77121
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/27
Pagina verder
Inhoudsopgave
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK.................................................................... 112
2. AANWIJZINGEN VOOR DE RECYCLING - ONS MILIEUBELEID..................................... 113
3. WAARSCHUWINGEN I.V.M. DE VEILIGHEID ................................................................... 114
4. GEBRUIKSBESTEMMING.................................................................................................. 114
5. KEN UW FORNUIS............................................................................................................. 115
5.1. Algemene beschrijving ............................................................................................................................... 115
6. VÓÓR DE INSTALLATIE .................................................................................................... 116
7. BESCHIKBARE ACCESSOIRES........................................................................................ 116
8. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN EN ADVIES VOOR HET GEBRUIK........................... 117
8.1. HET GEBRUIK VAN HET DRAAISPIT ...................................................................................................... 117
9. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN OP HET FRONTPANEEL................................ 118
10. HET GEBRUIK VAN DE HOOFDZAKELIJKE OVEN........................................................ 120
10.1. Het eerste gebruik.................................................................................................................................... 120
10.2. Regeling van de huidige tijd..................................................................................................................... 120
10.3. De selectie van een functie...................................................................................................................... 120
10.4. Geprogrammeerde bereidingen............................................................................................................... 121
10.5. Bereiding met de selectie van een recept................................................................................................ 122
10.6. Tabel met vooraf bepaalde recepten: ...................................................................................................... 124
10.7. Secundair menu....................................................................................................................................... 125
11. BEREIDINGEN MET DE OVEN ........................................................................................ 126
11.1. Beschrijving van de selecteerbare functies.............................................................................................. 126
11.2. Tabel met bereidingen: ............................................................................................................................ 128
12. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ..................................................................................... 129
12.1. Kookzones ............................................................................................................................................... 129
12.2. Verwarmingsversneller............................................................................................................................. 129
12.3. Functie Power .......................................................................................................................................... 129
12.4. Werkingsvermogens ................................................................................................................................ 130
12.5. Types van pannen.................................................................................................................................... 130
13. REINIGING EN ONDERHOUD ......................................................................................... 133
13.1. Het reinigen van roestvrij staal................................................................................................................. 133
13.2. Gewone dagelijkse reiniging .................................................................................................................... 133
13.3. Voedselvlekken of -resten........................................................................................................................ 133
13.4. Reiniging van de oven.............................................................................................................................. 133
13.5. Reiniging van de ruiten van de deur ........................................................................................................ 133
14. BUITENGEWOON ONDERHOUD .................................................................................... 134
14.1. De vervanging van de lamp voor de verlichting ....................................................................................... 134
14.2. Demontage van de deur........................................................................................................................... 134
14.3. Demontage van de pakking ..................................................................................................................... 134
14.4. Oplossingen voor problemen…................................................................................................................ 135
15. DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL ............................................................................ 136
15.1. Elektrische aansluiting ............................................................................................................................. 136
15.2. Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen).................................................... 137
111
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: duiden advies voor het gebruik, de beschrijving van
de bedieningen en de correcte reinigings- en onderhoudshandelingen aan.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de bevoegde technicus die
de installatie, de indienststelling en de test van het toestel moet uitvoeren.
Ga voor meer informatie over onze producten naar onze website: www.smeg.com
@
Waarschuwingen voor het gebruik
112
1. WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE HANDLEIDING MOET
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE KEUKEN INTACT EN BINNEN HANDBEREIK
WORDEN BEWAARD. WE RADEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN
AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET TOESTEL IN GEBRUIK WORDT GENOMEN. ALLE
BIJGELEVERDE STRAALPIJPEN ZULLEN EVENEENS MOETEN BEWAARD WORDEN. DE
INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL, EN DOOR
DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE RESPECTEREN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR
HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN. HET TOESTEL
WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN VERWARMING VAN
VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONGESCHIKT BESCHOUWD WORDEN.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR HET GEBRUIK DAT VERSCHILT VAN
WAT WORDT AANGEDUID.
GEBRUIK DIT TOESTEL NIET VOOR HET VERWARMEN VAN DE WONING.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE
HUISELIJKE OMGEVING. SCHEIDT DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN AFKOMSTIG VAN
DE VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN
AFVALINZAMELING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/
96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN (WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN VAN
AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE
EUROPESE UNIE.
ZORG ERVOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN DE
WARMTEAFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN HET
MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE BERGRUIMTE.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VERWIJDER ALLE VERWIJDERBARE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VAN DE BUITEN-
EN BINNENKANT VAN HET TOESTEL.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN METALEN SPONZEN OF SCHERPE KRABBERS, ZODAT
DE OPPERVLAKKEN NIET WORDEN BESCHADIGD.
GEBRUIK NORMALE EN NIET SCHURENDE PRODUCTEN VOOR STAAL, EN
EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC MATERIAAL.
SPOEL ZORGVULDIG, EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF MET EEN ZEEMVEL.
VERMIJDT OM ETENSRESTEN OP SUIKERBASIS (BV. JAM) TE LATEN OPDROGEN IN
DE OVEN. WANNEER HET TE LANG OPDROOGT, KAN HET EMAIL IN DE OVEN
BESCHADIGD WORDEN.
DE FABRIKANT WIJST IEDERE AANSPRAKELIJKHEID VOOR LETSELS AAN PERSONEN OF
MATERIËLE SCHADE AF DIE WORDEN VEROORZAAKT DOOR HET NIET IN ACHT NEMEN VAN
DEZE VOORSCHRIFTEN, OF DOOR HET ONKLAAR MAKEN VAN ZELFS MAAR ÉÉN ENKEL
ONDERDEEL VAN HET TOESTEL, OF DOOR HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE
RESERVEONDERDELEN.
Aanwijzingen voor de recycling
113
2. AANWIJZINGEN VOOR DE RECYCLING - ONS MILIEUBELEID
Voor de verpakking van onze huishoudelijke toestellen gebruiken we niet-vervuilende, en dus
milieuvriendelijke en recyclebare materialen. Wij verzoeken om hieraan mee te werken, en om te zorgen
voor een correcte verwerking van de verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar
de adressen van afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor kinderen gevaar op verstikking
vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook het oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: bezorg het toestel bij het erkende plaatselijke bedrijf voor het inzamelen van afgedankte
huishoudelijke toestellen.
Met een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden. De koelapparaten
bevatten gassen die gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu. Zorg er daarom voor dat de leidingen van het
koelcircuit niet worden beschadigd tot de bevoegde dienst het huishoudelijke toestel ophaalt.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de werkvlakken niet
verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in de oven zouden kunnen opsluiten.
Bovendien is het nodig dat u de elektricitietskabel doorsnijdt, en samen met de stekker verwijdert.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE
HUISELIJKE OMGEVING. SCHEIDT DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE
VERPAKKING, EN BRENG ZE NAAR DE DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR
AFVALINZAMELING.
