791965
35
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/46
Pagina verder
Inhoudsopgave
187
NL
1 Waarschuwingen 188
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 188
1.2 Beoogd gebruik 194
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant 194
1.4 Deze gebruiksaanwijzing 194
1.5 Typeplaatje 195
1.6 Verwerking 195
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 196
1.8 Om energie te besparen 196
2 Beschrijving 197
2.1 Algemene beschrijving 197
2.2 Bedieningspaneel 198
2.3 Andere onderdelen 199
2.4 Accessoires 200
3 Gebruik 201
3.1 Materialen die geschikt zijn voor de magnetron 202
3.2 Gebruik van de accessoires 203
3.3 Het gebruik van de oven 205
3.4 Advies voor bereidingen 216
3.5 Speciale functies 219
3.6 Instellingen 221
4 Reiniging en onderhoud 225
4.1 Reiniging van de oppervlakken 225
4.2 Reiniging van de deur 226
4.3 Reiniging van de ovenruimte 226
5 Installatie 228
5.1 Elektrische aansluiting 228
5.2 Plaatsing 229
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
Waarschuwingen
188
1 Waarschuwingen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
AANDACHTIG DOORLEZEN EN BEWAREN VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
LET OP: Gebruik de magnetron
niet als de deur of de
deurpakking beschadigd is, tot
u deze door ervaren personeel
hebt laten repareren.
LET OP: Het is voor iedereen,
met uitzondering van ervaren
personeel, gevaarlijk om
onderhoud of reparaties te
verrichten waarvoor een kap,
die bescherming tegen de
microgolven biedt,
gedemonteerd moet worden.
LET OP: Vloeistoffen en ander
voedsel mogen niet in
afgesloten houders worden
opgewarmd, omdat ze dan
kunnen ontploffen.
LET OP: Het apparaat en de
bereikbare delen ervan worden
zeer heet tijdens het gebruik.
Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het
apparaat.
Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden zeer heet
tijdens het gebruik. Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het
apparaat.
Bescherm de handen met
ovenwanten bij het hanteren
van voedsel in de ovenruimte.
Probeer geen vlammen/brand
te doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten of met
een gebrek aan ervaring of
kennis is alleen toegestaan
onder toezicht en begeleiding
van volwassenen die
verantwoordelijk zijn voor hun
veiligheid.
Laat kinderen niet spelen met
het apparaat.
PERSOONLIJK LETSEL
Waarschuwingen
189
NL
Houd kinderen jonger dan
8 jaar die niet onder toezicht
staan uit de buurt van het
apparaat.
Kinderen jonger dan 8 jaar
mogen niet in de buurt komen
van het apparaat als het in
werking is.
Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet
worden uitgevoerd door
kinderen die niet onder toezicht
staan.
Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend
bewaakt worden.
Laat het apparaat niet
onbeheerd achter tijdens
bereidingen waarbij vetten en
oliën vrijkomen die bij heet
worden vlam kunnen vatten.
Wees heel voorzichtig.
Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
Houd de deur dicht tijdens de
bereiding.
Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
In geval van ingrepen op de
etenswaren of aan het einde
van de bereiding, de deur
gedurende een aantal
seconden 5 centimeter openen,
de stoom laten ontsnappen en
vervolgens de deur volledig
openen.
Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
ONTVLAMBARE MATERIALEN
NIET IN DE BUURT VAN HET
APPARAAT GEBRUIKEN OF
BEWAREN.
GEBRUIK GEEN
SPUITBUSSEN IN DE BUURT
VAN HET APPARAAT TERWIJL
HET WERKT.
VOER GEEN WIJZIGINGEN
UIT OP HET APPARAAT.
Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te
halen.
Waarschuwingen
190
Controleer het apparaat tijdens
de bereiding van
levensmiddelen in houders van
plastic of papier.
Gebruik de magnetron
uitsluitend voor het bereiden
van levensmiddelen. Andere
toepassingen (bijv. het
opdrogen van kleding, het
opwarmen van sloffen,
sponsen, vochtige doeken enz.,
het drogen van voedsel) zijn
absoluut verboden en kunnen
letsel of brand veroorzaken.
Maak het apparaat continu
schoon en verwijder eventuele
voedselresten.
Gebruik de magnetron niet om
voedsel te drogen.
Gebruik de magnetron niet voor
het opwarmen van of bakken
met olies.
Gebruik het apparaat niet voor
het opwarmen van
alcoholhoudende
levensmiddelen of dranken.
Warm eieren in een schaal of
hele, hardgekookte eieren niet
op aangezien ze na het
opwarmen zouden kunnen
ontploffen.
Verwarm verpakte
levensmiddelen niet op.
GEBRUIK VAN DE MAGNETRON
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar
Tijdens het gebruik van de magnetron
voor het (her)opwarmen van
vloeistoffen kan het kookproces
worden vertraagd. De
kooktemperatuur wordt bereikt
zonder dat de normale bellen
worden gevormd. Het vertraagde
kookproces kan tot een ontploffing in
de oven leiden. Bij het verwijderen
van de houder uit de oven kan
kokend hete vloeistof blijven
overkoken. Om deze gevaren te
vermijden, dient u tijdens het
opwarmen altijd het meegeleverde
kookstaafje (of een plastic,
hittebestendige lepel) in de houder
aan te brengen.
Waarschuwingen
191
NL
Babyvoeding mag niet in
gesloten houders in de
magnetron worden
opgewarmd. Verwijder de
deksel of de speen (in het geval
van een fles). Verifieer aan het
einde van de bereiding altijd de
temperatuur, deze mag niet te
hoog zijn. Meng of roer de
inhoud goed door om voor een
gelijkmatige temperatuur te
zorgen, en brandwonden te
vermijden.
Prik de schil door alvorens u
levensmiddelen met huid
of harde schil bereid
(bijv. aardappels, appels, enz.).
Gebruik de magnetronfuncties
niet als de magnetron leeg is.
Gebruik vaatwerk en
instrumenten die voor de
magnetron geschikt zijn.
Gebruik geen aluminium bakjes
voor de bereiding van voedsel.
Gebruik geen vaatwerk met
decoraties van metaal (goud,
zilver).
Dit apparaat voldoet aan de
actueel toepasselijke normen
en richtlijnen inzake
elektromagnetische
compatibiliteit en veiligheid.
Desondanks raden we
personen met een pacemaker
aan om een afstand van
20-30 cm tussen de werkende
magnetron en de pacemaker te
behouden. Raadpleeg de
fabrikant van de pacemaker
voor overige informatie.
Het apparaat werkt op een
ISM-golflengte van 2.4 Ghz.
Overeenkomstig de bepalingen
van de elektromagnetische
compatibiliteit behoort het
apparaat tot groep 2 en
klasse B (EN 55011).
Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
BESCHADIGING VAN HET
APPARAAT
Waarschuwingen
192
Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
Ga niet op het apparaat zitten.
Gebruik op de stalen delen of
de delen waarvan het
oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld
(bijv. elektrolytische oxidatie,
vernikkeling, verchroming) geen
producten die chloor,
ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Roosters en ovenschalen
moeten in de zijgeleiders
worden geplaatst tot ze niet
verder kunnen. De mechanische
veiligheidsblokkeringen die de
verwijdering van de roosters
voorkomen moeten naar
beneden en naar de
achterzijde van de ovenruimte
gericht zijn.
Reinig het apparaat niet met
een stoomreiniger.
Gebruik geen spuitbussen in de
nabijheid van het apparaat.
