Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. U
kunt voor uw gerecht de tijdsduur en eindtijd instellen.
Zorg ervoor dat de afdekplaat bij het bakken, braden en grillen
altijd open is. De waterdamp die in de oven ontstaat, komt vrij
door de dampopening op de kookplaat.
Wijze van verwarmen en temperatuur
Voorbeeld op de afbeelding: 190 °C, boven-/onderwarmte %.
1. Met de functiekiezer de gewenste wijze van verwarmen
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur of de
grillstand instellen.
De oven wordt opgewarmd.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Oven automatisch uitschakelen
Voer de bereidingstijd voor uw Gerecht in.
Voorbeeld in afbeelding: Boven-/onderwarmte %, 200 °C,
bereidingstijd 45 minuten.
1. Met de functiekiezer de gewenste wijze van verwarmen
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. Kloktoets 0 tweemaal indrukken.
Het symbool bereidingstijd
x verschijnt.
4. Met de toets + of - de bereidingstijd instellen.
Toets + / voorgestelde waarde = 30 minuten
Toets - / voorgestelde waarde = 10 minuten
De oven start na een paar seconden. In het display verschijnt
het symbool bereidingstijd
x.
De bereidingstijd is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven schakelt zichzelf uit. De toets
0
tweemaal indrukken en de functiekeuzeknop uitzetten.
Instelling voortijdig afbreken
Kloktoets
0 tweemaal indrukken. De toets - indrukken tot op
het display een nul verschijnt. De functiekiezer uitschakelen.
Voorbeeld Gerecht Kookzone Kookstand
Smelten Chocolade, boter, margarine Spaarbrander Kleine vlam
Verwarmen Bouillon, groenteconserven Normale brander Kleine vlam
Verwarmen en warm
houden
Soepen Spaarbrander Kleine vlam
Stomen* Vis Normale brander Tussen grote en kleine vlam
Stomen* Aardappels en overige groen-
ten, vlees
Normale brander Tussen grote en kleine vlam
Koken* Rijst, groente, vleesgerechten
(met saus)
Normale brander grote vlamhoogte
Braden Pannenkoeken, aardappels,
schnitzels, vissticks
Extra krachtige brander Tussen grote en kleine vlam
* Wanneer u een pan met deksel gebruikt, schakel dan naar een kleinere vlam terug zodra het eten begint te koken.