58 NL
11.8 Pauze en beëindigen
• Om een lopend programma te onderbreken,
druk je op:
-PAUZE: de tijd wordt niet meer afgeteld.
- Beëindig de pauze door op DOORGAAN
te drukken.
• Om een lopend programma te beëindigen,
druk je op:
-PAUZE en vervolgens op de toets STOP.
11.9 Snelheid (STAND) instellen
Hier stel je de snelheid (STAND) in door de
draairegelaar8 te draaien.
De snelheid kan worden ingesteld in 10 standen:
- Stand 1 - 4: voor roeropzetstuk20
- Stand 1 - 10: voor mesinzetstuk18
Voor de snelheid gelden 2 perioden:
- Stand 1 - 6: voor deze snelheden kan de
tijd van 1 seconde tot 99 minuten worden
gekozen.
- Stand 7 - 10: voor deze snelheden kan de
tijd van 1 seconde tot 10 minuten worden
gekozen.
LET OP:
~Het roeropzetstuk20 mag slechts met de snel-
heidsstanden 1 tot 4 worden gebruikt. Op het
beeldscherm7 verschijnt een overeenkomsti-
ge weergave.
~Bij het mixen van vloeistoffen op stand 10
mag er maximaal 2,5 liter in de mixkom5 zit-
ten, omdat er anders vloeistof uit kan worden
geslingerd.
~Bij lagere snelheidsstanden dan 10 mag de
mixkom5 maximaal zijn gevuld met 3 liter.