460879
31
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/40
Pagina verder
HB78AB.70
*9000601116* 9000601116
[nl] Gebruiksaanwijzing ............................................................. 3
3
é Inhoudsopgave
Veiligheidsvoorschriften........................................................... 4
Voor het inbouwen..............................................................................4
Instructies voor uw veiligheid ...........................................................4
Oorzaken van schade........................................................................4
Uw nieuwe oven......................................................................... 5
Bedieningspaneel ...............................................................................5
Toetsen .................................................................................................5
Draaiknop.............................................................................................5
display...................................................................................................5
Temperatuurregeling..........................................................................6
Binnenruimte........................................................................................6
Toebehoren..........................................................................................6
Voor het eerste gebruik............................................................. 8
Eerste instellingen...............................................................................8
Binnenruimte opwarmen ...................................................................8
Toebehoren reinigen ..........................................................................8
Oven in- en uitschakelen........................................................... 9
Inschakelen..........................................................................................9
Uitschakelen ........................................................................................9
Oven instellen ............................................................................ 9
Verwarmingsmethoden......................................................................9
Verwarmingsmethode en temperatuur instellen ........................ 10
Insteladvies ....................................................................................... 10
Snelvoorverwarming instellen........................................................ 10
Tijdfuncties............................................................................... 11
Tijdfuncties instellen een beknopte uitleg................................. 11
Kookwekker instellen ...................................................................... 11
Tijdsduur instellen............................................................................ 11
De eindtijd op een later tijdstip zetten......................................... 11
Tijd instellen ...................................................................................... 12
Memory..................................................................................... 12
Instellingen in Memory opslaan .................................................... 12
Memory starten ................................................................................ 12
Sabbatinstelling ....................................................................... 13
Sabbatinstelling starten .................................................................. 13
Kinderslot ................................................................................. 13
Basisinstellingen ..................................................................... 13
Basisinstellingen wijzigen............................................................... 15
Automatische uitschakeling ................................................... 15
Zelfreiniging ............................................................................. 16
Belangrijke aanwijzingen................................................................ 16
Voor de zelfreiniging ....................................................................... 16
Reinigingsstand instellen................................................................ 16
Na de zelfreiniging........................................................................... 16
Onderhoud en reiniging .......................................................... 17
Schoonmaakmiddelen .................................................................... 17
Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 17
Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 18
Deurafscherming afnemen............................................................. 18
Deurruiten verwijderen en inbrengen........................................... 18
Wat te doen bij storingen?...................................................... 19
Storingstabel..................................................................................... 19
Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 20
Linkerovenlamp vervangen............................................................ 20
Glazen afscherming ........................................................................ 20
Servicedienst ............................................................................21
Enummer en FDnummer.............................................................. 21
Energie en milieutips ..............................................................21
Energie besparen ............................................................................ 21
Milieuvriendelijk afvoeren............................................................... 21
Automatische programma's ....................................................21
Vormen .............................................................................................. 21
Gerecht voorbereiden..................................................................... 21
Programma's .................................................................................... 22
Programma kiezen en instellen..................................................... 25
Individueel aanpassen.................................................................... 25
Tips voor de automatische programma's ................................... 26
Voor u in onze kookstudio uitgetest. ......................................26
Gebak ................................................................................................ 26
Tips voor het bakken ...................................................................... 28
Vlees, gevogelte, vis ....................................................................... 29
Tips voor het braden en grillen..................................................... 31
Langzaam garen.............................................................................. 32
Tips voor het langzaam garen ...................................................... 32
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast.......................... 33
Kant-en-klaar producten ................................................................. 33
Bijzondere gerechten...................................................................... 34
Ontdooien.......................................................................................... 34
Drogen............................................................................................... 34
Inmaak ............................................................................................... 35
Acrylamide in levensmiddelen ................................................35
Testgerechten ...........................................................................36
Bakken............................................................................................... 36
Grillen................................................................................................. 36
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in
de online-shop: www.siemens-eshop.com
4
ã=Veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door Bewaar de
gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift goed. Geeft u
het apparaat door aan anderen, doe de gebruiksaanwijzing en
het installatievoorschrift er dan bij.
Voor het inbouwen
Transportschade
Controleer het apparaat na het uitpakken. Bij transportschade
mag u het apparaat niet aansluiten.
Elektrische aansluiting
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag het apparaat
aansluiten. Bij schade door een verkeerde aansluiting maakt u
geen aanspraak op garantie.
Instructies voor uw veiligheid
Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd.
Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten.
Volwassenen en kinderen mogen het apparaat niet zonder
toezicht gebruiken wanneer
ze hiertoe lichamelijk of geestelijk niet in staat zijn,
of niet over de nodige kennis en ervaring beschikken.
Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Hete binnenruimte
Risico van verbranding!
Nooit de hete vlakken in de binnenruimte of de
verwarmingselementen aanraken. De deur van het apparaat
voorzichtig openen Er kan hete stoom vrijkomen. Houd kleine
kinderen uit de buurt.
Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Gebruik alleen kleine hoeveelheden drank met
een hoog alcoholpercentage en open de deur van het
apparaat voorzichtig.
Risico van brand!
Geen brandbare voorwerpen in de binnenruimte bewaren.
Nooit de deur openen wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Zet het apparaat uit. Haal
de netstekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de
meterkast uit.
Bij het voorverwarmen het bakpapier nooit onbevestigd op
de toebehoren leggen. Wanneer de apparaatdeur geopend
wordt, ontstaat er een tochtstroom. Het bakpapier kan de
verwarmingselementen raken en vlam vatten. Verzwaar het
bakpapier altijd met een vorm. Bekleed alleen het benodigde
oppervlak met bakpapier. Het bakpapier mag niet over de
toebehoren uitsteken.
Risico van kortsluiting!
Nooit aansluitkabels van elektrische apparaten tussen de hete
apparaatdeur beklemd laten raken. De kabelisolatie kan
smelten.
Kans op verbrandingen!!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan hete
waterdamp.
Hete toebehoren en vormen
Risico van verbranding!
Nooit hete toebehoren of vormen zonder pannenlappen uit de
binnenruimte nemen.
Ondeskundige reparaties
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice. Wanneer het apparaat
defect is, haal de stekker dan uit het stopcontact of schakel de
zekering in de meterkast uit. Neem contact op met de
klantenservice.
Zelfreiniging
Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en braadjus kunnen tijdens de
zelfreiniging vlam vatten. Verwijder voor de zelfreiniging altijd
de grove vervuiling uit de binnenruimte.
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoeken, aan
de deurgreep hangen. De buitenkant van het apparaat wordt
tijdens de zelfreiniging zeer heet. Houd kinderen uit de buurt.
Ernstig gezondheidsrisico!
Nooit platen en vormen met een anti-aanbaklaag meereinigen
bij de zelfreiniging. Door de grote hitte wordt de anti-
aanbaklaag aangetast en ontstaan er giftige gassen.
Oorzaken van schade
Attentie!
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde ovendichting: Is de ovendichting sterk
vervuild, dan sluit de ovendeur tijdens het gebruik niet meer
goed. De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd. De ovendichting altijd schoon houden.
Ovendeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
Niets op de open ovendeur leggen of plaatsen. Geen vormen
of toebehoren op de ovendeur plaatsen.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
5
Uw nieuwe oven
Hier maakt u kennis met uw nieuwe oven. We leggen u de
werking van het bedieningspaneel en de afzonderlijke
bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de
binnenruimte en de toebehoren.
Bedieningspaneel
Hier ziet u een overzicht van het bedieningspaneel. Afhankelijk
van het apparaattype zijn kleine afwijkingen mogelijk.
Toetsen
Draaiknop
Met de draaiknop kunt u alle voorgestelde waarden en
instelwaarden veranderen.
De draaiknop kan worden ingedrukt. Om in en uit te schakelen
op de draaiknop drukken.
Display
Het display is in verschillende gebieden verdeeld:
Statusregel
Instelbereiken
Indicatie van de draairichting
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display. Hier worden
de tijd, de gekozen functie, aanwijzingsteksten, informatie en de
ingestelde tijdfuncties weergegeven.
Instelbereiken
In de beide instelbereiken verschijnen voorgestelde waarden
die u kunt veranderen. Het instelbereik waar u zich bevindt is
licht met zwarte letters. Hier kunt u wijzigingen invoeren.
Met de navigatietoetsen
¾ en ¿ gaat u over van het ene naar
het andere instelbereik. U ziet aan de pijlen ¾ en ¿ in de
instelbereiken in welke richting u met de navigatietoetsen kunt
gaan.
Na de start zijn beide instelbereiken donker met lichte letters.
Indicatie van de draairichting
De indicatie
Ï geeft aan in welke richting u de draaiknop kunt
bewegen.
Ð = draaiknop naar rechts draaien
Ñ = draaiknop naar links draaien
Wanneer beide richtingspijlen worden weergegeven kunt u de
draaiknop in beide richtingen draaien.
RQ
RII
VWDUW
VWRS
0
3
7RHWVHQ
'UDDLNQRS
7RHWVHQ
'LVSOD\
Symbool Functie van de toets
Oven in- en uitschakelen
"
Verwarmingsmethode kiezen
X
Automatische programma's kiezen
l
lang indrukken = Memory kiezen
kort indrukken = Memory starten
x
Zelfreiniging kiezen
¾
In het instelbereik naar links gaan
¿
In het instelbereik naar rechts gaan
0
Menu Tijdfuncties openen en sluiten
@
Kinderslot activeren/deactiveren
c
Snelvoorverwarming inschakelen
±
kort indrukken = informatie opvragen
lang indrukken = menu Basisinstellingen
openen of sluiten
kort indrukken = werking starten/onderbreken
lang indrukken = werking onderbreken
&LUFXODWLHJULOOHQ
&

9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ  
6WDWXVUHJHO
,QVWHOEHUHLN
DFWLHI
,QVWHOEHUHLN
:HHUJDYHYDQGHGUDDLULFKWLQJ
6
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte aan.
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer. Wanneer alle balken vol zijn, is het optimale
tijdstip bereikt om het gerecht in de oven te schuiven.
Bij de grill en reinigingsstanden verschijnen de balken niet.
Tijdens het opwarmen kunt u met de toets
± de actuele
opwarmtemperatuur opvragen. Door de thermische traagheid
kan de getoonde temperatuur iets afwijken van de
daadwerkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Restwarmte
Na het uitschakelen geeft de temperatuurcontrole de
restwarmte in de binnenruimte aan. Is de laatste balk gevuld,
dan heeft de binnenruimte een temperatuur van ca. 300 °C. De
indicatie verdwijnt wanneer de temperatuur tot ca. 60 °C is
gedaald.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte. Bij
ingeschakelde temperaturen tot 60 °C en bij de zelfreiniging
gaat de lamp uit. Zo is een optimale fijninstelling mogelijk.
Wanneer u de ovendeur opent, gaat de ovenlamp in de
binnenruimte aan.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven
niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Toebehoren
De toebehoren kunnen op 5 verschillende hoogtes in de oven
geschoven worden.
U kunt de toebehoren tot twee derde naar buiten trekken
zonder dat ze kantelen. Zo kunnen de gerechten gemakkelijk
uit de oven worden gehaald.
Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze vervormen.
Zodra ze weer afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming en de
werking wordt hierdoor niet beïnvloed.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HZnummer op.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in
speciaalzaken. Een omvangrijk aanbod voor uw oven vindt u in
onze prospectussen of op het Internet. De beschikbaarheid van
extra toebehoren en de mogelijkheid om deze online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in de
verkoopdocumenten.
Niet elk accessoire van de extra toebehoren past bij elk
apparaat. Geef bij aankoop altijd het kenmerk (E-nr.) van uw
apparaat op.
9RRUYHUZDUPHQ

