|
Bedieningshandleiding
b) … bij onderbroken cd-weergave (pauze- of stop-modus):
1 Drukt u zo vaak op de toets „Skip/Search 8“ c.q. „Skip/Search 7“, tot het display het
nummer van de gewenste muziektitel aantoont.
2 Druk dan één keer op de toets „Play/Pause“, om de weergave van deze titel te starten.
8.6.2. 10 titels voorwaarts springen
Om tussen de muziektitels op een in het toestel geplaatste audio-cd tijdens de weergave, in
de stop- of in de pauze-modus 10 titels vooruit te springen: drukt u op de toets „Album/10+/
ESP“.
Wanneer op de toets „Album/10+/ESP“ wordt gedrukt tijdens de weergave, begint de weergave
van de geselecteerde titel onmiddellijk, zonder dat u op de toets „Play/Pause“ hoeft te drukken.
Wanneer op de toets „Album/10+/ESP“ wordt gedrukt in de pauze- of stop-modus, dan dient u op
de toets „Play/Pause“ te drukken, om de weergave van de geselecteerde titel te starten.
8.7. Snelle zoekloop vooruit/achteruit
Om in een afgespeelde muziektitel met snelle zoekloop vooruit/achteruit bepaalde passages
in deze titel te selecteren …
1 Voor de snelle zoekloop vooruit houdt u tijdens de weergave van de gewenste titel de
toets „Skip/Search 8“ ingedrukt. Voor de snelle zoekloop achteruit houdt u tijdens de
weergave van de gewenste titel de toets „Skip/Search 7“ ingedrukt.
2 Laat de toets „Skip/Search 8“ c.q. „Skip/Search 7“ los, van zodra u de gewenste passage
in de muziektitel heeft bereikt.
De weergave van de muziektitel wordt nu automatisch op het geselecteerde punt voortgezet.
8.8. Titelsamenstellingen programmeren (Program-functie)
Met de program-functie kunt u uw eigen muzikaal programma samenstellen, door slechts be-
paalde titels op een in het toestel geplaatste cd voor de weergave te selecteren. De volgorde,
waarin de titels worden weergegeven, kunt u daarbij zelf bepalen.
Om een eigen titelsamenstelling voor de weergave te programmeren …
1 Indien reeds een cd in het cd-vak van de MP3-CD-player is geplaatst en wordt afgespeeld,
dan stopt u eerst de weergave door op de toets „Stop“ te drukken.
2 Druk één keer op de toets „Prog./EQ“. In het display wordt aangetoond: