788111
31
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Inbouwoven
HR.74A…
nl Gebruikershandleiding en installatie-instructies
Register your product on My Siemens and discover exclusive servi-
ces and offers.
siemens-home.bsh-group.com/welcome
The future moving in.
Siemens Home Appliances
nl Veiligheid
2
Raadpleeg de Digitale Gebruikersgids voor meer
informatie.
Inhoudsopgave
GEBRUIKERSHANDLEIDING
1 Veiligheid..............................................................2
2 Materiële schade vermijden ................................5
3 Milieubescherming en besparing........................6
4 Uw apparaat leren kennen...................................7
5 Accessoires..........................................................9
6 Voor het eerste gebruik .....................................11
7 De Bediening in essentie...................................12
8 Snel voorverwarmen..........................................12
9 Bereiding met stoom .........................................12
10 Tijdfuncties.........................................................13
11 Programma's ......................................................14
12 Kinderslot ...........................................................16
13 Basisinstellingen ...............................................16
14 Reiniging en onderhoud....................................17
15 Zelfreiniging ......................................................19
16 Reinigingsondersteuning humidClean.............20
17 Rekjes .................................................................21
18 Apparaatdeur......................................................21
19 Storingen verhelpen ..........................................24
20 Afvoeren .............................................................26
21 Servicedienst......................................................26
22 Zo lukt het...........................................................26
23 MONTAGEHANDLEIDING ..................................30
23.1 Algemene montage-instructies .........................31
1 Veiligheid
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in
acht.
1.1 Algemene aanwijzingen
¡Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door.
¡Bewaar de gebruiksaanwijzing en de pro-
ductinformatie voor later gebruik of voor
volgende eigenaren.
¡Sluit het apparaat in geval van transport-
schade niet aan.
1.2 Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Houd het speciale installatievoorschrift aan.
Apparaten zonder stekker mogen alleen door
geschoold personeel worden aangesloten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting kunt u
geen aanspraak maken op garantie.
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡om voedsel en dranken te bereiden.
¡voor huishoudelijk gebruik en in gesloten
ruimtes binnen de huiselijke omgeving.
¡tot een hoogte van 4000m boven zeeni-
veau.
Gebruik het apparaat niet:
¡met een externe schakelklok of een af-
standsbediening.
1.3 Inperking van de gebruikers
Dit apparaat kan worden bediend door kinde-
ren vanaf 8 jaar en door personen met fysie-
ke, sensorische of geestelijke beperkingen of
met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien
zij onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in
het veilige gebruik van het apparaat en de
daaruit resulterende gevaren hebben begre-
pen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spe-
len.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij
ze 15jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Veiligheid nl
3
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar niet bij het apparaat of de aansluitkabel
kunnen komen.
1.4 Veiliger gebruik
Accessoires altijd op de juiste manier in de
binnenruimte schuiven.
→"Accessoires", Pagina9
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte
worden bewaard kunnen vlam vatten.
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de
binnenruimte.
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet
het apparaat worden uitgeschakeld of de
stekker uit het stopcontact worden gehaald
en moet de deur gesloten worden gehou-
den om eventueel optredende vlammen te
doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen
in brand vliegen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Bij het openen van de apparaatdeur ontstaat
er een luchtstroom. Het bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam vatten.
Plaats nooit bakpapier bij het voorverwar-
men en tijdens het bereiden los op het ac-
cessoire.
Bakpapier altijd op maat maken en verzwa-
ren met een vorm.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en
haar onderdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van ver-
warmingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de
buurt worden gehouden.
Accessoires of vormen worden zeer heet.
Neem hete accessoires en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de bin-
nenruimte.
In de hete binnenruimte kunnen alcoholdam-
pen vlam vatten.
Gebruik slechts geringe hoeveelheden
drank met een hoog alcoholpercentage.
Open de apparaatdeur voorzichtig.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet.
De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete
stoom vrijkomen. Stoom is afhankelijk van de
temperatuur niet altijd zichtbaar.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Door water in de hete binnenruimte kan hete
waterdamp ontstaan.
Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de appa-
raatdeur zitten, kan dit barsten.
Gebruik geen scherp of schurend reini-
gingsmiddel of scherpe metalen schraper
voor het reinigen van het glas van de oven-
deur omdat dit het oppervlak kan beschadi-
gen.
Het apparaat en de delen ervan die aange-
raakt kunnen worden kunnen scherpe randen
hebben.
Wees voorzichtig bij gebruik en reinigen.
Draag indien mogelijk veiligheidshand-
schoenen.
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze
klem komen te zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnie-
ren.
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kun-
nen scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel
mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveon-
derdelen worden gebruikt voor reparatie
van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat wordt be-
schadigd, moet het door geschoold vakper-
soneel worden vervangen.
nl Veiligheid
4
Een beschadigde isolatie van het netsnoer is
gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaat-
onderdelen of warmtebronnen in contact
brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten
of randen in contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of
veranderen.
Binnendringend vocht kan een elektrische
schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger
gebruiken om het apparaat te reinigen.
Een beschadigd apparaat of een beschadigd
netsnoer is gevaarlijk.
Nooit een beschadigd apparaat gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het ap-
paraat van het elektriciteitsnet te scheiden.
Altijd aan de stekker van het netsnoer trek-
ken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is
beschadigd, dan direct de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact halen of de ze-
kering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de servicedienst.
→Pagina26
WAARSCHUWING‒Kans op
verstikking!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over
het hoofd trekken en hierin verstrikt raken en
stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kin-
deren houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateri-
aal spelen.
Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen
of inslikken en hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinde-
ren houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten
spelen.
1.5 Halogeenlamp
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
De lampen in de binnenruimte worden heel
heet. Ook enige tijd na het uitschakelen be-
staat er nog een risico van verbranding.
Glazen kapje niet aanraken.
Tijdens het schoonmaken contact met de
huid vermijden.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische
schok!
Bij vervanging van de lamp staan de contac-
ten van de lampfitting onder stroom.
Zorg er vóór het vervangen van de lamp
voor dat het apparaat is uitgeschakeld, om
een mogelijke elektrische schok te voorko-
men.
Tevens de stekker uit het stopcontact halen
of de zekering in de meterkast uitschake-
len.
1.6 Bereiding met stoom
Volg deze aanwijzingen op wanneer u berei-
ding met stoom gebruikt.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Tijdens het gebruik van het apparaat bereikt
het waterreservoir hoge temperaturen.
Het waterreservoir tijdens het gebruik nooit
verwijderen.
Het waterreservoir pas verwijderen als het
is afgekoeld.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Dampen van brandbare vloeistoffen kunnen in
de oven door hete oppervlakken ontsteken en
een snelle verbranding veroorzaken. De appa-
raatdeur kan openspringen. Er kunnen hete
dampen en steekvlammen naar buiten treden.
Doe geen ontvlambare vloeistoffen (bijv. al-
coholhoudende dranken) in het waterreser-
voir.
Vul het waterreservoir uitsluitend met water.
1.7 Reinigingsfunctie
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen
tijdens de reiniging vlam vatten.
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit
de binnenruimte voordat de reiniging start.
Toebehoren nooit meereinigen.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen.
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv.
droogdoeken, aan de deurgreep hangen.
Voorkant van het apparaat vrijhouden.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Materiële schade vermijden nl
5
Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt grote
hitte in het bereik van de deur.
De dichting niet schuren en niet afnemen.
Nooit het apparaat met beschadigde af-
dichting of zonder afdichting gebruiken.
WAARSCHUWING‒Kans op ernstig
gevaar voor de gezondheid!
Het apparaat wordt zeer heet tijdens het reini-
gen. De antiaanbaklaag van bakplaten en vor-
men wordt aangetast en er ontstaan giftige
gassen.
Bij gebruik van de reinigingsfunctie nooit
platen en vormen met een antiaanbaklaag
meereinigen.
Accessoires nooit meereinigen.
WAARSCHUWING‒Kans op gevaar
voor de gezondheid!
De reinigingsfunctie warmt de binnenruimte
tot een heel hoge temperatuur op zodat res-
ten van braden, grillen en bakken verbranden.
Hierbij komen dampen vrij die tot irritaties van
de slijmvliezen kunnen leiden.
Tijdens de reinigingsfunctie de keuken
grondig ventileren.
Niet gedurende langere tijd in de ruimte
verblijven.
Kinderen en huisdieren uit de buurt hou-
den.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
De binnenruimte wordt zeer heet tijdens het
reinigen.
Nooit de apparaatdeur openen.
Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen.
Nooit de apparaatdeur aanraken.
Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
2  Materiële schade vermijden
2.1 Algemeen
LET OP!
Als de temperatuur hoger is dan 50°C ontstaat er
warmteophoping door voorwerpen op de bodem van
de binnenruimte. De bak- en braadtijden kloppen niet
meer en het email wordt beschadigd.
Nooit toebehoren, bakpapier of folie, van welke
soort dan ook op de bodem van de binnenruimte
leggen.
Plaats geen vormen op de bodem van de binnen-
ruimte bij een bereidingstemperatuur hoger dan
50°C. Uitzondering hierop is het waterreservoir bij
gebruik van de stoomassistent.
Wanneer de hete binnenruimte water bevat, ontstaat er
waterdamp. Door de temperatuurverandering kan er
schade optreden.
Giet nooit water in de hete binnenruimte.
Plaats nooit een vorm met water op de bodem van
de binnenruimte. Uitzondering hierop is het waterre-
servoir bij gebruik van de stoomassistent.
Wanneer er langere tijd vocht aanwezig is in de binnen-
ruimte ontstaat er corrosie.
Laat na het gebruik de binnenruimte drogen.
Geen vochtige levensmiddelen gedurende langere
tijd in de gesloten binnenruimte bewaren.
Geen eten in de binnenruimte bewaren.
Wanneer er wordt afgekoeld terwijl de apparaatdeur
open staat, raken aangrenzende meubelfronten op den
duur beschadigd.
Na een bereiding met hoge temperaturen de bin-
nenruimte alleen met gesloten deur laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er niets tussen de apparaatdeur be-
klemd raakt.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
met open deur laten drogen.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken
achter die niet meer kunnen worden verwijderd.
De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te
overvloedig bedekken.
Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
nl Milieubescherming en besparing
6
Gebruik van ovenreiniger in de warme binnenruimte
leidt tot beschadiging van het email.
Gebruik nooit ovenreiniger in de warme binnenruim-
te.
Vóór het opnieuw opwarmen de resten uit de bin-
nenruimte en van de apparaatdeur volledig verwijde-
ren.
Is de afdichting sterk vervuild, dan sluit de deur tijdens
het gebruik niet meer goed. De aangrenzende meubel-
fronten kunnen dan beschadigd raken.
Zorg ervoor dat de afdichting altijd schoon is.
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken.
Wanneer de apparaatdeur wordt gebruikt als vlak om
iets op te zetten of te leggen kan de apparaatdeur be-
schadigd raken.
Niets op de apparaatdeur zetten, er aan hangen of
laten steunen.
Geen vormen of accessoires op de apparaatdeur
plaatsen.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen de accessoi-
res krassen veroorzaken op de ruit dan de apparaat-
deur wanneer deze gesloten wordt.
Accessoires altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte leggen.
3  Milieubescherming en besparing
3.1 Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kun-
nen worden hergebruikt.
