174
Verklarende woordenlijst
Gigaset S675/S685 IP / NL / A31008-M1915-M121-2-5419 / glossary.fm / 6.3.08
Version 4, 16.09.2005
L
LAN
Local Area Network
Netwerk met beperkte ruimtelijke
omvang. LAN’s kunnen draadloos
(WLAN) en/of bekabeld zijn.
Lokaal IP-adres
Het lokale of privé IP-adres is het adres
van een netwerkcomponent in het
lokale netwerk (LAN). Het kan door de
netwerkbeheerder willekeurig worden
toegewezen. Toestellen die een net-
werkverbinding van een lokaal netwerk
met het internet realiseren (gateway of
router) hebben een privé en openbaar
IP-adres.
Zie ook IP-adres.
Local SIP Port
Zie SIP Port / Local SIP Port.
M
MAC-adres
Media Access Control Address
Hardware-adres waarmee elk netwerk-
apparaat (bijvoorbeeld netwerkkaart,
switch, telefoon) wereldwijd op unieke
wijze kan worden geïdentificeerd. Het
adres bestaat uit 6 delen (hexadeci-
male getallen) die door middel van een
liggend streepje van elkaar zijn
gescheiden (bijvoorbeeld 00-90-65-
44-00-3A).
Het MAC-adres wordt door de fabrikant
toegekend en kan niet worden gewij-
zigd.
Mbps
Million Bits per Second
Eenheid voor de overdrachtssnelheid in
een netwerk.
MRU
Maximum Receive Unit
Definieert de maximale hoeveelheid
gegevens binnen een gegevenspakket.
MTU
Maximum Transmission Unit
Definieert de maximale lengte van een
gegevenspakket dat tegelijk via het net-
werk kan worden getransporteerd.
N
NAT
Network Address Translation
Methode voor het omzetten van (privé)
IP-adressen naar een of meer (open-
bare) IP-adressen. Door NAT kunnen de
IP-adressen van Netwerkgebruikers
(bijvoorbeeld VoIP-toestellen) in een
LAN achter een gemeenschappelijk IP-
adres van de Router in het Internet
worden verborgen.
VoIP-telefoons achter een NAT-router
zijn (vanwege het privé IP-adres) voor
VoIP-servers niet bereikbaar. Om NAT te
"omzeilen", kan als (als alternatief) in
de router ALG, in het VoIP-toestel STUN
of door de VoIP-provider een Out-
bound Proxy worden ingesteld.
Als een outbound proxy ter beschikking
wordt gesteld, moet u hiermee reke-
ning houden bij de VoIP-instellingen
van uw telefoon.
Netwerk
Met elkaar verbonden apparaten.
Apparaten kunnen via verschillende
kabels of draadloos met elkaar worden
verbonden.
Netwerken kunnen ook op basis van
reikwijdte en structuur worden onder-
scheiden.
– Bereik: Lokale netwerken (LAN) of
wereldwijde netwerken (WAN)
– Structuur: Infrastructuurnetwerk
of ad hoc-netwerk
Netwerkgebruiker
Apparaten en computers die in een net-
werk met elkaar verbonden zijn,
bijvoorbeeld servers, PC’s en telefoons.