LL
KENNISGEVING AAN DE GEBRUIKERS:
IN DE ZIN VAN DE RICHTLIJNEN 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG, BETREFFENDE DE
VERMINDERING VAN HET GEBRUIK VAN GEVAARLIJKE STOFFEN IN ELEKTRISCHE EN
ELEKTRONISCHE APPARATEN, ALSMEDE DE VERWERKING VAN AFVAL, ZAL HET OP DE
APPARATUUR AANGEBRACHTE SYMBOOL VAN DE DOORKRUISTE AFVALBAK EROP WIJZEN
DAT HET PRODUCT OP HET EIND VAN DIENS LEVENSDUUR GESCHEIDEN VAN ANDER AFVAL
MOET WORDEN INGEZAMELD. DE GEBRUIKER ZAL HET APPARAAT OP HET EIND VAN DIENS
LEVENSDUUR DAAROM BIJ DE SPECIALE CENTRA VOOR DE GESCHEIDEN INZAMELING VAN
ELEKTRISCH EN ELEKTRONISCH AFVAL MOET INLEVEREN, OF HET MOETEN OVERDRAGEN
AAN DE WEDERVERKOPER OP HET MOMENT VAN AANSCHAF VAN EEN GELIJKWAARDIG
APPARAAT, IN EEN VERHOUDING VAN ÉÉN STAAT TOT ÉÉN. DE DOELTREFFENDE
INZAMELING VOOR DE DAAROPVOLGENDE, RECYCLAGE, BEHANDELING OF ECOLOGISCH
VERANTWOORDE VERWERKING, ZAL BIJDRAGEN AAN HET VERMIJDEN VAN MOGELIJKE
NEGATIEVE GEVOLGEN VOOR HET MILIEU EN DE GEZONDHEID EN BEVORDERT DE
RECYCLAGE VAN DE MATERIALEN WAARUIT HET APPARAAT IS SAMENGESTELD. DE
ILLEGALE VERWERKING VAN HET PRODUCT DOOR DE GEBRUIKER WORDT BESTRAFT MET
ADMINISTRATIEVE SANCTIES.
Waarschuwingen i.v.m. de veiligheid
114
3. WAARSCHUWINGEN I.V.M. DE VEILIGHEID
4. GEBRUIKSBESTEMMING
OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN DE ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT BEHOORT
DE ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIEPLAAT TOT GROEP 2 EN KLASSE B (EN 55011)
DE STEKKER DIE WORDT AANGESLOTEN OP DE STROOMKABEL EN HET RELATIEVE STOPCONTACT
MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE VLAKKEN.
DE AARDING IS VERPLICHT VOLGENS DE VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE
INSTALLATIE.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET TOESTEL KORT TESTEN VOLGENS DE
AANWIJZINGEN DIE VERVOLGENS WORDEN AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET
TOESTEL LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM INLICHTEN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
WANNEER U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT OP HET GLAZEN OPPERVLAK VAN DE
KOOKPLAAT, MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN EEN BEVOEGD
ASSISTENTIECENTRUM CONTACTEREN.
MENSEN MET EEN PACEMAKER OF EEN GELIJKSOORTIG TOESTEL MOETEN CONTROLEREN OF
DE WERKING VAN DEZE TOESTELLEN NIET WORDT BEÏNVLOED DOOR HET INDUCTIEVELD,
WAARVAN HET FREQUENTIEBEREIK TUSSEN 20 EN 50 KHZ LIGT.
PLAATS NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: HET TOEVALLIG AANSCHAKELEN VAN
DE OVEN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET TOESTEL ERG HEET. RAAK DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE
OVEN NIET AAN.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET
VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT
ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK VAN DE OVEN STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE 0
(UIT) STAAN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET TOESTEL
AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING EN
VERWARMING VAN VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONGESCHIKT BESCHOUWD
WORDEN.
De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid voor letsels aan personen of materiële schade af die worden
veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van slechts
één enkel deel van het toestel, en door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
115
5. KEN UW FORNUIS
KOOKPLAAT
BEDIENINGSPANEEL
HOOFDZAKELIJKE OVEN
RECHAUD
5.1 Algemene beschrijving
5.1.1 Plaatsbare vlakken
Het toestel beschikt voor beide ovens over 4 vlakken zodat de ovenschalen en
roosters op verschillende hoogtes kunnen geplaatst worden. De plaatsbare
hoogtes werden genummerd van laag naar hoog (raadpleeg de figuur).
(Tijdens het gebruik van de recepten moeten de aanbevolen vlakken gebruikt
worden die beschreven worden in de tabel “10.6 Tabel met vooraf bepaalde
recepten:”).
5.1.2 Koelventilatie
Het toestel is uitgerust met een koelsysteem, dat bij het starten van een bereiding in werking treedt. De
werking van de ventilator veroorzaakt een normale luchtstroom die onder de deur naar buiten komt, en
die nog even kan doorgaan nadat de oven werd uitgeschakeld.
5.1.3 Lamp van de binnenverlichting
De ovenlamp gaat aan wanneer de deur wordt geopend of wanneer een functie of recept geselecteerd
wordt, behalve bij (waar aanwezig). Wanneer op de toets wordt gedrukt, is het bovendien
mogelijk om de lamp op elk moment aan- of uit te schakelen, behalve wanneer de functie van de
automatische reiniging ingeschakeld is (waar aanwezig).
De lamp van de hulpoven gaat aan wanneer eender welke functie of de daarvoor bestemde functie van
de lamp, aangeduid door het symbool , geselecteerd wordt.
5.1.4 Rechaud (waar aanwezig)
Onderaan het fornuis, onder de oven, bevindt zich de bergruimte. Ze
kan bereikt worden door aan de bovenkant van het deurtje te trekken.
Bewaar er absoluut geen ontvlambare materialen zoals vodden,
papier en dergelijk, maar eventueel enkel de metalen accessoires van
het toestel.
Open de bergruimte niet wanneer de oven aangeschakeld of warm is. De temperaturen in deze
ruimte kunnen zeer hoog zijn.
Aanwijzingen voor de gebruiker
116
6. VÓÓR DE INSTALLATIE
7. BESCHIKBARE ACCESSOIRES
Nadat u al het overtollige heeft verwijderd, wordt aangeraden om de binnenkant van het toestel schoon
te maken. Voor meer informatie in verband met de reiniging, raadpleegt u het hoofdstuk “13. REINIGING
EN ONDERHOUD”.
Wanneer de ovens en de grill voor het eerst worden gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de
maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat mogelijke oliehoudende productieresten verbrandt
worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
Ovenrooster: dient voor het bereiden van gerechten in platte
recipiënten, zoals taartjes, gebraad of voedsel dat op een dun
rooster moet bereid worden.
Rooster voor ovenschaal: om bovenop een ovenschaal te zetten
voor het bereiden van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van
het voedsel op het rooster erboven.
Gebakschaal: handig voor het klaarmaken van taarten, pizza en
ovengebak.
Verchroomde ronde tang: handig voor het verwijderen van hete
roosters en ovenschalen.
Stok van het draaispit (enkel op sommige modellen): nuttig
voor het bereiden van kip of voedsel dat uniform moet bereid
worden.
(moet gebruikt worden zoals wordt beschreven op pagina 117).
Rond frame voor het draaispit (enkel op sommige modellen):
dient als steun voor de stok van het draaispit (moet gebruikt worden
zoals wordt beschreven op pagina 117).
De ovenaccessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt uit materialen die
conform de voorschriften van richtlijn 89/109/EEG en het Italiaanse wetsbesluit 108 van 25/01/92 zijn.
Niet alle accessoires zijn aanwezig op sommige modellen.
Verkrijgbare accessoires:
Via de Erkende Assistentiecentra kunnen originele bijgeleverde of optionele accessoires besteld
worden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
117
8. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN EN ADVIES VOOR HET GEBRUIK
Tijdens het gebruik wordt het toestel zeer heet. Er wordt aangeraden om steeds ovenwanten te
gebruiken.
De deur moet tijdens alle bereidingen gesloten blijven.
Bedek tijdens de bereiding de bodem van de oven niet met aluminiumfolie, en plaats hierop geen
pannen of ovenschalen om beschadiging aan het email te vermijden. Bij gebruik van bakpapier
moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt
verhinderd.
Om te voorkomen dat eventuele damp in de oven ongemakken veroorzaakt, opent
u de ovendeur het best in twee keer: open de deur eerst een beetje (ong. 5 cm) voor
4-5 seconden, en daarna helemaal. Wanneer gerechten moeten gecontroleerd
worden tijdens de bereiding, moet u de ovendeur zo kort mogelijk openhouden om
te vermijden dat de temperatuur in de oven zodanig zakt dat het slagen van de
bereiding in gedrang komt. Als de ovendeur wordt geopend, wordt de
binnenventilatie automatisch uitgeschakeld en wordt ze na het sluiten opnieuw
ingeschakeld.