De afzonderlijke componenten op soort gescheiden
afvoeren.
3.2 Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat
minder stroom.
Verwarm het apparaat alleen voor wanneer het recept
of de insteladviezen dit aangeven.
¡Wanneer u het apparaat niet voorverwarmt, dan be-
spaart u tot 20 % energie.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bak-
vormen.
¡Deze bakvormen nemen de hitte bijzonder goed
op.
Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo weinig
mogelijk.
¡De temperatuur in de binnenruimte blijft constant
en het apparaat hoeft niet na te verwarmen.
Meerdere gerechten direct achter elkaar of parallel
bakken.
¡De binnenruimte is na de eerste keer bakken opge-
warmd. Hierdoor is de baktijd voor het gebak dat
vervolgens wordt gebakken korter.
Bij langere bereidingstijden het apparaat 10minuten
voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen.
¡De restwarmte is voldoende om het gerecht verder
te bereiden.
Verwijder niet gebruikte accessoires uit de binnen-
ruimte.
¡Overtollige accessoires hoeven niet verwarmd te
worden.
Laat diepgevroren producten vóór de bereiding ont-
dooien.
¡Hierdoor wordt bespaard op de energie om het
voedsel te ontdooien.
Opmerking:
Het apparaat verbruikt:
¡in gebruik met ingeschakeld display max.1W
¡in gebruik met uitgeschakeld display max.0,5W
Uw apparaat leren kennen nl
7
4  Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningselementen
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Opmerking:Afhankelijk van het apparaattype kunnen
details op de afbeelding verschillen, bijv. de kleur en
de vorm.
1
2 3
1
Toetsen en display
De toetsen zijn aanrakingsgevoelige vlakken.
Om een functie te kiezen, slechts licht op het
betreffende veld drukken.
Op het display zijn symbolen van actieve func-
ties en de tijdfuncties te zien.
→"Toetsen en display", Pagina7
2
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwar-
mingsmethoden en meer functies in.
De functiekeuzeknop kunt u vanuit de nulstand
naar rechts en links draaien.
Afhankelijk van het apparaattype is de functie-
keuzeknop verzonken. Voor het vergrendelin-
gen of ontgrendelingen in de nulstand op de
functiekeuzeknop drukken.
3
Temperatuurknop
Met de temperatuurknop stelt u de temperatuur
voor de verwarmingsmethode in en kiest u in-
stellingen voor andere functies.
De temperatuurknop kunt u vanuit de nulstand
naar rechts en links draaien.
Afhankelijk van het apparaattype is de tempera-
tuurknop verzonken. Voor het vergrendelingen
of ontgrendelingen in de nulstand op de tem-
peratuurknop drukken.
→"Temperatuur en instelstanden", Pagina8
4.2 Toetsen en display
Met de knoppen kunt u verschillende functies van uw apparaat instellen. Op het display ziet u de instellingen.
Als een functie actief is, brandt het desbetreffende symbool op de display. Het kloksymbool ⁠ licht alleen op als u
de tijd verandert.
Symbool Functie Gebruik
Tijdfuncties Tijd ⁠, timer ⁠, tijdsduur ⁠ en einde ⁠ selecteren.
Om de verschillende tijdfuncties te kiezen, meerdere keren op de
toets ⁠ drukken.
⁠
⁠
Min
Plus
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.
Gewicht Gewicht voor programma's kiezen.
Kinderslot Kinderslot activeren of deactiveren.
4.3 Verwarmingsmethoden en functies
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de ver-
schillen en toepassingen.
Symbool Verwarmingsmetho-
de
Gebruik en werkwijze
3Dhetelucht Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
nl Uw apparaat leren kennen
8
Symbool Verwarmingsmetho-
de
Gebruik en werkwijze
Hetelucht Eco Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voorzichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het product wordt in fases bereid met
behulp van restwarmte.
Kies een temperatuur tussen 120°C en 230°C.
Houd de deur van het apparaat tijdens het garen gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in
de circulatieluchtmodus en de energieklasse gebruikt.
Pizzastand Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen nodig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de
achterwand zijn ingeschakeld.
Onderwarmte Gerechten nabakken of au bain-marie koken.
De warmte komt van onderen.
Grill, groot Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerechten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Circulatiegrillen Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Boven- en onder-
warmte
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmingsmethode is bijzon-
der geschikt voor gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van het energiever-
bruik in de conventionele modus.
Hete lucht stoom Bakken en braden met stoom
Deze manier van verhitten is bijzonder geschikt voor het braden van vlees en
voor het bakken van brood en gebak.
De ventilator verdeelt de hitte en de stoom gelijkmatig over de volledige binnen-
ruimte. Altijd met het waterreservoir gebruiken.
Meer functies
Hier vindt u een overzicht van bijkomende functies van uw apparaat.
Symbool Functie Gebruik
Snel voorverwarmen De binnenruimte zonder accessoires snel voorverwarmen.
→"Snel voorverwarmen", Pagina12
Ovenlamp De binnenruimte zonder verwarming verlichten.
→"Verlichting", Pagina9
Programma's Geprogrammeerde instelwaarden voor verschillende gerechten gebruiken.
→"Programma's", Pagina14
Zelfreiniging De reinigingsfunctie instellen die de binnenruimte bijna automatisch reinigt.
→"Zelfreiniging ", Pagina19
4.4 Temperatuur en instelstanden
Bij de verwarmingsmethoden en functies zijn er verschillende instellingen.
Opmerking:Bij de instelling grillstand 3 verlaagt het apparaat na ca. 20 minuten op grillstand 1.
Symbool Functie Gebruik
⁠ Nulstand Het apparaat warmt niet op.
50-275 Temperatuurbereik De temperatuur in °C in de binnenruimte instellen.
Accessoires nl
9
Symbool Functie Gebruik
1, 2, 3
of
I, II, III
Grillstanden De grillstanden instellen voor Grill, groot en Grill, klein (afhankelijk van het type
apparaat).
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
1, 2, 3
of
I, II, III
Reinigingsstanden De reinigingsstanden instellen voor deZelfreiniging.
1 = licht
2 = gemiddeld
3 = intensief
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
Wanneer het apparaat opwarmt, is op het display het
symbool ⁠ verlicht.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra het sym-
bool verdwenen is.
Opmerkingen
¡De opwarmingsindicatie verschijnt alleen bij verwar-
mingsmethoden waarbij een temperatuur wordt in-
gesteld. Bij grillstanden bijv. verschijnt de opwar-
mingsindicatie niet.
¡Door thermische traagheid kan de weergegeven
temperatuur een beetje afwijken van de werkelijke
temperatuur in de binnenruimte.
4.5 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
→"Accessoires", Pagina9
Uw apparaat heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
Afhankelijk van het type apparaat zijn de accessoires
met uitschuif- of clip-telescooprails voorzien. De tele-
scooprails zijn vast gemonteerd en kunnen niet worden
verwijderd. De clip-telescooprails kunt u volgens uw
wensen op alle vrije inschuifhoogtes aanbrengen.
De accessoires kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen,
verwijderen.
→"Rekjes", Pagina21
Verlichting
De ovenlamp verlicht de binnenruimte.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting aan als het programma loopt. Wordt de wer-
king met de functieschakelaar beëindigd, dan gaat de
verlichting uit.
Met de stand Ovenlamp van de functiekeuzeknop kunt
u de verlichting zonder verwarming inschakelen.
Koelventilator
De koelventilator schakelt tijdens gebruik automatisch
in. De lucht ontsnapt via de deur.
LET OP!
Dek de ventilatiesleuven boven de deur van het appa-
raat niet af. Het apparaat raakt oververhit.
Houd de ventilatiesleuven vrij.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking voortgezet.
5  Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking:Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
nl Accessoires
10
Accessoires Gebruik
Rooster ¡Bakvormen
¡Ovenschalen
¡Vormen
¡Vlees, bijv. braad- of grillstukken
¡Diepvriesgerechten
Braadslede ¡Vochtig gebak
¡Gebak
¡Brood
¡Grote braadstukken
¡Diepvriesgerechten
¡Afdruipende vloeistof opvangen, bijv vet
bij het grillen op het rooster.
Bakplaat ¡Plaatgebak
¡Klein gebak
Waterreservoir Bereiden met de stoomfunctie
De horizontale markeringen op het reservoir
geven de waterhoeveelheid aan:
¡100 ml
¡150ml
¡200ml
¡250ml
→"Bereiding met stoom", Pagina12
5.1 Vergrendelingsfunctie
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat de accessoires
kantelen wanneer ze worden uitgetrokken.
U kunt het accessoire tot ongeveer de helft uittrekken,
tot deze vastklikt. De kantelbeveiliging functioneert al-
leen wanneer u het accessoire op de juiste manier in
de binnenruimte schuift.
5.2 Accessoire in de binnenruimte schuiven
Het accessoire altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte schuiven. Alleen zo kan het accessoire zonder
te kantelen tot ongeveer de helft worden uitgetrokken.
1. Het accessoire zo draaien, dat de pal ⁠ zich aan de
achterkant bevindt en naar beneden wijst.
2. Het accessoire altijd tussen de beide geleidestan-
gen van een inschuifhoogte plaatsen.
Rooster Het rooster met de open kant naar
de apparaatdeur en de welving ⁠
naar beneden in de oven schuiven.
Plaat
bijv. braad-
slede of
bakplaat
De plaat met de afschuining gericht
naar de ⁠ ovendeur in de oven
schuiven.
3. Om de accessoire bij inschuifhoogten met tele-
scooprails te plaatsen, de telescooprails uittrekken.
Voor het eerste gebruik nl
11
Rooster of
plaat
Het accessoire zo plaatsen dat de
rand van het accessoire achter het
lipje ⁠ op de telescooprail zit.
Opmerking:Volledig uitgetrokken klikken de tele-
scooprails in. De telescooprails met een lichte druk
terugschuiven in de binnenruimte.
4. Het accessoire volledig inschuiven, zodat deze de
apparaatdeur niet raakt.
Opmerking:Haal de accessoires die u niet nodig hebt
bij het gebruik uit de binnenruimte.
Accessoires combineren
Om afdruipende vloeistof op te vangen, kunt u het
rooster in combinatie met de braadslede gebruiken.
1. Plaats het rooster zo op de braadslede dat de beide
afstandshouders ⁠ achter op de rand van de braad-
slede liggen.
2. De braadslede tussen de beide geleidestangen van
een inschuifhoogte schuiven. Het rooster ligt daarbij
boven de bovenste geleidingsstang.
Rooster op
braadslede
5.3 Meer accessoires
Meer accessoires kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of op het internet.
U vindt een uitgebreid aanbod voor uw apparaat in on-
ze folders of op internet:
www.siemens-home.bsh-group.com
Voor de verschillende apparaten zijn specifieke acces-
soires beschikbaar. Geef bij de aankoop altijd de pre-
cieze aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
Welke accessoires beschikbaar zijn voor uw apparaat,
kunt u zien in de online-shop of navragen bij de klan-
tenservice.
6  Voor het eerste gebruik
Stel de opties voor het eerste gebruik in. Reinig het ap-
paraat en de accessoires.
6.1 Eerste gebruik
U moet instellingen voor de eerste ingebruikneming uit-
voeren voordat u uw apparaat kunt gebruiken.
Tijd instellen
Na de aansluiting van het apparaat of na een stroom-
onderbreking knippert de tijd op het display. De tijd
start bij 12:00 uur. Stel de actuele tijd in.