%RYHQHQRQGHUZDUPWH&
Rooster
Voor servies, taart- en cakevormen,
braadstukken, grillstukken en
diepvriesgerechten.
Rooster met de welving naar
beneden
¾ inschuiven.
Emaillen bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Schuif de bakplaat met de schuine
kant naar de ovendeur in de oven.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten,
diepvriesgerechten en grote
braadstukken. Deze kan ook
worden gebruikt om het vet op te
vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Schuif de braadslede met de
schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Extra toebehoren Binnenruimte
met
HZ nummer Gebruik geschikt
voor de
zelfreiniging
Rooster Inhangrooster
s
HZ334000 Voor servies, taart- en cakevormen, braadstukken, grillstukken
en diepvriesgerechten.
nee
Ribben HZ334001 Voor servies, taart- en cakevormen, braadstukken, grillstukken
en diepvriesgerechten.
nee
Emaillen bakplaat - HZ331070 Voor gebak en koekjes.
Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
ja
Braadslede - HZ332070 Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote
braadstukken. Deze kan ook worden gebruikt om het vet op te
vangen, als u direct op het rooster grilt.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur
in de oven.
ja
7
Inzetrooster - HZ324000 Voor braadstukken. Plaats het rooster altijd in de braadslede.
Afdruipend vet en vleessap worden opgevangen.
nee
Grillplaat - HZ325070 Om te grillen in plaats van het rooster of als bescherming
tegen spetters, zodat de oven niet al te vuil wordt. De grillplaat
alleen gebruiken in de braadslede.
Grillen op de grillplaat: alleen gebruiken op de inschuifhoogtes
1, 2 en 3.
Grillplaat als bescherming tegen spetters: braadslede met
grillplaat inschuiven onder het rooster.
ja
Glazen schaal - HZ336000 Een diepe bakplaat van glas. Is zeer geschikt als servies voor
het opdienen.
nee
Pizzaplaat - HZ317000 ideaal voor pizza's, diepvriesproducten of grote ronde taarten.
In plaats van de braadslede kunt u ook de pizzaplaat
gebruiken. Zet de plaat op het rooster en houd u aan de
informatie in de tabellen.
nee
Baksteen - HZ327000 De baksteen is met name geschikt voor het bakken van
brood, broodjes en pizza's die een knapperige bodem moeten
hebben. De baksteen moet altijd op de aanbevolen
temperatuur worden voorverwarmd.
nee
Braadpan met
inzetrooster
- HZ333070 Bijzonder geschikt voor het klaarmaken van grote
hoeveelheden.
ja
Deksel voor de
braadpan
- HZ333001 Het deksel maakt er een echte braadpan van. nee
Uitschuifvoorziening Ribben HZ333100 Geschikt voor het klaarmaken van grote hoeveelheden. De
complete accessoires bestaan uit een diepe pan met
inzetrooster, een rooster om eronder te plaatsen en een
telescoopvoorziening. Met het rooster eronder geplaatst kunt u
uitstekend grillen.
nee
Uitschuifvoorziening
Plus
Ribben HZ333102 Geschikt voor het klaarmaken van grote hoeveelheden. De
complete accessoires bestaan uit een diepe pan met
inzetrooster, een rooster om eronder te plaatsen en een
telescoopvoorziening. Met het rooster eronder geplaatst kunt u
uitstekend grillen.
nee
Deksel voor
uitschuifvoorziening
Ribben HZ333101 Het deksel maakt er een echte braadpan van. nee
Glazen braadpan - HZ915001 De glazen pan is geschikt voor stoofgerechten en
ovenschotels die u klaarmaakt in de oven. Hij is bijzonder
geschikt voor de automatische programma's of de
braadautomaat.
nee
Metalen braadpan - HZ26000 De braadpan is afgestemd op de braadzone van de kookplaat
van glaskeramiek. Hij is geschikt voor de kooksensor maar
ook voor de automatische programma's of de braadautomaat.
De braadpan is aan de buitenkant geëmailleerd en van binnen
voorzien van een antiaanbaklaag.
nee
2voudige
telescopische
uitschuifvoorziening
Inhangrooster
s
HZ338250 Met de uitschuifbare rails op hoogte 2 en 3 kunt u de
toebehoren verder naar buiten trekken, zonder dat ze
omkiepen.
nee
3voudige
telescopische
uitschuifvoorziening
Inhangrooster
s
HZ338352 Met de telescooprails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de
toebehoren verder naar buiten trekken, zonder dat ze
omkiepen.
nee
3voudige
telescopische
uitschuifvoorziening
Inhangrooster
s
HZ338356 Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de
toebehoren helemaal naar buiten trekken, zonder dat ze
omkiepen.
nee
Wasemfilter - HZ329000 Deze kunt u achteraf aanbrengen in de oven. De wasemfilter
filtert de vetdeeltjes uit de afvoerlucht en beperkt de geuren.
Alleen voor apparaten met een 6, 7 of 8 als tweede cijfer van
het E-nr. (bijv. HB78
AB570)
ja
Systeem-
stoomapparaat
- HZ24D300 Voor het gezond klaarmaken van groente en fruit. nee
Extra toebehoren Binnenruimte
met
HZ nummer Gebruik geschikt
voor de
zelfreiniging
8
Klantenserviceartikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice,
in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
de e-shop de juiste onderhouds en reinigingsmiddelen of
andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende
artikelnummer op.
Voor het eerste gebruik
In dit hoofdstuk vindt u alles wat u moet doen voordat u voor
het eerst gaat koken.
Stel de tijd in
Wijzig indien gewenst de taal voor de tekstweergave
Verwarm de binnenruimte
Reinig de accessoires
Lees de veiligheidsinstructies in het begin van de
gebruikershandleiding. Deze zijn heel belangrijk.
Eerste instellingen
Nadat uw nieuwe apparaat aangesloten is, staat boven in de
statusregel “Uhrzeit einstellen“ (“Tijd instellen“). Stel de tijd in
en eventueel de taal voor het tekstdisplay. Standaard is Duits
ingesteld.
Tijd instellen en taal wijzigen
1. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
2. Met de toets ¿ naar het rechterinstelbereik van “Sprache
wählen: deutsch" (Taal kiezen: Duits) gaan.
3. Met de draaiknop de gewenste taal instellen.
4. De toets 0 indrukken.
De taal en tijd zijn opgeslagen. De actuele tijd wordt op het
display weergegeven.
Aanwijzing: U kunt de taal te allen tijde wijzigen. Zie het
hoofdstuk Basisinstellingen.
Binnenruimte opwarmen
Om het "nieuwe" luchtje van de oven te verwijderen, warmt u de
lege, gesloten binnenruimte op.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, bijv. stukjes
piepschuim, meer in de oven bevinden.
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
Stel de verwarmingsmethode
% boven- en onderwarmte en
een temperatuur van 240 °C in.
1. De toets indrukken.
Het Siemenslogo verschijnt.
2. Direct hierna op de toets " drukken.
De verwarmingsmethode : 3D-hetelucht en 160 °C worden
voorgesteld.
3. Met de draaiknop de verwarmingsmethode wijzigen in boven-
en onderwarmte.
%
4. Met de toets ¿ naar de temperatuur gaan en met de
draaiknop de temperatuur wijzigen in 240 °C.
5. De toets indrukken.
De oven start.
6. Na 60 minuten de oven met de toets uitschakelen.
De tijd verschijnt op het display.
De balken van de temperatuurregeling geven de restwarmte in
de binnenruimte aan.
Hoe u een verwarmingsmethode en temperatuur instelt, kunt u
ook uitvoerig in het hoofdstuk Oven instellen nalezen.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen
oppervlakken
Artikelnr. 311134 Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
met een speciale olie worden de oppervlakken van
roestvrijstalen apparaten optimaal schoongemaakt.
Ovengrillreinigergel Artikel-nr. 463582 Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuur Artikelnr. 460770 Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of
aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer
vochtig en vethoudend vuil.
Deurbeveiliging Artikel-nr. 612594 Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht.
8KU]HLW

6SUDFKHZlKOHQ
GHXWVFK

8KU]HLWHLQVWHOOHQ
9
Oven in- en uitschakelen
Met de toets schakelt u de oven in en uit.
Inschakelen
De toets indrukken.
Het Siemenslogo verschijnt. Kies de gewenste functie uit.
Toets " = verwarmingsmethoden
Toets X = automatische programma's
Toets l = opgeslagen memoryinstelling
Toets V = zelfreiniging
Wanneer u na een paar seconden geen functie heeft
uitgekozen, wordt de verwarmingsmethode 3Dhetelucht,
160 °C voorgesteld.
U kunt altijd een andere functie kiezen.
Hoe u instelt, kunt u in de afzonderlijke hoofdstukken nalezen.
Uitschakelen
De toets indrukken. De oven gaat uit, de tijd verschijnt op het
display.
Oven instellen
In dit hoofdstuk kunt u nalezen
welke verwarmingsmethoden er voor uw oven ter
beschikking staan
hoe u een verwarmingsmethode en temperatuur instelt
hoe u een gerecht uit het insteladvies kiest
en hoe u het snel voorverwarmen instelt.
Verwarmingsmethoden
Voor uw oven staat een groot aantal verwarmingsmethoden ter
beschikking. Zo kunt u voor elk gerecht de optimale
bereidingswijze kiezen.
 