Met de grill mag nooit langer dan 60 minuten gewerkt worden.
Om gevaarlijke oververhittingen te voorkomen tijdens het gebruik van de oven of de grill, moet het
glazen deksel (waar aanwezig) van het toestel steeds omhoog staan.
Tijdens en na het gebruik van de grill kunnen de bereikbare delen zeer heet worden en moeten
kinderen dus uit de buurt van het toestel gehouden worden.
Tijdens bereidingen met het draaispit wordt aangeraden om onderin de oven, op de eerste geleider
van onderen, één van de bijgeleverde ovenschalen te plaatsen die eventueel het vet opvangen.
Tijdens het gebruik van de oven moet u alle ovenschalen en roosters die niet gebruikt worden uit de
oven verwijderen.
8.1 HET GEBRUIK VAN HET DRAAISPIT
Plaats het hulpframe op de tweede geleider
onderaan, zodat de plaats voor de stok uit de
oven komt. Plaats de stok zoals wordt
aangeduid in de figuur (1), en duw het frame
in de oven tot het uiteinde van de stok in het
gat van de motor van het draaispit komt te
zitten. Hef de stok van het draaispit nu op en
duw hem naar links zodat de positie bereikt
worden die aangeduid wordt in de figuur (2).
Deze handelingen moeten uitgevoerd worden
wanneer de oven uitgeschakeld is en koud
staat. Na de bereiding moet door middel van
het daarvoor bestemde gereedschap de stok
uit het gat (3) verwijderd worden, zodat de
stok van het draaispit (4) uit de ovenruimte
kan verwijderd worden.
1 2
3 4
Aanwijzingen voor de gebruiker
118
9. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN OP HET FRONTPANEEL
Alle bedieningen en controlelampen zijn zichtbaar op het frontpaneel. De volgende tabel geeft een
beschrijving van de gebruikte symbolen.
Op dit display wordt de volgende informatie weergegeven:
Duidt het huidige uur of de duur van de bereiding
aan.
Dit display duidt de vooraf ingestelde temperatuur
aan voor de gewenste functie of recept, of de
temperatuur die werd ingesteld door de gebruiker.
Selecteerbare
recepten.
Wanneer de volgende symbolen oplichten, wordt het volgende
aangeduid:
Klok
: regeling van het uur.
Kinderbeveiliging: de Kinderbeveiliging is ingeschakeld
(raadpleeg 10.7 Secundair menu).
Belletje
: activering van de kookwekker.
Duur van de bereiding: tijdinstelling van de bereiding.
Controlelamp van de deurblokkering: wordt geactiveerd
wanneer de reinigingscyclus wordt gebruikt, en duidt aan dat de
deur geblokkeerd is (enkel op pyrolytische modellen).
Vertraagde start: tijdinstelling van de bereiding, met vertraagde
start.
Aanwijzingen voor de gebruiker
119
DRAAIKNOP VOOR DE SELECTIE VAN DE TEMPERATUUR VAN DE HOOFDZAKELIJKE OVEN
(PT1)
PT1
Met deze knop kan de gewenste temperatuur in de hoofdzakelijke oven
geselecteerd worden. Wanneer in wijzerszin wordt gedraaid, geeft het
display de net ingestelde temperatuur weer; de selectie kan uitgevoerd
worden tussen 50°C en 260°C op basis van de gekozen functie.
Wanneer het recept “pizza” wordt gebruikt, is de maximum bereikbare
temperatuur 280°C.
DRAAIKNOP VOOR DE SELECTIE VAN DE FUNCTIES VAN DE HOOFDZAKELIJKE OVEN (PT2)
PT2
Met deze knop kan de gewenste functie van bereiding geselecteerd
worden. Wanneer in wijzerszin of tegenwijzerszin gedraaid wordt, kan
de keuze tussen de getoonde functies uitgevoerd worden.
Voor meer details in verband met de bereidingsmodaliteit van elke
functie, moet de paragraaf “11. BEREIDINGEN MET DE OVEN”
geraadpleegd worden.
DRAAIKNOP VAN DE BEDIENINGEN VAN DE KOOKPLAAT
Met deze draaiknoppen kunnen de zones van de inductieplaat bediend
worden. Boven elke draaiknop wordt de bediende plaat aangegeven. De
tekening duidt de draaiknop van de linker zone vooraan aan. Draai de
knop naar rechts om het werkingsvermogen van de plaat te regelen,
van een minimum van 1 tot een maximum van 9. Het
werkingsvermogen wordt aangeduid door een display op de kookplaat.
Aanwijzingen voor de gebruiker
120
10.HET GEBRUIK VAN DE HOOFDZAKELIJKE OVEN
10.1 Het eerste gebruik
Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking knippert op het display het symbool . Om met
een bereiding te kunnen beginnen met de hoofdzakelijke oven, moet de juiste tijd ingesteld worden.
10.2 Regeling van de huidige tijd
Om de huidige tijd te regelen wanneer het display knippert:
Druk op de toetsen of om het weergegeven uur te wijzigen: Wanneer u een toets blijft
indrukken, gebeurt de uurregeling sneller.
Wanneer een toets wordt losgelaten, licht het display na enkele seconden vast op, en zullen enkel de
twee puntjes tussen de uren en de minuten knipperen die de correcte werking melden (Bovendien
wordt op het display het symbool weergegeven).
Het kan zijn dat u de huidige tijd moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de overgang naar de zomertijd.
hou voor enkele seconden de toets ingedrukt, tot het symbool niet meer knippert.
Herhaal de handelingen die beschreven worden in de paragraaf “10.2 Regeling van de huidige tijd”.
10.2.1 Het gebruik van de kookwekker
De kookwekker kan gebruikt worden tijdens een bereiding of wanneer de oven uitgeschakeld is. De
procedure van de instelling blijft identiek in beide gevallen.
Druk eventjes op de toets ; het symbool zal knipperen, en op het display zal het symbool
verschijnen (of de resterende tijd van een eerder ingestelde telling).
Druk op de toetsen
of om de tijd van de kookwekker te verhogen of te verlagen van 00:01 tot
03:59 (wanneer ze ingedrukt gehouden worden, gebeurt de regeling sneller). Na enkele seconden
begint de telling en wordt op het display de resterende tijd en het symbool , dat vast oplicht,
weergegeven.
Druk gelijktijdig en voor ongeveer een seconde op de toetsen en .
Aandacht: de kookwekker onderbreekt de bereiding niet, maar waarschuwt de gebruiker wanneer de
ingestelde minuten verstreken zijn. Om de oven uit te schakelen, moet de draaiknop PT2 op positie O
gedraaid worden.
Het wijzigen van de ingestelde gegevens:
Wanneer de telling begonnen is, kunnen de eerder ingestelde gegevens gewijzigd worden. Herhaal de
procedure die wordt beschreven in de paragraaf “10.2.1 Het gebruik van de kookwekker”.
10.3 De selectie van een functie
Wanneer u PT2 naar rechts of links op de gewenste functie draait, kan een bereidingsfunctie
geselecteerd worden. Nadat u de gewenste bereidingsfunctie geselecteerd heeft, moet u de gewenste
temperatuur instellen met de draaiknop PT1.