(enkel op sommige modellen)
Verwijder voedselresten of
gemorste sporen van vroegere
bereidingen uit de ovenruimte,
alvorens de pyrolyse te starten.
Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie
en de warmte-afvoer niet
verstopt raken.
Brandgevaar: laat geen
voorwerpen in de ovenruimte
achter.
GEBRUIK HET APPARAAT
NOOIT OM DE RUIMTE TE
VERWARMEN.
Gebruik geen plastic vaatwerk
of pannen om voedsel te
bereiden.
Plaats geen blikken of gesloten
pannen in de ovenruimte.
Verwijder alle ovenschalen en
roosters die tijdens de bereiding
niet gebruikt worden uit de
ovenruimte.
Bedek de bodem van de
ovenruimte niet met
aluminiumfolie.
Plaats geen pannen of
ovenschalen rechtstreeks op de
bodem van de ovenruimte.
Waarschuwingen
193
NL
Bij gebruik van bakpapier dient
u ervoor te zorgen dat de
circulatie van de warme lucht in
de ovenruimte niet wordt
belemmerd.
Gebruik de open deur niet als
steun door pannen of schalen
direct op het binnenglas te
plaatsen.
Gebruik de open deur niet als
hefboom om het apparaat in
het meubel te plaatsen.
Oefen niet te veel kracht uit op
de geopende deur.
Til dit apparaat niet op door de
handgreep beet te pakken.
Installatie en onderhoud
DIT APPARAAT MAG NIET
GEÏNSTALLEERD WORDEN
IN BOTEN OF CARAVANS.
Het apparaat mag niet
geïnstalleerd worden op een
voetstuk.
Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
Het apparaat niet buiten
plaatsen/gebruiken.
Om oververhitting van het
apparaat te voorkomen mag
het niet achter een sierdeur of
paneel geïnstalleerd worden.
Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
Laat het apparaat aansluiten
door gekwalificeerd technisch
personeel.
De aardverbinding van het
elektrische systeem is verplicht
en moet in overeenstemming
met de geldende
veiligheidsnormen worden
uitgevoerd.
Gebruik kabels die bestand zijn
tegen temperaturen van
minstens 90 °C.
Het aandraaimoment van de
schroeven van de stroomgelei-
ders van het klemmenbord moet
1,5-2 Nm bedragen.
Om gevaren te vermijden,moet
men onmiddellijk contact
opnemen met de technische
dienst die voor de vervanging
van de kabel zal zorgen als de
stroomkabel beschadigd is.
Waarschuwingen
194
Voorafgaand aan iedere
ingreep op het apparaat
(installatie, onderhoud,
plaatsing of verplaatsing) moet
u altijd zorgen voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Voorafgaand aan iedere
ingreep op het apparaat moet
de algemene elektrische
voeding gedeactiveerd
worden.
Dit apparaat kan gebruikt
worden tot op een hoogte van
maximaal 2000 meter boven
de zeespiegel.
1.2 Beoogd gebruik
Dit apparaat is bedoeld om thuis
voedsel te bereiden. Elk ander
gebruik is oneigenlijk. Bovendien
kan dit apparaat niet worden
gebruikt:
in de keuken van werknemers in
winkels, kantoren en andere
werkomgevingen.
op (vakantie)boerderijen.
door gasten in hotels en motels
en in residences.
in bed en breakfasts.
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan personen en
voorwerpen ten gevolge van:
een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Deze gebruiksaanwijzing
Deze handleiding voor gebruik is een
integraal onderdeel van het apparaat en
moet gedurende de gehele levensduur
van het apparaat intact en binnen
handbereik van de gebruiker bewaard
worden.
Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
De verklaringen van deze handleiding
bevatten afbeeldingen die beschrijven
wat normaal gesproken op het display
wordt weergegeven. Daarbij dient
echter rekening te worden gehouden
met het feit dat het apparaat zou kunnen
beschikken over een recentere versie
van het systeem. In dit geval kan de
weergave op het display afwijken van
hetgeen in de handleiding weergegeven
wordt.
Waarschuwingen
195
NL
1.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
markering. Het plaatje mag in geen geval
worden verwijderd.
1.6 Verwerking
In overeenstemming met de
Europese richtlijn AEEA (2012/
19/EU) moet dit apparaat aan het
einde van de levensduur gescheiden van
het andere vuil verwijderd worden.
Dit apparaat bevat geen stoffen in
hoeveelheden die gevaarlijk worden
geacht voor de gezondheid en het milieu,
in overeenstemming met de huidige
Europese richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
De stroomkabel doorknippen en
verwijderen.
Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door
de gebruiker worden ingeleverd bij
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of overhandigd worden aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke
en recyclebare materialen.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
196
1.7 Wegwijs in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1.8 Om energie te besparen
Verwarm het apparaat uitsluitend voor
als dit in het recept is aangegeven.
Ontdooi bevroren levensmiddelen
voordat u ze in de ovenruimte plaatst,
tenzij anders op de verpakking is
aangegeven.
Bij meerdere bereidingen wordt
geadviseerd om de levensmiddelen
achtereenvolgens te bereiden zodat u
de reeds opgewarmde ovenruimte het
beste kunt benutten.
Gebruik bij voorkeur metalen en
donkerkleurige bakvormen; deze zullen
de warmte beter absorberen.
Verwijder alle ovenschalen en roosters
die tijdens de bereiding niet gebruikt
worden uit de ovenruimte.
Stop de bereiding enkele minuten
voordat de normale bereidingstijd
verstrijkt. De bereiding zal gedurende de
resterende minuten worden voortgezet
door de warmte die zich in de oven
heeft opgehoopt.
Open de deur van de oven zo weinig
mogelijk, zodat de warmte niet verloren
gaat.
Houd de ovenruimte altijd schoon.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie/Suggestie
Beschrijving
197
NL
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Bedieningspaneel
2 Lamp
3 Pakking
4 Deur
5 Ventilator
6 Frame voor roosters/ovenschalen
Niveau van het frame
Beschrijving
198
2.2 Bedieningspaneel
1 Functieknop
Met deze knop is het volgende mogelijk:
het apparaat in-/uitschakelen;
een functie selecteren.
2 Display
Geeft de actuele tijd, de gekozen functie,
het gekozen vermogen, de gekozen
bereidingstemperatuur en de eventuele
toegekende duur weer.
3 Selectieknop
Met deze knop kunt u het volgende
instellen:
de bereidingstemperatuur;
de duur van een functie;
geprogrammeerde bereidingen;
de actuele tijd;
een functie starten of tijdelijk stoppen.
Draai de functieknop op
stand 0 om een bereiding
onmiddellijk te stoppen.
Beschrijving
199
NL
2.3 Andere onderdelen
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld:
als de deur wordt geopend;
als een willekeurige functie wordt
geselecteerd.
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator koelt de oven en treedt in
werking tijdens de bereiding.
De werking van de ventilator veroorzaakt
een normale luchtstroom die boven de deur
naar buiten komt, en die nog even kan
doorgaan nadat het apparaat is
uitgeschakeld.
Het is niet mogelijk om de
binnenverlichting uit te schakelen
als de deur is geopend.
Beschrijving
200
2.4 Accessoires
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
Glazen schaal
Nuttig voor elke type bereiding en voor het
opvangen van vet dat afkomstig is van het
voedsel op het rooster erboven.
Rooster voor ovenschaal
Om op een ovenschaal te zetten, voor het
bereiden van voedsel dat kan lekken.
Kookstaafje
Tijdens het opwarmen van vloeistoffen in de
houder plaatsen om het vertraagde
kookproces te voorkomen.
