18
U stelt de oven in met de functieĆ en de temperatuurĆ
keuzeknop.
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsĆ
methode voor de oven in.
U kunt de functieknoppen naar rechts of naar links
draaien.
Stand
Gebruik
0 Nulstand
De oven is uitgeschakeld.
% BovenĆ en onderwarmte Voor taart en gebak, ovenschotels en magere braadstukken,
bijv. rund of wild, op één niveau.
De hitte komt gelijkmatig van boven en van beneden.
: 3DĆhetelucht* Voor taart en gebak op één tot drie niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsĆ
element aan de achterkant gelijkmatig in de oven.
; Pizzastand Snelle bereiding van diepvriesproducten zonder voorverĆ
warmen, bijv. pizza's, patates frites of strudel.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingsĆ
element aan de achterwand zijn ingeschakeld.
$ Onderwarmte Inkoken en nabakken of Ćroosteren.
De hitte komt van onderen.
4 Circulatiegrillen Braden van vlees, gevogelte en hele vis.
Het grillelement en de ventilator worden afwisselend inĆ en
uitgeschakeld. De ventilator wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
* Grill, klein Grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes, toast en
stukjes vis.
Het middelste deel van het grillelement wordt heet.
( Grill, groot Grillen van steaks, worstjes, toast en stukjes vis.
Het gehele vlak onder het grillelement wordt heet.
A Ontdooien Ontdooien van bijv. vlees, gevogelte, brood en gebak.
De ventilator wervelt de warme lucht rond het gerecht.
I Snelvoorverwarming Snel voorverwarmen van de oven zonder toebehoren.
* Verwarmingsmethode waarbij de energieĆefficiëntieklasse overeenkomt met EN50304.
Wanneer u instelt, brandt de lamp in de binnenruimte.
De oven
Functiekeuzeknop