De bereiding wordt voorafgegaan door de fase van de voorverwarming, die de oven sneller op
temperatuur zal brengen. Deze fase wordt aangegeven door het knipperen van het symbool op het
display. Op het einde van de voorverwarming licht het symbool vast op, en hoort u een
geluidssignaal dat aanduidt dat het voedsel in de ovenruimte kan geplaatst worden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
121
10.4 Geprogrammeerde bereidingen
10.4.1 Halfautomatische bereiding
Met halfautomatische bereiding wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kan beginnen, en
u deze na een ingestelde tijd kan doen eindigen.
Selecteer een functie en de temperatuur (raadpleeg paragraaf 10.3).
Druk op de toets op het display, het symbool zal knipperen en het symbool zal verschijnen;
wanneer binnen enkele seconden geen enkele tijdsduur wordt ingesteld, zal de oven terugkeren naar de
manuele modaliteit; anders is het mogelijk om door middel van de toetsen of een tijdsduur van de
bereiding in te stellen (max 23.59).
Nadat de waarde van de gewenste duur van de bereiding bereikt wordt, blijft het symbool oplichten.
Op het einde van de bereiding verschijnt de opschrift STOP op het display, wordt de bereiding onderbroken,
en hoort u een geluidssignaal dat gedesactiveerd kan worden door op de toets te drukken.
Indien u de bereiding langer dan de ingestelde tijdsduur wil laten duren, moet u een tweede keer op de
toets drukken; de hoofdzakelijke oven zal de normale werking hervatten met de eerder
geselecteerde instellingen van de bereiding. Om de oven uit te schakelen, moet de draaiknop PT2 op
“O” gedraaid worden.
Tijdens de halfautomatische bereiding is het mogelijk om de waarden van de temperatuur en de
gewenste functie te wijzigen zonder dat de eerder ingestelde tijdsduur gewijzigd wordt.
Het wijzigen van de ingestelde gegevens:
Wanneer de halfautomatische bereiding begonnen is, kan u de duur ervan wijzigen.
Wanneer het symbool vast oplicht en de oven zich in de bereidingsfase bevindt, moet op de toets
gedrukt worden. Het symbool begint te knipperen, en wanneer op de toetsen of wordt
gedrukt, kan de duur van de bereiding gewijzigd worden.
Enkele seconden na de laatste wijziging houdt het symbool op met knipperen, en wordt de
halfautomatische bereiding hervat vanaf de nieuwe waarde.
10.4.2 Automatische bereiding
Met automatische bereiding wordt de functie bedoeld waarmee u op een vooraf bepaalde tijd met de
bereiding kan beginnen, om ze na een vooraf ingestelde tijd te doen eindigen.
Selecteer een functie en de temperatuur (raadpleeg paragraaf 10.3).
Druk op de toets op het display, het symbool zal knipperen en het symbool zal
verschijnen; wanneer binnen enkele seconden geen enkele tijdsduur wordt ingesteld, zal de oven
terugkeren naar de manuele modaliteit; anders is het mogelijk om door middel van de toetsen of
een tijdsduur van de bereiding in te stellen (max 23.59).
Druk nogmaals op de toets , en het symbool zal beginnen te knipperen; wanneer binnen enkele
seconden geen enkele tijdsduur wordt ingesteld, zal de oven terugkeren naar de manuele modaliteit.
Anders is het mogelijk om door middel van de toetsen of een tijdsduur van de bereiding in te
stellen (max 23.59). Enkele seconden na de laatste wijziging zal het display de huidige tijd weergeven, en
wacht de oven op de ingestelde begintijd.
Op het einde verschijnt de opschrift STOP, wordt de bereiding onderbroken, en hoort u een
geluidssignaal dat gedesactiveerd kan worden door op de toets te drukken.
Indien u de bereiding langer dan de ingestelde tijdsduur wil laten duren, moet u een tweede keer op de
toets drukken; de hoofdzakelijke oven zal de normale werking hervatten met de eerder
geselecteerde instellingen van de bereiding.
Aanwijzingen voor de gebruiker
122
Het wijzigen van de ingestelde gegevens:
Eens de automatische bereiding is begonnen, kan u de duur ervan wijzigen.
Wanneer de symbolen en vast oplichten en wanneer de oven in de fase van de bereiding of in
afwachting van het begin van de bereiding is, moet u op de toets drukken. Het symbool begint
te knipperen, en wanneer op de toetsen of wordt gehandeld, kan de duur van de bereiding
gewijzigd worden. Druk nogmaals op de toets , en het symbool begint te knipperen; wijzig door
middel van de toetsen of het uur van het einde van de bereiding.
Enkele seconden na de laatste wijziging houdt het symbool op met knipperen, en wordt de
automatische bereiding hervat met de nieuw ingestelde gegevens.
Na de programmering van de bereiding maar voordat de bereiding zelf begint, zullen het symbool van de
functie of het gekozen recept en de symbolen , blijven oplichten.
10.5 Bereiding met de selectie van een recept
De oven beschikt over 8 vooraf ingestelde recepten (raadpleeg “10.6 Tabel met vooraf bepaalde
recepten:”) en 2 geheugens Een recept is het geheel van de voorinstellingen van de functie, de
temperatuur en de bereidingstijden.
Enkel wanneer PT1 op “O” geplaatst is, is het mogelijk om een recept te selecteren door PT2 op de
opschrift te plaatsen.
Druk op de toetsen of ; het geselecteerde recept zal rood worden op het display, en na enkele
seconden zal de bereiding beginnen aan de ingestelde parameters.
Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur wordt bereikt, wordt een sequentie van geluidssignalen
gegeven die melden dat het voedsel in de oven kan geplaatst worden. Vanaf nu begint de
bereidingsduur die aangeduid wordt in de tabel “10.6 Tabel met vooraf bepaalde recepten:”.
Het wijzigen van de ingestelde gegevens (tijdens de bereiding)
Tijdens de bereiding is het mogelijk om de temperatuur manueel te wijzigen die vooraf ingesteld werd
voor het recept, door PT1 op de gewenste temperatuur voor de bereiding te plaatsen. Om de duur te
wijzigen, moet u op de toets drukken, en het symbool knippert op het display. Door middel van
de toetsen of is het mogelijk om de tijd van het einde van de bereiding te wijzigen.
Deze wijzigingen worden niet permanent opgeslagen.
10.5.1Automatische bereiding met de selectie van een recept
Enkel wanneer PT1 op “O” geplaatst is, is het mogelijk om een recept te selecteren door PT2 op de
opschrift te plaatsen.
Druk op de toetsen of , het geselecteerde recept wordt rood op het display; druk binnen enkele
seconden op de toets , en het symbool zal knipperen op het display, druk nogmaals op de toets
, het symbool begint te knipperen; wanneer binnen enkele seconden geen enkele tijd ingesteld
wordt, keert de oven terug naar de modaliteit recept en begint de bereiding, anders kan met de toetsen
of het uur van het einde van de bereiding ingesteld worden (max vertraging 23.59).
Enkele seconden na de laatste wijziging zal het display de huidige tijd weergeven, en wacht de oven op
de ingestelde begintijd.
Op het einde verschijnt de opschrift STOP, wordt de bereiding onderbroken, en hoort u een
geluidssignaal dat gedesactiveerd kan worden door op de toets te drukken.
Na de programmering van de bereiding maar voordat de bereiding zelf begint, zullen het symbool van de
functie of het gekozen recept en de symbolen , blijven oplichten.
Aanwijzingen voor de gebruiker
123
10.5.2 Het permanent wijzigen van een recept
De oven heeft 8 vooraf ingestelde recepten (raadpleeg “10.6 Tabel met vooraf bepaalde recepten:”) en 2
recepten die moeten ingesteld worden naar uw voorkeur van bereiding:
. Bovendien kunnen de
overige vooraf ingestelde recepten gewijzigd worden.
Om een recept permanent te wijzigen of in te stellen:
1 Met de draaiknoppen PT1 en PT2 op de positie “O” moet voor 3 seconden op de toets gedrukt
worden.
