2 160 60 - 65
Tarbot
1,5 Turbo/Circulatie 2 160 45 - 50
Pizza
1 Turbo/Circulatie 2 260 8 - 9
Brood
1 Circulatie 2 190 - 200 25 - 30
Focaccia
1 Turbo/Circulatie 2 180 - 190 20 - 25
Tulband/donut
1 Circulatie 2 160 55 - 60
Confituurtaart
1 Circulatie 2 160 35 - 40
Ricottataart
1 Circulatie 2 160 - 170 55 - 60
Gevulde tortellini
1 Turbo/Circulatie 2 160 20 - 25
Paradijstaart
1,2 Circulatie 2 160 55 - 60
Soezen/beignets
1,2 Turbo/Circulatie 2 180 80 - 90
Cake
1 Circulatie 2 150 - 160 55 - 60
Rijsttaart
1 Turbo/Circulatie 2 160 55 - 60
Brioches
0,6 Circulatie 2 160 30 - 35
De in de tabel weergegeven tijden zijn exclusief de voorverwarmingstijden, en zijn indicatief.
Gebruik
235
NL
Indicatieve tabel bereidingen hulpoven
Indicatieve tabel bereidingen verticale oven
Gerechten
Gewicht
(Kg)
Functie Niveau
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
Worst 1,5 Grill 2 MAX 13 - 15
Zijde 1 Zijde 2
Varkenskoteletten 1,5 Grill 2 MAX 15 5
Ribben 1,5 Grill 2 MAX 10 10
Varkensspek 0,7 Grill 2 MAX 7 8
Varkensfilet 1,5 Grill 2 MAX 10 5
Rundfilet 1 Grill 2 MAX 10 7
De in de tabel weergegeven tijden zijn exclusief de voorverwarmingstijden, en zijn indicatief.
Gerechten
Gewicht
(Kg)
Functie Niveau
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
Gebraden kip 1,1 x 4 Circulatie 2-4-6-8 190 80
Diepgevroren pizza 0,3 x 4 Circulatie 2-4-6-8 230 10
Focaccia 0,6 x 4 Circulatie 2-4-6-8 180 - 190 30 - 45
Sneetjes geroosterd
brood
0,2 x 4 Circulatie 2-4-6-8 180 3 - 5
Brioches
0,4 x 4 Circulatie 2-4-6-8 160 35
Koekjes
0,4 x 4 Circulatie 2-4-6-8 160 23
Paradijstaart
1 x 4 Circulatie 2-4-6-8 160 60
De in de tabel weergegeven tijden zijn exclusief de voorverwarmingstijden, en zijn indicatief.
Reiniging en onderhoud
236
4 Reiniging en onderhoud
Waarschuwingen
Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken van het apparaat in
uitstekende staat te houden, moet u ze na
elk gebruik schoonmaken. Laat ze eerst
afkoelen.
Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik altijd en uitsluitend specifieke
producten, die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en
wrijf het over het oppervlak, spoel
zorgvuldig af, en droog met een zachte
doek of met een microvezeldoek.
Voedselresten of -vlekken
Gebruik nooit metalen sponzen of scherpe
schrapers om te voorkomen dat de
oppervlakken beschadigd worden.
Gebruik normale en niet-schurende
producten, eventueel met behulp van
houten of plastic keukengerei. Spoel
zorgvuldig af en droog met een zachte
doek of met een microvezeldoek.
Laat etensresten op basis van suiker (bijv.
marmelade) in het apparaat niet opdrogen,
dit kan het email binnenin aantasten.
Incorrect gebruik.
Beschadiging van de
oppervlakken
• Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
• Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidaties, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
• Stop de verwijderbare onderdelen,
zoals de roosters van de kookplaat, de
vlamverdelers en de deksels niet in de
vaatwasser.
• Mors tijdens het koken geen suiker of
zoete mengsels op de kookplaat en leg
er geen materialen of substanties op die
kunnen smelten (plastic of
aluminiumfolie). Schakel de
desbetreffende bereidingszone
onmiddellijk uit en maak de lauwwarme
plaat met de meegeleverde schraper
schoon als dit toch gebeurt.
Er wordt aanbevolen om
reinigingsproducten van de
fabrikant te gebruiken.
Na het schoonmaken moet het
apparaat zorgvuldig
drooggemaakt, omdat eventuele
druppels reinigingsmiddel en
water de correcte werking van het
apparaat kunnen schaden en het
uiterlijk kunnen aantasten.
