753829
104
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/107
Pagina verder
IAN 314027
DIGITAL CAMERA / DIGITAL KAMERA
SDK 20 A1
DE
DIGITALKAMERA
Bedienungsanleitung
FR BE
APPAREIL PHOTO NUMÉRIQUE
Mode d‘emploi
NL BE
DIGITALE CAMERA
Gebruiksaanwijzing
OS
DE
Klappen Sie vor dem Lesen die Seite mit den Abbildungen aus und machen Sie sich anschließend mit allen Funkti-
onen des Gerätes vertraut.
FR BE
Avant de lire le mode d‘emploi, ouvrez la page contenant les illustrations et familiarisez-vous ensuite avec toutes
les fonctions de l‘appareil.
NL BE
Vouw vóór het lezen de pagina met de afbeeldingen open en maak u vertrouwd met alle functies van het appa-
raat.
DE Bedienungsanleitung Seite 5
FR/BE Mode d‘emploi Page 105
NL/BE Gebruiksaanwijzing Pagina 207
1
3
4
2
A
B5 6 7
8
9
10
11
12
E
13 14
C
D15 16 17
18
19
Nederlands - 207
Inhoudsopgave
1. Inleiding ........................................................................210
1.1. Informatie over deze gebruiksaanwijzing ............................210
1.2. Betekenis van de symbolen ...................................................210
2. Gebruiksdoel ................................................................212
3. Veiligheidsvoorschriften ................................................213
3.1. Instructies voor de accu ......................................................... 218
3.2. Instructies voor de display .................................................... 220
3.3. Persoonlijkheidsrecht ..............................................................221
4. Beschrijving van de onderdelen .................................... 222
4.1. Voorkant ................................................................................. 222
4.2. Achterkant .............................................................................. 222
4.3. Bovenkant .............................................................................. 222
4.4. Onderkant .............................................................................. 223
4.5. Rechterkant ............................................................................ 223
4.6. Navigatietoets ....................................................................... 224
5. Inhoud van de levering ................................................. 226
6. Technische gegevens .................................................... 226
7. Conformiteitsinformatie................................................ 228
8. Ingebruikname ............................................................ 228
8.1. Accu plaatsen ........................................................................ 228
8.2. Accu opladen via USB .......................................................... 229
8.3. Draagriem bevestigen ........................................................... 230
8.4. SD-kaart plaatsen en verwijderen ....................................... 230
9. Eerste stappen .............................................................. 232
9.1. Camera inschakelen .............................................................. 232
9.2. Camera uitschakelen ............................................................. 232
9.3. Taal en datum/tijd instellen .................................................. 232
9.4. Energiebesparingsfunctie ...................................................... 233
9.5. Opname- en weergavemodus ............................................ 234
208 - Nederlands
10. Displayaanduidingen ................................................... 234
10.1. Displayaanduidingen voor opnamen .................................. 234
10.2. Displayaanduidingen voor fotoweergave .......................... 236
10.3. Displayaanduidingen voor videoweergave ....................... 237
10.4. Displayaanduidingen in- en uitschakelen ........................... 238
11. Eerste opnamen maken ................................................ 240
11.1. Opnamemodus instellen ....................................................... 240
11.2. Tips voor goede foto's ............................................................241
11.3. Foto maken ..............................................................................241
11.4. Videoclips maken .................................................................. 246
11.5. Functiemenu gebruiken ......................................................... 247
11.6. Opnamemenu gebruiken ...................................................... 254
12. Opnamen bekijken/beluisteren ................................... 255
12.1. Opnamen afzonderlijk weergeven ...................................... 255
12.2. Opnamen als miniaturen weergeven ................................... 256
12.3. Videoclips bekijken of gesproken notities beluisteren ........ 259
12.4. Opnamen wissen ................................................................... 260
13. Video's bewerken .........................................................261
14. De menu's .................................................................... 262
14.1. Navigeren in de menu's ........................................................ 262
14.2. Het opnamemenu .................................................................. 262
14.3. Opnamemodi .........................................................................270
14.4. Het opnamemenu voor video's .............................................274
14.5. Het instellingenmenu ..............................................................275
14.6. Het weergavemenu ............................................................... 277
15. Toepassing van de diverse opnamemodi ...................... 284
15.1. Modus voor special effects gebruiken ................................. 284
15.2. Kindermodus gebruiken ........................................................ 286
15.3. Sportmodus gebruiken .......................................................... 287
15.4. Feestjemodus gebruiken........................................................ 287
15.5. Modus 'Zachte huid' gebruiken ............................................ 287
Nederlands - 209
15.6. Functie Tijdvertraging gebruiken .......................................... 288
15.7. Panoramamodus gebruiken .................................................. 289
15.8. Opnamen wissen ................................................................... 292
15.9. Diavoorstelling weergeven ................................................... 293
15.10. De functies beveiligen en ontgrendelen .............................. 294
15.11. Gesproken notitie opnemen ................................................. 295
15.12. Filtereffecten ........................................................................... 295
15.13. Foto bijsnijden ........................................................................ 296
15.14. Formaat wijzigen ................................................................... 297
16. Aansluiten op een printer, pc of tv ................................ 298
16.1. Opnamen afdrukken op een fotoprinter.............................. 298
16.2. Gegevens naar een computer overzetten ........................... 298
16.3. USB-kabel aansluiten ............................................................ 299
16.4. Opnamen op de tv afspelen ................................................300
16.5. DCF-geheugenstandaard .....................................................300
16.6. Kaartlezer ............................................................................... 300
16.7. Mappenstructuur in het geheugen ........................................301
17. Problemen oplossen ..................................................... 301
18. Onderhoud en verzorging ............................................ 303
19. Camera opbergen ........................................................ 303
20. Afvalverwerking .......................................................... 303
21. Colofon ........................................................................ 305
21.1. Informatie over handelsmerken ............................................305
22. Garantie van MLAP GmbH ........................................... 306
22.1. Garantiebepalingen ..............................................................306
22.2. Garantieperiode en wettelijke klachten over gebreken .....306
22.3. Onvang van de garantie ...................................................... 307
22.4. Afhandeling onder garantie ................................................. 307
22.5. Service .................................................................................... 308
22.6. Leverancier/producent/importeur ...................................... 308
210 - Nederlands
1. Inleiding
1.1. Informatie over deze gebruiksaanwijzing
Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe apparaat. U hebt hiermee gekozen
voor een hoogwaardig product. De gebruiksaanwijzing maakt deel uit van dit pro-
duct. Deze bevat belangrijke instructies met betrekking tot veiligheid, gebruik en af-
valverwerking. Lees alle bedieningsinstructies en veiligheidsvoorschriften aandach-
tig door voordat u het product in gebruik neemt. Gebruik het product alleen zoals
beschreven en uitsluitend voor de vermelde toepassingsgebieden. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing goed. Wanneer u het product aan iemand anders doorgeeft,
overhandig dan ook alle bijbehorende documenten.
1.2. Betekenis van de symbolen
Als een tekstgedeelte is gemarkeerd met een van de volgende waarschuwingssym-
bolen, moet het in de tekst beschreven gevaar worden vermeden om de daar be-
schreven mogelijke consequenties te voorkomen.
GEVAAR!
Waarschuwing voor direct levensgevaar.
Houd u aan de instructies om situaties te voorkomen die dode-
lijk of ernstig letsel tot gevolg kunnen hebben.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing voor mogelijk levensgevaar en/of ernstig blijvend
letsel.
Houd u aan de instructies om situaties te voorkomen die dode-
lijk of ernstig letsel tot gevolg kunnen hebben.
VOORZICHTIG!
Waarschuwing voor mogelijk minder ernstig en/of licht letsel.
Houd u aan de instructies om situaties te voorkomen die gering
of licht letsel tot gevolg kunnen hebben.
Nederlands - 211
LET OP!
Neem de instructies in acht om materiële schade te voorkomen.
Houd u aan de instructies om situaties te voorkomen die materi-
ele schade tot gevolg kunnen hebben.
Instructies voor montage of gebruik
Symbool voor gelijkstroom
Voer het apparaat af volgens de geldende milieuvoorschriften (zie
“20. Afvalverwerking” op blz. 303)
Neem de instructies in de gebruiksaanwijzing in acht.
Veiligheidsvoorschrift
Instructie voor een handeling
Opsomming
Producten die zijn gemarkeerd met dit symbool, voldoen aan de ei-
sen van de EU-richtlijnen (zie het hoofdstuk 'Conformiteitsinforma-
tie').
212 - Nederlands
2. Gebruiksdoel
Deze camera is een apparaat dat tot de consumentenelektronica be-
hoort. Het dient voor het maken van digitale foto's en video's.
Het apparaat is niet bedoeld voor commercieel en industrieel ge-
bruik.
Houd er rekening mee dat bij gebruik van het apparaat voor een
ander doel dan waarvoor het is bestemd, de aansprakelijkheid ver-
valt:
Bouw het apparaat zonder onze toestemming niet om en gebruik
het niet in combinatie met hulp- of aanbouwapparaten die niet
door ons zijn goedgekeurd of geleverd.
Gebruik uitsluitend door ons geleverde of goedgekeurde reser-
veonderdelen en accessoires.
Neem alle informatie in deze gebruiksaanwijzing in acht en houd
u in het bijzonder aan de veiligheidsvoorschriften. Iedere andere
vorm van gebruik geldt als niet conform het gebruiksdoel en kan
leiden tot lichamelijk letsel of materiële schade.
Nederlands - 213
3. Veiligheidsvoorschriften
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN – LEES DEZE
ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR LATER GEBRUIK.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel
Er bestaat gevaar voor letsel bij onjuist gebruik.
Controleer de camera vóór gebruik. Bij beschadigingen of defec-
ten mag de camera niet worden gebruikt.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclu-
sief kinderen) met een lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke be-
perking of met onvoldoende ervaring en/of kennis, tenzij iemand
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid, toezicht op hen houdt
of hen instructie heeft gegeven hoe ze het apparaat moeten ge-
bruiken.
Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat ze niet met
het apparaat spelen. Kinderen mogen het apparaat alleen ge-
bruiken wanneer iemand toezicht op ze houdt.
Reiniging en onderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kin-
deren.
Berg het apparaat en de accessoires buiten het bereik van kinde-
ren op.
214 - Nederlands
GEVAAR!
Gevaar voor letsel
Er bestaat verstikkingsgevaar door het inslikken of inademen van
kleine onderdelen of folie.
Bewaar al het gebruikte verpakkingsmateriaal (zakken, stukken
polystyreen, enzovoort) buiten het bereik van kinderen.
Laat kinderen niet met het verpakkingsmateriaal spelen. Verpak-
kingsmateriaal is geen speelgoed.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel
Wanneer u merkt dat er rook uit de camera komt of wanneer
de camera ongewone geluiden maakt, schakel de camera
dan onmiddellijk uit, verwijder de accu en koppel een even-
tueel aangesloten kabel los. Gebruik de camera pas weer
nadat deze door een gekwalificeerde persoon is gecontro-
leerd.
Open de camera nooit. Er bestaat gevaar voor een elektrische
schok.
Laat het apparaat uitsluitend repareren door een professioneel
reparatiebedrijf of neem contact op met het Service Center om
gevaarlijke situaties te voorkomen. Neem bij transportschade on-
middellijk contact op met het Service Center. Breng in geen geval
op eigen initiatief veranderingen aan het apparaat aan en pro-
beer niet om een onderdeel van het apparaat zelf te openen en/
of te repareren.
Nederlands - 215
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel
Wanneer bij gebruik van flitslicht onvoldoende afstand wordt aan-
gehouden, kan dat oogletsel tot gevolg hebben.
Gebruik de flitser niet te dicht bij iemands ogen. Degene die
wordt gefotografeerd, kan hierdoor oogletsel oplopen.
Blijf bij gebruik van de flitser op minimaal één meter afstand van
kinderen.
U kunt oogletsel oplopen wanneer u in felle lichtbronnen kijkt.
Kijk nooit direct in de zon of in een andere lichtbron.
LET OP!
Mogelijke beschadiging van het apparaat
Gevaar voor beschadiging van het apparaat door onjuist gebruik.
Stel het apparaat niet bloot aan extreme omstandigheden.
Droog opbergen.
Deze camera is niet waterdicht en werkt daarom niet meer na on-
derdompeling in water of wanneer vloeistoffen in de camera te-
rechtkomen.
Voorkom dat de camera in contact komt met druip- of spatwater.
Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen (zoals vazen) in
de buurt van of op de camera.
Contact met vocht, zout en stof voorkomen.
Veeg zout en stof met een vochtige, zachte doek af wanneer u de
camera op het strand of aan zee hebt gebruikt. Droog de camera
daarna zorgvuldig af.
216 - Nederlands
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden.
Houd de camera uit de buurt van apparatuur met sterke elektro-
magnetische velden, zoals elektromotoren. Sterke elektromag-
netische velden kunnen de werking van de camera of de opslag
van gegevens verstoren.
Te grote warmte vermijden.
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht of hoge temperatu-
ren. Hierdoor kan de accu gaan lekken of kan de behuizing van
de camera vervormen.
Grote temperatuurschommelingen vermijden.
Wanneer u het apparaat snel van een koude naar een warme
omgeving brengt of omgekeerd, kan in of op het apparaat con-
densvorming optreden. Dit kan de werking van het apparaat be-
invloeden en schade veroorzaken. Neem het apparaat pas weer
in gebruik wanneer het de omgevingstemperatuur heeft aange-
nomen. Het gebruik van een transporttas of plastic tas biedt een
zekere mate van bescherming tegen temperatuurverschillen.
Apparaat niet laten vallen.