Vereiste:De functiekeuzeknop dient in de nulstand ⁠
te staan.
1. De tijd met de toets ⁠ of ⁠ instellen.
2. Op de toets ⁠ drukken.
aHet display toont de ingestelde tijd.
Tip:Of de tijd op het display wordt weergegeven, kunt
u in de basisinstellingen →Pagina16 vastleggen.
6.2 Het apparaat reinigen voordat u het voor
het eerst gebruikt
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
1. De accessoires en de verpakkingsresten zoals piep-
schuimbolletjes uit de binnenruimte verwijderen.
2. Vóór het voorverwarmen de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek
afvegen.
3. Zolang het apparaat opwarmt, de ruimte ventileren.
4. De verwarmingsmethode en de temperatuur instel-
len.
→"De Bediening in essentie", Pagina12
Verwarmings-
methode
3Dhetelucht ⁠
Temperatuur maximaal
Bereidingstijd 1uur
5. Het apparaat na de opgegeven duur uitschakelen.
6. Wachten tot de binnenruimte is afgekoeld.
7. De gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje reinigen.
8. De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
doekje of een zachte borstel reinigen.
nl De Bediening in essentie
12
7  De Bediening in essentie
7.1 Apparaat inschakelen
De functiekeuzeknop op een stand buiten de
nulstand ⁠ draaien.
aHet apparaat is ingeschakeld.
7.2 Machine uitschakelen
De functiekeuzeknop op de nulstand ⁠ draaien.
aHet apparaat is uitgeschakeld.
7.3 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
1. De verwarmingsmethode met de functiekeuzeknop
instellen.
2. De temperatuur of grillstand met de temperatuur-
knop instellen.
aNa enkele seconden begint het apparaat op te war-
men.
3. Als uw gerecht klaar is, het apparaat uitschakelen.
Tips
¡De meest geschikte verwarmingsmethode voor uw
gerechten vindt u in de beschrijving van de verwar-
mingsmethoden.
¡U kunt aan het apparaat de duur en het einde van
de werking instellen.
→"Tijdfuncties", Pagina13
Verwarmingsmethode wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode altijd wijzigen.
De gewenste verwarmingsmethode met de functie-
keuzeknop instellen.
Temperatuur wijzigen
U kunt de temperatuur altijd wijzigen.
De gewenste temperatuur met de temperatuurknop
instellen.
8  Snel voorverwarmen
Om tijd te besparen kunt u met de functie snel voorver-
warmen de opwarmtijd verkorten.
Gebruik snel voorverwarmen alleen bij ingestelde tem-
peraturen van boven de 100 °C.
Na het snel voorverwarmen het best volgende
verwarmingsmethoden gebruiken:
¡3Dhetelucht ⁠
8.1 Snel voorverwarmen instellen
Om een gelijkmatig bereidingsresultaat te krijgen, de
gerechten pas na het snel voorverwarmen in de bin-
nenruimte plaatsen.
1. Snel voorverwarmen ⁠ met de functiekeuzeknop in-
stellen.
2. De gewenste temperatuur met de temperatuurknop
instellen.
aNa enkele seconden start het snel voorverwarmen.
aAls het snel voorverwarmen eindigt, klinkt een sig-
naal en dooft de indicatie voor voorverwarmen.
3. Een geschikte verwarmingsmethode met de functie-
keuzeknop instellen.
4. Het gerecht in de binnenruimte plaatsen.
9  Bereiding met stoom
Als u de bereiding met stoom gebruikt, ontstaat er
stoom in de binnenruimte. Zo krijgt het levensmiddel
een knapperige korst en een glanzend oppervlak. Bo-
vendien wordt het levensmiddel zacht en sappig bin-
nenin en zijn volume wordt slechts minimaal geredu-
ceerd.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik van het apparaat bereikt het water-
reservoir hoge temperaturen.
Het waterreservoir tijdens het gebruik nooit verwijde-
ren.
Het waterreservoir pas verwijderen als het is afge-
koeld.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom
vrijkomen. Stoom is afhankelijk van de temperatuur niet
altijd zichtbaar.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
LET OP!
Alleen het waterreservoir gebruiken dat bij het apparaat
wordt geleverd.
Het reservoir nooit vullen tijdens het bereiden.
Het waterreservoir alleen gebruiken om te koken met
stoom.
Voordat u andere functies gebruikt, eerst het water-
reservoir verwijderen.
Gebruik geen harde, metalen of scherpe voorwer-
pen of agressieve reinigingsmiddelen.
Tijdfuncties nl
13
9.1 Bereiden met stoom
Tip:Gebruik voor de bereiding van eten en gerechten
met stoomfunctie een temperatuurinstelling hoger dan
100°C om een optimale opwekking van stoom te waar-
borgen.
Houd de gegevens in de tabel aan. →Pagina28
Vereiste:De oven dient onverwarmd te zijn.
1. Het waterreservoir op de bodem in het apparaat
plaatsen.
2. Het waterreservoir met de opgegeven hoeveelheid
vullen.
3. Hete lucht stoom ⁠ met de functiekeuzeknop in-
stellen.
4. De gewenste temperatuur met de temperatuurknop
instellen.
aHet apparaat begint na enkele seconden op te war-
men en activeert het bereiden met stoom.
9.2 Bereiding met stoom beëindigen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Nadat de binnenruimte is afgekoeld:
Verwijder het waterreservoir en reinig het met
een zachte doek.
Tip:Veeg hardnekkige kalkvlekken met een zachte,
met in azijn of citroensap vochtig gemaakt doek af.
Reinigen met zeepsop en drogen met een zachte
doek.
10  Tijdfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties
waarmee u de werking kunt sturen.
10.1 Overzicht van de tijdfuncties
Met de toets ⁠ kiest u de verschillende tijdfuncties.
Tijdfunctie Gebruik
Wekker ⁠ De wekker kunt u onafhankelijk van
de werking instellen. Hij beïnvloedt
het apparaat niet.
Tijdsduur ⁠ Wanneer u voor de werking een tijds-
duur instelt, houdt het apparaat na
het verstrijken van de tijdsduur auto-
matisch op met verwarmen.
Einde ⁠ Voor de duur kunt u een tijd instellen
waarop de werking eindigt. Het ap-
paraat start automatisch zodat de
werking op de gewenste tijd klaar is.
Tijd ⁠ U kunt de tijd instellen.
10.2 Timer instellen
De timer loopt onafhankelijk van de werking. U kunt de
timer bij ingeschakeld en uitgeschakeld apparaat tot
23 uur en 59 minuten instellen. De timer heeft een ei-
gen signaal, zodat u hoort of de timer of een tijdsduur
eindigt.
Opmerking:De wekker en een duur kunnen niet tege-
lijk lopen. Als al een duur is ingesteld, kan de wekker
niet worden ingesteld.
1. Druk net zo vaak op de knop ⁠ totdat op het dis-
play ⁠ is gemarkeerd.
2. De timertijd met de knop ⁠ of ⁠ instellen.
Toets Voorgestelde waarde
⁠ 5 minuten
⁠ 10 minuten
Tot 10 minuten kan de timertijd in stappen van 30
seconden worden ingesteld. Daarna worden de tijd-
stappen groter, naarmate de waarde hoger is.
aNa enkele seconden start de timer en loopt de ti-
mertijd af.
aAls de timer verstreken is, klinkt een signaal en op
het display staat de timertijd op nul.
3. Wanneer de timertijd is verstreken:
Druk op een willekeurige toets om de timer uit te
schakelen.
Wekker wijzigen
U kunt de wekkertijd altijd wijzigen.
Vereiste:Op het display is ⁠ gemarkeerd.
De wekkertijd met de toets ⁠ of ⁠ wijzigen.
aNa enkele seconden wordt de wijziging door het ap-
paraat overgenomen.
Wekker afbreken
U kunt de wekkertijd altijd afbreken.
Vereiste:Op het display is ⁠ gemarkeerd.
De wekkertijd met de toets ⁠ weer op nul zetten.
aNa enkele seconden wordt de wijziging door het ap-
paraat overgenomen en ⁠ gaat uit.
10.3 Tijdsduur instellen
De duur voor de werking kunt u tot 23 uur en 59 minu-
ten instellen.
Vereiste:Een verwarmingsmethode en een tempera-
tuur of stand zijn ingesteld.
1. Druk net zo vaak op de knop ⁠ totdat op het dis-
play ⁠ is gemarkeerd.
2. De duur met de toets ⁠ of ⁠ instellen.
Toets Voorgestelde waarde
⁠ 10 minuten
⁠ 30 minuten
De tijdsduur kan tot een uur worden ingesteld in
stappen van een minuut, daarna in stappen van 5
minuten.
aNa enkele seconden begint het apparaat op te war-
men en de duur verstrijkt.
aAls de duur verstreken is, weerklinkt een signaal en
op het display staat de duur op nul.
3. Wanneer de tijdsduur afgelopen is:
Om het signaal vroegtijdig te beëindigen, op een
willekeurige toets drukken.
nl Programma's
14
Om opnieuw een duur in te stellen, op de
toets ⁠ drukken.
Als uw gerecht klaar is, het apparaat uitschake-
len.
Tijdsduur wijzigen
U kunt de duur altijd wijzigen.
Vereiste:Op het display is ⁠ gemarkeerd.
De duur met de toets ⁠ of ⁠ wijzigen.
aNa enkele seconden wordt de wijziging door het ap-
paraat overgenomen.
Tijdsduur afbreken
U kunt de duur altijd afbreken.
Vereiste:Op het display is ⁠ gemarkeerd.
De duur met de toets ⁠ weer op nul zetten.
aNa enkele seconden neemt het apparaat de wijzi-
ging over en wordt zonder duur verder opgewarmd.
10.4 Einde instellen
Het tijdstip waarop de tijdsduur afloopt, kunt u tot 23
uur en 59 minuten verschuiven.
Opmerkingen
¡Bij verwarmingssoorten met grillfunctie kan het ein-
de niet worden ingesteld.
¡Om een goed bereidingsresultaat te verkrijgen, wij-
zigt u het einde niet meer als de werking eenmaal is
gestart.
¡Om te voorkomen dat levensmiddelen bederven,
dient u ze niet te lang in de binnenruimte te laten
staan.
Vereisten
¡Een verwarmingsmethode en een temperatuur of
stand zijn ingesteld.
¡Er is een tijdsduur ingesteld.
1. Druk net zo vaak op de knop ⁠ totdat op het dis-
play ⁠ is gemarkeerd.
2. Druk op de knop ⁠ of ⁠.
aHet display toont het berekende einde.
3. Het einde met de knop ⁠ of ⁠ verplaatsen.
aNa enkele seconden neemt het apparaat de instel-
ling over en het display toont het ingestelde einde.
aAls de berekende starttijd is bereikt, begint het ap-
paraat op te warmen en de tijdsduur verstrijkt.
aAls de tijdsduur verstreken is, weerklinkt een signaal
en op het display staat de tijdsduur op nul.
4. Wanneer de tijdsduur afgelopen is:
Om het signaal vroegtijdig te beëindigen, op een
willekeurige knop drukken.
Om opnieuw een tijdsduur in te stellen, op de
knop ⁠ drukken.
Als uw gerecht klaar is, het apparaat uitschake-
len.
