Het fornuis moet dus ook overeenkomstig
de plaatselijke regels worden geïnstalleerd.
Door een onjuiste installatie kan de aan-
spraak op garantie verloren gaan en kan lei-
den tot juridische stappen.
Aansluiting op het gas
Voor de installatie moet worden gecontro-
leerd of de plaatselijke omstandigheden
(soort gas en gasdruk) en de afstelling van
het apparaat op elkaar zijn afgestemd. De
technische kenmerken van het fornuis vindt
u op het typeplaatje op de achterzijde. Dit
apparaat is niet bedoeld voor aansluiting
op een afzuiginstallatie voor verbrandings-
producten. Er dient extra aandacht aan de
relevante eisen met betrekking tot de venti-
latie te worden geschonken.
Het fornuis moet overeenkomstig de plaat-
selijke voorschriften (zie ook tabel 2
pagina 21) worden aangesloten.
• Om een veilige werking van het apparaat,
een optimaal energieverbruik en een
lange levensduur te kunnen garanderen,
dient de gasdruk overeen te komen met
de in tabel 1 aangegeven waarden. Is dit
niet het geval, installeer dan een toegela-
ten drukregelaar in de gastoevoerleiding.
• De aansluiting op de gasleiding dient
zodanig te worden uitgevoerd, dat belas-
ting van het fornuis – op welke wijze dan
ook – wordt voorkomen.
Een speciale klep voor het routinematig
aan-/afsluiten van het gas moet tussen de
gasaanvoerpijp in de ruimte en het fornuis
worden gemonteerd, zodat het gas na het
koken en bij eventuele ongelukken bij het
koken kan worden afgesloten. Deze klep
moet op elk moment gemakkelijk toeganke-
lijk zijn en moet worden gesloten als het
fornuis langere tijd niet wordt gebruikt.
De gasleiding moet zo worden aangelegd
dat deze niet in aanraking komt met hete
oppervlakken en niet met eventuele hete
delen van het fornuis, bijv. de onderkant
van de kookplaat. De installatie van de
slang moet zo zijn uitgevoerd dat de slang
vrij kan bewegen en niet in aanraking kan
komen met of bekneld kan raken tussen
bewegende delen in de keuken, bijv. lades.
NL
Aanwijzingen voor de installateur
19
1-2"