Op sommige modellen zijn niet
alle accessoires aanwezig.
De ovenaccessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of
optionele accessoires kunnen
worden aangevraagd bij erkende
servicecentra. Gebruik alleen de
originele accessoires van de
fabrikant.
Gebruik
201
NL
3 Gebruik
Waarschuwingen
Magnetron
Het apparaat is voorzien van een
microgolfgenerator, magnetron genaamd.
De geproduceerde microgolven worden
gelijkmatig over de ovenruimte verdeeld,
bereiken de gerechten en warmen ze op.
Het opwarmen vindt plaats door middel
van de wrijving van de moleculen (en met
name de watermoleculen) in het voedsel,
waardoor warmte wordt geproduceerd.
De warmte die direct in het voedsel wordt
geproduceerd, maakt het mogelijk om in
weinig tijd - minder dan voor een normale
bereidingswijze nodig is - voedsel te
bereiden, te ontdooien of op te warmen.
Door het gebruik van houders die voor de
bereiding in de magnetron geschikt zijn,
kunnen de microgolven het voedsel
gelijkmatig bereiken.
De temperatuur in de ovenruimte
kan tijdens het gebruik hoog
oplopen
Gevaar voor brandwonden
Houd de deur dicht tijdens de bereiding.
Bescherm de handen met ovenwanten
bij het hanteren van voedsel in de
ovenruimte.
Let op dat u de verwarmingselementen
in de ovenruimte niet aanraakt.
Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
Houd kinderen buiten bereik van de
ovenruimte tijdens de functionering.
Onjuist gebruik
Beschadiging van geëmailleerde
oppervlakken
Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
Bij gebruik van bakpapier dient u ervoor
te zorgen dat de circulatie van de
warme lucht in de ovenruimte niet wordt
belemmerd.
Plaats geen pannen of ovenschalen
rechtstreeks op de bodem van de
ovenruimte.
Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
De temperatuur in de ovenruimte
kan tijdens het gebruik hoog
oplopen
Brand- en ontploffingsgevaar
Gebruik geen spuitbussen in de
nabijheid van het apparaat.
Gebruik of laat geen ontvlambaar
materiaal in de nabijheid van het
apparaat.
Gebruik geen plastic vaatwerk of
pannen om voedsel te bereiden.
Plaats geen blikken of gesloten houders
in de ovenruimte.
Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
Verwijder alle ovenschalen en roosters
die tijdens de bereiding niet gebruikt
worden uit de ovenruimte.
Gebruik
202
3.1 Materialen die geschikt zijn voor
de magnetron
Doorgaans geldt dat de materialen die
voor de bereiding met de magnetron
gebruikt worden de microgolven moeten
doorlaten, zodat de microgolven het
voedsel kunnen bereiken.
Hieronder geven we een tabel van de
materialen die wel of niet kunt gebruiken:
MATERIALEN DIE GEBRUIKT MOGEN
WORDEN
- Glas (verwijder altijd de deksels)*
Vuurvaste schalen
•Glazen
•Potten
- Porselein
- Terracotta
- Plastic (indien geschikt voor de
magnetron)*
•Houders
Plastic folie (mag niet in contact komen
met het voedsel)
*uitsluitend hittebestendig.
MATERIALEN DIE NIET GEBRUIKT
MOGEN WORDEN
- Metaal (kan bogen of vonken
veroorzaken)
Aluminiumfolie
Aluminium schalen
•Borden
Metalen instrumenten
Diepvrieszakjes sluitstrips
- Hout
- Kristallen glazen
- Papier (brandgevaar)
- Houders van polystyreen (gevaar voor
verontreiniging van het voedsel)
Het vaatwerk mag geen
decoraties van metaal bevatten.
Gebruik geen schalen of
accessoires van metaal bij de
magnetron- of gecombineerde
magnetronfuncties.
Gebruik
203
NL
Het vaatwerk testen
Aan de hand van de volgende eenvoudige
test kunt u nagaan of het vaatwerk voor de
bereiding in de magnetron geschikt is:
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Plaats het vaatwerk op het rooster dat u
op de eerste niveau heeft geplaatst.
3. Selecteer de magnetronfunctie op
maximaal vermogen (bijv. 1000 W).
4. Stel een bereidingsduur van
30 seconden in.
5. Start de bereiding.
6. Aan het einde van de test moet het
bord/de schaal koud of lauwwarm zijn.
We raden u aan om het bord/de schaal
niet voor de bereiding met de magnetron
te gebruiken als deze warm is.
Voorbereiding
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en vanaf de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (met
uitzondering van het plaatje met de
technische gegevens) van de
accessoires en uit de ovenruimte.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
4. Verwarm de ovenruimte op de maximale
temperatuur om eventuele
productieresten te verwijderen.
3.2 Gebruik van de accessoires
Rooster voor ovenschaal
Het rooster voor de ovenschaal wordt in de
schaal geplaatst. Zo wordt het vet apart
van het voedsel opgevangen tijdens de
bereiding.
Gebruik voor deze test de
magnetronfunctie zonder dat u
voedsel in de magnetron plaatst.
Ongeschikt vaatwerk
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Onderbreek de test onmiddellijk als u
merkt dat het vaatwerk vonken of
geknetter produceert. In dit geval is het
vaatwerk niet voor de bereiding met de
magnetron geschikt.
Gebruik voor de eerste
opwarming de traditionele functie
en dus geen magnetronfunctie.
Gebruik
204
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de
zijgeleiders worden geplaatst tot aan het
eindpunt.
De mechanische
veiligheidsblokkeringen, die de
ongewenste verwijdering van het rooster
voorkomen, moeten naar beneden en
naar de binnenzijde van de ovenruimte
gericht zijn.
Kookstaafje
Tijdens het gebruik van de magnetron voor
het (her)opwarmen van vloeistoffen kan een
vertraagd kookproces zich voordoen. Om
dit fenomeen te voorkomen, dient u tijdens
het opwarmen het meegeleverde
kookstaafje (of een plastic, hittebestendige
lepel) in de houder aan te brengen.
Hoge temperatuur.
Gevaar voor brandwonden
Het accessoire kan erg warm worden.
Gebruik ovenwanten voor de hantering.
Plaats de roosters en de schalen
voorzichtig in de ovenruimte, tot
aan hun stoppositie.
Maak de ovenschalen schoon
alvorens ze voor de eerste keer te
gebruiken, om eventuele
productieresten te verwijderen.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar/gevaar voor
brandwonden
Om het gevaar voor een ontploffing in
het apparaat of het blijven overkoken
van de kokend hete vloeistof te
voorkomen, dient u tijdens het
opwarmen altijd het kookstaafje in de
vloeistof te plaatsen.
Hoge temperatuur
Gevaar voor schade aan het
apparaat
•Gebruik het kookstaafje uitsluitend met
de magnetronfuncties. Gebruik het
kookstaafje niet met gecombineerde of
traditionele functies.
Gebruik
205
NL
3.3 Het gebruik van de oven
Display
Het display toont de parameters en de
waarden van de momenteel geselecteerde
handeling. Om het te gebruiken draait u
aan de functieknop en de
selectieknop om de aangegeven
waarden te selecteren.
Controlelampje Klok
Controlelampje Kookwekker
Controlelampje Bereiding
Controlelampje Einde bereiding
Controlelampje Toetsenblokkering
Controlelampje Demostand
Controlelampje Magnetron
Controlelampje Ontdooien
Controlelampje Watt
Eerste gebruik
Bij het eerste gebruik of na een langdurige
stroomonderbreking zal op het display van
het apparaat het symbool
knipperen. Om te kunnen beginnen met een
bereiding moet u de actuele tijd instellen.
