Apparaat bedienen nl
31
Sensorinstelling
De programma-afloop wordt in
auto-programma's met behulp van
sensoren geoptimaliseerd. Het
sensorsysteem past de
programmasterkte van
auto-programma's afhankelijk van de
hoeveelheid en soort vuil aan. U kunt de
gevoeligheid van de sensoren in
3 stappen instellen.
Sensorinstelling †“:‹‹: deze instelling
is optimaal voor de gemengde lading
en hoge hoeveelheden vuil, daarbij
echter gelijktijdig energiebesparend en
waterbesparend.
Sensorinstelling †“:‹‚: deze instelling
past de programmasterkte al bij geringe
hoeveelheden vuil aan voor een
effectieve verwijdering van etensresten.
Het energieverbruik en waterverbruik
wordt overeenkomstig aangepast.
Sensorinstelling †“:‹ƒ: door deze
instelling vindt een aanpassing van de
programmasterkte voor zwaardere
gebruiksomstandigheden plaats
bijvoorbeeld sterk ingedroogde
etensresten. Deze instelling wordt ook
bij het gebruik van biologische of
ecologische reinigingsmiddelen met
geringere hoeveelheden werkzame
stoffen aanbevolen. Het energieverbruik
en waterverbruik wordt overeenkomstig
aangepast.
Extra droog
Bij het glansspoelen wordt met een
hogere temperatuur gewerkt, waardoor
betere droogresultaten worden bereikt
(voorzichtig bij gevoelige serviesdelen!).
De cyclusduur kan daardoor iets
toenemen. U kunt de functie extra droog
inschakelen š:‹‚ of uitschakelen š:‹‹.
Auto Power Off (Automatisch
uitschakelen na
programma-einde)
Au t o Po wer Off
Om energie te besparen wordt de
vaatwasser 1 minuut na afloop van het
programma uitgeschakeld. U kunt de
instelling veranderen.
Mogelijke instellingen zijn:
■ ˜:‹‹: De vaatwasser schakelt niet
automatisch uit.
■ ˜:‹‚: De vaatwasser schakelt na 1
minuut uit.
■ ˜:‹ƒ: De vaatwasser schakelt na 2
uur uit.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat
de bij instellingen ˜:‹‚ en ˜:‹ƒ de
binnenverlichting 1" uitgeschakeld is.
Om de binnenverlichting te activeren,
drukt u op de
AAN-/UIT-schakelaar (.