2 Wanneer het te wijzigen recept geselecteerd wordt met de toetsen of , worden op het display
de huidige instellingen van het recept weergegeven.
3 Druk op de toets , het display geeft de vooraf ingestelde functie weer; (raadpleeg “10.6.1
Associëring opschrift display - functie”) om te wijzigen, moet PT2 op de gewenste functie gedraaid
worden.
4 Druk op de toets ; op het display begint de bereidingsduur te knipperen, en wanneer u op de
toetsen of handelt, kan de waarde gewijzigd worden.
5 Druk op de toets : op het display verschijnt knipperend de vooraf ingestelde temperatuur, en draai
aan PT1 om de waarde te wijzigen.
6 Druk op de toets om de programmering van het recept te verlaten.
Aanwijzingen voor de gebruiker
124
10.6 Tabel met vooraf bepaalde recepten:
Klasse Type Gew. Temp.
(°C)
Duur
kooktijd
(min)
Func. Aanbevolen
vlak
Rundvlees Roast beef
0.7 Kg 200 30
1 Kg 200 40
*
1.5 Kg 200 65
Varkensvlees Gebraad
0.5 Kg 180 50
1 Kg 190 75
*
1.5 Kg 180 110
Kip Gebraden kip
0.5 Kg 190 40
1 Kg 190 60
*
2 Kg 180 90
Lamsvlees Gebraden bout
1.0 Kg 180 65
1.5 Kg 180 90
*
Vis Zeebaars in folie
0.7 Kg 200 35 *
1.0 Kg 200 45
Groenten Gevulde paprika’s
1 Kg 170 45 *
1.5 Kg 160 50
2 Kg 160 60
Pizza Gevulde pizza 1 pizza 280 8 *
Taar t Appelvlaai 8 personen 170 60 *
De bereidingstijden die worden beschreven in de tabel zijn in verband met het voedsel dat wordt
aangeduid in het recept, en kunnen wijzigen naargelang het gewicht.
De tabel bevat de gegevens die werden ingesteld in de fabriek. Wanneer u de originele instellingen van
een recept na een eventuele wijziging weer wil invoeren, is het voldoende om de gegevens van de tabel
in te voeren.
(* originele instellingen).
Wanneer de besparingsfunctie werd geactiveerd (raadpleeg het secundair menu), kunnen de
bereidingstijden wijzigen van diegene die worden aangeduid.
10.6.1 Associëring opschrift display - functie
F0:01 F0:02 F0:03 F0:04 F0:05 F0:06 F0:07 F0:08
ECO Statisch Grill
draaispit
Stat. geven-
tileerd
Grill geven-
tileerd
Bodemvlak
geventile-
erd
Circulatie Turbo
Aanwijzingen voor de gebruiker
125
10.7 Secundair menu
Dit product is tevens uitgerust met een verborgen “secundair menu”, waarmee de gebruiker het
volgende kan uitvoeren:
De kinderbeveiliging activeren of desactiveren .
De Show Room functie activeren of desactiveren (die alle verwarmingselementen desactiveert en enkel
het bedieningspaneel laat werken).
De functie van de vermogensbeperking activeren of desactiveren.
Druk, met de draaiknop PT2 op “O”, gelijktijdig en voor minstens 3 seconden op de toetsen en
om het secundair menu weer te geven.
Met de toetsen en is het mogelijk om de staat van de instelling (ON / OFF) (HI / LO).
Druk op om over te gaan naar de instelling van de volgende functie.
Functie van de kinderbeveiliging: wanneer deze functie wordt
geactiveerd, worden de bedieningen na twee minuten van werking
zonder handelingen door de gebruiker automatisch geblokkeerd, en
zal het symbool oplichten. Om de blokkering tijdelijk uit te
schakelen tijdens een bereiding, moet u de toets indrukken voor
minstens 3 seconden. De blokkering zal twee minuten na de laatste
instelling weer actief worden.
Wanneer aan de draaiknop PT2 wordt gedraaid, wordt de
opschrift “BLOC” permanent weergegeven. De opschrift
verdwijnt enkel wanneer de draaiknop weer op de originele
plaats wordt gedraaid. Wanneer aan de draaiknop PT1 wordt
gedraaid, wordt de temperatuur van de bereiding niet gewijzigd maar
wordt de opschrift “BLOC” weergegeven.
Functie show room: (enkel voor exposanten) wanneer deze
functie geactiveerd wordt, desactiveert de oven alle
verwarmingselementen maar blijft het bedieningspaneel actief.
Om de oven normaal te gebruiken, moet deze functie ingesteld
worden op OFF. Tijdens een bereiding verschijnt op het display
de opschrift SHO (elke minuut), wat aanduidt dat de show room
functie geactiveerd werd.
Functie vermogensbeperking: wanneer LO wordt
geselecteerd, absorbeert de hoofdzakelijke oven tijdens de
bereidingen een beperkt vermogen dat afhankelijk is van het
model. Selecteer HI om het normale verbruik weer te activeren.
Voor het opslaan van de instellingen, in het beeldscherm van de selectie “modaliteit vermogensbegrenzer”,
moet het secundaire menu verlaten worden en op de toets , gedrukt worden, of moet enkele seconden
gewacht worden. In het omgekeerde geval worden de uitgevoerde instellingen niet opgeslagen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
127
11.2 ADVIES EN HANDIGHEIDJES VOOR DE BEREIDING
ADVIES IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES:
Gebruik enkel originele ovenschalen van SMEG.
Het handvat van de ovenschaal moet naar de ovendeur gericht worden.
Plaats de ovenschalen helemaal in de oven.
Gebruik enkel originele roosters van SMEG.
Het profiel van het rooster moet naar onder toe geplaatst worden.
Plaats de roosters helemaal in de oven.
Gebruik enkel originele roosters van SMEG.
Plaats de roosters helemaal in de oven.
Voor een optimale bereiding wordt aanbevolen om het keukengerei in het midden van
het rooster te plaatsen.
ALGEMEEN ADVIES:
Er wordt aangeraden om het voedsel in de oven te plaatsen nadat de oven zelf
werd opgewarmd. Plaats het voedsel dus enkel in de ovenruimte wanneer het symbool
op het display niet meer knippert, en nadat het geluidssignaal bevestigt dat de
ingestelde temperatuur bereikt werd.
Wanneer op meerdere niveau’s wordt bereid, is het best om de ventilatiefunctie te
gebruiken om een uniforme bereiding te verkrijgen.
In het algemeen is het niet mogelijk om de bereidingstijden te verkorten door de
temperatuur te verhogen (het voedsel zou aan de buitenkant goed gebakken kunnen
zijn, maar binnenin minder).
Tijdens het bereiden van gebak of groenten zouden druppels onder de deur kunnen
verschijnen. Dit is een natuurlijk fysisch verschijnsel dat zich vooral voordoet wanneer
het voedsel zonder voorverwarming in de oven wordt geplaatst. Om dit te vermijden,
opent u de deur enkele keren tijdens de bereiding.
ADVIES VOOR HET BEREIDEN VAN VLEESGERECHTEN:
De bereidingstijden, in het bijzonder voor vleesgerechten, hangen af van de dikte en
van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
Om energie te besparen voor de bereiding van gebraad, wordt aangeraden om het
voedsel in de nog koude oven te plaatsen.
Er wordt aangeraden om een thermometer voor vlees te gebruiken tijdens de bereiding
van gebraad, of door eenvoudigweg met een lepeltje op het gebraad te duwen;
wanneer het stevig is, is het gaar, zoniet moet u nog even wachten.
ADVIES VOOR HET BEREIDEN VAN GEBAK EN KOEKJES:
Gebruik bij voorkeur metalen en donkerkleurige gebakvormen; deze helpen om de
warmte beter te absorberen.