Reiniging en onderhoud
237
NL
4.1 Reiniging van de kookplaat
Reiniging van de glaskeramische
kookplaat
Eventuele lichtgekleurde sporen, veroorzaakt
door pannen met een aluminium bodem,
kunnen worden verwijderd met een met azijn
bevochtigde doek.
Als er na het gebruik van de kookplaat
verbrande resten achterblijven, moeten
deze worden verwijderd met de
bijgeleverde schraper. Spoel met water en
droog goed met een schone doek. Als de
schraper constant wordt gebruikt, wordt het
gebruik van chemische producten voor de
dagelijkse reiniging van de plaat
aanzienlijk beperkt.
Zandkorrels die eventueel op de
kookplaat gevallen zijn tijdens het wassen
van sla of aardappelen zouden de plaat
kunnen krassen wanneer de pannen
verschoven worden.
Verwijder eventuele zandkorrels dus
onmiddellijk van het oppervlak van de
kookplaat.
Kleurwijzigingen zijn niet van invloed op
de werking en de stabiliteit van het glas.
Het betreft geen wijzigingen van het
materiaal van de kookplaat, maar
eenvoudige resten die niet verwijderd
werden en die dus verbrandden.
Er kunnen glanzende oppervlakken
gevormd worden als het gevolg van het
verschuiven van de bodems van de pannen,
vooral indien ze van aluminium zijn, en
indien niet geschikte reinigingsmiddelen
gebruikt worden. Het is moeilijk om deze te
verwijderen met behulp van gewone
reinigingsproducten. Het kan zijn dat de
reiniging meerdere keren herhaald moet
worden. Het gebruik van bijtende
reinigingsmiddelen, of de wrijving met de
bodem van de pannen, kan de decoratie
van de kookplaat mettertijd polijsten en zou
de vorming van vlekken kunnen bevorderen.
Wekelijkse reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks
met een gewoon product voor de reiniging
van glaskeramiek. Neem de aanwijzingen
van de producent altijd in acht. Het silicone
dat aanwezig is in deze producten
produceert een beschermend
waterafstotend en vuilbestendig laagje. Alle
vlekken blijven achter op dat laagje en
kunnen dus makkelijk verwijderd worden.
Droog daarna het oppervlak met een
schone doek. Let op dat er geen resten
reinigingsmiddel achterblijven op de
kookplaat, omdat ze een bijtende reactie
zouden kunnen hebben wanneer de plaat
verwarmd wordt en de structuur ervan
zouden kunnen wijzigen.
Knoppen
De knoppen moeten gereinigd worden met
een zachte doek, met lauw water, en
moeten daarna goed gedroogd worden.
Ze kunnen verwijderd worden door ze uit
hun zitting te trekken.
Gebruik voor de reiniging van de
knoppen geen agressieve
producten die alcohol bevatten of
producten voor de reiniging van
staal en van glas, omdat deze
permanente schade kunnen
veroorzaken.
Reiniging en onderhoud
238
4.2 Reiniging van de deuren
Er wordt aangeraden om deze steeds
schoon te houden. Gebruik absorberend
keukenpapier. Gebruik in geval van
hardnekkig vuil een vochtige spons en een
gewoon reinigingsmiddel.
Demontage van de deur (alleen bij de
hulpoven)
Om de reiniging van de oven te
vergemakkelijken, kunt u de ovendeur
verwijderen en op een theedoek leggen.
Ga voor de verwijdering van de deur als
volgt te werk:
1. Open de deur volledig en plaats twee
borghaken in de openingen van de
scharnieren zoals op de afbeelding.
2. Neem de deur aan beide kanten en
met beide handen vast, hef hem op met
een hoek van ongeveer 30° en
verwijder hem.
3. Om de deur weer te monteren, moeten
de scharnieren in de daarvoor
bestemde openingen in de oven
geplaatst worden, zodat de gleuven A
helemaal op de openingen steunen.
Laat de deur zakken zodat ze
geplaatst wordt en verwijder de
borghaken uit de openingen in de
scharnieren.
Reiniging en onderhoud
239
NL
Demontage van de binnenruiten
Voor een gemakkelijke schoonmaak,
kunnen de binnenruiten van de deur
worden gedemonteerd.