Einde wijzigen
Om een goed kookresultaat te verkrijgen, kunt u het in-
gestelde einde alleen wijzigen als de werking start en
de duur verstrijkt.
Vereiste:Op het display is ⁠ gemarkeerd.
Het einde met de toets ⁠ of ⁠ verplaatsen.
aNa enkele seconden wordt de wijziging door het ap-
paraat overgenomen.
Einde afbreken
U kunt het ingestelde einde altijd wissen.
Vereiste:Op het display is ⁠ gemarkeerd.
Het einde met de toets ⁠ naar de actuele tijd plus
ingestelde duur terugzetten.
aNa enkele seconden neemt het apparaat de wijzi-
ging over en begint het apparaat op te warmen. De
tijdsduur loopt af.
10.5 Tijd instellen
Na de aansluiting van het apparaat of na een stroom-
onderbreking knippert de tijd op het display. De tijd
start bij 12:00 uur. Stel de actuele tijd in.
Vereiste:De functiekeuzeknop dient in de nulstand ⁠
te staan.
1. De tijd met de toets ⁠ of ⁠ instellen.
2. Op de toets ⁠ drukken.
aHet display toont de ingestelde tijd.
Tip:Of de tijd op het display wordt weergegeven, kunt
u in de basisinstellingen →Pagina16 vastleggen.
Tijd wijzigen
U kunt de tijd altijd wijzigen.
Vereiste:De functiekeuzeknop dient in de nulstand ⁠
te staan.
1. Druk net zo vaak op de knop ⁠ totdat op het dis-
play ⁠ is gemarkeerd.
2. De tijd met de toets ⁠ of ⁠ wijzigen.
aNa enkele seconden wordt de wijziging door het ap-
paraat overgenomen.
11  Programma's
Met de programma's helpt u uw apparaat bij de berei-
ding van verschillende gerechten en kiest u automa-
tisch de optimale instellingen.
11.1 Vormen voor programma's
Gebruik een hittebestendige vorm, die geschikt is voor
temperaturen tot 300°C.
Vormen van glas of glaskeramiek zijn het meest ge-
schikt. Het vlees moet de bodem van de vorm voor ca.
2/3 bedekken.
Vormen van het volgende materiaal zijn niet geschikt:
¡licht gekleurd, glanzend aluminium
¡Niet geglazuurde klei
¡Kunststof of kunststof grepen
Programma's nl
15
11.2 Programmatabel
De programmanummers zijn aan bepaalde gerechten toegewezen.
Het gewicht kan in een bereik tussen 0,5kg en 2,5kg worden ingesteld.
Nr. Gerecht Vormen Instelgewicht Vloeistof toe-
voegen
In-
schuif-
hoog-
te
Aanwijzingen
01 Kip, ongevuld
panklaar, gekruid
Braadpan met gla-
zen deksel
Gewicht kip nee 2 met de borst naar bo-
ven in de vorm leg-
gen
02 Kalkoenfilet
van het stuk, gekruid
Braadpan met gla-
zen deksel
Gewicht kalkoenfi-
let
Bodem van
de braadpan
bedekken,
eventueel tot
250g groen-
te toevoegen
2 Het vlees niet eerst
aanbraden
03 Eenpansgerecht, met
groente
vegetarisch
hoge braadpan
met deksel
Totaalgewicht volgens re-
cept
2 Groente met een lan-
ge bereidingstijd
(bijv.wortelen) in klei-
nere stukken snijden
dan groente met een
korte bereidingstijd
(bijv. tomaten)
04 Goulash
Rund- of varkensvlees
in blokjes, met groente
hoge braadpan
met deksel
Totaalgewicht volgens re-
cept
2 Eerst het vlees erin
doen en daarop de
groente leggen
Het vlees niet eerst
aanbraden
05 Gebraden gehakt,
vers
Gehakt van rund-, var-
kens- of lamsvlees
Braadpan met dek-
sel
Gewicht gehakt nee 2 -
06 Gestoofd rundvlees
bijv. klapstuk, schou-
derstuk, fricandeau of
gemarineerd vlees
Braadpan met dek-
sel
Gewicht van het
vlees
Vlees met
vloeistof be-
dekken
2 Het vlees niet eerst
aanbraden
07 Runderrollade
gevuld met groente of
vlees
Braadpan met dek-
sel
Gewicht van alle
gevulde rollades
Vleesrolletjes
bedekken
bijv. met
bouillon of
water
2 Het vlees niet eerst
aanbraden
08 Lamsbout, doorbak-
ken
zonder been, gekruid
Braadpan met dek-
sel
Gewicht van het
vlees
Bodem van
de braadpan
bedekken,
eventueel tot
250g groen-
te toevoegen
2 Het vlees niet eerst
aanbraden
09 Gebraden kalfsvlees,
mager
bijv. lendestuk of fri-
candeau
Braadpan met dek-
sel
Gewicht van het
vlees
Bodem van
de braadpan
bedekken,
eventueel tot
250g groen-
te toevoegen
2 Het vlees niet eerst
aanbraden
10 Gebraden varkensnek
zonder been, gekruid
Braadpan met gla-
zen deksel
Gewicht van het
vlees
Bodem van
de braadpan
bedekken,
eventueel tot
250g groen-
te toevoegen
2 Het vlees niet eerst
aanbraden
nl Kinderslot
16
11.3 Gerecht voor programma voorbereiden
Gebruik verse levensmiddelen, het best op koelkast-
temperatuur.
1. Het gerecht wegen.
Het gewicht van het gerecht is nodig om het pro-
gramma juist in te stellen.
2. Het gerecht in de vorm doen.
3. De vorm op het rooster plaatsen.
Plaats de vorm altijd in de onverwarmde binnen-
ruimte.
11.4 Programma instellen
Het apparaat kiest het optimale verwarmingstype, de
temperatuur en de duur. U hoeft alleen het gewicht in
te stellen.
Opmerkingen
¡Het gewicht kunt u alleen in het daarvoor bestemde
bereik instellen.
¡Na de programmastart kunt u het programma en
het gewicht niet meer veranderen.
1. Programma's ⁠ met de functiekeuzeknop instellen.
2. De temperatuurknop blijft op de nulstand ⁠.
3. Het gewenste programma met de toets ⁠ of ⁠ in-
stellen.
4. Op de toets ⁠ drukken.
5. Het gewicht van uw gerecht met de toets ⁠ of ⁠ in-
stellen. Altijd op het volgende hogere gewicht instel-
len.
Het display toont de berekende tijdsduur. De
tijdsduur kan niet worden gewijzigd.
Bij sommige programma's kan het einde met de
toets ⁠ worden verschoven.
→"Einde instellen", Pagina14
Om het programma te wijzigen, op de toets ⁠
drukken.
aNa enkele seconden start het programma en de
tijdsduur loopt af.
aAls het programma is beëindigd, weerklinkt een sig-
naal en op het display staat de tijdsduur op nul.
6. Als het programma is beëindigd:
Om het signaal vroegtijdig te beëindigen, op een
willekeurige toets drukken.
Om een duur voor het nagaren in te stellen, op
de toets ⁠ drukken. Het apparaat warmt verder
op met de instelling van het programma.
Als uw gerecht klaar is, het apparaat uitschake-
len.
12  Kinderslot
Beveilig uw apparaat, zodat kinderen het niet per onge-
luk inschakelen of instellingen eraan kunnen wijzigen.
Opmerking:Of het kinderslot kan worden ingesteld,
kunt u in de basisinstellingen →Pagina16 instellen.
12.1 Kinderslot activeren en deactiveren
Vereiste:De functiekeuzeknop staat op de nulstand ⁠.
Om het kinderslot te activeren, de knop ⁠ inge-
drukt houden, tot in het display ⁠ verschijnt.
Om het kinderslot te deactiveren, de toets ⁠
ingedrukt houden tot op het display ⁠ dooft.
13  Basisinstellingen
U kunt de basisinstellingen van uw apparaat volgens uw wensen instellen.
13.1 Overzicht van de basisinstellingen
Hier vindt u een overzicht van de basis- en fabrieksinstellingen. De basisinstellingen zijn afhankelijk van de uitvoering
van uw apparaat.
Indicatie Basisinstelling Keuze
⁠ ⁠ Signaalduur na het verstrijken van een tijds-
duur of wekkertijd
⁠ = 10 seconden
⁠ = 30 seconden1
⁠ = 2 minuten
⁠ ⁠ Wachttijd totdat een instelling is overgeno-
men
⁠ = 3 seconden1
⁠ = 6 seconden
⁠ = 10 seconden
⁠ ⁠ Toetssignaal bij het indrukken van een toets ⁠ = uit
⁠ = aan1
⁠ ⁠ Helderheid van de displayverlichting ⁠ = donker
⁠ = gemiddeld1
⁠ = helder
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaattype afwijken)
2Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Reiniging en onderhoud nl
17
Indicatie Basisinstelling Keuze
⁠ ⁠ Indicatie van de tijd ⁠ = tijdsweergave uit
⁠ = tijd weergeven1
⁠ ⁠ Kinderslot instelbaar ⁠ = nee
⁠ = ja1
⁠ = ja, met deurvergrendeling
⁠ ⁠ Verlichting van de binnenruimte bij gebruik ⁠ = nee
⁠ = ja1
⁠ ⁠ Nalooptijd van de koelventilator ⁠ = kort
⁠ = gemiddeld1
⁠ = lang
⁠ = extra lang
⁠ ⁠ Telescooprails achteraf aangebracht2⁠ = nee1 (bij rekjes en enkelvoudig uittreksysteem)
⁠ = ja (bij 2- en 3-voudig uittreksysteem)
⁠ ⁠ Alle waarden naar de fabrieksinstelling terug-
zetten
⁠ = nee1
⁠ = ja
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaattype afwijken)
2Afhankelijk van de apparaatuitvoering
13.2 Basisinstelling wijzigen
Vereiste:Het apparaat is uitgeschakeld.
1. De toets ⁠ ca. 4seconden lang ingedrukt houden.
aOp het display verschijnt de eerste basisinstelling,
bijv. ⁠ ⁠ ⁠.
2. De instelling met de toets ⁠ of ⁠ wijzigen.
3. Met de toets ⁠ naar de volgende basisinstelling
gaan.
4. Om wijzigingen op te slaan, de toets ⁠ ca. 4secon-
den lang ingedrukt houden.
Opmerking:Na een stroomonderbreking blijven de in-
gevoerde wijzigingen van de basisinstellingen behou-
den.
13.3 Het wijzigen van de basisinstellingen
afbreken
De functiekeuzeknop draaien.
aAlle wijzigingen werden verworpen en niet opgesla-
gen.
14  Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er
voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.
14.1 Reinigingsmiddelen
Gebruik om de verschillende oppervlakken van het ap-
paraat niet te beschadigen geen ongeschikte reini-
gingsmiddelen.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een elektrische schok ver-
oorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken
om het apparaat te reinigen.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen beschadigen de op-
pervlakken van het apparaat.
Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen ge-
bruiken.
Geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen ge-
bruiken.
Geen harde schuursponsjes of afwassponsjes ge-
bruiken.
Geen speciale reinigingsmiddelen gebruiken voor
de warmtereiniging.
Gebruik van ovenreiniger in de warme binnenruimte
leidt tot beschadiging van het email.