Krachtige schokken door een val of sterke trillingen kunnen sto-
ringen veroorzaken. Bevestig de draagriem om uw pols wanneer
u de camera draagt.
Houd de camera uit de buurt van open vlammen en vuur, zoals
kaarsen.
Gebruik de camera niet in de buurt van brandgevaarlijke gassen.
Er bestaat explosie- en brandgevaar.
Nederlands - 217
Accu niet verwijderen tijdens de verwerking van gegevens.
Wanneer tijdens het vastleggen of verwijderen van beeldbestan-
den op de geheugenkaart de stroom wordt uitgeschakeld, kan
dat gegevensverlies tot gevolg hebben of kan het interne circuit
of het geheugen beschadigd raken.
Voorzichtig omgaan met de lens en alle bewegende onderdelen.
Raak de lens en de objectiefcilinder niet aan. Ga voorzichtig om
met de geheugenkaart en de accu. Deze onderdelen zijn niet be-
stand tegen een zware belasting.
Accu's.
Bij lage temperaturen kan de accucapaciteit sterk verminderen.
Houd een warme reserveaccu bij de hand wanneer u fotogra-
feert als het heel koud is.
Wanneer de contacten van de accu vuil zijn, kunt u deze reinigen
met een droge, schone doek. Resten kunt u verwijderen met een
vlakgom.
Geheugenkaarten.
Schakel de voeding uit en wacht totdat deze echt uit is voordat u
de geheugenkaart plaatst of verwijdert. Anders kan de werking
van de geheugenkaart onbetrouwbaar worden. Geheugenkaar-
ten kunnen tijdens gebruik warm worden. Verwijder de geheu-
genkaart altijd voorzichtig uit de camera.
Geheugenkaarten zijn gebruiksvoorwerpen en moeten na
langer gebruik worden vervangen.
Na langer gebruik lukt het mogelijk niet om opnamen te ma-
ken. Controleer daarom regelmatig of de opnamen goed
worden opgeslagen en vervang de kaart indien nodig.
218 - Nederlands
3.1. Instructies voor de accu
Gebruik de camera alleen met de meegeleverde accu (NP-45).
Laad de accu alleen op wanneer deze in de camera is geplaatst,
en gebruik daarvoor uitsluitend de meegeleverde USB-kabel.
Dek de camera tijdens het opladen niet af.
Houd u aan de onderstaande algemene instructies voor de omgang
met accu's:
Bij lage temperaturen kan de capaciteit van de accu door vertra-
ging van de chemische reactie merkbaar afnemen. Houd bij op-
namen bij koud weer een tweede accu binnen handbereik op
een warme plaats (bijvoorbeeld in uw broekzak).
Houd accu's buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg bij inslik-
ken van een accu onmiddellijk een arts.
Oefen geen kracht uit bij het plaatsen van de accu in de camera.
WAARSCHUWING!
Explosiegevaar
Bij onjuist gebruik van de accu's bestaat explosiegevaar.
Vervang de accu alleen door een accu van hetzelfde of een
vergelijkbaar type (NP-45).
Controleer vóór het plaatsen van de accu of de contacten van
het apparaat en van de accu schoon zijn en reinig deze indien
nodig.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde accu.
Let bij het plaatsen van de accu op de polariteit (+/-).
Nederlands - 219
Bewaar de accu op een koele, droge plaats. Door rechtstreekse
invloed van warmte kan de accu beschadigd raken. Stel het ap-
paraat daarom niet bloot aan sterke warmtebronnen.
Gooi de accu niet in het vuur, voorkom kortsluiting en haal deze
niet uit elkaar.
Stel de accu nooit bloot aan overmatige warmte, zoals direct
zonlicht, vuur en dergelijke.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden
Er bestaat gevaar voor verbranding door accuzuur wanneer
lekkende accu's niet op de juiste manier uit de camera wor-
den gehaald.
Vermijd contact met huid, ogen en slijmvliezen. Spoel bij con-
tact met accuzuur de betreffende lichaamsdelen onmiddellijk met
overvloedig schoon water af en raadpleeg direct een arts.
Verwijder een lekkende accu onmiddellijk uit het apparaat. Rei-
nig de contacten voordat u een nieuwe accu plaatst. Draag ge-
schikte veiligheidshandschoenen. Er bestaat gevaar voor ver-
branding door accuzuur.
Verwijder de accu ook uit het apparaat wanneer deze leeg is. Bij
lege accu's is de kans groter dat ze gaan lekken.
Haal de accu uit het apparaat wanneer u het langere tijd niet ge-
bruikt.
Voorkomen stoten of slagen op de accu, voorkomen knikken en
laat de accu niet vallen.
220 - Nederlands
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok door onderde-
len die onder spanning staan.
Probeer in geen geval de camera zelf te openen en/of te
repareren. Er bestaat gevaar voor een elektrische schok.
Controles van interne onderdelen en wijzigingen en re-
paraties mogen uitsluitend door vakkundig personeel
worden uitgevoerd. Breng het product ter controle naar
een geautoriseerd Service Center.
3.2. Instructies voor de display
Laat niets op de display vallen.
Leg niets op het apparaat.
Raak de display niet aan met scherpe voorwerpen.
Kras niet met uw nagels of met harde voorwerpen op de display.
Er bestaat gevaar voor letsel wanneer de display breekt. Doe in
dat geval veiligheidshandschoenen aan, pak de gebroken on-
derdelen in en stuur deze op naar het Service Center om deze
volgens de geldende voorschriften te laten afvoeren. Was uw
handen daarna met zeep, omdat niet kan worden uitgesloten dat
er chemicaliën uit het apparaat zijn gekomen.
Nederlands - 221
3.3. Persoonlijkheidsrecht
Neem bij gebruik van de camera de volgende instructies in acht:
In beginsel kan iedereen zich beroepen op het portretrecht. Volgens
het auteursrecht mogen foto's uitsluitend zonder toestemming van de
betrokkene worden gepubliceerd wanneer iemand alleen toeval-
lig in beeld komt in een landschap of elders in de openbare ruimte.
Het antwoord op de vraag of iemand alleen toevallig in beeld komt,
kan per situatie verschillen. Met het oog op de rechtszekerheid moet
in alle gevallen waarin sprake is van opnamen van identificeerbare
personen, de betrokkene over de opname worden geïnformeerd.
222 - Nederlands
4. Beschrijving van de onderdelen
4.1. Voorkant
Zie afbeelding A (op de uitklappagina)
1) Flitser
2) Aanduiding voor zelfontspanner/lampje
knippert: zelfontspanner ingeschakeld
3) Cameralens met objectiefcilinder
4) Microfoon
4.2. Achterkant
Zie afbeelding B (op de uitklappagina)
5) Lcd-display
6) Controlelampje (groene led)
7) Zoomknop: W / T; in- of uitzoomen op het onderwerp
8) Toets
: het menu openen
9) Toets
: video-opname starten
10) Toets OK/pijltoetsen
11) Toets
: weergavemodus openen
12) Toets : functiemenu/prullenbak
4.3. Bovenkant
Zie afbeelding C (op de uitklappagina)
13) ON/OFF: camera in- of uitschakelen
14) Ontspanner
half indrukken: focusbereik bepalen
helemaal indrukken: opname maken
Nederlands - 223
4.4. Onderkant
Zie afbeelding D (op de uitklappagina)
15) Statiefaansluiting
16) Luidspreker
17) Klepje van vak voor accu/SDHC-kaart
4.5. Rechterkant
Zie afbeelding E (op de uitklappagina)
18) Mini-USB-aansluiting
19) Oog voor draagriem
224 - Nederlands
4.6. Navigatietoets
E
A B
C
D
10
(E)
(in de hand-
leiding als
pijl-links
beschreven)
Opnamemodus: Bladeren tussen de focusopties
(Autofocus, Macro, Supermacro, On-
eindig)
Fotoweergavemodus: Vorige opname weergeven
Videoweergavemo-
dus:
Snel terugspoelen
Menu: Submenu afsluiten
Nederlands - 225
AE/AF
LOCK (A)
(in de hand-
leiding als
pijl-om-
hoog be-
schreven)
Opnamemodus: Autofocusvergrendeling
aan/uit (kort indrukken)
Fotoweergavemodus: Foto telkens met 90° rechtsom draaien
Videoweergavemo-
dus:
Weergave onderbreken/voortzetten
Menu: In de menu's/submenu's naar boven
gaan
OK (B) Foto-/videoweerga-
vemodus:
Weergave starten
Menu: De selectie bevestigen
(C)
(in de hand-
leiding als
pijl-rechts
beschreven)
Opnamemodus Serie-opnamen instellen
Fotoweergavemodus Volgende opname weergeven
Videoweergavemo-
dus:
Snel vooruitspoelen
Menu: Submenu openen of instelling selec-
teren
(D)
(in de hand-
leiding als
pijl-omlaag
beschre-
ven)
Opnamemodus Flits instellen
Videoweergavemo-
dus:
Weergave pauzeren
Menu: In de menu's/submenu's naar bene-
den gaan
226 - Nederlands
5. Inhoud van de levering
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar
Er bestaat verstikkingsgevaar door het inslikken of inade-
men van kleine onderdelen of folie.
Houd het verpakkingsfolie buiten het bereik van kinderen.
Laat kinderen niet met het verpakkingsmateriaal spelen.
Haal het product uit de verpakking en verwijder al het verpakkingsmateriaal.
Controleer de levering op volledigheid en informeer ons binnen 14 dagen na
aankoop wanneer de levering niet compleet is.
Het door u gekochte pakket moet het volgende bevatten:
Camera SDK 20 A1
1 x Li-ion-accu NP-45
• USB-kabel
• Draagriem
• Gebruiksaanwijzing
6. Technische gegevens
Camera
Oorspronkelijke resolutie: 5184 x 3888 (20 MP CCD)
Diafragma: F = 3,2 - 6,4
Sluitertijd: 1/2000 -15 s
Brandpuntsafstand: f = 4,6 mm - 23 mm
Optische zoom: 5-voudig
Digitale zoom: 8-voudig
Lcd-monitor: 6,86 cm / 2,7" lcd-display
Nederlands - 227
Bestandsindeling foto: JPEG (EXIF 2.3), DPOF
Bestandsindeling video: AVI, WAV
Max. resoluties
Cameramodus: 5152 x 3864 pixels
Videomodus: 1280 x 720 pixels (met een Class 10
SDHC-geheugenkaart)
Beeldgeheugen: Intern: 64MB intern geheugen (ca. 26
MB beschikbaar, het bruikbaar geheu-
gen kan variëren)
Extern: SD/SDHC-kaart (tot 32 GB)
Aansluiting: Mini-USB 2.0
Afmetingen (b x h x d): ca. 100 x 60 x 23 mm
Gewicht: ca. 140 g (incl. accu)
Bedrijfstemperatuur: 0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuur: -20 °C tot +60 °C
Statiefaansluiting: 1/4 inch
USB-spanning/stroomverbruik DC 5 V 500mA
Accu
Fabrikant: Fuji Electronics (Shenzen) Co., Ltd.
Modelnummer: NP-45
Technische gegevens: 3,7 V / 700 mAh / 2,6 Wh
Oplaadtijd ca. 4 uur
228 - Nederlands
7. Conformiteitsinformatie
De camera voldoet aan de eisen van elektromagnetische compatibi-
liteit en elektrische veiligheid.
Hierbij verklaart MLAP GmbH dat dit apparaat in overeenstemming
is met de fundamentele eisen en de overige relevante voorschriften:
• EMC-richtlijn 2014/30/EU
• Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU
• RoHS-richtlijn 2011/65/EU.
Ga voor de volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring naar:
www.mlap.info/conformity.
8. Ingebruikname
8.1. Accu plaatsen
Gebruik in de camera uitsluitend de meegeleverde lithium-ion-accu. Ga bij het
plaatsen van de accu als volgt te werk:
Schakel de camera eventueel uit.
Schuif de vergrendeling van het accuvak 17 in de richting van de pijl en open
het klepje.
Plaats de accu zoals afgebeeld in het accuvak, totdat de oranje vergrendeling
vastklikt en de accu vastzit.
Nederlands - 229
Sluit het accuvak weer.
8.2. Accu opladen via USB
U kunt de accu opladen via een daarvoor geschikte USB-netadapter (5,0 V
1,0A) of via de USB-aansluiting van de pc of een ander apparaat met USB-aan-
sluiting. U kunt de accu pas opladen nadat deze in de camera is geplaatst.
Sluit de USB-kabel op de USB-poort 18 van de camera aan.
Sluit het andere uiteinde van de kabel op een geschikte USB-netadapter (niet
meegeleverd) aan en steek deze in het stopcontact.
Of
Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel op de USB-aansluiting van de
pc of op een ander apparaat met een USB-aansluiting aan.
Tijdens het opladen knippert het controlelampje van de camera. Zodra de accu vol-
ledig is opgeladen, gaat het controlelampje uit. Controleer wanneer het controle-
lampje snel knippert de accu en verbindingen en sluit de camera opnieuw aan.
Neem contact op met de servicehotline wanneer het controlelampje hierna nog al-
tijd snel knippert.
230 - Nederlands
Bij aankoop is de accu niet opgeladen.
Laad de accu op voordat u de camera in gebruik neemt.
8.3. Draagriem bevestigen
Schuif het smalle uiteinde van de draagriem door de
oogjes 19 en trek het dikkere uiteinde door het smalle
uiteinde zoals in de afbeelding.
LET OP!
Mogelijke materiële schade
Onjuist gebruik of verkeerde bevestiging
van de draagriem kan tot schade aan
het apparaat leiden.
Let erop dat de camera nergens te-
genaan stoot wanneer u deze met de hand aan de riem
draagt.