'KHWHOXFKW
â&

9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
Verwarmingsmethode en
temperatuurbereik
Toepassing
:
3D-hetelucht
30-275 °C
Voor taart en gebak op één tot
drie niveaus. De ventilator verdeelt
de warmte van het ronde
verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de oven.
%
Boven- en
onderwarmte
30-300 °C
Voor taart en gebak, ovenschotels
en magere braadstukken,
bijv. rund of wild, op één niveau.
De warmte komt gelijkmatig van
boven en van beneden.
'
Hydrobakken*
30-300 °C
Voor gistgebak, bijv. brood,
broodjes of gistbrood en voor
branddeeggebak, bijv. soesjes of
biscuit. De warmte komt
gelijkmatig van boven en van
beneden. Het vocht dat afkomstig
is van de levensmiddelen blijft als
waterdamp in de binnenruimte.
;
Pizzastand
30-275 °C
Voor de snelle bereiding van
diepvriesproducten zonder
voorverwarmen, bijv. pizza's,
patates frites of strudel. De warmte
komt van onderen en van de
ronde verwarmingselementen aan
de achterkant.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
&
Intensieve warmte
30-300 °C
Voor gerechten met knapperige
bodem. De warmte komt van
boven en bijzonder sterk van
beneden.
$
Onderwarmte
30-300 °C
Voor het inkoken en nabakken of
roosteren. De warmte komt van
onderen.
7
Circulatiegrillen
30-300 °C
Voor het braden van vlees,
gevogelte en hele vis. Het
grillelement en de ventilator
worden afwisselend in- en
uitgeschakeld. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
(
Grill, groot
Grillstanden:
1(zwak),
2 (gemiddeld),
3(sterk)
Voor het grillen van steaks,
sneetjes brood en stukjes vis. Het
gehele vlak onder het grillelement
wordt heet.
*
Grill, klein
Grillstanden:
1(zwak),
2 (gemiddeld),
3(sterk)
Voor het grillen van kleine
hoeveelheden steaks, worstjes,
sneetjes brood en stukjes vis. Het
middelste deel van het grillelement
wordt heet.
.
Langzaam garen
70-90 °C
Voor het gezond klaarmaken van
malse stukken vlees. De warmte
komt bij een vrij lage temperatuur
gelijkmatig van boven en van
onderen.
?
Ontdooien
30-60 °C
Voor het ontdooien van bijv. vlees,
gevogelte, brood en gebak. De
ventilator wervelt de warme lucht
rond het gerecht.
Q
Voorverwarmen
30-70 °C
Voor het voorverwarmen van
servies. bijv. van porselein of glas.
R
Warmhouden
60-100 °C
Voor het warmhouden van bereide
gerechten.
j
Insteladvies Insteladvies voor vele gerechten.
Verwarmingsmethode en
temperatuurbereik
Toepassing
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
10
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Het voorbeeld in de afbeelding: instelling voor % boven- en
onderwarmte, 180 °C.
De toets
" indrukken.
Op het display wordt
:3D-hetelucht, 160 °C voorgesteld. U
kunt deze instelling direct met de toets
starten.
Wilt u een andere verwarmingsmethode en temperatuur
instellen, ga dan als volgt te werk:
1. Met de draaiknop de gewenste verwarmingsmethode
instellen.
2. Met de toets ¿ naar de temperatuur gaan en met de
draaiknop de temperatuur instellen.
3. De toets indrukken.
De oven start. In de statusregel verschijnen de
verwarmingsbalken van de temperatuurcontrole.
4. Wanneer het gerecht klaar is, de oven met de toets
uitschakelen of opnieuw een functie kiezen en instellen.
Ovendeur tussentijds openen
De werking wordt onderbroken. Na het sluiten van de deur
wordt de functie weer hervat.
Werking onderbreken
De toets
indrukken. De oven bevindt zich in de
pauzetoestand,
knippert. Opnieuw op de toets drukken,
de werking wordt voortgezet.
Temperatuur of grillstand wijzigen
Dit is altijd mogelijk. Met de draaiknop de temperatuur of
grillstand wijzigen.
Functie afbreken
De toets
ingedrukt houden tot 3D-hetelucht, 160 °C
verschijnt. U kunt opnieuw instellen.
Informatie opvragen
De toets
± kort indrukken. Voor elke nieuwe informatie weer de
toets
± kort indrukken. Voor de start krijgt u informatie over de
verwarmingsmethoden, inschuifhoogtes en accessoires. Na de
start kunt u de opwarmtemperatuur in de binnenruimte
opvragen.
Tijdsduur instellen
Zie het hoofdstuk Tijdfuncties, tijdsduur instellen.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Ziie het hoofdstuk Tijdfuncties, de eindtijd op een later tijdstip
zetten.
Insteladvies
Wanneer u een gerecht uit het insteladvies kiest, zijn de
optimale instelwaarden al ingesteld. U kunt kiezen uit veel
verschillende categorieën. U vindt een groot aantal gerechten
met onze insteladviezen, van gebak, brood, gevogelte, vlees en
wild tot ovenschotels en kant-en-klare producten. De
temperatuur en tijdsduur kunt u wijzigen. De
verwarmingsmethode is vast ingesteld.
Via diverse selectieniveaus komt u bij de gerechten. Probeer
het maar eens. Bekijk het uitgebreide scala aan gerechten.
Gerecht selecteren
1. De toets " indrukken.
: 3D-hetelucht, 160 °C verschijnt als voorstel op het
display.
2. Draaiknop naar links op j het insteladvies draaien.
3. Met de toets ¿ naar de eerste gerechtencategorie gaan en
met de draaiknop de categorie instellen.
Met de toets
¿ gaat u naar het eerste niveau. Met de
draaiknop maakt u vervolgens de volgende selectie. Tot slot
verschijnt de instelling voor het gekozen gerecht.
4. De toets indrukken.
De oven start. Het verloop van de voorgestelde tijdsduur
x
wordt in de statusregel weergegeven.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat
x 0:00. U kunt het signaal voortijdig met de
toets
0 wissen.
Temperatuur of grillstand wijzigen
Met de draaiknop de temperatuur of grillstand wijzigen.
Tijdsduur veranderen
De toets
0 indrukken en met de toets ¿ naar de tijdsduur
gaan. Met de draaiknop de tijdsduur wijzigen. De toets
0
indrukken.
Informatie opvragen
De toets
± kort indrukken. Voor elke nieuwe informatie de
toets
± kort indrukken.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Ziie het hoofdstuk Tijdfuncties, de eindtijd op een later tijdstip
zetten.
Snelvoorverwarming instellen
De functie Snelvoorverwarming is niet geschikt voor alle
verwarmingsmethoden.
Geschikte verwarmingsmethoden
3D-hetelucht
Boven- en onderwarmte
Hydrobakken
Pizzastand
Intensieve warmte
Geschikte temperaturen
De functie Snelvoorverwarming werkt niet wanneer de
ingestelde temperatuur beneden de 100 °C ligt. Als de
temperatuur in de binnenruimte slechts enigszins lager is dan
de ingestelde temperatuur, is het snel voorverwarmen niet
nodig. Deze functie wordt niet ingeschakeld.
Snelvoorverwarming instellen
De toets
c voor het snel voorverwarmen indrukken. In de
statusregel verschijnt het symbool
c. De balken van de
temperatuurregeling vullen zich.
 