Gebruik nooit ovenreiniger in de warme binnenruim-
te.
Vóór het opnieuw opwarmen de resten uit de bin-
nenruimte en van de apparaatdeur volledig verwijde-
ren.
Nieuwe vaatdoekjes bevatten resten van de productie.
Nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik grondig uit-
wassen.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Gebruik alleen geschikte schoonmaakmiddelen voor
de verschillende oppervlakken van uw apparaat.
Houd de handleiding aan bij het reinigen van het appa-
raat.
→"Apparaat schoonmaken", Pagina19
nl Reiniging en onderhoud
18
Voorzijde van het apparaat
Oppervlak Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
RVS ¡Warm zeepsop
¡Speciale RVS-verzor-
gingsmiddelen voor
warme oppervlakken
Om corrosie te voorkomen kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken op
roestvrijstalen oppervlakken onmiddellijk verwijderen.
Verzorgingsmiddel voor roestvaststaal dun aanbrengen.
Kunststof of ge-
lakte oppervlak-
ken
bijv. bedienings-
paneel
¡Warm zeepsop Gebruik geen glasreiniger of schraper voor vitrokeramische kook-
plaat.
Apparaatdeur
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Ruiten van de
deur
¡Warm zeepsop Gebruik geen schraper of rvs-schuursponsje gebruiken.
Tip:Voor een grondige reiniging de deurruiten demonteren.
→"Apparaatdeur", Pagina21
Deurafscherming ¡Van roestvaststaal:
RVS-reiniger
¡Van kunststof:
Warm zeepsop
Gebruik geen glasreiniger of schraper voor vitrokeramische kook-
plaat.
Tip:Voor een grondige reiniging de deurafscherming verwijderen.
→"Apparaatdeur", Pagina21
Deurgreep ¡Warm zeepsop Om vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden te voorkomen,
het ontkalkingsmiddel direct van de deurgreep verwijderen.
Deurafdichting ¡Warm zeepsop Niet afnemen en niet schuren.
Binnenruimte
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Emaillen opper-
vlakken
¡Warm zeepsop
¡Azijnwater
¡Ovenreiniger
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons.
Om de binnenruimte na het reinigen te drogen de deur van het ap-
paraat open laten.
Tip:Gebruik bij voorkeur de reinigingsfunctie.
→"Zelfreiniging ", Pagina19
Opmerkingen
¡Email wordt bij zeer hoge temperaturen ingebrand, waardoor er
kleine kleurverschillen ontstaan. De werking van het apparaat
wordt niet beïnvloed.De werking van het apparaat wordt niet beïn-
vloed.
¡De smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd en kunnen ruw zijn. De bescherming tegen corrosie
blijft hierbij intact.
¡Door resten van levensmiddelen ontstaat er een witte afzetting op
de emaillen oppervlakken. Deze aanslag is niet schadelijk voor
de gezondheid. De werking van het apparaat wordt niet beïn-
vloed.De werking van het apparaat wordt niet beïnvloed. U kunt
de aanslag met citroenzuur verwijderen.
Glazen kapje van
de ovenlamp
¡Warm zeepsop Gebruik bij sterke verontreiniging ovenreiniger.
Rekjes ¡Warm zeepsop Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel of RVS-spiraalspons.
Tip:Voor het reinigen de rekjes verwijderen.
→"Rekjes", Pagina21
Zelfreiniging  nl
19
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Telescoopsys-
teem
¡Warm zeepsop Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel.
Om het smeervet niet te verwijderen, kunt u de telescooprails het
beste in ingeschoven toestand reinigen.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Tip:Voor het reinigen het telescoopsysteem verwijderen.
→"Rekjes", Pagina21
Accessoires ¡Warm zeepsop
¡Ovenreiniger
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons.
Geëmailleerde accessoires kunnen in de vaatwasser worden ge-
daan.
Waterreservoir ¡Warm zeepsop Met een zachte doek wassen en drogen.
De waterschaal is geschikt voor de vaatwasser.
Gebruik geen harde, metalen of scherpe voorwerpen of agressieve
reinigingsmiddelen.
→"Bereiding met stoom", Pagina12
14.2 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Vereiste:De instructies voor het gebruik van de reini-
gingsmiddelen aanhouden.
→"Reinigingsmiddelen", Pagina17
1. Het apparaat met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
reinigingsmiddelen gebruiken.
→"Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina17
2. Drogen met een zachte doek.
15  Zelfreiniging
Met de reinigingsfunctie Zelfreiniging reinigt de bin-
nenruimte zichzelf vrijwel automatisch.
Reinig de binnenruimte om de 2 tot 3 maanden met de
reinigingsfunctie. U kunt de reinigingsfunctie desge-
wenst vaker gebruiken. De reinigingsfunctie heeft ca.
2,5-4,8 kilowattuur nodig.
15.1 Apparaat voor de reinigingsfunctie
voorbereiden
Om een goed reinigingsresultaat te verkrijgen, dient u
het apparaat zorgvuldig voor te bereiden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden
bewaard kunnen vlam vatten.
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de binnen-
ruimte.
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet het ap-
paraat worden uitgeschakeld of de stekker uit het
stopcontact worden gehaald en moet de deur ge-
sloten worden gehouden om eventueel optredende
vlammen te doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
de reiniging vlam vatten.
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit de bin-
nenruimte voordat de reiniging start.
Toebehoren nooit meereinigen.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tijdens
het reinigen.
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoe-
ken, aan de deurgreep hangen.
Voorkant van het apparaat vrijhouden.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt grote hitte in
het bereik van de deur.
De dichting niet schuren en niet afnemen.
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken.
1. Haal de toebehoren en vormen uit de binnenruimte.
2. De rekjes losmaken en uit de binnenruimte nemen.
→"Rekjes", Pagina21
3. Verwijder grove verontreiniging uit de binnenruimte.
4. De binnenkant van de apparaatdeur en de randop-
pervlakken bij de deurafdichting met zeepsop en
een zachte doek reinigen.
De deurafdichting niet afnemen en niet schuren.
nl Reinigingsondersteuning humidClean
20
Verwijder sterke verontreinigingen op de binnenruit
met ovenreiniger.
5. Voorwerpen uit de binnenruimte halen. De binnen-
ruimte moet leeg zijn.
15.2 Reinigingsfunctie instellen
Ventileer de keuken zolang de reinigingsfunctie loopt.
WAARSCHUWING‒Kans op gevaar voor de
gezondheid!
De reinigingsfunctie warmt de binnenruimte tot een
heel hoge temperatuur op zodat resten van braden,
grillen en bakken verbranden. Hierbij komen dampen
vrij die tot irritaties van de slijmvliezen kunnen leiden.
Tijdens de reinigingsfunctie de keuken grondig ven-
tileren.
Niet gedurende langere tijd in de ruimte verblijven.
Kinderen en huisdieren uit de buurt houden.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
De binnenruimte wordt zeer heet tijdens het reinigen.
Nooit de apparaatdeur openen.
Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tij-
dens het reinigen.
Nooit de apparaatdeur aanraken.
Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Opmerking:De ovenlamp brandt tijdens de reinigings-
functie niet.
Vereiste:Het apparaat voor de reinigingsfunctie voor-
bereiden. →Pagina19
1. Zelfreiniging ⁠ met de functiekeuzeknop instellen.
2. De reinigingsstand met de temperatuurkeuzeknop
instellen.
Reinigings-
stand
Mate van rei-
niging
Duur in uren
1 Licht Ca. 1:15
2 Gemiddeld Ca. 1:30
3 Hoog Ca. 2:00
Bij sterkere of oudere verontreiniging een hogere
reinigingsstand kiezen.
De tijdsduur kan niet worden gewijzigd.
aNa enkele seconden start de reinigingsfunctie en de
tijdsduur verstrijkt.
aVoor uw veiligheid vergrendelt de apparaatdeur van-
af een bepaalde temperatuur in de binnenruimte.
Op het display verschijnt ⁠.
aAls de reinigingsfunctie is beëindigd, weerklinkt een
signaal en op het display staat de tijdsduur op nul.
3. Het apparaat uitschakelen.
Als het apparaat voldoende is afgekoeld, ontgren-
delt de apparaatdeur en ⁠gaat uit.
4. Het apparaat gebruiksklaar maken. →Pagina20
15.3 Apparaat na de reinigingsfunctie
gebruiksklaar maken
1. Laat het apparaat afkoelen.
2. Achtergebleven as in de binnenruimte en bij de ap-
paraatdeur afnemen met een vochtig doekje.
3. Witte aanslag met citroenzuur verwijderen.
Opmerking:Witte aanslag op de emailvlakken kan
door te grove verontreinigingen ontstaan. Deze le-
vensmiddelresten zijn ongevaarlijk. De aanslag heeft
geen nadelige invloed op de werking van het appa-
raat.
4. De rekjes inhangen.
→"Rekjes", Pagina21
16  Reinigingsondersteuning humidClean
De reinigingsondersteuning is een snel alternatief voor
de reiniging van de binnenruimte tussendoor. De reini-
gingsondersteuning maakt verontreinigingen door het
verdampen van zeepsop los. Verontreinigingen kunnen
vervolgens gemakkelijker worden verwijderd.
16.1 Reinigingsondersteuning instellen
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Door water in de hete binnenruimte kan hete water-
damp ontstaan.
Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
Vereiste:De binnenruimte is volledig afgekoeld.
1. Verwijder de accessoires uit de binnenruimte.
2. 0,4l water met een druppel afwasmiddel mengen
en in het midden op de bodem van de binnenruimte
gieten.
Gebruik geen gedestilleerd water.
3. De verwarmingsmethode Onderwarmte ⁠ met de
functiekeuzeknop instellen.
4. 80°C met de temperatuurknop instellen.
5. Op de toets ⁠ drukken tot op het display ⁠ is ge-
markeerd.
6. De duur met de toets ⁠ of ⁠ op 4 minuten instellen.
aNa enkele seconden begint het apparaat op te war-
men en de duur verstrijkt.
aAls de tijdsduur verstreken is, klinkt een signaal en
op het display staat de tijdsduur op nul.
7. Het apparaat uitschakelen en de binnenruimte ca.
20 minuten laten afkoelen.
16.2 Binnenruimte nareinigen
LET OP!
Wanneer er langere tijd vocht aanwezig is in de binnen-
ruimte ontstaat er corrosie.
Na de reinigingsondersteuning de binnenruimte uit-
vegen en volledig laten drogen.
Vereiste:De binnenruimte is afgekoeld.
1. De deur van het apparaat openen en het restwater
met een goed opnemende sponsdoek opnemen.
2. Gladde oppervlakken in de binnenruimte schoonma-
ken met een schoonmaakdoekje of zachte borstel.
Verwijder hardnekkige resten met een schuurspons-
je van roestvrij staal.
Rekjes nl
21
3. Kalkranden verwijderen met een in azijn gedrenkte
doek. Vervolgens met helder water afnemen en
droogwrijven met een zachte doek, ook onder de
deurdichting.
4. Als de binnenruimte voldoende is gereinigd:
Om de binnenruimte te laten drogen, de deur
van het apparaat in grendelstand (ca. 30°) ca.1
uur openen.
Om de binnenruimte snel te drogen, het appa-
raat met een geopende deur ca.5 minuten met
3Dhetelucht ⁠ en 50°C opwarmen.