Leg de camera bij het bevestigen van de riem op een
vast oppervlak om te voorkomen dat de camera valt en
beschadigd raakt.
8.4. SD-kaart plaatsen en verwijderen
Wanneer er geen kaart in de camera is geplaatst, worden opnamen in het interne
geheugen opgeslagen. Houd er rekening mee dat in het interne geheugen een be-
perkt aantal foto’s kan worden opgeslagen.
Gebruik daarom een SD-geheugenkaart om de geheugencapaciteit te vergroten.
We raden aan een SD-geheugenkaart van snelheidsklasse 'Class 10' te
gebruiken.
Nederlands - 231
8.4.1. Geheugenkaart plaatsen
Schuif de vergrendeling van het accuvak 17 in de richting van de pijl en open
het klepje.
Steek de kaart met de contacten in de richting van de display 5 in de sleuf. De
kaart moet zo ver in de sleuf worden geschoven totdat deze vastklikt.
Sluit het accuvak weer.
Open het accuvak en druk lichtjes op de geheugenkaart in de sleuf om de ver-
grendeling te deactiveren en de kaart te verwijderen. De geheugenkaart schuift
een beetje naar buiten zodat u deze eenvoudig kunt verwijderen.
232 - Nederlands
Geheugenkaarten zijn gebruiksvoorwerpen en moeten na langer gebruik
worden vervangen.
Na langer gebruik lukt het mogelijk niet om opnamen te maken. Contro-
leer daarom regelmatig of de opnamen goed worden opgeslagen en ver-
vang de kaart indien nodig.
Voor informatie over de schrijfbeveiliging van de SD-geheugenkaart
raadpleegt u de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
9. Eerste stappen
9.1. Camera inschakelen
Druk op de toets ON/OFF 13 om de camera in te schakelen.
Het objectief 3 schuift naar buiten, het groene controlelampje 6 brandt kort en
de display 5 wordt ingeschakeld. De camera staat in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet wordt ingeschakeld, controleert u of de accu
goed is geplaatst en is opgeladen.
9.2. Camera uitschakelen
Druk weer op toets ON/OFF om de camera uit te schakelen.
9.3. Taal en datum/tijd instellen
Wanneer u de camera voor de eerste keer inschakelt wordt u gevraagd om de taal
en tijd in te stellen.
9.3.1. Taal inst ellen
Selecteer met de navigatietoetsen 10 A en 10 D de gewenste taal.
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK 10 B.
Nederlands - 233
Nadat u de taal hebt ingesteld, verschijnt automatisch het menu voor het instellen
van de datum en de tijd.
9.3.2. Datum en tijd instellen
Selecteer met de toetsen en de gewenste waarde voor de datum of de
tijd. Houd de toetsen ingedrukt om sneller door de cijfers te bladeren.
Met de toetsen 10 E en 10 C gaat u naar het volgende invoerveld.
Druk ter bevestiging van de instellingen op de toets OK 10 B.
Behalve de datum en de tijd kunt u ook de datumnotatie instellen. De volgende op-
ties zijn beschikbaar:
• JJ/MM/DD (jaar/maand/dag)
• MM/DD/JJ (maand/dag/jaar)
• DD/MM/JJ (dag/maand/jaar)
De datum en tijd zijn op de camera alleen in de weergavemodus zicht-
baar. Deze informatie wordt niet afgedrukt. De datum en tijd worden al-
leen afgedrukt wanneer deze als 'datumstempel' op de foto's staan (zie
“14.2. Het opnamemenu” op blz. 262).
9.4. Energiebesparingsfunctie
Als de camera 60 seconden niet is gebruikt, wordt deze uitgeschakeld. U kunt ook
de automatische uitschakeltijd op 3 of 5 minuten instellen of deactiveren.
De energiebesparingsfunctie is niet actief:
tijdens de opname van audio- en videoclips;
tijdens de weergave van foto's, videoclips en audio-opnamen;
terwijl de camera via de USB-aansluiting met een ander apparaat is verbon-
den.
234 - Nederlands
9.5. Opname- en weergavemodus
Na het inschakelen van de camera is de opnamemodus actief: u kunt direct foto's
maken. Ook kunt u audio- en videoclips opnemen.
In de weergavemodus kunt u foto's, audio- en videoclips weergeven, bewerken en
verwijderen.
Druk op de toets om de weergavemodus in te stellen. Het weergavesymbool
verschijnt linksboven in de display. De laatst gemaakte foto wordt weergege-
ven.
Druk opnieuw op de toets of druk op de ontspanner om weer naar de opna-
memodus te gaan.
10. Displayaanduidingen
10.1. Displayaanduidingen voor opnamen
In de opnamemodus zijn de volgende displayaanduidingen mogelijk:
1) Aanduiding van de huidige opnamemodus
2) Instelling van de flitser
Nederlands - 235
3) Zelfontspanner
4) Belichtingsreeks
5) Zoominstelling
6) Nog beschikbaar aantal opnamen (bij huidige resolutie)
7) Accustatus
8) Opslaglocatie (intern geheugen of geheugenkaart)
9) Videoresolutie
10) Windonderdrukking ingeschakeld
11) Datumstempel
12) Waarschuwing: gevaar voor cameratrilling.
13) Beeldstabilisator ingeschakeld
14) Histogram (gedetailleerde informatie over de helderheidsverdeling op de
foto)
15) ISO-instelling
16) Sluitertijd
17) Focusbereik
18) Diafragma-voorkeuze
19) Stijlvol
20) AF-volgen geactiveerd
21) Belichtingsinstelling
22) Macro-instelling
23) AE/AF-vergrendeling geactiveerd
24) Gezichtsherkenning
25) Witbalans
26) Belichtingsmeting
27) Kwaliteit
28) Beeldformaat
Sommige symbolen worden alleen weergegeven als de betreffende func-
tie is ingeschakeld. Meer symbolen kunt u weergeven via de menuoptie
'Weergavemodus/Detailinfo' (zie “14.5. Het instellingenmenu” op blz.
275).
236 - Nederlands
10.2. Displayaanduidingen voor fotoweergave
In de weergavemodus zijn de volgende displayaanduidingen mogelijk:
1) Weergave van de ingestelde modus
2) Foto is beveiligd
3) Geluidsopname (wanneer dit symbool verschijnt, is een gesproken bericht
bij de weergegeven foto beschikbaar)
4) Toetsfunctie om de weergave te starten: toets OKs 10 B voor Play
5) Huidige opname/totale aantal opnamen
6) Accustatus
7) Opslaglocatie (intern geheugen of geheugenkaart)
8) Opnamegegevens
9) Het symbool geeft aan dat voor deze foto ‘DPOF’-informatie beschikbaar
is.
10) Resolutie van de huidige foto
De verschillende instellingen worden in de menubeschrijving toegelicht.
Nederlands - 237
10.3. Displayaanduidingen voor videoweergave
In de weergavemodus voor videoclips zijn de volgende displayaanduidingen mogelijk:
1) Weergave van de modus
2) Video is beveiligd
3) Video-opname (wanneer dit symbool verschijnt, is er een video-/geluids-
opname bij de weergegeven foto beschikbaar)
4) Verwijzing naar de toetsfunctie (: Start/pauze, : snel vooruitspoelen,
: Stop, : snel terugspoelen)
5) Huidige opname/totale aantal opnamen
6) Accustatus
7) Opslaglocatie (intern geheugen of geheugenkaart)
8) Opnamegegevens
9) Videoresolutie
10) Volume-instelling met de zoomknop (T : volume verhogen; W: volume ver-
lagen)
11) Lengte van video
12) Afspeeltijd
13) Weergavestatus (weergave/pauze)
De verschillende instellingen worden in de menubeschrijving toegelicht.
238 - Nederlands
10.4. Displayaanduidingen in- en uitschakelen
In het instellingenmenu kunt u bij 'Weergavemodus' de displayaanduidingen in- of
uitschakelen of definiëren hoe gedetailleerd deze worden weergegeven.
Druk op de toets MENU 8.
Selecteer met de toetsen en het instellingenmenu. Het instellingenmenu
wordt met een moersleutel aangegeven.
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK.
Selecteer met de toetsen en het menu van de weergavemodus.
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK.
Selecteer met de toetsen en de weergavemodus en druk ter bevestiging
van de selectie op de toets OK.
10.4.1. Opnamemodus
Met de belangrijkste aanduidingen In-
stelling: Aan
Met alle aanduidingen Instelling:
Gedetailleerde info
Nederlands - 239
Zonder aanduidingen Instelling: Uit
De displayaanduidingen kunnen voor elke opnamemodus anders
zijn.
10.4.2. Weergavemodus
Met de belangrijkste aanduidingen Met alle aanduidingen
240 - Nederlands
Zonder aanduidingen
De displayaanduidingen kunnen niet worden gewijzigd:
tijdens de opname en weergave van audio- en videoclips;
tijdens de weergave van een diavoorstelling of van miniaturen;
tijdens het bijsnijden van een foto (in de bewerkingsmodus).
11. Eerste opnamen maken
Bij de volgende beschrijvingen worden eerst de basisinstellingen behandeld.
11.1. Opnamemodus instellen
Bij het inschakelen van de camera wordt automatisch de opnamemodus geacti-
veerd. Links boven in de display verschijnt het symbool voor de laatst gebruikte mo-
dus, bijvoorbeeld voor de opnamemodus Programma.
Druk op de toets 11 wanneer niet de opnamemodus, maar de weergavemo-
dus is geactiveerd.
Nederlands - 241
11.2. Tips voor goede foto's
Beweeg de camera langzaam zodat de foto's niet onscherp worden. Beweeg
de camera niet wanneer er op de ontspanner wordt gedrukt. Beweeg de came-
ra niet direct na het indrukken van de ontspanner.
Bekijk het onderwerp in de display voordat u de ontspanner indrukt.
Controleer de hoek wanneer het onderwerp van achteren wordt belicht. Kies
een andere positie om de achtergrondbelichting te verminderen.
Draai de camera langzaam om goede videoclips te maken. Wanneer u te snel
draait, worden video-opnamen onscherp en wazig.
11.3. Foto maken
Druk wanneer u de foto in de display kunt zien, de ontspanner 14 eerst een
beetje in.
De groene focusvelden (AF-velden) worden rood wanneer scherpstellen met auto-
focus niet lukt.
U ziet waarden voor de sluitertijd, het diafragma en de ISO-waarde.
Druk de ontspanner volledig in om de foto te maken.
De foto's worden als JPEG-bestanden opgeslagen.
Als de opname te wazig lijkt te worden, verschijnt bovendien het symbool
. Houd in dat geval de camera rustig vast of gebruik een statief.
Via het functiemenu kunt u verschillende opname-instellingen definiëren,
zie blz. 247.
Selecteer met de -toets 10 E de focusinstelling 'Macro' om close-ups te
maken.
242 - Nederlands
11.3.1. Digitale stabilisator gebruiken
Met de digitale stabilisator kunt u bij slechte lichtomstandigheden betere opnamen
maken en worden opnamen minder snel wazig.
Selecteer in het cameramenu de optie Stabilisator en schakel deze functie hier
in of uit.
11.3.2. Flits gebruiken
Wanneer er onvoldoende licht is voor de foto, kan de geïntegreerde flitser voor het
vereiste extra licht zorgen.
Druk meerdere keren op de flitstoets 10 D om de volgende flitserinstellingen te
selecteren:
AUTO: de flitser wordt automatisch geactiveerd wanneer voor het
maken van de opname extra belichting is vereist.
Voorafgaand aan de eigenlijke flits worden met een voorflits rode
ogen voorkomen. De camera detecteert de helderheid van de ob-
jecten en flitst alleen wanneer dat nodig is.
Flits altijd ingeschakeld
'Slow Sync': de flitser wordt met langzame sluitertijd gesynchroni-
seerd.
Flits altijd uitgeschakeld.
De flitser werkt alleen in de afzonderlijke modus of de zelfontspannermodus. Bij bur-
stopnamen en video-opnamen kan de flitser niet worden gebruikt.
Door gebruik van de flitser neemt het stroomverbruik toe. Als de accu bijna leeg is,
heeft de flitser meer tijd nodig om te laden.
Nederlands - 243
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verblinding
Gebruik de flitser niet wanneer u personen en dieren op kor-
te afstand fotografeert. Het extreme licht kan verblinden en
oogletsel veroorzaken.
Houd ten minste 1 meter afstand aan.
11.3.3. Zoom – vergroten of verkleinen
De camera beschikt over een optische en een digitale zoom. De optische zoom
wordt met behulp van de lens ingesteld, de digitale zoom wordt via het instellingen-
menu geactiveerd.
Druk de zoomknop in de richting W / T 7.
De balk met de zoominstelling wordt weergegeven.
W: het beeld wordt uitgezoomd ('groothoek'); de uitsnede wordt groter.
T: het beeld wordt ingezoomd ('telefoto'); de uitsnede wordt kleiner.
Als de markering in het linkerdeel van de balk staat, wordt de
optische zoom gebruikt.
Als u opnieuw op drukt, wordt de digitale zoom automatisch
ingeschakeld. U kunt op 11 niveaus verder inzoomen.
Hiervoor moet in het instellingenmenu de digitale zoom zijn in-
geschakeld.
Bij de digitale zoom wordt de grotere beelduitsnede door interpolatie ver-
groot; dit kan ten koste gaan van de beeldkwaliteit.
