13
Apparaat bedienen
Voor elke was
²
–Wasmachine correct plaatsen en aansluiten.
Zie Blz. ~ Blz. 46 en verder.
– Vóór de eerste was één keer zonder wasgoed wassen.
~ Blz. 58
1. Wasgoed voorbereiden
Wasgoed sorteren aan de hand van:
Ø Soort weefsel/vezels
Ø Kleur
Ø Mate van vervuiling
Ø Neem de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking in
acht.
Ø Wasgoed sorteren volgens de gegevens op de wasmerkjes:
Wasgoed en machine ontzien:
²
– Bij dosering van alle was-, hulp-, verzorgings- en
reinigingsmiddelen beslist de aanwijzingen van de fabrikant
in acht nemen.
– Reinigingsmiddelen en middelen voor de voorbehandeling
van wasgoed (bijv. vlekkenmiddelen, voorwassprays, ...) niet
in contact laten komen met de oppervlakken van de
wasmachine. Eventuele sprayresten en andere resten/
druppels direct met een zachte doek afvegen.
– Zakken leegmaken.
– Metalen voorwerpen (zoals paperclips etc.) verwijderen.
– Tere weefsels in een wasnet wassen (panty’s, BH’s met
beugel).
– Ritssluitingen sluiten, overtrekken dichtknopen.
– Zand uit zakken en omslagen borstelen.
– Rollertjes van vitrage verwijderen of vastbinden in een netje.
– Nieuw wasgoed apart wassen.
< ;
Witte was 95 °C, 90 °C
: 9 8
Bonte was 60 °C, 40 °C, 30 °C
B A >
Kreukherstellend 60 °C, 40 °C, 30 °C
L K
Fijne was 40 °C, 30 °C
W L K
Textiel dat met de hand of in de machine gewassen mag
worden van zijde en wol koud, 40 °C, 30 °C
Ž
Wasgoed niet in de wasmachine wassen.