- 24 -
14. Storingen en fouten verhelpen
Het display wijst niets aan/DVD-speler doet niets, hoewel hij
is ingeschakeld
A Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact is
gestoken.
B Controleer of het stopcontact waarin het netsnoer van de
dvd-speler is gestoken spanning heeft door er een ander
apparaat op aan te sluiten. Steek het netsnoer van de
dvd-speler eventueel in een ander stopcontact.
C Controleer of het display met de dimmerfunctie is uitge-
schakeld. Druk hiervoor op de afstandsbediening op de
toets „Dimmer“.
D Schakel de dvd-speler uit door op de toets ON/OFF te
drukken en wacht daarna 10 seconden. Schakel de dvd-
speler daarna weer in door nogmaals op de toets ON/OFF
te drukken.
Het display geeft de melding „No Disc“ weer, hoewel er een disc in
de lade van de dvd-speler is geplaatst
A De disc is vuil, bekrast of beschadigd. Reinig de disc of plaats
een andere disc in de lade.
B De regiocode van de DVD/VCD/S-VCD komt niet overeen
met de regiocode van de dvd-speler. In dat geval kan de
DVD/VCD/S-VCD niet in de dvd-speler worden afgespeeld.
De in de lade geplaatste disc wordt niet afgespeeld
Het kan zijn dat zich condens heeft gevormd op de lens van
de laser van de dvd-speler. Dit kan vooral gebeuren als de
dvd-speler is blootgesteld aan grote temperatuurschommelin-
gen.
Zet de dvd-speler in dit geval in een droge omgeving neer bij
normale kamertemperatuur. Haal eerst een eventueel ge-
plaatste disc uit de lade. Laat de dvd-speler een uur lang in-
geschakeld staan zonder hem te gebruiken, tot de condens-
laag is verdwenen.
Geen beeld of alleen zwart/wit-beeld
A Controleer of alle verbindingskabels tussen de dvd-speler
en het tv-toestel (of de videoprojector) goed op de juiste
aansluitingen zijn aangesloten
B Controleer of de instelling in het OSD-menu bij de geko-
zen aansluitingsvariant past waarmee de dvd-speler op
het tv-toestel (of de videoprojector) is aangesloten.
Ô
Zie ook hoofdstuk 6.
„Aansluiten van de dvd-speler op een tv-toestel“.
C Controleer aan de hand van de gebruiksaanwijzing van
het tv-toestel (of de videoprojector) of het tv-toestel (of
de videoprojector), zo nodig, ingesteld moeten worden
om de dvd-speler in combinatie met het tv-toestel te
gebruiken.
Geen geluid
A Controleer of het geluid van het tv-toestel of de dvd-spe-
ler niet onderdrukt is (mute-functie ingeschakeld).
B Controleer of alle verbindingskabels tussen de dvd-speler
en eventuele aangesloten audiocomponenten goed op
de desbetreffende aansluitingen zijn aangesloten
C Controleer of de instellingen in het OSD-menu horen bij
de aansluitingsvarianten waarmee de audiocomponen-
ten op de dvd-speler zijn aangesloten.
Ô
Zie hoofdstuk 7. „Audiocomponenten op de dvd-speler
aansluiten“.
D Controleer aan de hand van de gebruiksaanwijzing van
het tv-toestel of het tv-toestel, zo nodig, ingesteld moet
worden om de dvd-speler in combinatie met het tv-toe-
stel te gebruiken.
E Controleer aan de hand van de gebruiksaanwijzing van
een eventueel aangesloten audiocomponent of er instel-
lingen moeten worden gewijzigd om deze met de dvd-
speler te kunnen gebruiken.
F Als u…
Ú
de dvd-speler op een stereo-tv-toestel heeft aangesloten
en geen audiocomponenten op de dvd-speler heeft aan-
gesloten of
Ú
een Dolby Prologic-compatibel audiocomponent via de
analoge stereo-uitgang (via tulpkabel op de tulpaansluitin-
gen L en R) van de dvd-speler heeft aangesloten:
Controleer of u in het OSD-menu, bij menuonderdeel
Front LS, de optie groot heeft geselecteerd.
Geen 4:3- of 16:9-beeld
A Controleer aan de hand van de gebruiksaanwijzing van het
tv-toestel, welk beeldformaat het tv-toestel heeft.
B Controleer of de instellingen in het OSD-menu passen bij
het beeldformaat van het tv-toestel.
Afstandsbediening werkt niet
A Controleer of de batterijen op de juiste manier in het
batterijvak van de afstandsbediening zijn geplaatst
(+ op + en - op -).
B Controleer of de batterijen van de afstandsbediening nog
bruikbaar zijn en verwissel zo nodig de beide batterijen
voor nieuwe.
KH 6510/6511