nl Apparaat bedienen
32
Indicatie resterende duur
Bij de programmakeuze verschijnt de
resterende programmaduur in het
indicatievenster )".
* Na de programmastart wordt
onderaan bij de vloer de resterende tijd
aangegeven (alleen bij de instelling
Timelight †:‹‚ en †:‹ƒ).
De programmaduur wordt tijdens het
programma bepaald door de
temperatuur van het water, de
hoeveelheid serviesgoed en de mate
van vervuiling en kan (afhankelijk van
het gekozen programma) variëren.
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
Sensorinstelling
De programma-afloop wordt in
auto-programma's met behulp van
sensoren geoptimaliseerd. Het
sensorsysteem past de
programmasterkte van
auto-programma's afhankelijk van de
hoeveelheid en soort vuil aan. U kunt de
gevoeligheid van de sensoren in
3 stappen instellen.
Sensorinstelling †“:‹‹: deze instelling
is optimaal voor de gemengde lading
en hoge hoeveelheden vuil, daarbij
echter gelijktijdig energiebesparend en
waterbesparend.
Sensorinstelling †“:‹‚: deze instelling
past de programmasterkte al bij geringe
hoeveelheden vuil aan voor een
effectieve verwijdering van etensresten.
Het energieverbruik en waterverbruik
wordt overeenkomstig aangepast.
Sensorinstelling †“:‹ƒ: door deze
instelling vindt een aanpassing van de
programmasterkte voor zwaardere
gebruiksomstandigheden plaats
bijvoorbeeld sterk ingedroogde
etensresten. Deze instelling wordt ook
bij het gebruik van biologische of
ecologische reinigingsmiddelen met
geringere hoeveelheden werkzame
stoffen aanbevolen. Het energieverbruik
en waterverbruik wordt overeenkomstig
aangepast.
Extra droog
Bij het glansspoelen wordt met een
hogere temperatuur gewerkt, waardoor
betere droogresultaten worden bereikt
(voorzichtig bij gevoelige serviesdelen!).
De cyclusduur kan daardoor iets
toenemen. U kunt de functie extra droog
inschakelen š:‹‚ of uitschakelen š:‹‹.
Aanwijzing: Wanneer optie extraDroog
is ingeschakeld, is de eco-droging
gedeactiveerd.