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
â&

9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
 
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
â&

9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
9RRUYHUZDUPHQ

%RYHQHQRQGHUZDUPWHâ&
11
Wanneer alle balken gevuld zijn is het snel voorverwarmen
beëindigd. Er klinkt een kort signaal. Het symbool
c verdwijnt.
Plaats het gerecht in de binnenruimte.
Aanwijzingen
Wanneer u de verwarmingsmethode wijzigt, wordt het snel
voorverwarmen afgebroken.
Een ingestelde tijdsduur loopt onafhankelijk van de functie
Snelvoorverwarming direct na de start af.
Tijdens het snel voorverwarmen kunt u met de toets ± de
actuele temperatuur van de binnenruimte opvragen.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u het gerecht
pas in de binnenruimte wanneer het snel voorverwarmen
beëindigd is.
Snelvoorverwarming afbreken
De toets
c indrukken. Het symbool verdwijnt.
Tijdfuncties
Het menu Tijdfuncties roept u op met de toets 0. De volgende
functies zijn mogelijk:
Wanneer de oven is uitgeschakeld:
Kookwekker instellen
Tijd instellen
Wanneer de oven is ingeschakeld:
Kookwekker instellen
Tijdsduur instellen
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Tijdfuncties instellen een beknopte uitleg
1.Menu met de toets 0 openen.
2.Met de toets ¾ of ¿ naar de gewenste functie gaan. Het
instelbereik is licht, de letters donker.
3.Met de draaiknop de tijd of tijdsduur instellen.
4.Menu met de toets 0 sluiten.
Hoe u elke afzonderlijke functie instelt, wordt hierna uitvoerig
beschreven.
Kookwekker instellen
De wekker loopt onafhankelijk van de oven. U kunt deze
gebruiken als kookwekker en altijd instellen.
1.De toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties wordt geopend.
2.Met de draaiknop de looptijd voor de kookwekker instellen.
3.Met de toets 0 het menu sluiten.
Het display keert terug naar de vorige toestand. Het
symbool
U voor de wekker en de aflopende tijd wordt
weergegeven.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Er klinkt een signaal. Op het display staat U 0:00. Met de
toets
0 kunt u het signaal voortijdig wissen. Het menu
Tijdfuncties sluit u met de toets 0.
Looptijd afbreken
Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen en de tijd
terugdraaien naar 0:00. Het menu met de toets
0 sluiten.
Looptijd wijzigen
Met de toets
0 het menu Tijdfuncties openen en met de
draaiknop in de volgende seconden de looptijd voor de wekker
wijzigen. Het menu met de toets
0 sluiten.
Tijdsduur instellen
Wanneer u de tijdsduur (bereidingstijd) voor uw gerecht instelt,
wordt de oven automatisch na het verstrijken van deze tijdsduur
uitgeschakeld. De oven warmt niet meer op.
Voorwaarde: verwarmingsmethode en temperatuur zijn
ingesteld.
Voorbeeld in de afbeelding: instelling voor boven- en
onderwarmte, 180 °C, tijdsduur 45 minuten.
1.De toets0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties gaat open.
2.Met de toets ¿ of ¾ naar de tijdsduur gaan en met de
draaiknop die tijdsduur instellen.
3.De toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties wordt gesloten.
4.Wanneer de oven nog niet gestart is, de toets indrukken.
Het verloop van de tijdsduur x is te zien in de statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat de tijdsduur op
x 0:00. U kunt het signaal
voortijdig met de toets
0 wissen.
Tijdsduur afbreken
Menu met de toets
0 openen. Met de toets ¿ of ¾ naar de
tijdsduur gaan en deze met de draaiknop op 0:00 zetten. Op
het display worden nu de ingestelde verwarmingsmethode en
temperatuur weergegeven. De toets
indrukken, de werking
wordt zonder tijdsduur voortgezet.
Tijdsduur veranderen
Menu met de toets
0 openen. Met de toets ¿ of ¾ naar de
tijdsduur gaan en met deze met de draaiknop veranderen.
Menu met de toets
0 sluiten.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Let er op dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in
de oven mogen staan.
Het is mogelijk de eindtijd op een later tijdstip te zetten bij
alle verwarmingsmethoden
vele programma's
en bij de zelfreiniging