1. Draai aan de selectieknop om de
uren te selecteren.
2. Druk op de selectieknop om de
uren in te stellen en door te gaan naar
het selecteren van de minuten.
3. Draai aan de selectieknop om de
minuten te selecteren.
4. Druk op de selectieknop om de
instelling van de tijd af te sluiten.
Het kan zijn dat u de actuele tijd
moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de
overgang naar de zomertijd. Zie
voor het wijzigen van de actuele
tijd “3.6 Instellingen”.
Wanneer de actuele tijd zichtbaar
is, gaat het display na 2 minuten
over naar de zwakke verlichting
na de laatste druk op de knop.
Gebruik
206
Timer
1. Druk met de functieknop op stand
0 op de selectieknop .
Op het display verschijnen de cijfers
en het controlelampje
Kookwekker knippert.
2. Draai binnen 3 seconden de
selectieknop om de tijd op de
kookwekker in te stellen (van 1 minuut tot
13 uur).
3. Wacht 3 seconden of druk op de
selectieknop om de kookwekker te
starten.
Einde van de kookwekker
4. Aan het einde gaan de cijfers
en het controlelampje
Kookwekker knipperen en klinkt er
een kort geluidssignaal, dat u kunt
uitschakelen door op de selectieknop
te drukken of door de deur te
openen.
5. Draai de selectieknop om de
kookwekker nog een keer in te stellen of
druk op de selectieknop om de
functie Kookwekker te verlaten en terug
te keren naar de weergave van de
actuele tijd.
Een kookwekker annuleren
1. Druk op de selectieknop .
Op het display gaat het controlelampje
Kookwekker knipperen.
2. Draai binnen 3 seconden de
selectieknop naar links tot de
waarde van de kookwekker weer nul is.
3. Wacht 3 seconden of druk op de
selectieknop om de functie
Kookwekker te verlaten en terug te
keren naar de weergave van de actuele
tijd.
Deze functie stelt alleen de
kookwekker in werking aan het
eind van het aftellen.
Tijdens de functie gaat het display
na 2 minuten over naar de zwakke
verlichting na de laatste druk op
de knop.
Gebruik
207
NL
Waarschuwing Selectie van een bereidingsfunctie met
de magnetron
1. Draai de functieknop naar rechts
of links om de functie
MAGNETRON ” te selecteren.
2. Draai aan de selectieknop om
de bereidingsduur in te stellen
(van 5 seconden tot 30 minuten)
(bijvoorbeeld 5 minuten”).
Onjuist gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Tijdens het gebruik van de magnetron
moeten de gerechten in een geschikte
houder worden gedaan die op het eerste
niveau is geplaatst.
ZET DE HOUDERS/ACCESSOIRES
(schalen, glazen schalen enz.) NIET
RECHTSTREEKS OP DE BODEM VAN DE
OVENRUIMTE.
Voor optimale resultaten met
langdurige bereidingen met de
functies magnetron en
gecombineerd wordt aanbevolen
om de levensmiddelen één of
twee keer door te roeren.
MAGNETRON
Microgolven dringen het voedsel
binnen en maken het daardoor
mogelijk om binnen kortere tijd
voedsel te bereiden, waarbij
bovendien aanzienlijk veel energie
wordt bespaard. Microgolven zijn
ideaal voor bereidingen zonder vet,
voor het ontdooien en voor het
opwarmen van voedsel, terwijl het
originele aanzicht en de smaak
behouden blijven.
Gebruik
208
3. Druk op de selectieknop .
4. Terwijl het controlelampje Watt
knippert, draait u de selectieknop
naar rechts of naar links om het
vermogen te veranderen van 100 W tot
1000 W (zie Magnetronvermogen)
(bijvoorbeeld “500 Watt”).
5. Wacht 3 seconden om de bereiding te
starten of druk op de selectieknop
om eventuele instellingen voor de
bereidingsduur, tijdstip einde bereiding
in te stellen...
Einde van de bereiding met de
magnetron
6. Aan het einde van de bereiding
verschijnt knipperend op het
display en klinkt er een geluidssignaal,
dat u kunt uitschakelen door de deur te
openen of door op een van de twee
knoppen te drukken of eraan te draaien.
Magnetronvermogen
Hieronder geven we de vermogens die u
kunt selecteren:
Wanneer de deur wordt geopend,
wordt de lopende functie
onderbroken (het controlelampje
bereiding gaat uit). Druk na
het sluiten van de deur op de
selectieknop om de
bereiding te hervatten.
Vermogen
(W) Nuttig voor
100
Ontdooien van voedsel200
300
400 Bereiding van vlees of deli-
cate bereidingen
500
600 Opwarmen of bereiding
van voedsel
700
800
900 Opwarmen van vloeistoffen
1000
Gebruik
209
NL
Selectie van een gecombineerde
bereidingsfunctie
1. Draai de functieknop naar rechts
of naar links om de gewenste functie te
selecteren (bijvoorbeeld
MAGNETRON + GEVENTILEERD
+ ”).
2. Draai de selectieknop naar rechts
of naar links om de gewenste
temperatuur in te stellen (bijvoorbeeld
200 °C”).
3. Druk op de selectieknop .
4. Terwijl het controlelampje Klok
brandt, draait u de selectieknop
naar rechts of naar links om de
bereidingsduur te wijzigen (van1 minuut
tot 13 uur) (bijvoorbeeld “15 minuten”).
5. Druk op de selectieknop .
6. Terwijl het controlelampje Watt
knippert, draait u de selectieknop
naar rechts of naar links om het
vermogen te veranderen van 100 W tot
600 W (zie Magnetronvermogen)
(bijvoorbeeld “400 Watt”).
7. Druk op de selectieknop om de
ingevoerde gegevens te bevestigen.
Oneigenlijk gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Gebruik de gecombineerde functies niet
voor het opwarmen of laten koken van
vloeistoffen.
De gecombineerde bereiding is
een combinatie van een
traditionele bereiding en
magnetron. Deze functies worden
aangegeven doordat het symbool
van een traditionele functie en het
symbool van de magnetronfunctie
gaan branden .
Gebruik
210
8. Druk op de selectieknop om de
gecombineerde bereiding te starten.
Voorverwarmingsfase
De bereiding wordt voorafgegaan door
een voorverwarmingsfase die het apparaat
sneller op de bereidingstemperatuur brengt.
Tijdens deze fase knippert het
controlelampje Bereiding .
Wanneer de oven voorverwarmd is, gaat
het controlelampje Bereiding
onafgebroken branden en klinkt er een
geluidssignaal dat aangeeft dat het gerecht
in de oven kan worden geplaatst.
Einde van de bereiding met de
magnetron
9. Aan het einde van de bereiding
verschijnt knipperend op het
display en klinkt er een geluidssignaal,
dat u kunt uitschakelen door de deur te
openen of door op een van de twee
knoppen te drukken of eraan te draaien.
Lijst van gecombineerde
bereidingsfuncties
Wanneer de deur wordt geopend,
wordt de lopende functie
onderbroken (het controlelampje
bereiding gaat uit). Druk na
het sluiten van de deur op de
selectieknop om de
bereiding te hervatten.
In het geval van de
gecombineerde functie
MAGNETRON + GRILL
wordt de voorverwarming
niet toegepast wegens het type
bereiding en om een grotere
snelheid te waarborgen.