244 - Nederlands
De digitale zoom is bij de volgende opnameopties en -modi uitgeschakeld:
Opnemen van video's Alle special effects
• Portret • Panorama
• Nachtscène • Aangepaste scène
• Nachtportret • Instelling ISO 6400
• Romantisch portret • Kinderen
• Zelfportret • D-Lighting
• Tegenlicht • Zachte huidskleur
11.3.4. Focusmodus instellen
Met deze functie kunt u definiëren welk focustype bij het maken van een foto of vi-
deo wordt gebruikt.
Druk herhaaldelijk op de macrotoets 10 E tot het symbool van de gewenste
focusmodus wordt weergegeven.
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK 10 B.
De camera heeft vijf verschillende focusmodi:
AF - Autofocus
Met deze instelling wordt de focus van de camera automatisch ingesteld.
- Macro
Deze modus is vooral geschikt voor close-ups. In deze modus kunt u door fixering
van de focus details vastleggen en ook bij een korte afstand scherpstellen op het
onderwerp. Focusbereik bij benadering: vanaf circa 5 cm tot 50 cm.
- Supermacro
Deze modus is vooral geschikt voor close-ups. In deze modus kunt u door fixering
van de focus details vastleggen en ook bij een korte afstand scherpstellen op het
onderwerp. Focusbereik bij benadering: vanaf circa 3 cm tot 30 cm. Wanneer 'Su-
permacro' is ingesteld, kan niet worden gezoomd.
- Oneindig
Bij deze instelling wordt de camera scherpgesteld op objecten die zich op grote af-
stand bevinden.
Nederlands - 245
MF - handmatige focus
Wanneer u handmatige focus activeert, wordt midden in de display een vierkant-
je weergegeven. Daarna kunt u met de pijltoetsen of het beeld scherpstellen.
Druk zodra u de juiste instelling hebt gevonden ter bevestiging op toets OK.
11.3.5. Serie-opname instellen
Met deze functie kunt serie-opnamen voor de fotomodus instellen.
Druk herhaaldelijk op de toets 10 C tot het symbool van de gewenste se-
rie-opname wordt weergegeven.
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK10 B.
Eén opname: Geen serie-opname ingesteld.
Burst: Bij deze instelling maakt de camera een reeks foto's zolang u
de ontspanner ingedrukt houdt.
Snelle burst: Bij deze instelling maakt de camera een reeks van 30
foto's.
GIF vastleggen: Gebruik deze functie om een vooraf ingesteld
aantal foto's in een bepaald interval te maken. Deze foto's worden
samengevoegd tot een bewegend GIF-bestand en worden niet af-
zonderlijk opgeslagen. Druk in deze modus op de toets OK om de
instellingen te definiëren.
11.3.6. AE/AF - autofocusvergrendeling
Met autofocusvergrendeling wordt de scherpte-instelling vastgelegd. Afhankelijk
van de menu-instelling wordt ook de belichtingsinstelling vergrendeld.
De functie AE/AF-autofocusvergrendeling wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer u
meerdere foto's wilt maken van een onderwerp dat niet beweegt of altijd op dezelf-
de afstand blijft.
Druk op de toets AE/AF LOCK 10 A om de autofocusvergrendeling te acti-
veren.
246 - Nederlands
Wanneer de autofocusvergrendeling is geactiveerd, wordt naast de AF-aanduiding
in de display een slotsymbool weergegeven.
De autofocusvergrendeling wordt gedeactiveerd wanneer:
• De zoomdraaiknop 7 wordt gebruikt
• De toets AE/AF LOCK opnieuw wordt ingedrukt
Eén van de toetsen 11 , 12 , 9, 8 of ON/OFF 14 wordt inge-
drukt.
11.4. Videoclips maken
Druk op de toets om de video-opname direct te starten. In de display ver-
schijnt de opnametijd en de resterende opnametijd.
Met de zoomknop W / T7 kunt u de beelduitsnede wijzigen.
Druk op de toets (10A) om de opname te onderbreken.
Druk opnieuw op de toets om de opname voort te zetten
Druk opnieuw op de toets 9 om de opname te beëindigen.
De digitale zoom is niet beschikbaar bij het opnemen van videoclips. Er
wordt geen geluid opgenomen als de zoomknop wordt ingedrukt. Tijdens
de video-opname is de microfoon actief en wordt ook het geluid opgeno-
men.
Video-opnamen worden met geluid als AVI-bestand opgeslagen.
Nederlands - 247
11.5. Functiemenu gebruiken
Via het functiemenu kunt u de belangrijkste instellingen voor een opname snel aan-
passen zonder dat u hiervoor het hoofdmenu hoeft te openen.
Op de linkerbalk staan de beschikbare functies voor het instellen van de camera. In
de onderste balken staan de mogelijke instellingen van de betreffende functie.
Druk op de toets 12 om het menu te openen.
Selecteer met de navigatietoetsen of 10 de functie die u wilt wijzigen,
bijvoorbeeld de instelling van de resolutie.
Selecteer met de toetsen of de gewenste instelling, bijvoorbeeld de reso-
lutie 20M.
Druk op de toets OK om de instelling op te slaan.
248 - Nederlands
11.5.1. Belichtingscompensatie (EV)
Door de belichtingswaarde (EV = Exposure Value) te compenseren, kunt u foto's
aanpassen die zonder deze instelling te licht of te donker zouden worden.
U kunt de waarde in 12 stappen tussen -2,0 en +2,0 EV instellen. In de display ver-
schijnt een balk voor aanpassing van de belichting.
Gebruik bij weinig licht een positieve waarde en bij veel licht een negatieve waar-
de.
Gebruik de belichtingscompensatie niet wanneer er rond het onderwerp veel of juist
weinig licht is of wanneer u de flitser gebruikt.
De ingestelde compensatie wordt als belichtingsinstelling in de display
weergegeven.
Nederlands - 249
11.5.2. ISO (lichtgevoeligheid)
Instelling Betekenis
Auto Automatische ISO-waarde.
ISO 100 De gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 100.
ISO 200 De gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 200.
ISO 400 De gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 400.
ISO 800 De gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 800.
ISO 1600 De gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 1600.
ISO 3200 De gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 3200.
ISO 6400 De gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 6400.
250 - Nederlands
11.5.3. Meting - lichtmetingsprocedure
Met deze functie kunt u bepalen in welk gebied de lichtmeting voor foto- en vi-
deo-opnamen moet worden uitgevoerd.
Instelling Betekenis
Multi De belichting wordt ingesteld op basis
van de meetresultaten op meerdere
plaatsen in het opnamegebied.
Midden Het licht van het gehele opnamegebied wordt
gemeten,
maar aan de waarden rond het midden
wordt meer gewicht toegekend.
Spot De belichting wordt ingesteld op basis
één enkel meetresultaat in
het midden van het beeld.
Nederlands - 251
11.5.4. Autofocusbereik
Hier selecteert u het AF-bereik (autofocus).
Instelling Betekenis
Gezichtsvolg. Gezichten worden automatisch her-
kend.
Breed Scherpstelling op een breed bereik.
Midden Scherpstelling op het midden.
AF volgen De camera wordt bij beweging op het
onderwerp scherpgesteld en blijft hier-
op gefocust.
252 - Nederlands
11.5.5. AE/AF-autofocusvergrendeling
Met deze functie kunt u de belichting, de focus of beide bepalen door op de toets
AE/AF LOCK 10 A te drukken. Met de toets AE/AF LOCK kunt u de volgende
functies instellen:
Instelling Betekenis
AE-L Belichting vergrendelen/ontgrendelen
AF-L Focus vergrendelen/ontgrendelen
AE-L en
AF-L
Belichting en focus vergrendelen/ontgrende-
len
Nederlands - 253
11.5.6. Zelfontspanner
Hier kunt u de zelfontspanner of opnamereeks selecteren.
Instelling Betekenis
UIT De functie is gedeactiveerd.
10 sec. De foto wordt 10 seconden na het indrukken van de ontspanner
gemaakt.
2 sec. De foto wordt 2 seconden na het indrukken van de ontspanner
gemaakt.
DUBBEL Er worden 2 foto's gemaakt. De eerste 10 seconden en de twee-
de 12 seconden na het indrukken van de ontspanner.
Wanneer de zelfontspanner is gestart, knippert het rode lampje boven het objectief.
De functie wordt automatisch gedeactiveerd na het maken van de opna-
me(n).
254 - Nederlands
11.5.7. Videoresolutie
Het videoformaat kan alleen worden ingesteld voor de opname van videoclips.
Instelling Resolutie Beeldkwaliteit
HD 30fps 1280 x 720 HDTV (alleen mogelijk met SDHC-geheugen-
kaarten vanaf Class 10)
VGA 30 fps 640 x 480 Internetkwaliteit
Kwaliteit voor weergave op internet
In de instelling VGA wordt de opname van de videoclips geoptimaliseerd voor
weergave op internet.
11.6. Opnamemenu gebruiken
U kunt de instellingen voor opnamen ook via het opnamemenu selecteren. Meer in-
formatie hierover vindt u in hoofdstuk “14. De menu’s” op blz. 262.
Nederlands - 255
12. Opnamen bekijken/beluisteren
12.1. Opnamen afzonderlijk weergeven
U kunt de laatst gemaakte opnamen in de weergavemodus na elkaar weergeven.
Druk op de toets 11 om de weergavemodus te activeren.
In de display verschijnt de laatst gemaakte opname. Afhankelijk van de soort opna-
me zijn de volgende aanduidingen mogelijk:
Foto Video
Druk op de toetsen of 10 om de vorige of volgende opname te zien.
256 - Nederlands
12.2. Opnamen als miniaturen weergeven
Duw in de weergavemodus de zoomknop 7 in de richting W om negen
kleine miniaturen weer te geven.
Duw de zoomknop opnieuw in de richting W om 36 kleine miniaturen weer
te geven.
Gebruik de pijltoetsen of , of 10 om het gewenste bestand te se-
lecteren.
Druk op de toets OK om de opname in de volledige schermweergave te bekij-
ken.
Duw de zoomknop in de richting T om naar de volledige schermweergave
terug te gaan.
Nederlands - 257
Sommige miniaturen bevatten pictogrammen waarmee het bestandstype wordt aan-
gegeven.
Pictogram Meer informatie
over het bestand Betekenis
Beschadigd bestand Hiermee wordt aangegeven dat een
bestand is beschadigd.
12.2.1. Kalendermodus
Duw in de weergavemodus de zoomknop drie keer in de richting W om de
kalendermodus te activeren.
Het eerste (foto- of video)bestand dat op de betreffende datum is gemaakt, ver-
schijnt in de display.
Gebruik de pijltoetsen of , of 10 om de gewenste datum te selec-
teren.
Druk op de toets OK om de opname in de volledige schermweergave te bekij-
ken.
Duw de zoomknop in de richting T om de kalendermodus af te sluiten en te-
rug te gaan naar het overzicht met opnamen.
258 - Nederlands
12.2.2. Zoomen in foto's
Bij foto-opnamen kunt u afzonderlijke beelduitsnedes bekijken.
Door in de volledige schermweergave de toets herhaaldelijk in de richting T
7 te duwen, kan de beelduitsnede tot 12x worden uitvergroot.
Met de pijltoetsen  of 10 kunt u de beelduitsnede in de foto wij-
zigen.
Druk op de toets M8 om naar de volledige schermweergave terug te gaan.
Nederlands - 259
12.3. Videoclips bekijken of gesproken notities
beluisteren
Selecteer de gewenste opname.
Druk op de toets OK 10 B om de weergave te starten.
Druk bij het weergeven van videoclips op de toets of om te starten met
snel vooruit of achteruit spoelen.
Druk de zoomknop 7 in de richting T om het volume te verhogen.
Druk de zoomknop in de richting W om het volume te verlagen.
Druk op de toets wanneer u de weergave wilt onderbreken.
Druk opnieuw op de toets om de weergave te hervatten.
Druk op de toets om de weergave te beëindigen.
260 - Nederlands
12.4. Opnamen wissen
Selecteer in de weergavemodus met de toetsen of een foto.
Druk op de toets 12 om de menuopties voor de wisfunctie weer te geven.
In de display verschijnt de melding 'Verwijderen'. Selecteer met de toetsen
of de optie 'Éen' om de geselecteerde foto te wissen.
Druk op de toets OK en bevestig de controlevraag.
Selecteer de optie 'Annuleren' om de functie te annuleren en druk ter bevesti-
ging op OK.
In de display wordt de volgende opname weergegeven.
Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist. In dat geval verschijnt
de melding 'Bestand vergrendeld' in de display.
Wanneer een geheugenkaart is geplaatst, kunt u alleen de bestanden wis-
sen die op de geheugenkaart staan.
Wanneer de geheugenkaart is geblokkeerd, kunt u de bestanden die hier-
op staan niet wissen.
Een gewist bestand kan niet worden hersteld. Ga daarom voorzichtig te
werk wanneer u bestanden wist.
Nederlands - 261
13. Video's bewerken
U kunt een opgenomen video achteraf met uw digitale camera bijsnijden.
De camera beschikt daarvoor over een geïntegreerde bijsnijdfunctie. Ga hiervoor
als volgt te werk:
Selecteer in de weergavemodus de video die u wilt bewerken.
Start de video en stop deze bij de gewenste bijsnijdpositie.
Druk nu op de toets 12 om het bijsnijdmenu voor video's te openen.
Selecteer met de toetsen  10 de optie (startpunt).
Met de toetsen  kunt u de bijsnijdmarkering achteraf nog iets verplaatsen.
De bijsnijdmarkering gaat bij elke druk op de knop 1/30 seconde verder.
Selecteer met de toetsen  de optie (eindpunt).
Met de toetsen  kunt u de bijsnijdmarkering naar de gewenste positie ver-
plaatsen. De bijsnijdmarkering gaat bij elke druk op de knop 1/30 seconde
verder.