.RRNZHNNHU
PLQVHF
7LMGVGXXU
PLQVHF

9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ

.RRNZHNNHU
PLQVHF
7LMGVGXXU
PLQVHF

9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ

9RRUYHUZDUPHQ
 
%RYHQRQGHUZDUPWH&
12
Voorbeeld: u plaatst om 9.30 uur het gerecht in de
binnenruimte. De bereidingsduur bedraagt 45 minuten en het
gerecht is om 10.15 uur klaar. U wilt echter dat het om
12.45 uur klaar is.
Verschuif de eindtijd van 10.15 uur naar 12.45 uur. De oven
gaat over in de wachtstand. Het programma gaat om 12.00 uur
van start en is om 12.45 uur klaar.
Deze functie kan ook voor de zelfreiniging worden gebruikt. U
verschuift de reiniging naar 's nachts en kunt de oven overdag
gewoon gebruiken.
Einde op een later tijdstip zetten
Voorwaarde: de ingestelde functie is niet gestart. Er is een
tijdsduur ingesteld Het menu Tijdfuncties
0 is geopend.
1. Met de toets ¿ naar de eindtijd gaan. De eindtijd wordt
weergegeven.
2. Met draaiknop de eindtijd naar een later tijdstip verschuiven.
3. Met de toets 0 het menu Tijdfuncties sluiten.
4. Met de toets bevestigen.
De instelling is opgeslagen. De oven bevindt zich in de
wachtstand, in de statusregel wordt de eindtijd
y
weergegeven. Het programma start op het juiste tijdstip. Het
verloop van de tijdsduur
z is te zien in de statusregel.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel staat de tijdsduur op
x 0:00. U kunt het signaal
voortijdig met de toets
0 wissen.
Eindtijd corrigeren
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de standby-modus
bevindt. Hiervoor het menu met de toets
0 openen, met de
toets
¿ of ¾ naar de eindtijd gaan en deze met de draaiknop
aanpassen. Het menu met de toets 0 sluiten.
Eindtijd afbreken
Dit is mogelijk zolang de oven zich in de standby-modus
bevindt. Hiervoor het menu met de toets
0 openen, met de
toets
¿ of ¾ naar de eindtijd gaan en de draaiknop naar links
draaien totdat het display dooft. De tijdsduur loopt direct af.
Tijd instellen
Voor het instellen of wijzigen van de tijd moet de oven zijn
uitgeschakeld.
Na een stroomonderbreking
Na een stroomonderbreking staat in de statusregel “Tijd
instellen".
1. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
De ingestelde displaytaal wordt in het rechter instelbereik
weergegeven. Deze wordt na een stroomonderbreking niet
gewijzigd.
2. De toets 0 indrukken.
De tijd is opgeslagen.
Tijd wijzigen
Voorbeeld: de tijd wijzigen van zomer- in wintertijd
1. De toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties gaat open.
2. Met de toets ¿ naar de tijd 0 gaan en met de draaiknop de
tijd wijzigen.
3. De toets 0 indrukken.
Het menu Tijdfuncties wordt gesloten.
Tijdsindicatie wijzigen
Wanneer de oven uitgeschakeld is, verschijnt op het display de
klok met de actuele tijd. U kunt deze indicatie wijzigen in een
andere klokweergave, in tijd digitaal of in het niet weergeven
van de tijd. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk Basisinstellingen.
Memory
Met Memory kunt u de instelling voor een gerecht opslaan en
op elk moment weer opvragen.
Memory is nuttig wanneer u een gerecht bijzonder vaak
klaarmaakt.
Instellingen in Memory opslaan
De zelfreiniging kan niet worden opgeslagen.
1. Verwarmingssoort, temperatuur en eventueel een tijdsduur
voor het gewenste gerecht instellen. Niet starten. Wilt u een
programma opslaan: programma kiezen en instellen, tot de
tijdsduur wordt weergegeven. Niet starten.
2. De toets l ingedrukt houden tot “Memory opgeslagen"
verschijnt.
De instelling is opgeslagen en kan direct gestart worden.
Een andere instelling opslaan
Opnieuw instellen en opslaan. De oude instellingen worden
overschreven.
Memory starten
De opgeslagen instellingen voor uw gerecht kunt u altijd
starten.
1. De toets l kort indrukken.
De opgeslagen instellingen worden weergegeven. Wanneer
“Geheugenplaats leeg" verschijnt, is geen instelling
opgeslagen. U kunt Memory niet starten. Sla eerst de
gewenste instelling op, zoals omschreven onder Memory
opslaan.
2. De toets indrukken.
De memoryinstelling start.
Instellingen veranderen
Dit is altijd mogelijk.Wanneer u de volgende keer Memory start,
verschijnt weer de oorspronkelijk opgeslagen instelling.

7LMGVGXXU
PLQVHF
(LQGH


9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ


7LMGVGXXU
PLQVHF
(LQGH


9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ

13
Sabbatinstelling
Met deze instelling heeft de oven bij boven en onderwarmte
een temperatuur tussen 85 °C en 140 °C. U kunt een tijdsduur
van 24 tot 73 uur instellen.
Gedurende deze tijd blijven de gerechten in de oven warm,
zonder dat u deze hoeft in- of uit te schakelen.
Sabbatinstelling starten
Voorwaarde: u heeft in de basisinstellingen “Sabbatinstelling ja“
geactiveerd. Zie het hoofdstuk Basisinstellingen.
1.De toets " indrukken.
Op het display wordt 3D-hetelucht, 160 °C voorgesteld.
2.De draaiknop naar links draaien en de verwarmingsmethode
Sabatinstelling kiezen.
3.Met de toets ¿ naar de temperatuur gaan en met de
draaiknop de temperatuur instellen.
4.Met de toets 0 het menu Tijdfuncties openen en met de
toets
¿ naar de tijdsduur gaan.
Er wordt 27:00 uur voorgesteld.
5.Met de draaiknop de gewenste tijdsduur instellen.
6.Met de toets 0 het menu Tijdfuncties sluiten.
7.De toets indrukken.
De Sabbatinstelling start.
De tijdsduur is afgelopen
De oven warmt niet meer op.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Het is niet mogelijk de eindtijd op een later tijdstip te zetten.
Sabbatinstelling afbreken
De toets
ingedrukt houden tot 3Dhetelucht, :160 °C
verschijnt. U kunt opnieuw instellen.
Kinderslot
Om er voor te zorgen dat de oven niet per ongeluk door
kinderen wordt ingeschakeld of dat ze een lopende functie
wijzigen, is deze voorzien van een kinderslot.
Kinderslot activeren
De toets
@ ingedrukt houden tot het symbool @ verschijnt.
Dit duurt ca. 4 seconden.
Het bedieningsveld is geblokkeerd.