MAGNETRON + GRILL
Door het gebruik van de grill kleurt
de buitenkant van het voedsel
goudbruin. De magnetron maakt het
echter mogelijk om de binnenkant
van het voedsel in korte tijd te
bereiden.
MAGNETRON + GEVENTILEERD
De werking van de ventilator,
gecombineerd met de traditionele
bereiding, verzekert ook voor
ingewikkelde recepten homogene
bereidingen. De magnetron maakt
het echter mogelijk om de
binnenkant van het voedsel in korte
tijd te bereiden.
MAGNETRON + THERMO-
GEVENTILEERD
Voor een bereiding in combinatie
met geventileerde warmte. Dankzij
de roterende lucht en de
microgolven kan voedsel in korte
tijd worden bereid.
Gebruik
211
NL
Selectie van een traditionele
bereidingsfunctie
1. Draai de functieknop naar rechts
of naar links om de gewenste functie te
selecteren (bijvoorbeeld
GEVENTILEERD ”).
2. Draai de selectieknop naar rechts
of naar links om de gewenste
temperatuur in te stellen (bijvoorbeeld
200 °C”).
3. Wacht 3 seconden om de bereiding te
starten of druk op de selectieknop
om eventuele instellingen voor de
bereidingsduur, tijdstip einde bereiding
in te stellen...
Voorverwarmingsfase
De bereiding wordt voorafgegaan door
een voorverwarmingsfase die het apparaat
sneller op de bereidingstemperatuur brengt.
Tijdens deze fase knippert het
controlelampje Bereiding .
Wanneer de oven voorverwarmd is, gaat
het controlelampje Bereiding
onafgebroken branden en klinkt er een
geluidssignaal dat aangeeft dat het gerecht
in de oven kan worden geplaatst.
Bereiding met tijdsinstelling
1. Selecteer een bereidingsfunctie en -
temperatuur en druk op de selectieknop
.
Op het display verschijnen de cijfers
en de controlelampjes
Wanneer de deur wordt geopend,
wordt de lopende functie
onderbroken (het controlelampje
bereiding gaat uit).
De functie wordt automatisch
hervat bij het sluiten van de deur.
De bereiding kan op elk gewenst
moment onderbroken worden
door de functieknop op
stand 0 te zetten.
Met bereiding met tijdinstelling
wordt de functie bedoeld
waarmee u met de bereiding kunt
beginnen, en deze na een
ingestelde tijd kan doen eindigen.
De activering van een bereiding
met tijdinstelling annuleert de
eventuele kookwekker die u
eerder heeft ingesteld.
Gebruik
212
Bereiding en Klok gaan
knipperen.
2. Draai binnen 3 seconden aan de
selectieknop om de bereidingsduur
in te stellen (van 1 minuut tot 13 uur)
(bijvoorbeeld “25 minuten”).
3. Wacht 3 seconden.
Het controlelampje Bereiding stopt
met knipperen en de bereiding met
tijdsinstelling begint.
Einde van de bereiding met tijdsinstelling
4. Aan het einde van de bereiding
verschijnt knipperend op het
display en klinkt er een geluidssignaal,
dat u kunt uitschakelen door de deur te
openen of door op een van de twee
knoppen te drukken of eraan te draaien.
Een bereiding met tijdsinstelling
annuleren
1. Druk op de selectieknop .
Op het display gaat het controlelampje
Bereiding knipperen.
2. Draai binnen 3 seconden de
selectieknop naar links tot de
bereidingsduur nul is.
3. Wacht 3 seconden of druk op de
selectieknop om de functie
Bereiding met tijdsinstelling te verlaten
en terug te keren naar de weergave van
de actuele tijd.
De bereiding met tijdsinstelling
houdt geen rekening met de
voorverwarmingstijden.
Om nog een bereiding met
tijdsinstelling te selecteren draait u
opnieuw aan de selectieknop
.
Gebruik
213
NL
Kookwekker tijdens een bereiding
1. Selecteer een bereidingsfunctie en -
temperatuur en druk 2 keer op de
selectieknop .
Op het display verschijnen de cijfers
en het controlelampje
Kookwekker knippert.
2. Draai binnen 3 seconden de
selectieknop om de tijd op de
kookwekker in te stellen (van 1 minuut tot
13 uur).
3. Wacht 3 seconden.
Het controlelampje Kookwekker stopt
met knipperen en de kookwekker begint.
Einde van de kookwekker tijdens een
bereiding
4. Wacht tot het geluidssignaal de
gebruiker meedeelt dat de tijd is
verstreken.
De cijfers en het
controlelampje Kookwekker gaan
knipperen.
5. Draai de selectieknop om de
kookwekker nogmaals te selecteren of
druk op de selectieknop om het
geluidssignaal uit te schakelen en de
kookwekker tijdens een bereiding af te
sluiten.
Na enkele seconden verschijnt de actuele
tijd op het displayt en gaat de bereiding die
bezig is verder.
Een kookwekker annuleren tijdens een
bereiding
1. Druk tijdens de bereiding 2 keer op de
selectieknop .
Op het display gaat het controlelampje
Kookwekker knipperen.
2. Draai binnen 3 seconden de
selectieknop naar links tot de
waarde van de kookwekker weer nul is.
3. Wacht 3 seconden om de functie
Kookwekker tijdens een bereiding te
verlaten.
Deze functie zal de bereiding niet
onderbreken, maar enkel het
geluidssignaal activeren.
Het is niet mogelijk om een
kookwekker tijdens een bereiding
in te stellen als er al een bereiding
met tijdsinstelling is ingesteld.
Er kan een kookwekker worden
ingesteld ook als de bereiding al
bezig is.
Gebruik
214
Geprogrammeerde bereiding
1. Selecteer een bereidingsfunctie en -
temperatuur en druk op de selectieknop
.
Op het display verschijnen de cijfers
en de controlelampjes
Bereiding en Klok gaan
knipperen.
2. Draai binnen 3 seconden aan de
selectieknop om de bereidingsduur
in te stellen (van 1 minuut tot 13 uur)
(bijvoorbeeld “25 minuten”).
3. Druk op de selectieknop .
Op het display verschijnen de cijfers
en de controlelampjes Einde
bereiding en Klok gaan
knipperen.
4. Draai binnen 3 seconden aan de
selectieknop om de tijd voor het
einde van de bereiding in te stellen
(bijvoorbeeld “13:15”).
5. Wacht 3 seconden.
Het controlelampje Einde bereiding
blijft ononderbroken branden en het
apparaat wacht op de geprogrammeerde
starttijd.
Met geprogrammeerde
bereiding wordt de functie
bedoeld waarmee u een
bereiding met tijdsinstelling
automatisch kunt laten eindigen op
een door u ingesteld tijdstip, met
automatische uitschakeling van de
oven.
Uit veiligheidsoverwegingen is het
niet mogelijk om enkel het tijdstip
van het einde van de
bereidingstijd in te stellen, zonder
dat de tijdsduur ervan wordt
ingesteld.
Uit veiligheidsoverwegingen is het
niet mogelijk om
geprogrammeerde bereidingen
voor de functies Magnetron en
Gecombineerd in te stellen.
In het tijdstip voor het einde van de
bereiding zijn de minuten voor de
voorverwarming opgenomen.
Gebruik
215
NL
Einde van de geprogrammeerde
bereiding
Aan het einde van de bereiding verschijnt
knipperend op het display en
klinkt er een geluidssignaal, dat u kunt
uitschakelen door de deur te openen of
door op een van de twee knoppen te
drukken of eraan te draaien.
Een geprogrammeerde bereiding
annuleren
1. Druk op de selectieknop .
Op het display gaat het controlelampje
Bereiding knipperen.
