85
Verklarende woordenlijst
RTCP
Realtime Control Protocol
Wordt gebruikt voor het besturen van het RTP-protocol. Het RTCP-protocol
kent als besturingsprotocol de samenhang tussen de verstuurde RTP-ses-
sies.
RTP
Realtime Transport Protocol
Wereldwijde standaard voor de overdracht van audio- en videogegevens.
Wordt vaak gebruikt in combinatie met UDP. Hierbij worden RTP-pakketten
ingekapseld in UDP-pakketten.
RTCP-poort
(Lokale) Poort, via welke bij VoIP de spraakgegevenspakketten worden ver-
zonden en ontvangen.
Ruggespraak
U voert een gesprek. Met ruggespraak onderbreekt u het gesprek kort om
een tweede verbinding met een andere deelnemer tot stand te brengen. Als
u de verbinding met deze tweede deelnemer direct weer verbreekt, dan
hield u ruggespraak. Als u tussen deze eerste en tweede gesprekspartner
heen en weer schakelt, heet dit een Wisselgesprek.
S
Server
Stelt aan andere Netwerkgebruiker(Client) een service ter beschikking. De
term kan betrekking hebben op een computer/PC of een toepassing. Een
server wordt via IP-adres/Domeinnaam en Poort geadresseerd
SIP (Session Initiation Protocol)
Signaleringsprotocol onafhankelijk van de spraakcommunicatie. Wordt
gebruikt voor het tot stand brengen en beëindigen van een gesprek. Daar-
naast kunnen parameters voor de spraakoverdracht worden gedefinieerd.
SIP-adres
Zie URI.
SIP Port / Local SIP Port
(Lokale) Poort, via welke bij VoIP de SIP-signaleringsgegevens worden ver-
zonden en ontvangen.
SIP-provider
Zie VoIP-provider.
SIP-proxy-server
IP-adres van de gateway-server van uw VoIP-providers.
Spraakcodec
Zie Codec.
Statisch IP-adres
Zie Vast IP-adres.