Met de menuoptie (Preview) kunt u de bijgesneden video bekijken.
Selecteer tot slot de optie (Opslaan) om de video op te slaan.
Met sluit u het bijsnijdmenu voor video's zonder de wijzigingen op te slaan.
Er kan maar één deel van een videobestand worden gemarkeerd. Het ge-
markeerde deel blijft behouden, de rest wordt gewist. Het is niet mogelijk
een deel in het midden van de video te wissen.
De bewerkte video wordt als nieuw extra bestand opgeslagen. Het oor-
spronkelijke bestand blijft behouden.
262 - Nederlands
14. De menu's
14.1. Navigeren in de menu's
Druk op de toets 8 om de menu's te openen.
Selecteer met de pijltoetsen of 10 het gewenste menu
( Foto/ Video/ Instellingen.
Selecteer in het gewenste menu met de pijltoetsen of de instelling die u
wilt wijzigen.
Druk op de toets OK om het betreffende submenu te openen.
Selecteer met de pijltoetsen of de gewenste optie en druk ter bevestiging
op de toets OK.
Met de toets kunt u op elk gewenst moment naar het vorige menu teruggaan.
Tijdens het opnemen van video's kunt u geen menu openen.
14.2. Het opnamemenu
U kunt de gewenste opnamemodus handmatige instellen of gebruikmaken van
voorgeprogrammeerde opnamemodi (zie “14.3. Opnamemodi” op blz. 270).
Instelling Betekenis
Scènemodus Hier kunt u verschillende opnamemodi selecteren. Een
uitgebreide beschrijving van de opnamemodi vindt u in
hoofdstuk “14.3. Opnamemodi” op blz. 270.
Nederlands - 263
Instelling Betekenis
Fotoformaat Hiermee kunt u de resolutie instellen voordat de opname
wordt gestart. Wijziging van het beeldformaat heeft ge-
volgen voor het aantal foto's dat op de geheugenkaart
kan worden opgeslagen. Hoe hoger de resolutie, hoe
meer geheugenruimte nodig is.
Een hogere resolutie maakt een betere beeldkwaliteit
mogelijk.
20 M 5152 x 3864
8 M 3264 x 2448
5 M 2592 x 1944
3 M 2048 x 1536
VGA 640 x 480
3:2 5152 x 3435
16:9 (14 M) 5152 x 2898
16:9 (2 M) 1920 x 1080
1:1 2992 x 2992
264 - Nederlands
Instelling Betekenis
Kwaliteit Met de kwaliteit bepaalt u hoe de opgenomen bestan-
den worden gecomprimeerd. Hoe hoger de kwaliteit is,
hoe meer geheugenruimte voor de opnamen nodig is.
S.fijn, hoogste kwaliteit.
Fijn, gemiddelde kwaliteit.
Normaal, normale kwaliteit.
Witbalans AWB
Automatische witbalans - de witbalans wordt auto-
matisch door de camera ingesteld.
WB-correctie - handmatige witbalans. Druk in het
menu AWB op de toets om de witbalans handmatig
in te stellen. Gebruik hiervoor de pijltoetsen.
Daglicht - perfect wanneer het licht en zonnig is.
Bewolkt - perfect wanneer het bewolkt is.
Gloeilamp - perfect voor opnamen binnenshuis
met gloeilampen of halogeenverlichting zonder flitser.
TL H - perfect voor opnamen binnenshuis met
blauwachtig licht.
Nederlands - 265
Instelling Betekenis
Witbalans
TL L - perfect voor opnamen binnenshuis met
roodachtig licht.
Aangepast - wordt gebruikt wanneer de licht-
bron niet kan worden aangegeven. Druk op zodat
de camera afhankelijk van de omgeving automatisch de
juiste instelling voor de witbalans instelt. De meest ge-
schikte methode hiervoor is om de camera op een wit
blad papier richten en vervolgens op de navigatietoets
te drukken.
ISO
(lichtgevoeligheid)
Deze instelling heeft invloed op de lichtgevoeligheid van
de sensor. Bij een hogere waarde neemt de lichtgevoe-
ligheid toe, maar dit leidt ook tot meer ruis, wat een ne-
gatief effect op de beeldkwaliteit kan hebben. Stel de
ISO-waarde conform de omstandigheden in en kies een
zo laag mogelijke waarde.
Auto - automatische ISO-waarde.
ISO 100 - de gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 100.
ISO 200 - de gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 200.
ISO 400 - de gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 400.
ISO 800 - de gevoeligheid wordt ingesteld op ISO 800.
ISO 1600 - de gevoeligheid wordt ingesteld op ISO
1600.
ISO 3200 - de gevoeligheid wordt ingesteld op ISO
3200.
ISO 6400 - de gevoeligheid wordt ingesteld op ISO
6400.
266 - Nederlands
Instelling Betekenis
Maximum ISO
Auto
Met deze functie kan de camera de ISO-waarde auto-
matisch instellen tussen ISO 100 en de waarde die voor
de maximale gevoeligheid is ingesteld, afhankelijk van
de lichtomstandigheden. De beschikbare opties zijn 200
(standaard), 400, 800.
Meting Hier wordt de meetmethode voor het berekenen van de
verlichting ingesteld:
Multi - de belichting wordt ingesteld op basis van
de meetresultaten op meerdere plaatsen in het opname-
gebied.
Midden - het licht van het hele opnamegebied
wordt gemeten, maar aan de waarden rond het midden
wordt meer gewicht toegekend.
Spot - de belichting wordt ingesteld op basis van
één enkel meetresultaat in het midden van het beeld.
Belichting-brac-
ket.
Gebruik deze functie om foto's met uiteenlopende be-
lichtingscompensatie te maken. Bij een belichtingsreeks
worden 3 serie-opnamen in de onderstaande volgorde
gemaakt: standaardbelichting, onderbelichting en over-
belichting.
De beschikbare instellingen zijn: Uit, ±0.3, ±0.7 en ±1.0.
Nederlands - 267
Instelling Betekenis
AF-gebied Hier selecteert u het AF-bereik (autofocus).
Gezichtsvolg. - gezichten worden automatisch
herkend.
Breed – scherpstelling op een breed bereik.
Midden – scherpstelling op het midden.
AF volgen - de camera wordt bij beweging op
het onderwerp scherpgesteld en blijft hierop gefocust.
AE-L / AF-L Met deze functie kunt u de belichting, de focus of bei-
de bepalen door op de toets AE/AF LOCK te drukken.
Met de toets AE/AF LOCK kunt u de volgende functies
instellen:
AE-L - belichting vergrendelen/ontgrendelen.
AF-L - focus vergrendelen/ontgrendelen.
AE-L & AF-L - belichting en focus vergrendelen/ont-
grendelen.
Digitale zoom Met deze functie bedient u de modus Digitale zoom van
de camera.
De camera vergroot de foto eerst door gebruik te ma-
ken van optische zoom. De camera maakt gebruik van
de digitale zoom als de zoomfactor groter is dan de op-
tische zoom.
268 - Nederlands
Instelling Betekenis
Datumstempel Hier kunt u instellen dat de datum en tijd op de foto's
worden afgedrukt.
Datum
Datum&Tijd
Uit
Auto weergave Na de opname wordt de gemaakte foto gedurende een
paar seconden weergegeven. Deze functie kunt u in- of
uitschakelen.
Knipperdetectie Wanneer de camera detecteert dat iemand knippert,
worden in de display de opties 'Sparen' of 'Annule-
ren' weergegeven.
Druk op Speichern om op te slaan of op Abbrechen om
te annuleren.
De knipperdetectie verschijnt alleen in het
weergavemenu als gezichtsherkenning is ge-
activeerd.
Nederlands - 269
Instelling Betekenis
Rasterlijn
Met beeldindelingslijnen kunt u de foto gemakkelijk in-
delen. Met 'Aan' of 'Uit' kunt u deze functie in- en uit-
schakelen.
Stabilisator De stabilisator helpt voorkomen dat foto's door bewe-
ging wazig worden.
Hier kunt u de stabilisator in- of uitschakelen.
270 - Nederlands
14.3. Opnamemodi
In bepaalde omstandigheden of voor bepaalde onderwerpen kunt u een vooraf in-
gestelde opnamemodus gebruiken. Daardoor hoeft u dit niet meer handmatig in te
stellen.
De volgende opnamemodi zijn beschikbaar:
Sym-
bool Instelling Betekenis
Intelligente Scè-
ne
De camera analyseert de opnamecondities en
schakelt automatisch over naar de geschikte
scènemodus.
Programma De juiste opname-instellingen, zoals belich-
tingstijd en diafragmawaarde, worden automa-
tisch geselecteerd.
Bij de volgende speciale opnamestijlen kunt u sommige instellingen (zoals flitser,
macro) niet wijzigen. Dat komt omdat ze vooraf zijn gedefinieerd voor de opna-
mestijl.
Portret De achtergrond wordt minder scherp en er
wordt op het midden scherpgesteld.
Landschap Geschikt voor uitgestrekte landschappen.
Zonsonder-
gang
De rode kleurtoon wordt versterkt voor opna-
men van zonsondergangen.
Nederlands - 271
Sym-
bool Instelling Betekenis
Tegenlicht De instelling bij 'Meting' wordt aan het tegen-
licht aangepast.
Kinderen Geschikt voor opnamen van personen die be-
wegen.
Nachtscène De instellingen voor het maken van nachtfoto's
worden geoptimaliseerd.
Vuurwerk Er wordt een kortere sluitertijd ingesteld voor
burstopnamen.
Sneeuw Geschikt voor opnamen op het strand en in de
sneeuw.
Sport Geschikt voor het maken van foto's van snel
bewegende objecten.
Feestje Geschikt voor opnamen binnenshuis en van
feesten.
Kaars Geschikt voor het maken van opnamen in
warm licht.
Nachtportret Geschikt voor portretopnamen tegen een don-
kere achtergrond.
272 - Nederlands
Sym-
bool Instelling Betekenis
Zachte huid Zorgt voor foto's met vloeiende overgangen en
zachte kleuren.
Stromend wa-
ter
Zorgt voor een egaal effect bij snelle bewe-
gingen.
Voedsel Er wordt een hogere kleurverzadiging inge-
steld.
Liefdesportret Met behulp van gezichtsherkenning worden
gezichten automatisch herkend, zodat u zonder
hulp van anderen portretten kunt maken.
Wanneer meer dan twee gezichten worden
herkend, wordt automatisch de autofocus ge-
activeerd. Er wordt gestart met aftellen en de
foto wordt na twee seconden gemaakt.
Zelfportret De zoom wordt op groothoek ingesteld. De au-
tofocus wordt automatisch geactiveerd als een
gezicht wordt gedetecteerd. Er wordt 2 secon-
den afgeteld, waarna de foto wordt gemaakt.
D-Lighting Met deze functie wordt het dynamische bereik
met hogere helderheids- en contrastwaarden
verhoogd.
Nederlands - 273
Sym-
bool Instelling Betekenis
Tijdvertraging Met deze functie wordt gedurende een vooraf
ingestelde tijd een serie foto's gemaakt.
Panorama Gebruik deze functie om een panoramafoto te
maken door de camera te zwenken of draaien.
Art Kunsteffect Met deze functie worden diverse special effects
op de foto toegepast.
Bij enkele menuopties, zoals Versnelde opname en Panorama, moet u
ook andere instellingen definiëren.
274 - Nederlands
14.4. Het opnamemenu voor video's
Druk in de opnamemodus op de toets 8.
Selecteer met de pijltoetsen of 10 het opnamemenu voor video's.
Selecteer met de pijltoetsen of de instelling die u wilt wijzigen.
Druk op de toets OK 10 B om het betreffende submenu te openen.
Selecteer met de pijltoetsen of de gewenste optie en druk ter bevestiging
op de toets OK.
Met de toets kunt u op elk gewenst moment naar het vorige menu teruggaan.
Instelling Symbool Betekenis
Filmmodus De kwaliteit van het beeld wordt bepaald door de resolutie.
Hoe hoger de resolutie, hoe meer geheugenruimte nodig is
voor een opname.
720p30 Videoresolutie 1280x720
30 beelden per seconde (bij gebruik
van een Class 10 SDHC-geheugen-
kaart)
VGAp30 Videoresolutie 640x480
30 beelden per seconde
Vooropname U kunt de eerste drie seconden van een actie opnemen die u
anders misschien zou missen. Wanneer deze functie is inge-
schakeld, begint de camera automatisch met de video-opna-
me voordat de ontspanner volledig wordt ingedrukt.
Wikkelen
snijden
Met deze functie worden geluiden van de wind bij de vi-
deo-opname verminderd.
Continu AF Met deze functie kunt u video's met de autofocusmethode
opnemen. Mogelijke instellingen zijn Aan en Uit
Nederlands - 275
14.5. Het instellingenmenu
Instelling Betekenis
Geluiden Hier kunt u het startgeluid uitschakelen of hiervoor uit 3
verschillende geluidssignalen kiezen. Verder kunt u het
geluidssignaal en het geluid voor de ontspanner inscha-
kelen en het volume voor alle geluidssignalen instellen.
Stroombesp. Om energie te besparen wordt de camera na de gese-
lecteerde tijd automatisch uitgeschakeld. Selecteer
1 min, 3 min of 5 min.
De energiebesparingsfunctie is niet actief:
tijdens de opname van audio- en videoclips;
tijdens de weergave van foto's, videoclips en au-
dio-opnamen;
terwijl de camera via de USB-aansluiting met een
ander apparaat is verbonden.
De energiebesparingsfunctie kan met de instelling Uit
worden uitgeschakeld.
Datum & tijd Hier kunt u de datum en de tijd instellen en de datumno-
tatie selecteren (zie blz. 232).