2. Draai binnen 3 seconden de
selectieknop naar rechts of naar
links om een nieuwe bereiding met
tijdsinstelling in te stellen.
De geprogrammeerde bereiding is nu
geannuleerd.
Lijst van traditionele bereidingsfuncties
De bereiding kan op elk gewenst
moment onderbroken worden
door de functieknop op
stand 0 te zetten.
STATISCH
Traditionele bereiding, geschikt
voor de bereiding van één gerecht
tegelijk. Ideaal voor het bereiden
van gebraden vlees, vet vlees,
brood en gevulde taarten.
GEVENTILEERD
Intensieve en homogene bereiding.
Ideaal voor koekjes, taarten en
bereidingen op meerdere niveaus.
GRILL
Hiermee kunt u optimale resultaten
voor grillen en gratineren bereiken.
Door deze functie aan het einde
van de bereiding te gebruiken,
krijgen de gerechten een
gelijkmatig goudbruin korstje.
Gebruik
216
3.4 Advies voor bereidingen
Algemeen advies
Gebruik de geventileerde functie voor
het verkrijgen van een gelijkmatige
bereidingsgraad op de verschillende
niveaus.
Het verhogen van de temperatuur verkort
niet de bereidingsduur (het voedsel zou
aan de buitenkant erg gaar kunnen zijn,
maar minder aan de binnenkant).
Laat het voedsel na de bereiding niet te
lang in de ovenruimte om overmatige
condensvorming op de binnenruit van de
oven te vermijden.
ECO
Bereiding met een laag
energieverbruik: deze functie wordt
aanbevolen voor de bereiding op
één niveau met een laag
energieverbruik.
Aanbevolen voor alle soorten
voedsel, behalve voedsel waarbij
veel vocht vrijkomt (bijvoorbeeld
groenten).
Voor een maximale besparing van
de energie en een kortere
bereidingstijd wordt het aanbevolen
om de levensmiddelen in te
ovenruimte te plaatsen zonder deze
voor te verwarmen.
Bij de ECO-functie tijdens de
bereiding de deur niet openen.
Bij de ECO-functie zijn de
bereidingstijden langer.
De ECO-functie is een delicate
bereidingsfunctie en wordt
aanbevolen voor bereidingen
waarbij geen temperaturen van
hoger dan 200 °C nodig zijn;
voor bereidingen met hogere
temperaturen wordt geadviseerd
om een andere functie te kiezen.
TURBO
Voor een snelle bereiding op
meerdere steunniveaus zonder dat
de aroma's gemengd worden.
Ideaal voor omvangrijk voedsel
waarvoor een intensieve bereiding
nodig is.
Zie voor de Turbo - functie
3.5 Speciale functies”.
Gebruik
217
NL
Advies voor het bereiden van
vleesgerechten
De bereidingstijden hangen af van de
dikte en van de kwaliteit van het voedsel,
en van de smaak van de consument.
Gebruik een vleesthermometer voor
gebraad, of druk met een lepel op het
gebraad. Als het gebraad stevig
aanvoelt is het klaar, anders moet de
bereiding nog een aantal minuten
doorgaan.
Bij vlees en aardappelen wordt
aanbevolen om het voedsel van tijd tot
tijd om te draaien en/of te mengen voor
een gelijkmatige bruining aan alle
kanten.
Voor bereidingen op lage temperatuur
dient u het vlees enkele minuten aan te
braden in een koekenpan voordat u het
in de oven zet.
Bereiding met de magnetron wordt
aanbevolen bij vlees zonder vetlaag of
doorregen weefsel aan de oppervlakte.
Bij gebraden vlees met de
gecombineerde magnetronfunctie wordt
aangeraden het vlees om te draaien om
het vlees gelijkmatig gaar en bruin te
laten worden.
Advies voor bereidingen met de grill en
de geventileerde grill
Het grillen van vlees kan zowel
uitgevoerd worden bij koude als bij
voorverwarmde oven, als het resultaat
van de bereiding moet gewijzigd
worden.
Bij de functie van de geventileerde grill
wordt daarentegen aanbevolen om de
ovenruimte eerst voor te verwarmen.
Er wordt aanbevolen om het voedsel in
het midden van het rooster te plaatsen.
Advies voor het bereiden van gebak en
koekjes
Gebruik bij voorkeur metalen en
donkerkleurige bakvormen; deze zullen
de warmte beter absorberen.
De temperatuur en de duur van de
bereiding hangen af van de kwaliteit en
de dikte van het deeg.
Om te controleren of het gebak binnen
gaar is, kunt u aan het einde van de
bereiding een tandenstoker in het dikste
punt steken. Wanneer het deeg niet aan
de tandenstoker blijft plakken, is het
gebak gaar.
Wanneer het gebak inzakt wanneer het
uit de oven wordt gehaald, moet bij de
volgende bereiding de temperatuur
ongeveer 10 °C lager worden
ingesteld, en moet eventueel een
langere kooktijd geselecteerd worden.
Advies voor het ontdooien en het rijzen
Plaats het ingevroren voedsel, zonder
verpakking en in een recipiënt zonder
deksel, op het eerste niveau van de
ovenruimte.
•Vermijd opeenstapeling van
voedingsmiddelen.
Om vlees te ontdooien kunt u een rooster
gebruiken op het tweede niveau, en een
ovenschaal op het eerste niveau.
Op deze manier blijft het voedsel niet in
contact met de vloeistof van de
ontdooiing.
De meest delicate delen kunnen bedekt
worden met aluminiumfolie.
Voor het rijzen wordt aanbevolen om
onderin de ovenruimte een bakje met
water te zetten.
Gebruik
218
Indicatieve tabel bereidingen
Gerechten Gewicht
(Kg) Functie Vlak Temperatuur
(°C) Tijd
(minuten)
Lasagne 2,5 STATISCH 1 220 60 -65
Pasta uit de oven 2,0 STATISCH 1 220 35 -40
Kalfsgebraad 1,5 MAGNETRON + THERMO-GEVENTILEERD 1 200+300 W 55 -60
Varkenslende 1,3 MAGNETRON + THERMO-GEVENTILEERD 1 190+300 W 40 -45
Ribben 0,9 TURBO 1 200 60 -65
Rosbief 0,9 THERMO-GEVENTILEERD 1 200 55 -60
Gebraden konijn 1,3 MAGNETRON + THERMO-GEVENTILEERD 1 200+300 W 58 -62
Kalkoenbout 2,3 MAGNETRON + THERMO-GEVENTILEERD 1 200+300 W 62 -66
Zijde 1 Zijde 2
Worst 2,0 GRILL 3 250 16 12
Varkenskoteletten 0,8 TURBO 1 220 12 14
Varkensspek 0,4 GRILL 3 250 15 5
Forel (verse) 0,8 MAGNETRON + THERMO-GEVENTILEERD 1 180+200 W 30 -35
Forel
(diepgevroren) 0,8 MAGNETRON GEVENTILEERD 1 190+400 W 25 -30
Zeebaars 0,6 MAGNETRON + THERMO-GEVENTILEERD 1 180+200 W 26 -30
Zeeduivel 0,7 MAGNETRON + THERMO-GEVENTILEERD 1 180+200 W 30 -34
Gebakken
aardappels 1,0 MAGNETRON GEVENTILEERD 1 220+300 W 35 -40
Gemengde
groente 1,0 MAGNETRON + THERMO-GEVENTILEERD 1 200+500 W 20 -25
Pizza 1,0 GEVENTILEERD 1 -2 250 13 -16
Focaccia 1,0 GEVENTILEERD 2 180 23 -26
Brood 0,5 THERMO-GEVENTILEERD 1 200 45 -50
Schuimpjes 0,2 TURBO 1 120 115 -120
Confituurtaart 1,0 STATISCH 1 180 45 -50
Paradijstaart 0,6 THERMO-GEVENTILEERD 1 160 30 -35
Brioches 0,5 THERMO-GEVENTILEERD 1 160 50 -55
Tulband/donut 1,0 STATISCH 1 160 55 -60
Cake 0,7 THERMO-GEVENTILEERD 1 160 70 -75
Soezen/beignets 0,3 TURBO 1 160 54 -59
Chocoladetaart 1,0 THERMO-GEVENTILEERD 1 160 48 -52
De in de tabel weergegeven tijden zijn zonder voorverwarmingstijden en zijn indicatief.