17  Rekjes
Om de rekjes en de binnenruimte te reinigen of om de
rekjes te wisselen, kunnen deze worden verwijderd.
17.1 Rekjes verwijderen
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
De rekjes worden heel heet
Nooit de hete rekjes aanraken.
Het apparaat altijd laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
1. Het rekje aan de voorkant licht optillen ⁠ en losma-
ken ⁠.
2. Het rekje naar voren trekken ⁠ en verwijderen.
3. Het rekje reinigen.
→"Reinigingsmiddelen", Pagina17
17.2 Rekjes inhangen
Opmerkingen
¡De rekjes passen alleen links of rechts.
¡Let er bij beide telescooprails op dat deze naar vo-
ren uitgeschoven kunnen worden.
1. Het rekje in het midden van de achterste bus steken
⁠, tot het rekje aansluit op de wand van de binnen-
ruimte en naar achteren drukken ⁠.
2. Het rekje in de voorste bus steken ⁠, tot het rekje
aansluit op de wand van de binnenruimte en vervol-
gens naar beneden duwen ⁠.
3
4
18  Apparaatdeur
Om ervoor te zorgen dat uw apparaat lang mooi blijft
en goed blijft werken, kunt u de deur van het apparaat
er uit halen en reinigen.
18.1 Apparaatdeur verwijderen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kunnen
scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
1. De apparaatdeur helemaal openen en in de richting
van het apparaat drukken.
nl Apparaatdeur
22
2. WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, kunnen
ze met grote kracht dichtklappen.
Let erop dat de blokkeerhendels altijd helemaal
dichtgeklapt zijn, resp. bij het verwijderen van de
apparaatdeur helemaal opengeklapt.
De blokkeerhendel op het linker en rechter schar-
nier opklappen.
Blokkeerhendel opge-
klapt
Het scharnier is bevei-
ligd en kan niet dicht-
klappen.
Blokkeerhendel dichtge-
klapt
De apparaatdeur is be-
veiligd en kan niet wor-
den verwijderd.
aDe blokkeerhendels zijn opgeklapt. De scharnieren
zijn beveiligd en kunnen niet dichtklappen.
3. De apparaatdeur tot aan de aanslag sluiten ⁠. De
apparaatdeur met beide handen links en rechts
vastpakken en er naar boven uit trekken ⁠.
4. De apparaatdeur voorzichtig op en vlakke onder-
grond leggen.
18.2 Apparaatdeur inhangen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, kunnen ze
met grote kracht dichtklappen.
Let erop dat de blokkeerhendels altijd helemaal
dichtgeklapt zijn, resp. bij het verwijderen van de ap-
paraatdeur helemaal opengeklapt.
1. Opmerking:Let erop dat u de apparaatdeur zonder
weerstand op de scharnieren schuift. Wanneer u
een weerstand merkt, controleer dan of u bij de juis-
te opening inschuift.
De apparaatdeur recht op de beide scharnieren
schuiven. De deur van het apparaat tot aan de aan-
slag schuiven.
2. Met beide handen boven links en rechts op de
deurafdekking drukken, om te controleren of de ap-
paraatdeur tot de aanslag is ingeschoven.
3. De apparaatdeur helemaal openen.
4. De blokkeerhendel op linker en rechter scharnier
dichtklappen.
aDe blokkeerhendels zijn dichtgeklapt. De apparaat-
deur is beveiligd en kan niet worden verwijderd.
5. De apparaatdeur sluiten.
18.3 Ruit van de deur verwijderen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
Apparaatdeur nl
23
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kunnen
scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
1. De apparaatdeur een beetje openen.
2. De deurafdekking links en rechts van buiten druk-
ken ⁠, tot deze losklikt.
3. De deurafdekking verwijderen ⁠.
4. De deurafdekking reinigen.
→"Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina17
5. De linker en rechter schroef op de apparaatdeur
losdraaien ⁠ en verwijderen
6. Een vaatdoek die meerdere keren is samengevou-
wen tussen de apparaatdeur klemmen. De voorruit
er naar boven uittrekken ⁠.
7. De voorruit met de greep naar onderen op een vlak-
ke ondergrond leggen.
8. De tussenruit met één hand tegen het apparaat
drukken en tegelijkertijd de linker en rechter hou-
ders ⁠ naar boven drukken. De houders ⁠ niet ver-
wijderen.
9. De tussenruit uitnemen.
10. WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaat-
deur zitten, kan dit barsten.
Gebruik geen scherp of schurend reinigingsmid-
del of scherpe metalen schraper voor het reini-
gen van het glas van de ovendeur omdat dit het
oppervlak kan beschadigen.
De gedemonteerde ruiten van beide zijden met glas-
reiniger en een zachte doek reinigen.
11. De apparaatdeur reinigen.
→"Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina17
12. De deurruiten drogen en weer inbouwen.
→"Deurruiten aanbrengen", Pagina23
18.4 Deurruiten aanbrengen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kunnen
scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
1. De tussenruit draaien, totdat de pijl ⁠ rechts boven
is.
2. De tussenruit onder in de houder ⁠ inbrengen ⁠ en
aan de bovenkant aandrukken en vasthouden.
3. De linker en rechter houder ⁠ naar beneden druk-
ken totdat de binnenruit is ingeklemd ⁠.
4. De voorste ruit onder in de linker en rechter houder
⁠ inhangen ⁠.
nl Storingen verhelpen
24
5. De voorste ruit tegen het apparaat drukken, tot de
linker en rechter haken ⁠ tegenover de opname ⁠
liggen ⁠.
6. De voorste ruit onder aandrukken ⁠, totdat deze
hoorbaar vastklikt.
7. De apparaatdeur een beetje openen en de vaatdoek
verwijderen.
8. De beide schroeven links en rechts op de apparaat-
deur vastdraaien.
9. De deurafdekking aanbrengen en aandrukken ⁠, tot
deze hoorbaar inklikt.
10. De apparaatdeur sluiten.
Opmerking:De binnenruimte pas gebruiken wanneer
de ruiten naar behoren zijn ingebouwd.
19  Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
het apparaat uitvoeren.
Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
raties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat wordt beschadigd,
moet het door geschoold vakpersoneel worden ver-
vangen.
19.1 Functiestoringen
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Apparaat werkt niet. De zekering in de zekeringenkast is in werking getreden.
Controleer de zekering in de meterkast.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
Het apparaat warmt
niet op, op het dis-
play knippert de dub-
bele punt.
Demomodus is geactiveerd.
1. Haal de stroom kortstondig van het apparaat door de zekering in de meterkast uit en op-
nieuw in te schakelen.
2. Deactiveer de demomodus binnen 5 minuten door de basisinstelling ⁠ ⁠ in de waarde ⁠
te wijzigen.
→"Basisinstellingen", Pagina16
Apparaatdeur kan
niet worden geopend,
op het display brandt
⁠.
Kinderslot vergrendelt de apparaatdeur.
Deactiveer het kinderslot met de toets ⁠.
→"Kinderslot", Pagina16
Apparaatdeur kan
niet worden geopend,
op het display brandt
⁠.
Reinigingsfunctie vergrendelt de apparaatdeur.
Het apparaat laten afkoelen tot op het display ⁠ uitgaat.
→"Zelfreiniging ", Pagina19
Op het display knip-
pert de tijd.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Stel de tijd opnieuw in.
→"Tijd instellen", Pagina14
Storingen verhelpen nl
25
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Tijd verschijnt niet op
het display als het
apparaat is uitge-
schakeld.
Basisinstelling werd gewijzigd.
Wijzig de basisinstelling voor de tijdindicatie.
→"Basisinstellingen", Pagina16
Op het display brandt
⁠ en het apparaat
kan niet worden inge-
steld.
Kinderslot is geactiveerd.
Deactiveer het kinderslot met de toets ⁠.
→"Kinderslot", Pagina16
Op het display knip-
pert ⁠ en het appa-
raat start niet.
Binnenruimte is te heet voor de gekozen modus.
1. Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen.
2. Start de werking opnieuw.
Op het display ver-
schijnt ⁠ ⁠.
Maximale gebruiksduur is bereikt. Om een ongewilde permanente werking te vermijden,
stopt het apparaat na meerdere uren automatisch met op te warmen als de instellingen on-
veranderd zijn.
Schakel het apparaat uit.
U kunt zo nodig opnieuw instellen.
Tip:Om te voorkomen dat het apparaat ongewenst uitschakelt, bijv. bij zeer lange berei-
dingstijden, kunt u een tijdsduur instellen.
→"Tijdfuncties", Pagina13
Op het display ver-
schijnt een melding
met ⁠, bijv. ⁠ ⁠ ⁠- ⁠ ⁠.
Elektronicastoring
1. Druk op de toets ⁠.
Indien nodig stelt u de tijd opnieuw in.
aAls de storing eenmalig was, verdwijnt de foutmelding.
2. Als de foutmelding opnieuw verschijnt, neemt u contact op met de servicedienst. Geef
de exacte foutmelding en het E-nr. van uw apparaat op.
→"Servicedienst", Pagina26
19.2 Ovenlamp vervangen
Wanneer de verlichting in de oven is uitgevallen, ver-
vang dan de ovenlamp.
Opmerking:Hittebestendige 230V-halogeenlampen,
40 watt, kunt u verkrijgen bij de servicedienst of in spe-
ciaalzaken. Gebruik uitsluitend originele lampen. Pak
nieuwe halogeenlampen uitsluitend beet met een scho-
ne, droge doek. Hierdoor wordt de levensduur van de
lamp verlengd.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Bij vervanging van de lamp staan de contacten van de
lampfitting onder stroom.
Zorg er vóór het vervangen van de lamp voor dat
het apparaat is uitgeschakeld, om een mogelijke
elektrische schok te voorkomen.
Tevens de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Vereisten
¡Het apparaat moet zijn losgekoppeld van de voe-
dingsspanning.
¡De binnenruimte is afgekoeld.
¡Een nieuwe halogeenlamp ter vervanging is beschik-
baar.
1. Leg een theedoek in de binnenruimte om beschadi-
ging te voorkomen.
2. Het glazen kapje er naar links uitdraaien ⁠.
3. Trek de halogeenlamp zonder te draaien er uit ⁠.
4. De nieuwe halogeenlamp plaatsen en stevig in de
fitting drukken.
Let op de stand van de pinnen van de halogeen-
lamp.
5. Afhankelijk van het type apparaat is het glazen kap-
je voorzien van een afdichtring. De afdichtring plaat-
sen.
6. Het glazen kapje erin schroeven.
7. Verwijder de theedoek uit de binnenruimte.
8. Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet.
nl Afvoeren
26
20  Afvoeren
Wij leggen u hier uit hoe u afgedankte apparaten op de
juiste manier afvoert.
20.1 Afvoeren van uw oude apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen opnieuw worden gebruikt.
1. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trek-
ken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Voer het apparaat milieuvriendelijk af.
Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor
kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.
Dit apparaat is gekenmerkt in over-
eenstemming met de Europese richt-
lijn 2012/19/EU betreffende afge-
dankte elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and elec-
tronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor
de in de EU geldige terugneming en
verwerking van oude apparaten.
21  Servicedienst
Als u vragen hebt over het gebruik, een storing aan het
apparaat niet zelf kunt verhelpen of als het apparaat
moet worden gerepareerd, neem dan contact op met
onze servicedienst.