Ovendeur vergrendelen
U kunt de basisinstellingen zo wijzigen dat ook de ovendeur
wordt vergrendeld. Hoe dat in zijn werk gaat kunt u lezen in het
hoofdstuk Basisinstellingen. De ovendeur vergrendelt wanneer
de temperatuur in de oven ca. 50 °C bereikt. Het symbool
H
verschijnt. Is de oven uitgeschakeld, dan wordt de deur direct
vergrendeld wanneer u het kinderslot activeert.
Blokkering opheffen
De toets
@ ingedrukt houden tot het symbool @ verdwijnt.
U kunt opnieuw instellen.
Aanwijzing: U kunt ondanks het actieve kinderslot de oven met
of door lang te drukken op de toets uitschakelen, de
wekker instellen en de signaaltoon uitschakelen.
Basisinstellingen
Uw apparaat heeft verschillende basisinstellingen, die u altijd
aan uw wensen kunt aanpassen.
Aanwijzing: In de tabel vindt u alle basisinstellingen en de
mogelijke wijzigingen. Afhankelijk van de uitrusting van uw
apparaat worden op het display alleen de basisinstellingen
weergegeven die geschikt zijn voor uw apparaat.
Basisinstellingen Mogelijkheden Toelichting
Taal kiezen:
Nederlands
29 andere talen zijn mogelijk Taal voor de displayteksten
Signaal tijdsduur:
gemiddeld
gemiddeld = 2 minuten
kort = 10 seconden
lang = 5 minuten
Geeft aan hoelang het signaal na afloop van een
tijdsduur te horen is
Toetssignaal:
uit
aan
uit
Bevestigingstoon bij het indrukken van een toets
Display-helderheid:
dag
dag
gemiddeld
nacht
Displayverlichting
Contrast:
ÙÙÙØÙÙÙ
bijv. sterker
ÙÙÙÙØÙÙ
Display-contrast
14
Tijdsindicatie:
analoog 1
analoog 1
analoog 2
analoog 3
uit*
digitaal
Weergave van de tijdsindicatie op het display,
wanneer de oven uitgeschakeld is.
* De tijd verschijnt zolang de restwarmte wordt
weergegeven.
Ovenlamp bij werking:
aan
aan
uit
Verlichting in binnenruimte
Verder na deur sluiten:
automatisch
automatisch
uit*
De manier waarop de werking van de oven na
het openen en weer sluiten van de deur wordt
hervat.
*met
de werking voortzetten
Deurvergrendeling bij kinderslot
nee
nee
ja
Vergrendeling van de ovendeur wanneer het
kinderslot is geactiveerd.
individueel aanpassen:
ÙÙÙØÙÙÙ
bijv. bereidingsresultaat steeds
intensiever
ÙÙÙÙØÙÙ
Het bereidingsresultaat van alle automatische
programma's wijzigen
naar rechts = intensiever
naar links = zwakker
Indicatie merklogo
aan
aan
uit
Het opschrift Siemens na het inschakelen van de
oven.
3D-hetelucht
Voorstel: 160 °C
van 30 tot max. 275 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Boven- en onderwarmte
Voorstel: 160 °C
van 30 tot max. 300 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Hydrobakken
Voorstel: 160 °C
van 30 tot max. 300 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Pizzastand
Voorstel: 200 °C
van 30 tot max. 275 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Intensieve warmte
Voorstel: 190 °C
van 30 tot max. 300 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Onderwarmte
Voorstel: 150 °C
van 30 tot max. 300 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Circulatiegrillen
Voorstel: 190 °C
van 30 tot max. 300 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Grill, groot
Voorstel: 3
3
2
1
Voorgestelde stand voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Grillen met de draaispies
Voorstel: 250 °C
van 30 tot max. 300 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Grill, klein
Voorstel: 3
3
2
1
Voorgestelde stand voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Langzaam garen
Voorstel: 80 °C
van 70 tot max. 90 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Ontdooien
Voorstel: 30 °C
van 30 tot max. 60 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Voorverwarmen
Voorstel: 50 °C
van 30 tot max. 70 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Warmhouden
Voorstel: 70 °C
van 60 tot max.100 °C Voorgestelde temperatuur voor de
verwarmingsmethode permanent wijzigen
Basisinstellingen Mogelijkheden Toelichting
15
Basisinstellingen wijzigen
Voorwaarde: de oven dient uitgeschakeld te zijn.
Het voorbeeld in de afbeelding: basisinstelling signaaltoon
tijdsduur veranderen van gemiddeld in kort.
1.De toets ± ca. 4 seconden lang ingedrukt houden tot links
“Sprache wählen" (Taal kiezen) en rechts “deutsch"
verschijnt.
2.Met de draaiknop de basisinstelling kiezen.
3.Met de toets ¿ naar het rechterinstelbereik gaan en met de
draaiknop de waarde veranderen.
4.Nu kunt u verdere basisinstellingen wijzigen. Hiervoor met de
toets
¾ naar de basisinstelling gaan en instellen volgens de
beschrijving bij punt 2 en 3.
5.De toets ± ingedrukt houden tot de weergave dooft. Dit duurt
ca. vier seconden. Alle wijzigingen zijn opgeslagen.
Afbreken
De toets
indrukken. De wijzigingen worden niet opgeslagen.
Automatische uitschakeling
Uw oven heeft een automatische uitschakeling. Deze wordt
actief wanneer er geen tijdsduur is ingesteld en de instellingen
gedurende lange tijd niet veranderd zijn. Het moment waarop
dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde temperatuur of
grillstand.
Uitschakeling actief
De tekst “automatische uitschakeling" verschijnt op het display.
De werking is onderbroken. Wanneer u op een willekeurige
toets drukt, verdwijnt de tekst. U kunt opnieuw instellen.
Aanwijzing: Is er een tijdsduur ingesteld, dan warmt de oven
na afloop van de tijdsduur niet meer op. De automatische
uitschakelfunctie is niet nodig.
Naloop koelventilator:
gemiddeld
kort
gemiddeld
lang
zeer lang
Tijdsduur voor het nalopen van de koelventilator
Reinigingsysteem:
nee
nee
ja
Instelling, of het apparaat met zelfreinigend
plafond en zijwanden is uitgerust =
reinigingssysteem
Telescooprails
nee
nee
ja
Instelling, wanneer het apparaat met
telescooprails is uitgerust
Sabbatinstelling:
nee
nee
ja
Zie het hoofdstuk Sabbatinstelling
Fabrieksinstelling opnieuw instellen
nee
nee
ja
Alle wijzigingen direct terugzetten naar de
basisinstellingen
Basisinstellingen Mogelijkheden Toelichting
 