Gebruik
219
NL
3.5 Speciale functies
Ontdooien
1. Plaats het gerecht in de ovenruimte.
2. Draai de functieknop tot de
volgende tekst op het display verschijnt.
3. Druk op de selectieknop om het
gebruik van de speciale functies te
bevestigen.
Op het display verschijnt het scherm van de
functie Ontdooien.
4. Druk op de selectieknop om de
functie Ontdooien te bevestigen.
Op het display verschijnen de cijfers
en de controlelampjes
Magnetron en Ontdooien
knipperen.
5. Draai aan de selectieknop om de
duur van het Ontdooien in te voeren
(van 5 seconden tot 99 minuten)
(bijvoorbeeld “12 minuten en
30 seconden”).
6. Wacht 3 seconden of druk op de
selectieknop om het ontdooien te
starten.
Met deze functie kunt u met een
instelbare tijd levensmiddelen
ontdooien.
Wanneer de deur wordt geopend,
wordt de lopende functie
onderbroken (het controlelampje
bereiding gaat uit). Druk na
het sluiten van de deur op de
selectieknop om door te
gaan met het ontdooien.
Gebruik
220
Einde van het ontdooien
Aan het einde van het ontdooien verschijnt
knipperend op het display en
klinkt er een geluidssignaal, dat u kunt
uitschakelen door de deur te openen of
door op een van de twee knoppen te
drukken of eraan te draaien.
7. Draai de functieknop op de stand
0 om de functie af te sluiten.
TURBO-functie
1. Draai de functieknop tot de
volgende tekst op het display verschijnt.
2. Druk op de selectieknop om het
gebruik van de speciale functies te
bevestigen.
Op het display verschijnt het scherm van de
functie Ontdooien.
3. Draai de selectieknop tot de
functie TURBO geselecteerd is
4. Druk op de selectieknop om de
functie TURBO te bevestigen.
5. Wacht 3 seconden om de bereiding te
starten of druk op de selectieknop
om eventuele instellingen voor
temperatuur, bereidingsduur, tijdstip
einde bereiding in te stellen...
6. Draai de functieknop op de stand
0 om de functie af te sluiten.
Voor een snelle bereiding op
meerdere steunniveaus zonder dat
de aroma's gemengd worden.
Ideaal voor omvangrijk voedsel
waarvoor een intensieve bereiding
nodig is.
Gebruik
221
NL
3.6 Instellingen
Actuele tijd
1. Draai de functieknop tot de
volgende tekst op het display verschijnt.
2. Druk op de selectieknop om de lijst
met instellingen te openen.
Op het display verschijnt het scherm van de
functie Actuele tijd.
3. Druk op de selectieknop om te
beginnen met het instellen van de
actuele tijd (bijvoorbeeld 12:30”).
4. Draai aan de selectieknop om de
uren te selecteren.
5. Druk op de selectieknop om de
uren in te stellen en door te gaan naar
het selecteren van de minuten.
6. Draai aan de selectieknop om de
minuten te selecteren.
7. Druk op de selectieknop om de
instelling van de tijd af te sluiten.
8. Draai de selectieknop om een
nieuwe instelling te selecteren.
Gebruik
222
Toetsenblokkering (kinderbeveiliging)
1. Draai de functieknop tot de
volgende tekst op het display verschijnt.
2. Druk op de selectieknop om de lijst
met instellingen te openen.
Op het display verschijnt het scherm van de
functie Actuele tijd.
3. Draai de selectieknop tot de
functie Toetsenblokkering geselecteerd
is.
4. Druk op de selectieknop om te
bevestigen.
5. Draai de selectieknop om de
functie Toetsenblokkering te activeren.
6. Druk op de selectieknop om te
bevestigen.
7. Draai de selectieknop om een
nieuwe instelling te selecteren.
Deze stand blokkeert automatisch
na een minuut normale werking de
bedieningen van het apparaat,
zonder enige tussenkomst van de
gebruiker.
Bij normale werking wordt de
toetsenblokkering aangegeven
doordat het controlelampje
Toetsenblokkering gaat
branden.
Als de knoppen worden wordt
aangeraakt of gewijzigd,
verschijnt op de display twee
seconden lang .
Om de blokkering tijdelijk uit te
schakelen tijdens een bereiding,
houdt u de selectieknop 5
seconden ingedrukt. De blokkering
zal één minuut na de laatste
instelling weer actief worden.
Gebruik
223
NL
Demo (alleen voor winkels)
1. Draai de functieknop tot de
volgende tekst op het display verschijnt.
2. Druk op de selectieknop om de lijst
met instellingen te openen.
Op het display verschijnt het scherm van de
functie Actuele tijd.
3. Draai de selectieknop tot de
functie Demo geselecteerd is.
4. Druk op de selectieknop om te
bevestigen.
5. Draai de selectieknop om de
functie Demo te activeren.
6. Druk op de selectieknop om te
bevestigen.
7. Draai de selectieknop om een
nieuwe instelling te selecteren.
Met deze modus kan het
apparaat de
verwarmingselementen
uitschakelen, terwijl men toch
gebruik kan maken van het
bedieningspaneel.
De actieve Demostand wordt
aangegeven op het display
doordat het controlelampje
Demostand brandt.
Om de oven normaal te
gebruiken, moet deze functie op
OFF ingesteld worden.
Gebruik
224
Warmhouden
1. Draai de functieknop tot de
volgende tekst op het display verschijnt.
2. Druk op de selectieknop om de lijst
met instellingen te openen.
Op het display verschijnt het scherm van de
functie Actuele tijd.
3. Draai de selectieknop tot de
functie Warmhouden geselecteerd is.
4. Druk op de selectieknop om te
bevestigen.
5. Draai de selectieknop om de
functie Demo te activeren.
6. Druk op de selectieknop om te
bevestigen.
7. Draai de selectieknop om een
nieuwe instelling te selecteren.
In deze stand kan het apparaat
aan het einde van een bereiding,
waarvan de duur is ingesteld, (als
deze niet handmatig wordt
onderbroken) het zojuist bereide
voedsel (op lage temperatuur)
warmhouden, zonder dat de
organoleptische eigenschappen
en de smaak die u tijdens de
bereiding heeft verkregen verloren
gaan.
Om de oven normaal te
gebruiken, moet deze functie op
OFF ingesteld worden.
Reiniging en onderhoud
225
NL
4 Reiniging en onderhoud
Waarschuwingen
4.1 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik altijd en uitsluitend specifieke
producten, die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en
wrijf het over het oppervlak, spoel
zorgvuldig af, en droog met een zachte
doek of met een microvezeldoek.