Deur hoofdoven/laterale
1. Verwijder de binnenruit door deze
bovenaan vast te nemen en er aan te
trekken, en voorzichtig de beweging te
volgen die wordt aangeduid door de
pijlen (1).
2. Trek de ruit daarna naar boven toe vanaf
de onderkant (2). Op deze manier
komen de 4 pinnen, die op de ruit
bevestigd zijn, los uit hun zitting op de
ovendeur.
3. Na de verwijdering van de interne ruit
verkrijgt men toegang tot het
druppelvangerprofiel.
Reinig met keukenpapier. Gebruik in geval
van hardnekkig vuil een vochtige spons en
een gewoon reinigingsmiddel.
4. Plaats de binnenruit. Centreer en klem de
4 pinnen in de zittingen op de deur,
door er lichtjes op te drukken.
Reiniging en onderhoud
240
Deur hulpoven
1. Verwijder de interne ruit door ze
achteraan naar boven te trekken, en
volg de beweging die wordt aangeduid
door de pijlen (1).
2. Trek de ruit naar boven aan de
voorzijde (2). Op deze manier komen
de 4 pinnen, die op de ruit bevestigd
zijn, los uit hun zitting op de ovendeur.
3. Verwijder de tussenruit door deze op te
heffen.
4. Maak de buitenruit schoon, evenals de
voorheen verwijderde ruiten. Gebruik
absorberend keukenpapier. Bij
hardnekkig vuil moet een vochtige spons
en een neutraal reinigingsmiddel
gebruikt worden.
5. Plaats de ruiten weer door de
verwijdering in omgekeerde volgorde uit
te voeren.
6. Plaats de binnenruit. Centreer en klem de
4 pinnen in de zittingen op de deur,
door er lichtjes op te drukken.
Reiniging en onderhoud
241
NL
4.3 Reiniging van de ovenruimtes
Om de ovenruimte in goede staat te
houden, moet hij na afkoeling regelmatig
gereinigd worden.
Laat geen voedselresten in de ovenruimte
opdrogen aangezien daardoor de lak
beschadigd kan raken.
Verwijder de uitneembare delen alvorens
de ovenruimte te reinigen.
Voor een eenvoudige reiniging wordt
aanbevolen om het volgende te
demonteren:
de deur (alleen bij de hulpoven);
de frames voor roosters/ovenschalen;
de eventueel uitneembare geleiders;
de pakking.
Verwijderen van de geleiderframes voor
de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes worden verwijderd,
kan de reiniging van de zijdelen makkelijker
uitgevoerd worden. Deze handeling moet
uitgevoerd worden wanneer de
automatische reinigingscyclus wordt
gebruikt (alleen op sommige modellen).
Verwijder de geleiderframes. Trek het frame
naar de binnenkant van de oven zodat het
uit de klemverbinding A komt, en verwijder
het uit de zittingen achteraan B.
Herhaal na de reiniging de net beschreven
handelingen om de geleiderframes weer te
plaatsen.
Verwijdering van de frames voor de
roosters/ovenschalen uit de verticale
oven
Trek het frame omhoog zodat deze van de
zijdelingse zittingen loskomt. Hermonteer
het frame aan het einde van de reiniging.
In geval van gebruik van
specifieke reinigingsproducten
wordt aanbevolen om het
apparaat circa 15/20 minuten op
de maximale temperatuur te laten
functioneren om eventuele resten
te verwijderen.
Reiniging en onderhoud
242
Reinigen van het bovenste gedeelte
(alleen bij multifunctionele oven en
hulpoven)
Het apparaat is voorzien van een
weerstand die u voor een eenvoudigere
reiniging van de bovenkant van de
ovenruimte kunt kantelen.
1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig
op en draai de pal 90° zodat de
weerstand vrijkomt.
2. Beweeg de weerstand voorzichtig
helemaal omlaag.
3. Plaats aan het einde van de reiniging de
weerstand terug en blokkeer hem door
aan de pal te draaien.
4.4 Vapor Clean (alleen bij
multifunctionele oven)
Voorbereiding
Vóór de start van de Vapor Clean
reinigingscyclus
• Verwijder alle accessoires uit de oven.
De temperatuur in de ovenruimte
kan tijdens het gebruik hoog
oplopen
Gevaar voor verbranding
• De volgende handelingen mogen
uitsluitend bij volledig afgekoelde en
uitgeschakelde oven worden verricht.