De temperatuur en de duur van de bereiding hangen af van de kwaliteit en de dikte van
het deeg.
De tabellen duiden de temperatuursvelden aan; probeer eerst de laagste temperatuur
(met een lagere temperatuur wordt een uniformere goudbruine laag verkregen), en
wanneer u niet tevreden bent, verhoogt u de temperatuur bij de volgende bereidingen.
Controleer of het gebak binnenin gaar is: Steek ongeveer 10 minuten vóór het einde
van de bereiding een tandenstoker in het hoogste punt van het gebak. Wanneer het
deeg niet aan de tandenstoker blijft plakken, is het gebak klaar.
Wanneer het gebak verslapt wanneer het uit de oven wordt gehaald, moet bij de
volgende bereiding de temperatuur ongeveer 10ºC lager worden ingesteld, en moet
eventueel een langere bereidingstijd geselecteerd worden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
128
11.3 Tabel met bereidingen:
FUNCTIE POSITIE VAN
DE GELEIDER
VANAF
ONDERAAN
TEMP. °C TIJD IN
MINUTEN
PASTA OF RIJST
LASAGNE Statisch 1 220 - 230 50 - 60
PASTA IN DE OVEN Statisch 1 220 - 230 40
VLEES
KALFSGEBRAAD Stat. geventileerd 2 180 - 190 70 - 80
VARKENSLENDE Stat. geventileerd 2 180 - 190 70 - 80
SCHOUDERKARBONADE Turbo 2 180 - 190 90 - 100
GEBRADEN KONIJN Circulatie 2 180 - 190 70 - 80
KALKOENBOUT Stat. geventileerd 2 180 - 190 110 - 120
VARKENSNEK Turbo 2 180 - 190 190 - 210
GEBRADEN KIP Turbo 2 180 - 190 60 - 70
GEGRILLD VLEES
1.
ZIJDE
2.
ZIJDE
VARKENSKOTELET Grill geventileerd 4 260 7 - 9 5 - 7
VARKENSFILET Grill 3 260 9 - 11 5 - 9
RUNDFILET Grill 3 260 9 - 11 9 - 11
LEVERPLAKJES Grill geventileerd 4 260 2 - 3 2 - 3
WORST Grill geventileerd 3 260 7 - 9 5 - 6
GEHAKTBALLETJES Grill 3 260 7 - 9 5 - 6
VLEES AAN HET SPIT
KIP Grill draaispit Op de stok 250 - 260 60 - 70
VIS
ZALMFOREL Bodem circ./gev. 2 150 - 160 35 - 40
PIZZA Stat. geventileerd 1 250 - 280 6 - 10
BROOD Circulatie 2 190 - 200 25 - 30
FOCACCIA Turbo 2 180 - 190 15 - 20
GEBAK
DONUT Stat. geventileerd 2 160 55 - 60
VLAAI Stat. geventileerd 2 160 30 - 35
ZANDDEEG Bodem - circ./gev. 2 160 - 170 20 - 25
GEVULDE TORTELLINI Turbo 2 160 20 - 25
TAART "PARADISO" Stat. geventileerd 2 160 55 - 60
SOEZEN Turbo 2 150 - 160 40 - 50
BISCUIT Circulatie 2 150 - 160 45 - 50
BRIOCHE Circulatie 2 160 25 - 30
Aanwijzingen voor de gebruiker
129
12.GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
Metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, mogen niet op de kookplaat geplaatst worden
omdat ze heet zouden kunnen worden.
Wanneer de kookplaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de
maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten
verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
12.1 Kookzones
Het toestel heeft 5 kookzones met verschillende
diameters en vermogens. Hun positie wordt duidelijk
aangegeven door cirkels, en de warmte wordt
afgebakend binnen de diameters die op het glas zijn
aangebracht. Onder elke kookzone bevindt zich een
inductiespoel die gevoed wordt door een elektronisch
systeem, en die een variabel magnetisch veld creëert.
Wanneer in een dergelijke magnetisch veld een pan
wordt geplaatst, richten de hoogfrequentiestromen zich
rechtstreeks op de pan en wordt de warmte
geproduceerd die nodig is voor de bereiding van het
voedsel.
Op elke kookzone is een binnenomtrek aangegeven. Deze cirkel duidt de toegelaten minimum
pandiameter voor die kookzone aan. Omdat pannen met een kleinere diameter mogelijk niet worden
herkend, zou de inductiestroom niet ingeschakeld kunnen worden.
12.2 Verwarmingsversneller
Elke kookzone heeft een verwarmingsversneller. Met dit systeem kan de plaat werken aan het maximum
vermogen voor een tijd die evenredig is aan het geselecteerde vermogen. Om de verwarmingsversneller
te starten: draai de knop naar links, selecteer de positie “A”, en laat de knop los. De letter “A” zal op het
display van de kookplaat verschijnen. Nu heeft u 3 seconden om de gewenste verwarmingspositie te
kiezen. Nadat de positie tussen 1 en 9 geregeld werd, zullen de letter “A” en de geselecteerde positie
om de beurt op het display knipperen. Tijdens de werking van de verwarmingsversneller kan de
verwarmingsintensiteit op elk moment verhoogd worden. De periode van het “maximum vermogen”
wordt bijgevolg gewijzigd.
Wanneer het vermogen daarentegen beperkt wordt, wordt de optie “A” automatisch gedesactiveerd
wanneer de knop in tegenwijzerszin wordt gedraaid.
12.3 Functie Power
Wanneer deze functie wordt gebruikt, is het mogelijk om elke verwarmingszone continu aan het
maximum vermogen voor maximum 10 minuten te doen werken. Met deze functie kan bijvoorbeeld een
grote hoeveelheid water snel aan de kook gebracht worden, of vlees bereid worden.
Draai de knop in wijzerszin en stel de verwarmingsintensiteit in op positie 9, selecteer door middel van
de draaiknop de positie “P”, en laat los. Op het display van de overeenkomstige zone verschijnt “P”. Na
10 minuten vermindert automatisch het vermogen, keert het terug naar positie 9, en "P" verdwijnt. De
functie Power kan alleszins onderbroken worden door op eender welk moment de
verwarmingsintensitieit te verminderen. Wanneer de optie Power geselecteerd wordt op een plaat
(bijvoorbeeld de linker plaat vooraan), kan het geabsorbeerd vermogen van de tweede plaat (links
achteraan) beperkt blijken om de beschikbare maximum energie naar de eerste plaat te voeren. Voor
dezelfde reden heeft de functie Power de prioriteit tegenover de verwarmingsversneller. Wanneer een
recipiënt van de kookzone wordt verwijderd tijdens de inschakeling van de functie Power, wordt de
functie gestopt.
Aanwijzingen voor de gebruiker
130
12.4 Werkingsvermogens
Hier volgt een tabel met het verbruik van de platen die in werking zijn
Zonenummer: Diameter van de Zone Geabsorbeerd vermogen
1 145 mm
Normale werking: 1400 W
Met de functie Power: 1800 W
2 180 mm
Normale werking: 1850 W
Met de functie Power: 2500 W
3 260 mm
Normale werking: 2400 W
Met de functie Power: 3200 W
4 210 mm
Normale werking: 2300 W
Met de functie Power: 3200 W
5 145 mm
Normale werking: 1400 W
Met de functie Power: 1800 W
Totaal geabsorbeerd vermogen 10600 W
12.5 Types van pannen
Voor dit type van toestel zijn speciale pannen nodig. De bodem van de pan moet in ijzer of staal/ijzer
zijn, zodat het magnetisch veld gegenereerd kan worden dat nodig is voor de verwarming. De volgende
recipiënten zijn niet geschikt:
- glas;
- keramiek:
- terracotta;
- staal, aluminium of koper zonder magnetische bodem;
Om te controleren of de pan geschikt is, kan u een magneet op de bodem plaatsen: wanneer deze
aangetrokken wordt, is de pan geschikt voor de inductieplaat. Wanneer u niet over een magneet
beschikt, giet u een beetje water in de pan, plaats u ze op een kookzone, en schakelt u de plaat aan.