De temperatuur in de ovenruimte
kan na het gebruik hoog oplopen
Gevaar voor brandwonden
Laat het apparaat afkoelen en maak het
daarna pas schoon.
Onjuist gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
Nalatige reiniging van de ovenruimte
kan de levensduur van het apparaat op
negatieve wijze beïnvloeden en kan
een gevaar vormen.
Verwijder voedselresten altijd uit de
ovenruimte.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar/gevaar voor
brandwonden
Gebruik geen reinigingsmiddelen met
een hoog alcoholpercentage of die
ontvlambare dampen kunnen afgeven.
Bij een volgende verwarming zouden
ze explosies in de oven kunnen
veroorzaken.
Wend u voor de vervanging tot de
technische assistentie als de lamp
beschadigd is. Dit defect is niet van
invloed op de status van het
apparaat. U kunt het apparaat
blijven gebruiken.
Reiniging en onderhoud
226
Voedselresten of -vlekken
Gebruik in geen geval metalen sponzen of
scherpe krabbers zodat de oppervlakken
niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende
producten, en eventueel houten of plastic
gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een
zachte doek of met een microvezeldoek.
Laat etensresten op basis van suiker
(bijv. marmelade) in het apparaat niet
opdrogen, dit kan het email binnenin
aantasten.
4.2 Reiniging van de deur
Reiniging van de ruiten van de deur
Er wordt aangeraden om deze steeds
schoon te houden. Gebruik absorberend
keukenpapier. Gebruik in geval van
hardnekkig vuil een vochtige spons en een
gewoon reinigingsmiddel.
4.3 Reiniging van de ovenruimte
Om de ovenruimte in goede staat te
houden, moet hij na afkoeling regelmatig
gereinigd worden.
Laat geen voedselresten in de ovenruimte
opdrogen aangezien daardoor de lak
beschadigd kan raken.
Verwijder de uitneembare delen alvorens
de ovenruimte te reinigen.
Voor een eenvoudige reiniging wordt
aanbevolen om het volgende te
demonteren:
•de deur
de frames voor roosters/ovenschalen
Drogen
Door de bereiding van gerechten ontstaat
vocht in de ovenruimte. Dit is normaal en is
niet van invloed op de correcte werking
van het apparaat.
Aan het einde van elke bereiding:
1. laat het apparaat afkoelen;
2. verwijder vuil uit de ovenruimte;
3. maak de ovenruimte droog met een
zachte doek;
4. laat de deur lang genoeg open staan
zodat de ovenruimte volledig kan
opdrogen.
Er wordt aanbevolen om
reinigingsproducten van de
fabrikant te gebruiken.
In geval van gebruik van
specifieke reinigingsproducten
wordt aanbevolen om het
apparaat circa 15/20 minuten op
de maximale temperatuur te laten
functioneren om eventuele resten
te verwijderen.
Reiniging en onderhoud
227
NL
Verwijderen van de geleiderframes voor
de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes worden verwijderd,
kan de reiniging van de zijdelen makkelijker
uitgevoerd worden.
Verwijder de geleiderframes:
1. de pinnen uit het geleiderframe
schroeven:
2. Trek het geleiderframe in de ovenruimte
om de pinnen eruit te halen.
3. Herhaal na de reiniging de net
beschreven handelingen om de
geleiderframes weer te plaatsen. Let
goed op de afstandsbussen die binnen
de omtrek van het geleiderframe
aangebracht moeten worden.
Advies voor het onderhoud van de
pakking
De pakking moet elastisch en zacht zijn.
Gebruik een niet-schurende spons en
lauwwarm water om de pakking schoon
te houden.
De bovenkant reinigen
Het apparaat is voorzien van een
weerstand die u voor een eenvoudigere
reiniging van de bovenkant van de oven
kunt kantelen.
1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig
op en draai de pal 90° zodat de
weerstand vrijkomt.
2. Beweeg de weerstand voorzichtig
helemaal omlaag.
3. Plaats aan het einde van de reiniging de
weerstand terug en blokkeer hem door
aan de pal te draaien.
De temperatuur in de ovenruimte
kan tijdens het gebruik hoog
oplopen
Gevaar voor brandwonden
• De volgende handelingen mogen
uitsluitend bij volledig afgekoelde en
uitgeschakelde oven worden verricht.
Onjuist gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Laat tijdens de reiniging de weerstand
niet teveel buigen.
Installatie
228
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van de
netvoeding overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat en is zichtbaar
op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Het apparaat functioneert op 220-240 V~.
Gebruik een driepolige kabel (kabel van
3 x 1,5 mm2, voor de diameter van de
interne geleider).
Zorg voor de aardverbinding met een
kabel die ten minste 20 mm langer is dan
de andere kabels.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
Vaste aansluiting
Installeer een schakelaar op de voedings-
lijn waarmee het apparaat van het omni-
polaire netwerk kan worden losgekoppeld,
met een openingsafstand tussen de contac-
ten waarmee volledige afkoppeling moge-
lijk is in de omstandigheden van
overspanningscategorie III, in overeenstem-
ming met de installatievoorschriften.
Test
Voer na de installatie een korte test uit.
Bij een slechte werking van het apparaat,
terwijl u heeft geconstateerd dat u de
instructies correct heeft uitgevoerd, moet
u het apparaat loskoppelen van het
elektriciteitsnet en het dichtstbijzijnde
Technische Servicecentrum informeren.
Vervanging van de kabel
1. Schroef de schroeven van het
achterpaneel los en verwijder het paneel
om toegang te krijgen tot het
klemmenbord.
2. Vervang de kabel.
3. Controleer of de kabels (oven of
eventuele kookplaat) een optimaal
traject hebben, zodat eender welk
contact met het apparaat wordt
vermeden.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
De aardverbinding van het elektrische
systeem is verplicht en moet in
overeenstemming met de geldende
veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
Installatie
229
NL
5.2 Plaatsing Positie van de voedingskabel
(achteraanzicht)
Pakking frontpaneel
Plak de meegeleverde pakking op de
achterkant van het frontpaneel om de
eventuele infiltratie van water of andere
vloeistoffen te voorkomen.
Zwaar apparaat
Pletgevaar
Plaats het apparaat met behulp van een
tweede persoon in het meubel.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Gebruik de open deur niet als hefboom
om het apparaat in het meubel te
plaatsen.
Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
Controleer of het materiaal van het
meubel brandbestendig is.
Controleer of het meubel voorzien is van
de vereiste openingen.
Installeer het apparaat niet in een
afgesloten nis of in een keukenkastje.
Installatie
230
Bevestigingsbussen
Verwijder de doppen van de
bevestigingsbussen aan de voorzijde van
de oven.
Plaats het apparaat in het meubel.
Bevestig het apparaat aan het meubel met
de schroeven.
Sluit de bevestigingsbussen af met de
eerder verwijderde doppen.
Afmetingen van het apparaat (mm)
(vooraanzicht)
(bovenaanzicht)
Installatie
231
NL
(zijaanzicht)
Plaatsing onder een werkblad (mm)
Ga na of het achterste/onderste
deel van het meubel voorzien is
van een opening van ongeveer 60
mm.
Installatie
232
Inbouw in een kolom (mm)
Ga na of het bovenste/achterste
deel van het meubel voorzien is
van een opening van ongeveer
35-40 mm diep.
35

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Smeg SF4101MCS1 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Smeg SF4101MCS1 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1.99 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Smeg SF4101MCS1

Smeg SF4101MCS1 Gebruiksaanwijzing - English - 46 pagina's

Smeg SF4101MCS1 Gebruiksaanwijzing - Français - 46 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info