Taal Hier kunt u de taal van het menu selecteren (zie blz.
232).
276 - Nederlands
Instelling Betekenis
Weergavemodus Aan: In de weergavemodus worden de datum en tijd
weergegeven.
In de opnamemodus worden alleen de belangrijkste in-
stellingen weergegeven.
Gedetailleerde info: in de weergave- en opnamemo-
dus wordt alle informatie weergegeven.
Uit: in de weergave- en opnamemodus wordt geen in-
formatie weergegeven.
TV-uit Met een AV-kabel (niet meegeleverd) kunt u de foto’s
op uw tv bekijken. Kies de beeldindeling van uw regio.
NTSC: Voor Amerika, Japan, Taiwan, enz.
PAL: Voor Europa, Australië, enz.
Meer informatie over het aansluiten van de camera op
de tv vindt u in hoofdstuk “16.4. Opnamen op de tv af-
spelen” op blz. 300.
LCD-Helderheid Hier kunt u de helderheid van de display instellen.
Auto: de helderheid wordt automatisch ingesteld.
Helder: de display heeft een grotere helderheid.
Normaal: standaardhelderheid.
Formatteren Hiermee wordt de geheugenkaart of het interne geheu-
gen geformatteerd. Daarbij worden alle opnamen ver-
wijderd.
Bij het formatteren van het geheugen worden
alle opgeslagen gegevens gewist.
Controleer of het geheugen of de SD-kaart
geen belangrijke gegevens bevatten.
Nederlands - 277
Instelling Betekenis
Alles herstellen Hier kunt u alle instellingen terugzetten naar de fa-
briekswaarden. Beantwoord hierbij de bevestigings-
vraag met Ja. De volgende instellingen worden niet te-
ruggezet:
Datum en tijd
Taal
Tv-systeem
14.6. Het weergavemenu
Druk in de weergavemodus op de toets 8.
Selecteer met de pijltoetsen of 10 het weergavemenu.
Selecteer met de pijltoetsen of de instelling die u wilt wijzigen.
Druk op de toets OK 10 B om het betreffende submenu te openen.
Selecteer met de pijltoetsen of de gewenste optie en druk ter bevestiging
op de toets OK.
Met de toets kunt u op elk gewenst moment naar het vorige menu teruggaan.
Instelling Betekenis
Diashow U kunt foto's als diavoorstelling weergeven.
278 - Nederlands
Instelling Betekenis
Beveiligen Met deze functie beveiligt u de opnamen tegen per ongeluk
wissen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Eén: één opname beveiligen
Multi: meerdere opnamen beveiligen
Selecteer in het submenu van Beveiligen de optie 'Multi';
alle gemaakte foto's worden als miniaturen in de display
weergegeven.
Selecteer met de toetsen of een foto.
Druk op de toets of zodra het gewenste bestand is
geselecteerd. Daarmee markeert u het bestand of heft u
de markering op.
Herhaal de vorige stap totdat u alle foto's hebt gemar-
keerd die u wilt beveiligen of verwijderen.
Druk op de toets OK 10 om de selectie te bevestigen en
naar het weergavemenu terug te gaan.
Druk op de toets MENU 8 om de bewerking te annu-
leren en zonder wijzigingen naar het weergavemenu te-
rug te gaan.
Alles vergr.: alle opnamen beveiligen
Alles ontgr.: de beveiliging van alle opnamen opheffen.
Spraakme-
mo
Bij elke gemaakte foto kunt u een gesproken notitie opslaan.
Een gesproken notitie kan maximaal 30 seconden lang zijn.
De resterende tijd wordt in de display weergegeven.
Als er al een gesproken notitie voor de geselecteerde foto be-
staat, wordt deze overschreven.
Nederlands - 279
Instelling Betekenis
Filtereffec-
ten
De functie voor filtereffecten is alleen te gebruiken bij de
beeldverhouding 4:3 met andere artistieke effecten. Foto's die
met deze functie zijn bewerkt, worden als nieuwe bestanden
opgeslagen.
Zacht: De foto krijgt een softfocuseffect.
Kleurnadruk: toepassing van de kleurtoon, terwijl de rest
van de scène zwart-wit wordt.
Levendig: de foto krijgt meer contrast en verzadiging om
krachtige kleuren sterker te accentueren.
Miniatuureffect: delen van de foto worden onscherp waar-
door het lijkt of u naar een miniatuur kijkt.
Astraal: lichte delen van de foto worden voorzien van ster-
retjes.
Imposante kunst: de foto krijgt een dramatisch effect.
Schilderij: de foto wordt omgezet in een lijntekening met
kleuraccenten.
Negatief: de kleuren van de foto worden omgedraaid.
Zwart-wit: zwart-wit.
Mozaïek: de foto wordt in pixels weergegeven.
Sepia: de foto krijgt sepiakleuren.
Formaat
aanpassen
Met deze functie kunt u een beelduitsnede selecteren en de
foto tot dat formaat bijsnijden (zie ook “15.13. Foto bijsnijden”
op blz. 296). De rand die in de display niet te zien is, wordt
gewist.
U kunt het aangepaste bestand opslaan. Er wordt een extra
bestand gemaakt en het originele bestand blijft behouden.
280 - Nederlands
Instelling Betekenis
Formaat
aanpassen
U kunt de resolutie van foto's verlagen en daardoor het be-
stand comprimeren.
U kunt het aangepaste bestand opslaan. Er wordt een extra
bestand gemaakt en het originele bestand blijft behouden.
De resolutie van de foto in VGA kan niet worden aangepast.
Startbeeld U kunt selecteren welk startscherm na het inschakelen van de
camera in de display wordt weergegeven.
U kunt kiezen voor:
Systeem: het standaardsysteemscherm wordt weergegeven.
Mijn beeld: de geselecteerde foto wordt weergegeven.
Uit: er wordt geen foto weergegeven.
Selecteer met of 10 de optie Mijn beeld.
Selecteer met of de foto en druk ter bevestiging op OK
(10B).
Nederlands - 281
Instelling Betekenis
DPOF DPOF staat voor 'digital print order format'.
U kunt hier afdrukinstellingen definiëren voor foto's die u door
een fotostudio of op een DPOF-compatibele printer laat af-
drukken. Met een DPOF-compatibele printer kunt u de foto's
meteen afdrukken zonder ze eerst op de computer te zetten.
U kunt één foto of alle foto's afdrukken of de DPOF-instellin-
gen opnieuw instellen.
Met de toetsen of 10 kunt u het aantal exemplaren
voor elke foto instellen.
Druk ter bevestiging van het aantal op de toets OK 10 .
Stel in het volgende venster de opties voor 'Datum' en
'Info' in.
Met de toets 12 schakelt u de datumstempel in of uit.
U kunt bij DPOF maximaal 9 exemplaren opslaan.
Wanneer u 0 exemplaren instelt, wordt de DPOF-in-
stelling van de foto automatisch gedeactiveerd.
Kopiëren Gebruik deze functie om foto's van het interne geheugen naar
de geheugenkaart te kopiëren of andersom.
282 - Nederlands
Instelling Betekenis
Film plakken Gebruik deze functie om twee video's met dezelfde specifica-
ties (videoresolutie en fps) samen te voegen tot één video.
Selecteer hiervoor eerst een video.
Druk op MENU om het weergavemenu te openen.
Selecteer Film plakken. De video's met dezelfde speci-
ficaties en de originele video worden op de lcd-monitor
weergegeven.
Gebruik de toetsen of 10 om te zoeken en de toet-
sen of  om de tweede video te selecteren of te de-
selecteren.
Druk op de toets OK en vervolgens op Ja om de video
aan het einde van de originele video toe te voegen en
deze te overschrijven.
De gecombineerde video mag in totaal niet langer
zijn dan 30 minuten.
Na combinatie van de video's is de tweede video
niet meer als afzonderlijk bestand beschikbaar.
Nederlands - 283
Instelling Betekenis
Gezicht
retoucheren
Deze functie kan alleen voor foto's worden gebruikt die met
gezichtsherkenning zijn gemaakt (bijvoorbeeld met de geacti-
veerde opnamemodus Portret).
Wanneer er meer dan twee gezichten op de foto staan, moet
u met de pijltoetsen eerst een gezicht selecteren.
De volgende parameters kunnen worden gewijzigd.
Egaliseren, Helder maken, ogen vergroten (Grotere
ogen). Daarbij kunt u de parameters wijzigen van '0' (geen
verandering) tot 3 (meeste verandering).
Er kan telkens maar één gezicht worden geretoucheerd. Alle
functies worden weer op '0' ingesteld wanneer u het menu
Gezicht retoucheren sluit. Daarbij maakt het niet uit of u de
foto opslaat of de instelling annuleert.
Foto's waarbij gezichten zijn geretoucheerd, worden als nieu-
we foto's opgeslagen en kunnen met deze functie weer wor-
den bewerkt.
284 - Nederlands
15. Toepassing van de diverse opnamemodi
15.1. Modus voor special effects gebruiken
Druk op de toets 8 en selecteer in het opnamemenu voor foto's de optie
Kunsteffect.
Daarna verschijnt in het opnamemenu onder Scènemodus de optie Kunstef-
fect.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Sym-
bool Instelling Betekenis
Artistiek Er worden foto's gemaakt met oververzadig-
de kleuren, ongelijkmatige belichting of wa-
zigheid.
Zachte focus Er wordt een lichtsluier om het gefotografeer-
de onderwerp weergegeven om een softfo-
cuseffect te bereiken.
Lichte tonen Het contrast wordt verlaagd voor een rustige,
ontspannen sfeer.
Levendig De foto krijgt meer contrast en verzadiging
om krachtige kleuren sterker te accentueren.
Miniatuureffect Delen van de foto worden onscherp ge-
maakt, zodat het lijkt of u naar een miniatuur
kijkt. Het wordt aanbevolen om een groot-
hoekopname te maken om het miniatuureffect
te simuleren.
Visooglens De foto wordt halfbolvormig.
Nederlands - 285
Sym-
bool Instelling Betekenis
Astraal De foto wordt voorzien van stervormige lich-
treflecties.
Poster De foto wordt gemaakt met het effect van
een oude poster of illustratie.
Imposante
kunst
De foto krijgt een dramatisch contrast.
Zwart-wit Foto's worden in zwart-wit gemaakt.
Sepia Foto's worden in sepiakleurtonen gemaakt.
Kleuraccent
(rood)
Toepassing van de rode kleurtoon, terwijl de
rest van de scène zwart-wit wordt.
Kleuraccent
(oranje)
Toepassing van de oranje kleurtoon, terwijl
de rest van de scène zwart-wit wordt.
Kleuraccent
(geel)
Toepassing van de gele kleurtoon, terwijl de
rest van de scène zwart-wit wordt.
Kleuraccent
(groen)
Toepassing van de groene kleurtoon, terwijl
de rest van de scène zwart-wit wordt.
Kleuraccent
(blauw)
Toepassing van de blauwe kleurtoon, terwijl
de rest van de scène zwart-wit wordt.
286 - Nederlands
Sym-
bool Instelling Betekenis
Kleuraccent
(paars)
Toepassing van de paarse kleurtoon, terwijl
de rest van de scène zwart-wit wordt.
15.2. Kindermodus gebruiken
Het is heel lastig om kinderen goed op de foto te krijgen omdat ze bijna altijd be-
wegen en de foto daardoor wazig wordt. Gebruik voor foto's van kinderen de kin-
dermodus.
In deze modus wordt een snellere sluitertijd gebruikt en wordt altijd op het bewe-
gende onderwerp scherpgesteld.
Selecteer in de opnamemodus de optie .
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK 10 .
Stel de focus van de camera op het onderwerp in en druk op de ontspanner.
Nederlands - 287
15.3. Sportmodus gebruiken
Er kunnen vaak alleen met korte sluitertijden sportfoto's van een bewegend onder-
werp worden gemaakt. Hier is de sportmodus bij uitstek geschikt. In deze modus
maakt de camera foto's met een extreem korte sluitertijd.
Selecteer in de opnamemodus de optie .
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK 10 .
Stel de focus van de camera op het onderwerp in en druk op de ontspanner.
15.4. Feestjemodus gebruiken
Voor foto's van groepen kunt u de partymodus gebruiken.
Selecteer in de opnamemodus de optie .
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK 10 .
Stel de focus van de camera op het onderwerp in en druk op de ontspanner.
Geniet van het feest.
15.5. Modus 'Zachte huid' gebruiken
In deze modus detecteert de camera huidskleurige delen van het onderwerp, bij-
voorbeeld het gezicht, en bewerkt de foto zodat de huid er zachter uitziet.
Selecteer in de opnamemodus de optie .
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK 10 .
Stel de focus van de camera op het onderwerp in en druk op de ontspanner.
288 - Nederlands
15.6. Functie Tijdvertraging gebruiken
Met deze functie maakt u foto's met
een vooraf ingesteld interval. Deze
opnamen worden dan samenge-
voegd tot één video.
Activeer de functie Versnelde opna-
me als volgt:
Selecteer in de opnamemodus
de functie .
Open met de toets 10 het
optiemenu.
Selecteer met de toetsen of
een interval dat tussen twee
opnamen moet liggen.
U kunt kiezen uit de volgende in-
stellingen: 30 seconden, 1 mi-
nuut, 5 minuten, 10 minuten, 30
minuten en 60minuten.
Druk ter bevestiging van de se-
lectie op de toets OK 10 .
Stel de focus van de camera op
het gewenste onderwerp in.
Druk de ontspanner helemaal in
om met de opname te starten.
De camera maakt nu een aantal foto's met het vooraf gedefinieerde interval.