Incorrect gebruik.
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Laat tijdens de reiniging de weerstand
niet teveel buigen.
Vapor Clean is een
reinigingsprocedure die de
verwijdering van vuil
vergemakkelijkt. Dankzij deze
procedure is het mogelijk om de
binnenkant van de ovenruimte zeer
eenvoudig te reinigen. De
vuilresten worden verzacht door
de warmte en door de
waterdamp, zodat ze makkelijker
kunnen verwijderd worden.
Incorrect gebruik.
Beschadiging van de
oppervlakken
• Verwijder voedselresten of gemorste
sporen van vroegere bereidingen uit de
ovenruimte.
• Voer deze reinigingsprocedure alleen
uit als de oven afgekoeld is.
Reiniging en onderhoud
243
NL
• Giet ongeveer 40cc water op de
bodem van de ovenruimte. Let op dat het
water niet uit de uitsparing komt.
• Sproei met behulp van een spuitflacon
een oplossing van water en afwasmiddel
op de binnenzijde van de ovenruimte.
Sproei op de zijwanden, de
bovenwand, het bodemvlak en de
deflector.
• Sluit de deur.
Instelling van de functie Vapor Clean
1. Draai de functieknop op het symbool
en draai de temperatuurknop op het
symbool .
2. Stel een bereidingsduur van 18 minuten
in op de klok van de
programmeereenheid.
3. Aan het einde van de reinigingscyclus
Vapor Clean zal de timer de
verwarmingselementen van de
ovenruimte uitschakelen en wordt het
geluidssignaal geactiveerd.
Einde van de reinigingscyclus Vapor
Clean
4. Open de deur en verwijder het minst
hardnekkige vuil met een
microvezeldoek.
5. Gebruik een sponsje met messingdraden
voor het hardnekkige vuil.
6. Voor vetresten kunt u een specifiek
ovenreinigingsproduct gebruiken.
7. Verwijder het resterende water uit de
ovenruimte.
Voor een betere hygiëne en om te
vermijden dat het voedsel een
onaangename geur krijgt, wordt
aanbevolen om de oven te drogen door
een geventileerde functie ongeveer
10 minuten in te schakelen op 160 °C.
Er wordt aanbevolen om
maximaal 20 maal te sproeien.
Draag rubberen handschoenen
tijdens deze werkzaamheden.
Om de handmatige reiniging van
moeilijk bereikbare delen te
vereenvoudigen, is het raadzaam
de deur te verwijderen.
Reiniging en onderhoud
244
4.5 Buitengewoon onderhoud
Vervanging van de lamp voor de
binnenverlichting
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Verwijder de geleiderframes voor
roosters/ovenschalen.
3. Verwijder de kap van de lamp met
gereedschap (bijv. een
schroevendraaier).
4. Draai de lamp los en verwijder ze.
5. De nieuwe lamp aanbrengen.
6. Hermonteer het deksel. Houd de
geprofileerde binnenkant van het glas
(A) naar de deur toe gericht.
7. Druk de kap stevig aan zodat deze
perfect op de fitting aansluit.
Onder elektrische spanning
staande delen
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de stroomtoevoer naar het
apparaat uit.
De ovenruimte is voorzien van een
40W-lamp.
Zorg ervoor dat het email op de
wanden van de ovenruimte geen
krassen oplopen.
Raak de halogeenlamp niet direct
met uw vingers aan, gebruik altijd
isolerend materiaal.
Reiniging en onderhoud
245
NL
Demontage en hermontage van de
pakking
De pakking demonteren:
Haak de haken in de 4 hoeken los en
trek de pakking naar buiten.
De pakking monteren:
Haak de 4 haken in de hoeken van de
pakking vast.
Advies voor het onderhoud van de
pakking
De pakking moet elastisch en zacht zijn.
Gebruik een niet-schurende spons en
lauwwarm water om de pakking schoon
te houden.
Oplossingen voor problemen…
Het apparaat werkt niet:
De schakelaar is defect: verifieer de
zekeringen in de zekeringhouder en
verifieer of de schakelaar in orde is.
Afname van het vermogen: verifieer of
de controlelampjes van het apparaat
werken.
De gasbrander ontsteekt niet:
Afname van het vermogen of vocht in de
bougies: ontsteek de gasbrander met
een aansteker of een lucifer.