Gedetailleerde informatie over de garantieperiode en
garantievoorwaarden in uw land kunt u opvragen bij
onze servicedienst, uw dealer of op onze website.
Als u contact opneemt met de servicedienst, hebt u het
productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD)
van het apparaat nodig.
De contactgegevens van de servicedienst vindt u in de
meegeleverde servicedienstlijst of op onze website.
Dit product bevat lichtbronnen van energieklasse G.
21.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het productienummer
(FD) vindt u op het typeplaatje van het apparaat.
Het typeplaatje met de nummers vindt u wanneer u de
apparaatdeur opent.
Om uw apparaatgegevens en de servicedienst-tele-
foonnummers snel terug te kunnen vinden, kunt u de
gegevens noteren.
22  Zo lukt het
Voor verschillende gerechten vindt u hier de bijpassen-
de instellingen alsmede de beste accessoires en vor-
men. Wij hebben het advies optimaal op uw apparaat
afgestemd.
22.1 Aanwijzingen voor de bereiding
Houd deze informatie aan bij het bereiden van gerech-
ten.
¡Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en het recept. Daarom zijn er instelbe-
reiken aangegeven. Probeer het eerst met de lagere
waarden.
¡De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Schuif
de accessoire pas na het voorverwarmen in de bin-
nenruimte.
¡Verwijder niet gebruikte accessoires uit de binnen-
ruimte.
22.2 Aanwijzingen voor het bakken
Gebruik bij het bakken de aangegeven inschuifhoog-
tes.
Bakken op één niveau Hoogte
hoog gebak of vorm op het rooster 2
plat gebak resp. op bakplaat 3
Bakken op twee niveaus Hoogte
Braadslede
Bakplaat
3
1
Vormen op het rooster:
eerste rooster
tweede rooster
Hoogte
3
1
Bakken op drie niveaus Hoogte
Bakplaat
Braadslede
Bakplaat
5
3
1
Opmerkingen
¡Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus hete
lucht. Gebak dat gelijktijdig in de oven worden ge-
plaatst, hoeft niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Zo lukt het nl
27
¡Plaats de vormen naast elkaar of verspringend bo-
ven elkaar in de binnenruimte.
¡Voor een optimaal bereidingsresultaat raden wij u
aan donkere bakvormen van metaal te gebruiken.
22.3 Aanwijzingen voor het braden en
grillen
De instelwaarden gelden voor ongevuld vlees, braad-
klaar gevogelte en vlees en vis op koelkasttempera-
tuur, die in de onverwarmde binnenruimte worden ge-
plaatst.
¡Hoe groter het gevogelte, het vlees of de vis, des te
lager de temperatuur en des te langer de berei-
dingstijd.
¡Gevogelte, vlees en vis na ca. 1/2 tot 2/3 van de
opgegeven tijd keren.
¡Voeg wat vloeistof toe aan het gevogelte in de
vorm. De bodem van de vorm dient ca. 1-2 cm be-
dekt te zijn.
¡Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de
borstzijde resp. de kant van het vel onder ligt.
Braden en grillen op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk
¡Giet afhankelijk van de grootte en het soort product
tot 1/2liter water in de braadslede.
Van dit opgevangen braadvocht kunt u een saus be-
reiden. Er ontstaat dan ook minder rook en de bin-
nenruimte wordt minder verontreinigd.
¡Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen ge-
sloten.
Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
¡Leg het te grillen stuk op het rooster. Plaats boven-
dien de braadslede, met de schuine kant naar de
apparaatdeur, ten minste één inschuifhoogte eron-
der. Zo wordt afdruipend vet opgevangen.
Braden in vormen
Bij de bereiding in gesloten vormen blijft de binnen-
ruimte schoner.
Houd de aanwijzingen van de fabrikant van de braad-
vorm aan. Vormen van glas zijn het meest geschikt.
Open vorm
¡Gebruik een hoge braadvorm.
¡De vorm op het rooster plaatsen.
¡Wanneer u geen geschikte vorm heeft, kunt u de
braadslede gebruiken.
Gesloten vorm
¡De vorm op het rooster plaatsen.
¡Vlees, gevogelte en vis kunnen ook in een gesloten
braadslede knapperig worden. Gebruik daarvoor
een braadslede met glazen deksel. Stel een hogere
temperatuur in.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer hete vormen van glas op een koude of natte
ondergrond worden geplaatst, kan het glas barsten.
Plaats hete glazen vormen op een droge onderzet-
ter.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Bij het openen van het deksel na het bereiden kan zeer
hete stoom ontsnappen. Stoom is afhankelijk van de
temperatuur niet altijd zichtbaar.
Til het deksel zo op, zodat de hete stoom weg van
het lichaam kan ontsnappen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
22.4 Selectie van gerechten
Voedingswaar Accessoires / vormen Inschuif-
hoogte
Verwar-
mings-
metho-
de
Temperatuur
in °C / grill-
stand
Tijdsduur in
min.
Cake, fijn Langwerpige bakvorm 2 ⁠ 150-170 60-80
Cake, 2 niveaus Langwerpige bakvorm 3+1 ⁠ 140-150 70-85
Vruchten- of kwarktaart met bodem van
zandtaartdeeg
Springvorm Ø26cm 2 ⁠ 170-190 55-80
Biscuittaart, 3 eieren Springvorm Ø28cm 2 ⁠ 150-160130-40
Cakerol Bakplaat 3 ⁠ 180-200110-15
Zandtaartdeeggebak met vochtige be-
dekking
Braadslede 2 ⁠ 160-180 55-95
Gebak van gistdeeg met vochtige be-
dekking
Braadslede 3 ⁠ 180-200 30-55
Muffins Muffinplaat op het roos-
ter
2 ⁠ 170-190 20-40
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 1/2 - 2/3 van de totale tijd keren.
3In het begin vloeistof in de vorm doen, gebraad moet minstens voor 2/3 in vloeistof liggen
4Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
5Keer het voedsel niet. Bedek de bodem met water.
6De braadslede onder het rooster inschuiven.
nl Zo lukt het
28
Voedingswaar Accessoires / vormen Inschuif-
hoogte
Verwar-
mings-
metho-
de
Temperatuur
in °C / grill-
stand
Tijdsduur in
min.
Klein gebak van gistdeeg Bakplaat 3 ⁠ 150-170 20-30
Koekjes Bakplaat 3 ⁠ 140-160 15-25
Koekjes, 2 of 3niveaus Braadslede
Bakplaat
3+1
5+3+1
⁠ 140-160 15-25
Brood, 1000 g (in rechthoekige vorm,
op de plaat)
Braadslede
Langwerpige bakvorm
2 ⁠ 200-220 35-50
Pizza, vers Bakplaat 3 ⁠ 190-210 20-30
Pizza, vers, dunne bodem Ronde pizzaplaat 2 ⁠ 250-27018-13
Quiche Taartvorm 2 ⁠ 190-210 25-35
Ovenschotel, hartig, gegaarde ingredi-
ënten.
Ovenschaal 2 ⁠ 200-220 30-60
Kip, 1,3 kg, ongevuld Open vorm 2 ⁠ 200-220 60-70
Kleine kipdelen, à 250g Open vorm 3 ⁠ 220-230 30-35
Gans, niet gevuld, 3kg Open vorm 2 ⁠ 1. 140
2. 160
1. 130-140
2. 50-60
Gebraden varkensvlees zonder
zwoerd, bijv. halsstuk, 1,5kg
Open vorm 2 ⁠ 160-170 150-160
Runderfilet, medium, 1kg Rooster
Braadslede
3 ⁠ 210-220 40-502
Gestoofd rundvlees, 1,5kg Gesloten servies 2 ⁠ 200-220 130-1503
Rosbief, medium, 1,5kg Rooster
Braadslede
3 ⁠ 200-220 60-702
Burger, 3-4cm hoog Rooster 4 ⁠ 3 25-304
Lamsbout zonder been, medium, 1,0
kg
Open vorm 2 ⁠ 170-190 70-805
Vis, gegrild, heel, 300g, bijv. forel Rooster 2 ⁠ 160-180 20-306
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 1/2 - 2/3 van de totale tijd keren.
3In het begin vloeistof in de vorm doen, gebraad moet minstens voor 2/3 in vloeistof liggen
4Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
5Keer het voedsel niet. Bedek de bodem met water.
6De braadslede onder het rooster inschuiven.
22.5 Bereiding met stoom
Als u de bereiding met stoom gebruikt, ontstaat er stoom in de binnenruimte. Zo krijgt het levensmiddel een knappe-
rige korst en een glanzend oppervlak. Bovendien wordt het levensmiddel zacht en sappig binnenin en zijn volume
wordt slechts minimaal gereduceerd.
Insteladvies voor koken met stoom
Plaats de watertank altijd met de aanbevolen hoeveelheid water op het apparaat.
Gerecht Accessoires / vor-
men
Inschuif-
hoogte
Waterhoe-
veelheid in
ml
Verwar-
mings-
metho-
de
Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur
in min.
Witbrood, 750 g Bakplaat 2 100 ⁠ 1. 220
2. 180
1. 15
2. 25-35
Brood, 1000 g (in rechthoekige
vorm en op de plaat)
Bakplaat 2 100 ⁠ 1. 220
2. 180
1. 15
2. 40-50
Plat rond brood Bakplaat 3 150 ⁠ 230-240 20-30
Broodjes, vers Bakplaat 3 100 ⁠ 180-190 25-30
1Het apparaat, met de met water gevulde kom voorverwarmen.
Zo lukt het nl
29
Gerecht Accessoires / vor-
men
Inschuif-
hoogte
Waterhoe-
veelheid in
ml
Verwar-
mings-
metho-
de
Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur
in min.
Afbakbroodjes of -stokbrood,
voorgebakken1
Rooster 3 100 ⁠ 190-200 8-10
Broodjes, zoet, vers1Bakplaat 3 100 ⁠ 190-200 10-15
Gebak van gistdeeg in de spring-
vorm
Springvorm
Ø28cm
2 100 ⁠ 150-160 35-45
Broodvlecht/savarin Bakplaat 2 100 ⁠ 150-160 30-40
Klein gebak van gistdeeg Bakplaat 2 100 ⁠ 160-170 25-35
Diepvriespizza, dunne bodem, 1
stuks
Rooster 2 100 ⁠ 190-200 15-20
Ovenschotel hartig, van gegaarde in-
grediënten, hoogte max. 5 cm
Open vorm 2 150 ⁠ 170-180 35-45
Kleine kipdelen, à 250g Open vorm 2 150 ⁠ 220-230 30-40
Kip, 1,3 kg, ongevuld Open vorm 2 200 ⁠ 200-220 65-75
Gebraden varkensvlees (nek) 1,5kg Open vorm 2 250 ⁠ 160-180 130-150
Vis, gebraden, heel 300g, bijv. forel Open vorm 2 100 ⁠ 180-190 25-35
Pizza, gebakken, regenereren1Rooster 2 100 ⁠ 170-180 7-10
Broodjes, baguette, regenereren1Rooster 2 100 ⁠ 150-160 6-8
Ovenschotels, bijv. pasta, lasagne,
aardappelgratin, 1 portie, regenere-
ren
Open vorm 2 100 ⁠ 150-160 15-20
1Het apparaat, met de met water gevulde kom voorverwarmen.
22.6 Yoghurt
Met uw apparaat kunt u ook zelf yoghurt maken.