Wanneer op het display het symbool verschijnt in plaats van het vermogen, is de pan niet geschikt. De
pannen die gebruikt worden voor de bereiding moeten een minimum diameter hebben zodat de correcte
werking gegarandeerd wordt. Hier volgt een tabel met de minimum diameters van de pannen in functie
van de kookzones.
Zonenummer
Minimum diameter
van de pan
Het is mogelijk om pannen te gebruiken die groter zijn dan de
kookzones, maar u moet opletten dat de bodem van de pan niet
in contact komt met andere kookzones, dat ze steeds in het
midden van de kookzone geplaatst wordt, en dat ze niet buiten de
externe omtrek van de plaat komt.
1 145 mm
2 180 mm
3 260 mm
4 210 mm
5 145 mm
Aanwijzingen voor de gebruiker
131
Gebruik uitsluitend recipiënten die ontworpen werden voor gebruik op inductieplaten, die een dikke en
volledig platte bodem hebben. U kan ook recipiënten gebruiken met een bodem zonder welvingen (holle
of bolle bodems).
JA NEE NEE
12.5.1 Aanwezigheidssignaal van de pannen
Elke kookzone heeft een mechanisme dat de “aanwezigheid van de pannen” detecteert, dat de
bereiding enkel toelaat wanneer een geschikt en correct geplaatst recipiënt aanwezig is op die plaat.
Wanneer het recipiënt niet correct geplaatst is of wanneer het uit ongeschikt materiaal bestaat, en u wil
de plaat toch inschakelen, zal op het display enkele seconden na de inschakeling het symbool
verschijnen, dat de fout aanduidt.
12.5.2 Restwarmte
Elke plaat heeft een mechanisme dat de restwarmte meldt. Op de zone kan na de uitschakeling van een
plaat een knipperende weergegeven worden. Dit signaal duidt aan dat die zone nog heet is. Het is
mogelijk om weer voedsel te bereiden wanneer knippert.
12.5.3 Plaatblokkering
Wanneer de plaat niet in werking gesteld is, kan ze “geblokkeerd” worden zodat toevallige
inschakelingen door kinderen vermeden worden. Draai de draaiknoppen van de platen 2 en 4 gelijktijdig
naar links wanneer de platen uitgeschakeld zijn, tot op het vermogensdisplay 5 L verschijnt; laat de knop
daarna los. Herhaal dezelfde handeling om de deblokkering uit te voeren: de displays van de platen
zullen het cijfer 0 tonen, wat aanduidt dat de blokkering van de platen gedesactiveerd werd.
12.5.4 Warmtebescherming van de elektronische kaart
Het toestel heeft een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van de elektronische kaart meet.
Wanneer de temperatuur bepaalde waarden zou overschrijden, activeert het mechanisme bepaalde
functies om de temperatuur te verlagen zodat de glaskeramische plaat correct kan werken.
Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden, met de relatieve
begintemperatuur:
Handeling Temperatuur van ingreep
Inschakeling ventilator aan lage snelheid 50 °C
Inschakeling ventilator aan hoge snelheid 60 °C
Terugkeer van de ventilator naar de lage snelheid 55 °C
Uitschakeling van de ventilator 45 °C
Beperking van het werkingsvermogen van Power naar 9 76 °C
Beperking van het vermogen met een punt voor elke kookzone 85 °C
Uitschakeling van alle kookzones 90 °C
Herinschakeling van de kookzones met beperkt vermogen 85 °C
Normale werking van alle kookzones 80 °C
Aanwijzingen voor de gebruiker
132
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een knippering van de
vermogensdisplays.
12.5.5 Warmtebescherming van de glaskeramische plaat
Elke kookzone heeft een mechanisme dat de temperatuur constant meet. Wanneer de temperatuur
bepaalde waarden zou overschrijden, activeert het mechanisme bepaalde functies om de temperatuur
te verlagen zodat de glaskeramische plaat correct kan werken. Hier volgt een tabel met handelingen die
automatisch geactiveerd worden, met de relatieve begintemperatuur:
Handeling Temperatuur van ingreep
Beperking van het werkingsvermogen van Power naar 9 250 °C
Beperking van het vermogen met een punt 280 °C
Inschakeling van de kookzone 300 °C
Terugkeer van het vermogen naar de ingestelde waarde 250 °C
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een knippering van de
vermogensdisplays.
Let op om geen suiker of zoetigheden te morsen op de plaat tijdens
de bereiding, of om geen materialen of stoffen op de plaat te plaatsen
die zouden kunnen smelten (plastic of aluminiumfolie); wanneer dit
toch gebeurt, moet de verwarming onmiddellijk uitgeschakeld worden
en moet de nog lauwe plaat gereinigd worden met de bijgeleverde
schraper om de staat van het oppervlak niet te beschadigen. Als de
glaskeramische plaat niet onmiddellijk schoon gemaakt wordt,
bestaat het risico voor afzettingen die niet meer verwijderd
kunnen worden als de plaat eenmaal afgekoeld is.
Belangrijk! Hou kinderen uit de buurt van de platen; ze zouden de controlelampen van de
restwarmte niet kunnen opmerken. De kookzones blijven na gebruik zeer warm voor een
bepaalde periode, ookal zijn ze uitgeschakeld. Hou kinderen dus uit de buurt, zodat ze hun
handen niet verbranden.
Laat geen bestek of metalen voorwerpen achter op de plaat: ze zouden kunnen verhitten.
12.5.6 Verwarmingsfunctie
Het doel van deze functie is het regelen van de temperatuur van de bodem van de pan op ongeveer
65°C. Hierdoor wordt het voedsel warm gehouden, met een optimaal energetisch niveau, en wordt het
delicaat opgewarmd. De maximum duur van de verwarmingsfunctie is beperkt tot 2 uur. De
verwarmingsfunctie ligt tussen [0] en [1], en wordt aangeduid door de symbolen op de kookzones.
Aanwijzingen voor de gebruiker
133
13.REINIGING EN ONDERHOUD
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden.
Gebruik geen dampstraal om het toestel te reinigen.
13.1 Het reinigen van roestvrij staal
Voor een goede bewaring van het roestvrij staal moet u het regelmatig na elk gebruik van het fornuis
reinigen, nadat het afgekoeld is.
13.2 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het reinigen en bewaren van de roestvrije stalen oppervlakken steeds en uitsluitend
specifieke producten, die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten.
Gebruiksaanwijzing: giet het product op een vochtige doek en reinig hiermee het oppervlak, spoel
grondig, en droog met een zacht doek of met een zeemvel.
13.3 Voedselvlekken of -resten
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers, zodat de oppervlakken niet
worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten voor staal, en eventueel houten of plastic
materiaal. Spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een zeemvel. Vermijdt om
etensresten op suikerbasis (bv. jam) te laten opdrogen in de oven. Wanneer het te lang
opdroogt, kan het email in de oven beschadigd worden.
13.4 Reiniging van de oven
Om de oven in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden.
Verwijder alle verwijderbare delen.
• Reinig de ovenroosters met warm water en
niet-schurende reinigingsmiddelen; spoel en
droog ze daarna.
Om de reiniging van de oven te
vergemakkelijken, kan u de ovendeur
verwijderen (raadpleeg de paragraaf “14.2
Demontage van de deur”).
Er wordt aangeraden om de oven voor ongeveer 15/20 minuten maximaal te verwarmen nadat
specifieke producten gebruikt werden om de afgezette resten in de oven te elimineren.