De oven warmt niet op:
Defecte zekering: controleer en vervang
de schakelaar indien nodig.
De functieknop is niet ingesteld: stel de
functieknop in.
Alle gerechten die in de ovenruimte
worden bereid verbranden in zeer korte
tijd:
Defecte thermostaat: neem contact op
met het servicecentrum
Het glas van de deur beslaat als de oven
warm is:
Dit is heel normaal en wordt veroorzaakt
door het temperatuurverschil: dit heeft
geen effect op de ovenprestaties.
De display is volledig uitgeschakeld:
Controleer de stroomtoevoer.
Controleer of een eventuele omnipolaire
schakelaar vóór de stroomtoevoer van
het apparaat op “On” staat.
Wanneer het probleem niet wordt
opgelost, of voor andere types
van defecten, neem contact op
met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Installatie
246
5 Installatie
5.1 Plaatsing
Dit apparaat kan geïnstalleerd worden
tegen wanden die hoger zijn dan het
werkblad, op een minimale afstand van
X mm van de zijkant van het apparaat,
zoals wordt aangeduid in de afbeeldingen
A” en “C” betreffende de
installatieklassen.
Keukenkastjes die zich boven het werkblad
van het apparaat bevinden, moeten zich
op een afstand van minstens Y mm
bevinden. Bij gebruik van een afzuigkap
boven de kookplaat dient de
gebruiksaanwijzing van de afzuigkap te
worden geraadpleegd om de correcte
afstand te bepalen.
Dit apparaat behoort, afhankelijk van het
installatietype, tot de klasse:
A - Klasse 1
(Apparaat vrije installatie)
Zwaar apparaat
Pletgevaar
Plaats het apparaat met behulp van een
tweede persoon in het meubel.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Gebruik de open deur niet als hefboom
om het apparaat in het meubel te
plaatsen.
• Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
• Fineerafwerkingen, kleefstoffen of
plastic bekledingen van aangrenzende
meubels moeten warmtebestendig zijn
(ten minste 90 °C).
X 150 mm
Y 750 mm
Installatie
248
Afmetingen van het apparaat
Plaats van de elektrische aansluitingen en
gasaansluitingen.
Plaatsing en nivellering
Voor de stabiliteit is het absoluut
noodzakelijk dat het apparaat correct
genivelleerd wordt op de ondergrond.
• Na de uitvoering van de aansluitingen
van gas en elektriciteit moet het voetje
vast- of losgedraaid worden tot het
apparaat stabiel en horizontaal op de
vloer staat.
Zwaar apparaat
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Plaats eerst de voorste voetjes en
daarna de achterste.
Installatie
249
NL
Montage van de plint
De plint moet altijd correct gepositioneerd
en bevestigd worden op het apparaat.
1. Draai de 6 schroeven los aan de
achterkant van de plaat (A), en draai de
2 schroeven (B) vast die zich op de
zijkant van de plint bevinden.
2. Positioneer de plint op de plaat. Stel de
6 openingen onderaan van de plint
overeenkomstig de 6 schroeven, die
eerder werden losgedraaid, aan de
achterkant van de plaat.
3. Draai de 6 schroeven vast aan de
achterkant van de kookplaat (A) en
draai de 2 schroeven vast onder de
plaat (B) om de plint te bevestigen.
Montage van de onderplint
De plint moet steeds correct gepositioneerd
en bevestigd worden op het apparaat.
1. Positioneer deze plint onderaan op de
voorkant van het apparaat.
2. Draai de twee zijdelingse schroeven vast
om de plint op het apparaat te
bevestigen.
3. Bedek de openingen van de plint met
behulp van de bijgeleverde doppen.
De bijgeleverde plint is een
integrerend deel van het product.
Ze moet op het apparaat
bevestigd worden voordat het
apparaat zelf wordt geïnstalleerd.
De bijgeleverde plint is een
integrerend deel van het product.
Deze moet op het apparaat
bevestigd worden voordat het
apparaat zelf wordt geïnstalleerd.
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Smeg TR103IBL bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Smeg TR103IBL in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,63 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Smeg TR103IBL

Smeg TR103IBL Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 50 pagina's

Smeg TR103IBL Gebruiksaanwijzing - English - 50 pagina's

Smeg TR103IBL Gebruiksaanwijzing - Français - 50 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info