Yoghurt maken
1. De accessoires en de rekjes uit de binnenruimte ne-
men.
2. De eerder voorbereide yoghurtmassa in kleine vor-
men gieten, bijv. in kopjes of kleine glazen.
3. De vormen met folie afdekken, bijv. met vershoudfo-
lie.
4. Plaats de vormen op de bodem van de binnenruim-
te.
5. Stel het apparaat in overeenkomstig de instellings-
aanbevelingen.
6. De yoghurt na de bereiding in de koelkast laten af-
koelen.
Insteladvies voor yoghurt
Voedingswaar Accessoires / vormen Inschuifhoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur in
°C
Tijdsduur
in min.
Yoghurt Portievormen Bodem van de binnen-
ruimte
⁠ 40-45 8-9 uur
22.7 Testgerechten
Deze overzichten werden voor testinstituten gemaakt,
om het testen van het apparaat conform EN 60350-1
te vergemakkelijken.
Bakken
Houd deze informatie aan bij het bereiden van testge-
rechten.
Algemene opmerkingen
¡De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.
¡Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in
de tabellen in acht. De instelwaarden gelden zonder
snel voorverwarmen.
¡Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven
temperatuur.
Inschuifhoogtes
Inschuifhoogtes bij het bakken op twee niveaus:
Opmerking:Gebak op bakplaten of in vormen die ge-
lijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeft niet op het-
zelfde moment klaar te zijn.
¡Braadslede, hoogte3
Bakplaat: hoogte 1
¡Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Inschuifhoogtes bij het bakken op drie niveaus:
nl Montagehandleiding
30
¡Bakplaat: hoogte 5
Braadslede, hoogte3
Bakplaat: hoogte 1
Bakken met twee springvormen:
Plaats de vormen naast elkaar of verspringend boven
elkaar in de binnenruimte.
Insteladvies voor bakken
Voedingswaar Accessoires / vor-
men
Inschuif-
hoogte
Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur in
°C
Tijdsduur in
min.
Spritsgebak Bakplaat 3 ⁠ 140-150125-35
Spritsgebak Bakplaat 3 ⁠ 140-150120-30
Sprits, 2niveaus Braadslede
+
Bakplaat
3 + 1 ⁠ 140-150125-35
Sprits, 3niveaus Braadslede
+
Bakplaat
5 + 3 + 1 ⁠ 130-140135-55
Kleine cakes Bakplaat 3 ⁠ 150125-35
Kleine cakes Bakplaat 3 ⁠ 150120-30
Kleine cakes, 2niveaus Braadslede
+
Bakplaat
3 + 1 ⁠ 140125-35
Small cakes, 3 niveaus Braadslede
+
Bakplaat
5 + 3 + 1 ⁠ 140125-35
Biscuit Springvorm Ø26cm 2 ⁠ 160-170225-35
Biscuit Springvorm Ø26cm 2 ⁠ 160-170 30-35
Biscuitgebak, 2 niveaus Springvorm Ø26cm 3 + 1 ⁠ 150-160235-50
1Warm het apparaat 5 minuten voor. De functie snel voorverwarmen niet gebruiken.
2Het apparaat voorverwarmen. De functie snel voorverwarmen niet gebruiken.
Insteladvies bij grillen
Voedingswaar Accessoires / vor-
men
Inschuif-
hoogte
Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur in
°C / grillstand
Tijdsduur in
min.
Toast bruinen Rooster 5 ⁠ 3 5-6
23  Montagehandleiding
Houd rekening met deze informatie bij de montage van
het apparaat.
Montagehandleiding nl
31
 23.1 Algemene montage-instructies
Neem deze aanwijzingen in acht voordat u
met het inbouwen van het apparaat begint.
¡Alleen als de inbouw op deskundige wijze
en conform dit installatievoorschrift wordt
uitgevoerd, is de veiligheid bij het gebruik
gegarandeerd. De monteur is aansprakelijk
voor schade als gevolg van een verkeerde
inbouw.
¡Het apparaat na het uitpakken controleren.
Niet aansluiten in geval van transportscha-
de.
¡Voor het eerste gebruik verpakkingsmateri-
aal en plakfolie verwijderen uit de binnen-
ruimte en van de deur.
¡Bij de inbouw van accessoires dient u zich
te houden aan de beschrijving in de monta-
gebladen.
¡Inbouwmeubels dienen bestand te zijn te-
gen een temperatuur tot maximaal 95°C,
aangrenzende meubelfronten tot 70°C.
¡Het apparaat niet inbouwen achter een de-
cor- of meubeldeur. Er bestaat gevaar van
oververhitting.
¡Voer uitsnijdingswerkzaamheden aan het
meubel uit voordat het apparaat wordt ge-
plaatst. Spanen verwijderen. Deze kunnen
invloed hebben op de werking van elektri-
sche componenten.
¡De contactdoos van het apparaat dient zich
in het gebied van het gearceerde vlak ⁠ of
buiten de inbouwruimte te bevinden.
Niet-bevestigde meubels moeten met een
gebruikelijke, in de handel verkrijgbare
montagebeugel ⁠ aan de wand worden be-
vestigd.
¡Draag werkhandschoenen ter voorkoming
van snijwonden. Onderdelen die tijdens het
inbouwen toegankelijk zijn, kunnen scherpe
randen hebben.
¡Maataanduidingen van de afbeeldingen in
mm.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en
niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
Gebruik geen meervoudige stekkerdozen.
Gebruik uitsluitend verlengkabels die zijn
gecertificeerd, een minimale aderdiameter
van 1,5mm² hebben en die voldoen aan
de geldende landelijke veiligheidsvereisten.
Neem contact op met de service wanneer
het netsnoer te kort is.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde
adapters gebruiken.
LET OP!
Door het apparaat aan de deurgreep te dra-
gen kan deze afbreken. De deurgreep houdt
het gewicht van het apparaat niet.
Het apparaat niet aan de deurgreep vast-
houden of dragen.
23.2 Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.
nl Montagehandleiding
32
23.3 Inbouw onder een werkblad
Neem de inbouwmaten en de inbouwvoorschriften bij
de inbouw onder een werkblad in acht.
¡Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dient het tussenschot te beschikken over een venti-
latie-opening.
¡In combinatie met inductiekookplaten mag de spleet
tussen werkblad en apparaat niet door extra lijsten
worden afgesloten.
¡Het werkblad moet aan het inbouwmeubel worden
bevestigd.
¡Het eventueel voorhanden installatievoorschrift van
de kookplaat in acht nemen.
23.4 Inbouw in een hoge kast
Neem de inbouwmaten en de inbouwvoorschriften bij
de inbouw in een hoge kast in acht.
¡Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dienen de tussenschotten te beschikken over een
ventilatie-opening.
¡Wanneer de bovenkast naast de element-achterwan-
den nog een achterwand heeft, dient deze verwij-
derd te worden.
¡Het apparaat niet te hoog inbouwen, zodat de toe-
behoren er zonder probleem uitgenomen kunnen
worden.
23.5 Inbouw van twee apparaten boven
elkaar
Uw apparaat kan ook boven of onder een ander appa-
raat worden ingebouwd. Neem de inbouwmaten en de
inbouwvoorschriften bij de inbouw boven elkaar in acht.
¡Met het oog op de luchttoevoer van de apparaten
dienen de tussenschotten te beschikken over een
ventilatieopening.
¡Om een voldoende ventilatie van de apparaten te
waarborgen, is een ventilatieopening van minimaal
200cm² in de plint noodzakelijk. Hiervoor de sok-
kelplaat bijsnijden of een ventilatierooster aanbren-
gen.
¡Let erop dat de luchtcirculatie volgens de tekening
is gewaarborgd.
¡Apparaten niet te hoog inbouwen, zodat het toebe-
horen er zonder probleem uitgenomen kan worden.
23.6 Hoekinbouw
Houd de inbouwmaten en de inbouwinstructies bij
hoekinbouw aan.
Montagehandleiding nl
33
¡Om ervoor te zorgen dat de deur van het apparaat
kan worden geopend, dient u zich bij de hoekin-
bouw te houden aan de minimale afmetingen. De
maat ⁠is afhankelijk van de dikte van het meubel-
front en de greep.
23.7 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse I en
mag alleen met een geaarde aansluiting worden ge-
bruikt.
¡De zekering dient in overeenstemming te zijn met
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
¡Het apparaat moet bij alle montagewerkzaamheden
spanningsloos zijn.
¡Het apparaat mag alleen met de meegeleverde aan-
sluitkabel worden aangesloten.
¡De aansluitkabel moet op de achterzijde worden in-
gestoken tot een klik hoorbaar is. Een 3 m lange
aansluitkabel is bij de service verkrijgbaar.
¡De aansluitkabel mag alleen worden vervangen
door een originele kabel. Die is bij de service ver-
krijgbaar.
¡De bescherming tegen aanraking dient door de in-
bouw te zijn gewaarborgd.
Apparaat met geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking:Het apparaat mag alleen op een geaarde
contactdoos worden aangesloten die volgens de voor-
schriften is geïnstalleerd.
Steek de stekker in het stopcontact met randaarde.
Wanneer het apparaat is ingebouwd moet de stek-
ker van de aansluiting op het net vrij toegankelijk
zijn. Als de vrije toegang neer de netstekker niet
mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische
installatie een alpolige scheidingsinrichting volgens
de installatievoorschriften worden ingebouwd.
Apparaat zonder geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking:Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
het apparaat aansluiten. Bij schade door een verkeerde
aansluiting kunt u geen aanspraak maken op garantie.
In de vast geplaatste elektrische installatie moet een al-
polige scheidingsinrichting volgens de installatievoor-
schriften worden ingebouwd.
1. Fase- en neutraal- ("nul-") leider in het stopcontact
identificeren.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat wor-
den beschadigd.
2. Volgens het aansluitschema aansluiten.
Zie voor de spanning het typeplaatje.
3. De aders van de elektrische aansluitleiding dienen
overeenkomstig de kleurcodering te worden aange-
sloten:
groen-geel = aarddraad ⁠
blauw = neutraal- ("nul-") leiding
bruin = fase (buitendraad)
23.8 Apparaat inbouwen
1. Het apparaat volledig inschuiven en centrisch uitlij-
nen.
2. Het apparaat vastschroeven.
3. Bij greeploze keuken met verticale greeplijst:
Breng een geschikt vulstuk aan ⁠ om eventuele
scherpe randen af te dekken en een veilige mon-
tage te waarborgen.
Aluminiumprofielen voorboren, om een schroef-
verbinding te maken ⁠.
Apparaat met adequate schroeven bevestigen ⁠.
Opmerking:De spleet tussen werkblad en apparaat
mag niet door extra lijsten worden afgesloten.
Aan de zijwanden van de ombouwkast mogen geen
isolatieprofielen worden aangebracht.
23.9 Apparaat demonteren
1. Maak het apparaat spanningsloos.
2. De bevestigingsschroeven losdraaien.
3. Het apparaat iets optillen en helemaal naar buiten
trekken.
*9001728965*
9001728965 (020309) 
nl
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München, GERMANY
www.siemens-home.bsh-group.com
Geproduceerd door BSH Hausgeräte GmbH onder de handelsmerklicentie van Siemens AG
31

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Siemens HR574AER0 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Siemens HR574AER0 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 9.27 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info