13.5 Reiniging van de ruiten van de deur
Er wordt aangeraden om deze steeds goed rein te houden. Gebruik absorberend keukenpapier; bij
hardnekkig vuil moet u ze reinigen met een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Tijdens het reinigen moet u het toestel zorgvuldig drogen om te voorkomen dat waterdruppels en het
reinigingsmiddel de correcte werking en het uitzicht schaden.
Gebruik voor het reinigen van de ruiten geen schurende of bijtende reinigingsmiddelen (bijv. poeders,
ovensprays, ontvlekkingsmiddelen en metalen sponsjes). Gebruik voor het reinigen van de ruiten van de
oven geen ruwe of schurende materialen of scherpe metalen krabbers, die het glas zouden kunnen
krassen en versplinteren.
Aanwijzingen voor de gebruiker
134
14.BUITENGEWOON ONDERHOUD
De oven heeft regelmatig kleine onderhoudshandelingen of de vervanging van delen die onderhevig zijn
aan slijtage nodig, zoals de pakkingen, de lampjes, enz. Vervolgens worden de specifieke aanwijzingen
aangeduid voor elk type van deze handelingen.
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden.
14.1 De vervanging van de lamp voor de verlichting
Verwijder de beschermende bedekking A door ze in wijzerszin los te draaien; vervang de lamp B met
een andere van hetzelfde type (25 W). Monteer de beschermende bedekking A weer.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
14.2 Demontage van de deur
Open de deur volledig, , plaats de hendels B
omhoog en grijp de deur aan de zijkanten met
beide handen vast, nabij de scharnieren A. Hef
de deur op met een hoek van ongeveer 45°, en
verwijder ze. Om de deur weer te monteren,
plaatst u de scharnieren A in de daarvoor
bestemde gleuven, en laat u vervolgens de deur
weer zakken en koppelt u de hendeltjes B los.
14.3 Demontage van de pakking
Voor een grondige reiniging van de oven kan de pakking van de deur
verwijderd worden.
Vooraleer u de pakking verwijdert, moet de deur gedemonteerd worden zoals
eerder werd beschreven. Wanneer de deur gedemonteerd is, heft u de lipjes
in de hoeken op zoals wordt aangeduid in de figuur.
Aanwijzingen voor de gebruiker
135
14.4 Oplossingen voor problemen…
Het display van de oven is volledig
uitgeschakeld:
• Controleer de stroomtoevoer.
Controleer of een eventuele omnipolaire
schakelaar vóór de stroomtoevoer van de oven
zich in “On” bevindt.
De oven warmt niet op: Controleer of de functie “show room” ingesteld
werd; raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf “10.7 Secundair menu”.
De bedieningen reageren niet: Controleer of de functie “kinderbeveiliging”
ingesteld werd; raadpleeg voor meer informatie
de paragraaf “10.7 Secundair menu”.
De bereidingstijden blijken te hoog tegenover
diegene die worden aangeduid in de tabel:
Controleer of de functie “vermogensbeperking”
ingesteld werd; raadpleeg voor meer details de
paragraaf “10.7 Secundair menu”.
Na de automatische reinigingscyclus
“pyrolyse” (enkel op sommige modellen) kan
geen functie geselecteerd worden:
• Controleer of de deurblokkering uitgeschakeld
is; in het omgekeerde geval werd de oven
voorzien van een bescherming waarmee de
selectie van een functie niet kan uitgevoerd
worden terwijl de deurblokkering actief is.
Het display geeft de opschrift ERR 4 weer
(enkel op pyrolytische modellen):
De deurblokkering is niet goed aan de deur
gekoppeld; dit omdat het mogelijk is dat de deur
toevallig werd geopend tijdens de activatie van
de blokkering zelf. Schakel de oven uit en weer
aan, en wacht enkele minuten voordat een
nieuwe reinigingscyclus wordt geselecteerd.
De ventilator stopt met draaien wanneer de deur
wordt geopend tijdens een geventileerde
functie:
Dit is geen defect, maar de normale werking van
het product, en ze is nuttig wanneer u tijdens de
bereiding het voedsel wil controleren; op deze
manier gaat er niet te veel warmte verloren.
Wanneer de deur wordt gesloten, zal de
ventilator weer gaan draaien.
Wanneer het probleem niet wordt opgelost, of voor andere types van defecten, contacteert u de
dichtstbijzijnde assistentiedienst.
Aanwijzingen voor de installateur
136
15.DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Het toestel moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en volgens de van kracht zijnde
normen.
Het toestel kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimum
afstand van 5 cm van de zijkant van het toestel, zoals wordt aangeduid in de tekeningen A en B van de
installatieklassen. Keukenkasten of afzuigkappen die zich boven het werkblad bevinden, moeten zich op
een afstand van minstens 75 cm bevinden
A) B)
Ingebouwd toestel Vrijstaand toestel
15.1 Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmeting van de stroomtoevoerlijn overeenstemmen met de kenmerken
die worden aangeduid op het plaatje intern de bergruimte. Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Wanneer het toestel aan het netwerk wordt verbonden met een vaste aansluiting, moet op de
stroomtoevoerlijn een omnipolair onderbrekingsmechanisme voorzien worden, met een
openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm, dat zich op een makkelijk bereikbare plaats
nabij het toestel bevindt.
De aansluiting op het elektriciteitsnet kan vast of met een stekker en stopcontact zijn. In het laatste geval
moeten die geschikt zijn voor de gebruikte kabel en conform de van kracht zijnde normen zijn. Voor elk
type van aansluiting moet het toestel verplicht een aarding hebben. Vóór de aansluiting moet u
controleren of de stroomtoevoerlijn voorzien is met een geschikte aarding. Vermijdt het gebruik van
adapters die oververhittingen zouden kunnen veroorzaken.
Aanwijzingen voor de installateur
137
Werking op 380-415V3N~: gebruik een vijfpolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 5 x 4 mm
2
).
Werking op 380-415V2N~: gebruik een vierpolige kabel van het type
H05V2V2-F (kabel van 4 x 6 mm
2
).
Werking op 220-240V~: gebruik een driepolige kabel 3 x 10 mm²
Dit type van aansluiting wordt enkel toegelaten als de daarvoor
bestemde kit wordt gebruikt die besteld kan worden bij de
assistentiecentra (nr. KITMT code 902263)
De aardleiding (geel-groen) van het uiteinde dat op het apparaat
moet worden aangesloten, moet tenminste 20 mm langer zijn dan de
andere draden.
AANDACHT: De bovenstaande waarden hebben betrekking tot de diameter van de interne geleider.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR LETSELS AAN PERSONEN OF
MATERIËLE SCHADE ALS GEVOLG VAN HET NIET IN ACHT NEMEN VAN DEZE
VOORSCHRIFTEN.
15.2 Plaatsing en nivellering van het toestel (enkel op sommige modellen)
Na het uitvoeren van de elektrische aansluiting moet de oven genivelleerd worden met behulp van de
vier regelbare pootjes. Om een goede bereiding te verkrijgen, is het absoluut noodzakelijk dat het toestel
correct genivelleerd wordt op de ondergrond. Afhankelijk van het aangekochte model kan de regeling
van de hoogte van de pootjes wijzigen van 70 tot 95 mm, en van 110 tot 160 mm. Deze hoogten duiden
de afstand aan van het hoogste punt (vaste gedeelte) tot het laagste punt van het pootje (regelbare
gedeelte dat op de grond rust).
220-240V~
10 mm
2
20 mm
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Smeg CE 9 IMX bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Smeg CE 9 IMX in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,84 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Smeg CE 9 IMX

Smeg CE 9 IMX Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 27 pagina's

Smeg CE 9 IMX Gebruiksaanwijzing - English - 27 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info