14
Memory starten
De opgeslagen instellingen voor uw gerecht kunt u altijd
starten.
1. De toets
l kort indrukken.
De opgeslagen instellingen worden weergegeven. Wanneer
“Geheugenplaats leeg" verschijnt, is geen instelling
opgeslagen. U kunt Memory niet starten. Sla eerst de
gewenste instelling op, zoals omschreven onder Memory
opslaan.
2. De toets
† indrukken.
De memoryinstelling start.
Instellingen veranderen
Dit is altijd mogelijk.Wanneer u de volgende keer Memory start,
verschijnt weer de oorspronkelijk opgeslagen instelling.
Braadthermometer
De braadthermometer maakt het mogelijk om heel precies te
braden. Deze meet de temperatuur binnen in het stuk vlees
tussen de 30 °C en 99 °C.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde braadthermometer. Deze
kunt u als accessoire bij de klantenservice bestellen.
Verwijder de braadthermometer na gebruik altijd uit de
binnenruimte. Bewaar deze nooit in de binnenruimte.
Geschikte verwarmingsmethoden
■ 3D-hetelucht
■ Hetelucht eco
■ Boven- en onderwarmte
■ Hydrobakken
■ Pizzastand
■ Intensieve warmte
■ Circulatiegrillen
■ Langzaam garen
Temperatuur van de binnenruimte
Stel de temperatuur niet hoger in dan 250 °C, zodat de
braadthermometer niet beschadigd raakt.
De ingestelde temperatuur van de binnenruimte moet minstens
10 °C hoger zijn dan de ingestelde kerntemperatuur.
Braadthermometer in het vlees steken
Voordat u het stuk vlees in de binnenruimte legt, steekt u de
braadthermometer in het vlees.
Steek de metalen punt op de dikste plek in het stuk vlees. Let
erop dat het uiteinde van de punt zich ongeveer in het midden
van het stuk vlees bevindt. Hij mag niet in het vet steken en
geen vorm of been raken.
Plaats het stuk vlees in het midden van het rooster.
Om er voor te zorgen dat de braadthermometer niet
beschadigd raakt door te grote hitte, moet de afstand tussen
grillelement en braadthermometer voldoende zijn.
Let erop dat u het snoer van de braadthermometer niet afklemt.
Kerntemperatuur instellen
1. Braadthermometer in de bus links in de binnenruimte steken.
In de statusregel verschijnt het symbool
,.
2. Met de draaiknop de verwarmingsmethode kiezen.
3. De toets
¿ indrukken en met de draaiknop de gewenste
temperatuur van de binnenruimte instellen.
4. De toets
¿ indrukken en met de draaiknop de voorgestelde
kerntemperatuur veranderen.
5. De toets
† indrukken.
Het programma start.
Wanneer de temperatuur in het vlees de 30 °C bereikt heeft,
wordt naast het symbool
, de actuele kerntemperatuur
weergegeven.
De ingestelde kerntemperatuur in het vlees is bereikt
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U kunt de
braadthermometer uit de bus trekken. Het symbool
,
verdwijnt.
: Risico van verbranding!
De braadthermometer en de binnenruimte zijn heet. Gebruik
pannenlappen om hem eruit te trekken.
Kerntemperatuur wijzigen
U kunt de kerntemperatuur te allen tijde wijzigen.
Afbreken
De braadthermometer uit de bus trekken.
: Risico van verbranding!
De braadthermometer en de binnenruimte zijn heet. Gebruik
pannenlappen om hem eruit te trekken.
Richtwaarden voor de kerntemperatuur
Gebruik uitsluitend vers, en geen ingevroren vlees. De waarden
in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van het soort
en de kwaliteit van het vlees.
Gerecht Richtwaarden voor de
kerntemperatuur in °C
Rundvlees
Rosbief of rundvlees, kort gebakken 45-55
Rosbief of runderfilet, medium 55-65
Rosbief of runderfilet, doorbakken 65-75
Varkensvlees
Varkensfricandeau 65-70
Gebraden varkensvlees (bijv. nek) 85-90
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees 75-85
Kalfsschenkel 85-90
Lamsvlees
Lamsbout, medium 60-70
Gebraden lamsvlees 80-90