Druk de ontspanner opnieuw in om de opname te stoppen.
De camera voegt de foto's nu samen tot één video die u in het weergavemenu vindt.
De display wordt tussen de foto's door uitgeschakeld om stroom te bespa-
ren; alleen het groene controlelampje knippert.
Nederlands - 289
De video wordt met een beeldsnelheid van 10 bps opgenomen. Dat wil
zeggen dat van 10 foto's één seconde video wordt gemaakt.
Het is raadzaam een statief of driepoot te gebruiken, zodat de foto altijd vanuit de-
zelfde hoek en zonder beweging kan worden gemaakt. De display wordt tussen
twee foto's door uitgeschakeld zodat er zo lang mogelijk foto's kunnen worden ge-
maakt.
15.7. Panoramamodus gebruiken
Met deze functie kunt u een panorama-
foto maken. De camera ondersteunt dit
met hulpafbeeldingen en een automa-
tisch werkende ontspanner.
Selecteer in de opnamemodus de
optie . Links boven in de display
verschijnt het symbool voor de mo-
dus Panorama .
Druk op de toets 10 om het se-
lectiemenu voor de beeldhoek van
de panoramafoto te openen.
Selecteer met de toetsen of
de gewenste beeldhoek. U kunt kie-
zen uit 120°, 180° en 360°.
290 - Nederlands
Druk ter bevestiging van de selectie op de toets OK 10 .
Druk op de toets om het selec-
tiemenu voor de opnamerichting
van de panoramafoto te openen.
Selecteer met de toetsen of
de gewenste richting:
Links naar rechts
Beneden naar boven
Boven naar beneden
Rechts naar links
Druk ter bevestiging van de selec-
tie op de toets OK.
Druk de ontspanner helemaal in om met de opname te starten.
Zodra de opname begint, wordt in het midden van de display een wit kruis
weergegeven. Eveneens in het midden van de display verschijnt, afhankelijk van
de geselecteerde richting, een horizontale of verticale gele lijn die dient voor
het richten van de camera. Aan de rand van de foto wordt een opnamebalk
zichtbaar die tijdens de opname wordt gevuld.
Voor een ideale panorama-opname moet de gele geleidingslijn altijd horizon-
taal of verticaal door het positiekruis lopen.
Nederlands - 291
Zodra de opnamebalk volledig is
gevuld, is de opname voltooid en
wordt de foto opgeslagen.
De volgende instellingen lig-
gen voor de panoramafunc-
tie vast en kunnen niet wor-
den gewijzigd:
De flitser is altijd uitgeschakeld.
De zelfontspanner is uitgescha-
keld.
Autofocus is actief.
Het autofocusbereik is op 'Breed' ingesteld.
Volg bij foutmeldingen de instructies in de display.
15.7.1. Instructies en tips voor de panoramafunctie
Het formaat van de samengestelde foto kan variëren en is afhankelijk van de
panoramahoek, het resultaat van de samenstelling en de mate waarin de came-
ra is bewogen.
Ter stabilisatie van de camera is het raadzaam om gebruik te maken van een
statief, zodat u de camera tijdens de opname rustiger kunt bewegen.
• Als u Boven naar beneden of Beneden naar boven kiest bij een panorama
van 360°, adviseren wij om de camera 90° te draaien om de stabiliteit tijdens
de opnamen te waarborgen.
In de panoramamodus kan een onregelmatige lichtsterkte leiden tot verschillen
in de gemaakte opnamen en het betreffende onderwerp.
De langste opnametijd in de panoramamodus bedraagt ca. 30 seconden.
292 - Nederlands
15.8. Opnamen wissen
Wanneer een geheugenkaart is geplaatst, kunt u alleen de bestanden wis-
sen die op de geheugenkaart staan.
Wanneer de geheugenkaart tegen schrijven is beveiligd, kunt u de bestan-
den die hierop staan niet wissen. (De melding Kaart vergrendeld ver-
schijnt.)
Een gewist bestand kan niet worden hersteld. Ga daarom voorzichtig te
werk wanneer u bestanden wist.
15.8.1. Afzonderlijke bestanden
Selecteer in de weergavemodus met de toetsen of 10 een foto.
Druk op de toets 12 om de menuopties voor de wisfunctie weer te geven.
Druk ter bevestiging van de optie Éen op de toets OK.
Ga nu met de toets naar de optie Ja en druk ter bevestiging op de toets
OK.
Druk op Annuleren en vervolgens op de toets OK om naar de weergavemo-
dus terug te gaan.
15.8.2. Meerdere bestanden
Selecteer in de weergavemodus met de toetsen of een foto.
Druk op de toets om de menuopties voor de wisfunctie weer te geven.
Druk ter bevestiging van de optie Multi op de toets OK.
Selecteer met de toetsen of een foto, plaats met de toets een verwij-
dermarkering of verwijder met de toets een eerder gedefinieerde verwijder-
markering.
Druk op de toets OK om naar de volgende stap te gaan.
Druk op Ja om alle geselecteerde bestanden te wissen.
Druk op Annuleren om naar de weergavemodus terug te gaan.
Nederlands - 293
15.8.3. Alle bestanden
Selecteer in de weergavemodus met de toetsen of een foto.
Druk op de toets om de menuopties voor de wisfunctie weer te geven.
Druk op Alle en druk vervolgens op de toets OK.
Druk op Ja en vervolgens op de toets OK om te bevestigen dat u alle bestan-
den wilt wissen.
Druk op Annuleren en vervolgens op de toets OK om naar de weergavemo-
dus terug te gaan.
Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist. In dat geval verschijnt
de melding Bestand vergrendeld in de display. Wanneer een geheu-
genkaart is geplaatst, kunt u alleen de bestanden wissen die op de geheu-
genkaart staan.
Wanneer de geheugenkaart is geblokkeerd, kunt u de bestanden die hier-
op staan niet wissen.
Een gewist bestand kan niet worden hersteld. Ga daarom voorzichtig te
werk wanneer u bestanden wist.
15.9. Diavoorstelling weergeven
U kunt foto's als diavoorstelling weergeven.
Selecteer in het weergavemenu de optie 'Diashow'. Het menu Diashow wordt
geopend.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Selecteer met welk interval de foto's moeten worden weergegeven (1, 3, 5 of
10 seconden).
Selecteer of de diavoorstelling moet worden herhaald ( ) of na de laatste foto
moet stoppen ( ).
Selecteer zodra alles is ingesteld, de optie START en druk op de toets OK om
de diavoorstelling te starten.
U kunt de weergave met de toets onderbreken en weer voortzetten.
U kunt de weergave met de toets stoppen.
294 - Nederlands
15.10. De functies beveiligen en ontgrendelen
15.10.1. Afzonderlijke bestanden
Selecteer in het weergavemenu de optie Beveiligen en daarna de optie Éen.
Selecteer met de toetsen of een foto.
Druk op Vergrendelen of Ontgrendelen en druk daarna op OK 10 om het
geselecteerde bestand te beveiligen of te ontgrendelen.
Druk op Sluiten en vervolgens op de toets OK om naar het weergavemenu te-
rug te gaan.
15.10.2. Meerdere bestanden
Selecteer in het weergavemenu de optie Vergrendelen en daarna de optie
Multi.
Selecteer met de toetsen of een foto, plaats met de toets een vergren-
delmarkering of verwijder met de toets een eerder gedefinieerde vergren-
delmarkering.
Druk op de toets OK om de vergrendeling te activeren of te deactiveren.
Druk op de toets om naar het weergavemenu terug te gaan.
15.10.3. Alle bestanden
Selecteer in het weergavemenu de optie Vergrendelen en vervolgens de op-
tie Alles vergr. of Alles ontgr..
Druk op Ja en vervolgens op de toets OK om te bevestigen dat u alle bestan-
den wilt beveiligen of ontgrendelen.
Druk op de toets 11 om de bewerking te annuleren. U gaat terug naar het
weergavemenu.
Wanneer een geheugenkaart is geplaatst, kunt u alleen de bestanden wis-
sen die op de geheugenkaart staan.
Wanneer de geheugenkaart is geblokkeerd, kunt u de bestanden die hier-
op staan niet wissen.
Een gewist bestand kan niet worden hersteld. Ga daarom voorzichtig te
werk wanneer u bestanden wist.
Nederlands - 295
15.11. Gesproken notitie opnemen
Selecteer in de weergavemodus de gewenste foto.
Als er voor de foto al een gesproken notitie beschikbaar is, ziet u het sym-
bool voor gesproken notities.
Open in het weergavemenu het submenu Spraakmemo.
In de display verschijnen de preview en een selectiemenu.
Selecteer Starten en druk op de toets OK 10 om de opname te starten. De mi-
crofoon bevindt zich onder de lens.
De opname stopt automatisch na 30 seconden. Als u de opname eerder wilt
stoppen, selecteert u Stoppen en drukt u opnieuw op de toets OK.
Gesproken notities kunt u alleen aan foto's toevoegen, niet aan videoclips.
Aan beveiligde foto's kunt u geen gesproken notities toevoegen. U kunt
een gesproken notitie alleen samen met de foto wissen, niet afzonderlijk.
15.12. Filtereffecten
De functie voor filtereffecten is alleen te gebruiken bij de beeldverhouding 4:3 met
andere artistieke effecten. Foto's die met deze functie zijn bewerkt, worden als nieu-
we bestanden opgeslagen.
De volgende effecten zijn mogelijk:
Zacht: De foto krijgt een softfocuseffect.
Kleurnadruk: toepassing van de kleurtoon, terwijl de rest van de scène
zwart-wit wordt.
Levendig: de foto krijgt meer contrast en verzadiging om krachtige kleuren
sterker te accentueren.
Miniatuureffect: delen van de foto worden onscherp waardoor het lijkt of
u naar een miniatuur kijkt.
Astraal: lichte delen van de foto worden voorzien van sterretjes.
Imposante kunst: de foto krijgt een dramatisch effect.
Schilderij: de foto wordt omgezet in een lijntekening met kleuraccenten.
Negatief: de kleuren van de foto worden omgedraaid.
296 - Nederlands
Zwart-wit: zwart-wit.
Mozaïek: de foto wordt in pixels weergegeven.
Sepia: de foto krijgt sepiakleuren.
15.13. Foto bijsnijden
1 Vergrootte foto
2 4-weg-weergave
3 Uitgesneden formaat
4 Globale positie van het bij te snijden deel
5 Beeldoppervlak
Nederlands - 297
Selecteer in de weergavemodus de gewenste foto.
Open in het weergavemenu het submenu Bijsnijden. In de display verschijnt
het bewerkingsscherm.
Druk de zoomknop 7 in de richting T om de foto groter weer te geven. Druk
de zoomknop in de richting W om de foto kleiner weer te geven. De positie
van de beelduitsnede ziet u links in de grijze rechthoek.
Tijdens het vergroten/verkleinen kunt u de met de toetsen , , of 10
de beelduitsnede aanpassen.
Druk ter bevestiging op de toets OK.
Er wordt automatisch een nieuw bestand gemaakt.
15.14. Formaat wijzigen
Selecteer in de weergavemodus de gewenste foto.
Open in het weergavemenu het submenu Formaat aanpassen. In de display
verschijnt het keuzemenu.
Selecteer een van de onderstaande resoluties en druk op de toets OK10 : 640,
320 of 160.
Er wordt automatisch een nieuw bestand gemaakt.
Welke resoluties beschikbaar zijn, is afhankelijk van het originele formaat
van de foto. Instellingen die niet kunnen worden geselecteerd, zijn grijs
weergegeven.
298 - Nederlands
16. Aansluiten op een printer, pc of tv
16.1. Opnamen afdrukken op een fotoprinter
U kunt uw opnamen via PictBridge rechtstreeks op een PictBridge-compatibele foto-
printer afdrukken.
Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel op de printer aan.
Schakel de camera en de fotoprinter in.
De camera detecteert dat een USB-apparaat is aangesloten.
Selecteer de optie 'PTP' en druk ter bevestiging op OK om naar de afdrukmo-
dus te gaan.
Selecteer met de pijltoetsen of de gewenste foto en het gewenste aantal
exemplaren. U kunt kiezen uit:
Selectie Afdrukken - selecteer de gewenste foto's en het gewenste aantal
exemplaren.
Alles Afdrukken - alle opnamen worden afgedrukt
16.2. Gegevens naar een computer overzetten
U kunt de opnamen kopiëren naar een computer.
Ondersteunde besturingssystemen:
• Windows® 7
• Windows® 8
• Windows® 8.1
• Windows® 10
Nederlands - 299
16.3. USB-kabel aansluiten
Schakel de camera uit.
Schakel de pc in en sluit de meegeleverde
USB-kabel aan op de USB-aansluiting van de
camera en een USB-aansluiting op de pc.
Wacht totdat de verbinding van de camera met de
computer tot stand is gekomen, en zet de camera
aan. In de cameradisplay wordt Mass storage of
PTP weergegeven.
Wanneer u Mass storage selecteert, wordt de ca-
mera als apparaat voor massaopslag herkend en
als afzonderlijk station in Windows® Verkenner weergegeven. Open Windows Ver-
kenner of dubbelklik op Deze computer (in Vista/Windows 7: Computer).
Dubbelklik op het mediasymbool voor de camera.
Ga naar de map 'DCIM' en eventueel naar de onderliggende mappen ervan
om de bestanden weer te geven (*.jpg = foto's, *.wav = geluidsopnamen of
*.avi = video-opnamen). Zie ook de mappenstructuur in het geheugen.
Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de gewenste bestanden vervolgens
naar de daarvoor bedoelde map op de pc, bijvoorbeeld naar de map 'Mijn
documenten'. U kunt de bestanden ook selecteren en de Windows-opdrachten
'Kopiëren' en 'Plakken' gebruiken.
