nl
20
Statuscontrole
U kunt te allen tijde controleren in welke
status zich uw afwasautomaat bevindt.
Afstandsbediening
Via het serve@Home-systeem kunt
u het programma kiezen en de
afwasautomaat in gebruik nemen.
Om van deze dienst gebruik te kunnen
maken moet u de afwasautomaat in de
modus „Afstandsbediening aan” zetten.
Aanwijzingen en alarmmelding
Aanwijzingen en alarmmeldingen kunnen
van uw afwasautomaat naar uw
bedieningseenheid worden doorgegeven.
Afstandsdiagnose
Foutmeldingen kunt u aan de
Servicedienst doorgeven waardoor een
snellere diagnose plaatsvindt.
Instellen van het apparaat
Inschakelen van het apparaat
Kraan helemaal opendraaien.
Apparaat met de hoofdschakelaar 1
inschakelen, eventueel een gebrek aan
zout en glansspoelmiddel verhelpen
(zie de hoofdstukken „Vullen met
onthardingszout”, „Vullen met
glansspoelmiddel”). Hierna verschijnt
het startmenu.
Automatisch afwassen
< >
Na het inschakelen van het apparaat
wordt in het startmenu altijd het
programma „Automatisch afwassen”
aangegeven.
Instellen van het programma
In het startmenu kunt u, uitgaande van
het programma „Automatisch afwassen”,
achtereenvolgens uit de volgende
programma’s kiezen:
„Automatisch super” –
„Automatisch afwassen” –
„Automatisch soft” –
„Snel afwassen” –
„Alleen voorspoelen”.
Stel het gewenste programma
met de toetsen – of +
3 in.
Bij de automatische programma’s
„Automatisch super”, „Automatisch
afwassen” en „Automatisch soft” wordt
het programmaverloop automatisch
aangepast aan de hoeveelheid en de
mate van vervuiling van het serviesgoed.
Hierdoor wordt het energie- en
waterverbruik zo laag mogelijk gehouden.
Met behulp van het volgende
programma-overzicht kunt u voor het
soort serviesgoed en de hoeveelheid resp.
toestand van de etensresten steeds het
geschikte programma kiezen.