De bestanden worden naar de pc overgezet en daar opgeslagen. U kunt de be-
standen met geschikte software weergeven, afspelen en bewerken.
Wanneer u PTP selecteert, wordt de camera als PTP (picture transfer protocol) aan-
gesloten.
In Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 heeft u direct toegang tot de inhoud
van het camerageheugen of de geheugenkaart.
300 - Nederlands
16.4. Opnamen op de tv afspelen
U kunt de camera-opnamen op een tv afspelen.
Schakel de camera en de tv uit.
Sluit een tv-kabel (niet meegeleverd) aan
op de USB-aansluiting van de camera en
de video-ingang (geel) en audio-ingang
(wit) van de tv.
Schakel de camera en de tv in.
Zet de camera in de weergavemodus en
start de gewenste weergave.
Als de tv het camerabeeld niet automa-
tisch herkent, schakel dan de video-in-
gang op de tv in (meestal met de toets AV ).
Selecteer eventueel in het cameramenu 'Instellingen', in het submenu 'TV-uit'
de optie PAL of NTSC.
16.5. DCF-geheugenstandaard
Voor beheer van de opnamen op de camera (opslaan, naamgeving enzovoort)
wordt gebruikgemaakt van de zogenaamde DCF-standaard (DCF = Design Rule for
Camera File System). Opnamen op de geheugenkaart van andere DCF-camera’s
kunt op uw camera weergeven.
16.6. Kaartlezer
Als de pc van een kaartlezer is voorzien of als een losse kaartlezer is aangesloten,
kunt u de opnamen op de geheugenkaart natuurlijk ook via deze lezer naar de pc
kopiëren.
De geheugenkaartlezer wordt ook als verwisselbare gegevensdrager onder 'Deze
computer’ in Windows (of onder 'Computer' in Vista) gedetecteerd.
Audio
Video
Nederlands - 301
16.7. Mappenstructuur in het geheugen
De camera slaat de opgenomen foto's, video's en audiobestanden in drie verschil-
lende mappen in het interne geheugen of op de geheugenkaart op. De volgende
mappen worden automatisch gemaakt:
DICM: alle gemaakte foto's, video's en audiobestanden worden in deze map opge-
slagen. Dit geldt niet voor bestanden die in de auctionmodus of internetkwaliteitmo-
dus zijn gemaakt.
Normale opnamen staan in de map '100DICAM' en krijgen automatisch de naam
'DSCF' en een viercijferig nummer.
Wanneer het hoogste nummer 'DSCI9999' is bereikt, wordt voor de volgende op-
namen de volgende map '101DCAM' gemaakt, enzovoort.
17. Problemen oplossen
Controleer het volgende wanneer de camera niet goed werkt. Neem contact op
met het Service Center als het probleem blijft bestaan.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
De accu is verkeerd geplaatst.
De accu is leeg. Laad de accu op.
De camera maakt geen foto's.
De flitser wordt nog opgeladen.
Het geheugen is vol.
De SD-kaart is niet correct geformatteerd of is defect.
De schrijfbeveiliging van de kaart is geactiveerd.
Er is onvoldoende licht. Verander de camerahoek voor meer licht of gebruik de
flitser.
De flitser werkt niet.
De flitser is nog niet volledig opgeladen.
De flitser is uitgeschakeld.
302 - Nederlands
De foto is onscherp.
De camera is tijdens de opname bewogen.
Het onderwerp bevond zich buiten het instelbereik van de camera. Gebruik
eventueel de macromodus voor close-ups.
De foto wordt niet in de display weergegeven.
Er is een SD-kaart geplaatst waarop met een andere camera foto's zijn ge-
maakt in een andere modus dan DCF. De camera kan deze foto's niet weerge-
ven.
Het interval tussen opnamen is langer wanneer het donker is.
Wanneer er weinig licht is, werkt de sluiter meestal langzamer. Gebruik een an-
dere camerahoek of zorg voor een betere belichting.
De camera wordt uitgeschakeld.
De camera wordt na een vooraf ingestelde tijd uitgeschakeld om accustroom te
besparen. Start de camera opnieuw op.
De accu is leeg en moet worden opgeladen.
De opname is niet opgeslagen.
De camera is uitgeschakeld voordat de opname kon worden opgeslagen.
Opnamen op andere geheugenkaarten worden niet weergegeven.
De opnamen op geheugenkaarten van andere camera's worden weergegeven
wanneer bij de andere camera ook het DCF-opslagsysteem wordt gebruikt.
De opnamen kunnen via de USB-kabel niet naar de pc worden over-
gezet.
De camera is niet ingeschakeld.
Wanneer de camera voor het eerst op de pc wordt aangesloten,
wordt geen nieuwe hardware gevonden.
De USB-aansluiting van de pc is in de BIOS gedeactiveerd.
Activeert de poort in de BIOS van de pc. Raadpleeg eventueel de handleiding
van de pc.
Nederlands - 303
Tijdens de video-opname kan de zoomfunctie niet worden gebruikt.
Controleer of de macrofunctie is uitgeschakeld.
18. Onderhoud en verzorging
Reinig de behuizing, de lens en de display als volgt:
Reinig de behuizing van de camera met een zachte, droge doek.
Gebruik geen oplos- of schoonmaakmiddelen die olie bevatten. Hierdoor kan
de camera beschadigd raken.
Verwijder vóór het reinigen van de lens of de display eerst het stof met een len-
zenborsteltje. Reinig deze daarna met een zachte doek. Druk niet op de display
en gebruik voor het reinigen geen harde voorwerpen.
Gebruik voor de behuizing en de lens geen agressieve schoonmaakmiddelen
(vraag advies bij het Service Center als het niet lukt om vuil te verwijderen).
19. Camera opbergen
Bewaar de camera op een droge, stofvrije plaats waar deze niet wordt bloot-
gesteld aan direct zonlicht. Verwijder de accu uit het apparaat wanneer het lan-
gere tijd niet wordt gebruikt.
Voer één keer per maand een volledige ontlaad- en oplaadcyclus uit. Zo wordt
voorkomen dat de accu volledig wordt ontladen en permanent beschadigd
raakt of niet meer kan worden opgeladen.
20. Afvalverwerking
VERPAKKING
Het apparaat zit ter bescherming tegen transportschade in een verpak-
king. Verpakkingen zijn gemaakt van materialen die milieuvriendelijk kun-
nen worden afgevoerd en vakkundig kunnen worden gerecycled.
304 - Nederlands
APPARAAT
Alle apparaten die zijn gemarkeerd met het hiernaast afgebeelde sym-
bool, mogen niet met het gewone huishoudelijk afval worden meegege-
ven.
Volgens richtlijn 2012/19/EU moet het apparaat aan het einde van de
levensduur volgens de voorschriften worden afgevoerd.
Hierbij worden voor hergebruik geschikte stoffen in het apparaat gerecy-
cled, zodat belasting van het milieu wordt voorkomen.
Lever het apparaat in bij een inzamelpunt voor elektrisch afval of bij een
afvalsorteercentrum. Verwijder eerst de batterijen/accu uit het apparaat
en lever deze apart in bij een inzamelpunt voor oude batterijen.
Neem voor meer informatie contact op met het lokale afvalverwerkings-
bedrijf of met uw gemeente.
BATTERIJEN/ACCU'S
Lege batterijen/accu's horen niet bij het huishoudelijk afval. Batterijen/
accu's moeten volgens de lokale voorschriften worden afgevoerd. Hier-
voor zijn bij winkels die batterijen verkopen en bij lokale inzamelpun-
ten containers aanwezig waarin batterijen kunnen worden gedeponeerd.
Neem voor meer informatie contact op met het lokale afvalverwerkings-
bedrijf of met uw gemeente.
Bij de verkoop van batterijen of accu's en bij de levering van apparaten
die batterijen of accu's bevatten, zijn wij verplicht u op het volgende te
wijzen:
Als consument bent u wettelijk verplicht om gebruikte batterijen/accu's in
te leveren.
Met het symbool met de doorgekruiste afvalbak wordt aangegeven dat
de batterij niet bij het huishoudelijke afval mag worden gedeponeerd.
Nederlands - 305
21. Colofon
Copyright © 2019
Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechtelijk beschermd.
Verveelvoudiging in mechanische, elektronische of welke andere vorm dan ook
zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden.
Het copyright berust bij:
MLAP GmbH
Meitnerstr. 9
70563 Stuttgart
DUITSLAND
21.1. Informatie over handelsmerken
Windows® is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft®.
SilverCrest® is een gedeponeerd handelsmerk van Lidl Stiftung & Co. KG,
74167 Neckarsulm, Duitsland.
USB een gedeponeerd handelsmerk van USB Implementers Forum Inc.
Alle overige namen en producten zijn handelsmerken of gedeponeerde handels-
merken van de respectieve eigenaren.
306 - Nederlands
22. Garantie van MLAP GmbH
Geachte klant,
u ontvangt op dit apparaat een garantie van 3 jaar vanaf de aankoopda-
tum. In geval van gebreken aan dit product heeft u wettelijke rechten tegen-
over de verkoper van het product. Deze wettelijke rechten worden niet aan-
getast door onze garantie die hieronder wordt toegelicht,.
22.1. Garantiebepalingen
De garantieperiode begint op de aankoopdatum. Berg de kassabon daar-
om goed op. Deze bon heeft u nodig als aankoopbewijs.
Treedt binnen een termijn van drie jaar vanaf de aankoopdatum van dit
product een materiaal- of productiefout op, wordt het product door ons –
naar ons inzicht – kosteloos gerepareerd of vervangen. Deze garantie stelt
voorop dat binnen de periode van drie jaar het defecte apparaat en het
aankoopbewijs (kassabon) worden overlegd en schriftelijk kort wordt be-
schreven waaruit het gebrek bestaat en wanneer het opgetreden is.
Wanneer het defect door onze garantie wordt gedekt, ontvangt u het gere-
pareerde of een nieuw product terug. Met de reparatie of vervanging van
het product begint geen nieuwe garantieperiode.
22.2. Garantieperiode en wettelijke klachten over
gebreken
De garantieperiode wordt door de vrijwaring niet verlengd. Dat geldt ook
voor vervangen of gerepareerde onderdelen. Beschadigingen of gebreken
die eventueel al bij aankoop aanwezig zijn, moeten meteen na het uitpak-
ken worden gemeld. Voor reparaties na afloop van de garantietermijn wor-
den kosten in rekening gebracht.
Nederlands - 307
22.3. Onvang van de garantie
Het apparaat is volgens strenge kwaliteitsrichtlijnen zorgvuldig geprodu-
ceerd en voor aflevering nauwgezet gecontroleerd.
De garantie geldt voor materiaal- of productiefouten. Deze garantie dekt
geen productonderdelen die onderhevig zijn aan normale slijtage en daar-
om als slijtageonderdelen kunnen worden beschouwd of voor beschadigin-
gen aan breekbare onderdelen, bv. schakelaars, accu’s of glazen onderde-
len.
Deze garantie vervalt wanneer het product beschadigd, onjuist gebruikt of
gerepareerd is. Voor een correct gebruik van het product moeten alle in de
gebruiksaanwijzing vermelde instructies nauwkeurig worden nagekomen.
Gebruik en handelingen die in de gebruiksaanwijzing worden afgeraden
of waarvoor wordt gewaarschuwd, moeten absoluut worden vermeden.
Het product is uitsluitend bedoeld voor particulier gebruik en is niet geschikt
voor zakelijke toepassingen. Bij misbruik of onjuiste omgang, gebruik van
geweld en bij ingrepen die niet door ons erkende onderhoudscentrum zijn
uitgevoerd, kom de garantie te vervalen.
22.4. Afhandeling onder garantie
Om een snelle verwerking van uw verzoek te kunnen garanderen, dient u
de volgende aanwijzingen op te volgen:
Houd voor alle aanvragen de kassabon en het artikelnummer (bv. IAN 12345)
als bewijs voor de aankoop gereed.
De artikelnummers vindt u op het typeplaatje, gegraveerd op het product, op
het titelblad van uw handleiding (linksonder) of als sticker op de achter- of on-
derzijde.
Wanneer storingen in de werking of andere gebreken optreden, neemt u eerst
telefonisch of via ons contactformulier contact op met de hieronder vermelde
onderhoudsafdeling.
308 - Nederlands
Op www.lidl-service.com kunt u deze en vele andere handlei-
dingen, productvideo’s en software downloaden.
22.5. Service
BE Service België
Hotline
+32 2 2903192
Ma. - Vr.: 09:00 - 17:00
Maak gebruik van het contactformulier onder: www.mlap.
info/contact
IAN: 314027
22.6. Leverancier/producent/importeur
Het onderstaande adres is geen retouradres. Neem eerst contact op met
het bovengenoemde Service Center.
MLAP GmbH
Meitnerstr. 9
70563 Stuttgart
DUITSLAND
IAN 314027 8
MLAP GmbH
Meitnerstr. 9
DE - 70563 Stuttgart
GERMANY
Stand der Informationen · Last Information Update
Version des informations · Stand van de informatie · Stav informací
Estado de las informaciones · Estado das informações:
Update: 01/2019 · Ident.-No.: 50061402-87757-16012019-OSBE
104

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Silvercrest IAN 314027 SDK 20 A1 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Silvercrest IAN 314027 SDK 20 A1 in de taal/talen: Nederlands, Duits, Frans als bijlage per email.

De handleiding is 1,98 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Silvercrest IAN 314027 SDK 20 A1

Silvercrest IAN 314027 SDK 20 A1 Gebruiksaanwijzing - English - 103 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info