7DDONLH]HQ
1HGHUODQGV

%DVLVLQVWHOOLQJHQ
 
6LJQDDOWLMGVGXXU
JHPLGGHOG

%DVLVLQVWHOOLQJHQ
 
6LJQDDOWLMGVGXXU
NRUW

%DVLVLQVWHOOLQJHQ
16
Zelfreiniging
Bij de zelfreiniging warmt de oven op tot ca. 500 °C. Op deze
manier verbranden resten van het braden, grillen of bakken en
hoeft u slechts nog de as uit de binnenruimte te verwijderen.
U kunt drie reinigingsstanden kiezen.
Hoe sterker en ouder de verontreinigingen zijn, des te hoger
moet de reinigingsstand zijn. Het is voldoende wanneer u de
binnenruimte elke twee tot drie maanden reinigt. Zo nodig kunt
u hem ook vaker reinigen Voor een reiniging is slechts
ca. 2,5 - 4,7 kWh nodig.
Belangrijke aanwijzingen
Voor uw veiligheid vergrendelt de ovendeur automatisch. U
kunt de ovendeur pas weer openen wanneer de binnenruimte
wat afgekoeld is en het slotsymbool van de vergrendeling
verdwenen is. Probeer niet de haken met de hand te
verschuiven.
Probeer de ovendeur niet te openen zolang de zelfreiniging
bezig is. Daardoor kan het reinigen worden afgebroken.
Tijdens de zelfreiniging brandt de ovenlamp in de binnenruimte
niet.
ã=Risico van brand!
De oven wordt van de buitenkant zeer heet. Let er op dat de
voorkant van de oven vrij blijft. Nooit brandbare voorwerpen,
bijv. theedoeken, aan de deurgreep hangen. Houd kinderen uit
de buurt.
Voor de zelfreiniging
De binnenruimte moet leeg zijn. Neem de toebehoren, de
vormen en rails uit de binnenruimte. In het hoofdstuk
Onderhoud en reiniging kunt u lezen hoe de rails verwijderd
worden.
Maak de ovendeur en de randvlakken van de binnenruimte bij
de deurdichting schoon. De dichting niet reinigen.
ã=Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand vliegen.
Maak de binnenruimte en de toebehoren die u meereinigt met
een vochtige doek schoon.
Toebehoren meereinigen
De rails zijn niet geschikt voor de zelfreiniging. Neem ze uit de
binnenruimte. Wilt u toebehoren meereinigen, dan kunt u hier
bij de klantenservice accessoirehouders voor bijbestellen.
Hiermee kunt u geëmailleerde toebehoren, bijv. de braadslede,
zonder antiaanbaklaag meereinigen. Altijd slechts één
accessoire meereinigen.
Niet-geëmailleerde toebehoren, bijv. het rooster, zijn niet
geschikt voor de zelfreiniging. Neem ze uit de binnenruimte.
ã=Ernstig gezondheidsrisico!
Nooit platen en vormen met een antiaanbaklaag meereinigen.
Door de grote hitte wordt de antiaanbaklaag aangetast en
ontstaan er giftige gassen.
U kunt de accessoirehouders verkrijgen bij de klantenservice of
via internet, onder materiaalnummer 466546.
De houders worden aan de linker- en rechterkant ingebracht.
Reinigingsstand instellen
1. De toets V indrukken.
Reinigingsstand 3 wordt voorgesteld. U kunt de zelfreiniging
direct met de toets starten.
Wanneer u de reinigingsstand wilt wijzigen:
2. Met de draaiknop de gewenste reinigingsstand kiezen.
3. Met de reiniging starten.
De ovendeur vergrendelt kort na de start. Het symbool H voor
de vergrendeling is verlicht. Pas wanneer het symbool
verdwijnt, kan de ovendeur weer worden geopend.
Na afloop van de reiniging
De oven warmt niet meer op. In de statusregel verschijnt
“Zelfreiniging beëindigd".
Reiniging afbreken
Met de toets
de oven uitschakelen. De ovendeur kan pas
worden geopend wanneer het symbool
H verdwenen is.
Reinigingsstand corrigeren
Na de start kan de reinigingsstand niet langer worden
gewijzigd.
De reiniging moet 's nachts worden uitgevoerd
Om de oven overdag te kunnen gebruiken, verzet u het tijdstip
van het einde van de reiniging naar de nacht. Zie het hoofdstuk
Tijdfuncties, de eindtijd op een later tijdstip zetten .
Na de zelfreiniging
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, verwijdert u de
achtergebleven as met een vochtig doekje uit de binnenruimte.
Stand Reinigingsgraad Tijdsduur
1 licht ca. 1 uur, 15 minuten
2 gemiddeld ca. 1 uur, 30 minuten
3 intensief ca. 2 uur
17
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de oven goed verzorgt en schoonmaakt, blijft hij
lang mooi en intact. Hieronder wordt uitgelegd hoe u de oven
op de juiste manier verzorgt en schoonmaakt.
Aanwijzingen
Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd worden, dient u
zich te houden aan de gegevens in de tabel. Gebruik
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen,
geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
Inschuifrails verwijderen en bevestigen
U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient
afgekoeld te zijn.
Inschuifrails verwijderen
1.Rails voor optillen
2.en uit de geleiders tillen (Afbeelding A).
3.Hierna de rails helemaal naar voren trekken en uitnemen
(Afbeelding B).
Maak de inschuifrails schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel.
Inschuifrails bevestigen
1.Inschuifrails eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar
achteren drukken (Afbeelding A)
2.en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B).
De inschuifrails passen links en rechts. De welving moet zich
altijd aan de onderkant bevinden.
Bereik Schoonmaakmiddelen
Voorkant van de
oven
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Roestvrij staal Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Kalk-,
vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk verwijderen. Onder zulke
vlekken kan gemakkelijk corrosie
ontstaan.
Bij de klantenservice of in de vakhandel
zijn speciale schoonmaakmiddelen voor
roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt
zijn voor warme oppervlakken. Het
schoonmaakmiddel heel dun opbrengen
met een zachte doek.
Ruiten van de deur Glasreiniger:
met een zachte doek schoonmaken.
Geen schraper gebruiken.
Deurafscherming Schoonmaakmiddel voor roestvrij staal
(verkrijgbaar bij de klantenservice of in
de vakhandel):
Neem de gegevens van de fabrikant in
acht.
Binnenruimte Warm zeepsop of water met azijn:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje
van roestvrij staal of ovenreiniger
gebruiken. Alleen gebruiken in de
onverwarmde oven.
U kunt het best de zelfreiniging
gebruiken. Neem hierbij de aanwijzingen
in het hoofdstuk Zelfreiniging in acht!
Glazen afscherming
van de ovenlamp
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Inschuifrails Warm zeepsop:
laten weken en met een
schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
Telescooprails Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
Niet laten weken, in de vaatwasmachine
schoonmaken of bij de zelfreiniging
meereinigen. De rails zouden
beschadigd raken en blokkeren.
Toebehoren Warm zeepsop:
laten weken en met een
schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
Bereik Schoonmaakmiddelen
%
$
%
$
18
Ovendeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u
de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een
blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt
(Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen
van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren
beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
ã=Risico van letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met
grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd
helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de
ovendeur helemaal opengeklapt.
Deur verwijderen
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen
(Afbeelding B).
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
(Afbeelding B).
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
ã=Risico van letsel!
Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier
dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem
contact op met de klantenservice.
Deurafscherming afnemen
De afscherming op de ovendeur kan verkleurd raken. Om de
ovendeur grondig schoon te maken kunt u de afscherming
verwijderen.
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Afscherming van de ovendeur eraf schroeven. Hiervoor de
schroeven aan de linker- en rechterkant losdraaien
(Afbeelding A).
3. Afscherming afnemen (Afbeelding B).
Let erop dat de ovendeur niet gesloten wordt zolang de
afscherming afgenomen is. De binnenruit kan beschadigd
worden.
De afscherming schoonmaken met een reinigingsproduct
voor roestvrij staal.
4. Afscherming weer terugplaatsen en bevestigen.
5. Ovendeur sluiten.
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de
ovendeur afnemen.
Verwijderen
1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden
op een doek leggen.
2. De afscherming bovenaan de ovendeur eraf schroeven.
Hiervoor de schroeven aan de linker- en rechterkant
losdraaien (Afbeelding A).
3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
%
$
%
$
%
$
&
%
$
%
$
19
4.De grote klemmen rechts en links losschroeven. De ruit
optillen en de houders van de ruit trekken (Afbeelding C). De
ruit eruit nemen.
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
Gebruik geen scherpe of schurende middelen en geen
schraper. Het glas kan hierdoor beschadigd raken.
Inbrengen
Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder
ondersteboven staat.
1.De ruit schuin naar achteren inschuiven (Afbeelding A).
2.Borgveren rechts en links op de ruit plaatsen, zo uitlijnen dat
de veren zich boven het schroefgat bevinden en
vastschroeven (Afbeelding B).
3.Bovenste ruit schuin naar achteren inschuiven. Het grote vlak
moet zich aan de buitenkant bevinden.
4.Afscherming plaatsen en vastschroeven.
5.Ovendeur inbrengen
Gebruik de oven pas weer wanneer de ruiten naar behoren
zijn ingezet.
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid.
Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met
de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen.
Storingstabel
Wanneer een gerecht een keer niet lukt, raadpleeg dan het
hoofdstuk Voor u getest in onze kookstudio. Hier vindt u vele
tips en aanwijzingen voor het koken.
ã=Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.
&
%
$
Storing Mogelijke oorzaak Aanwijzing/oplossing
Het apparaat werkt niet Zekering defect. Kijk in de meterkast na of de zekering in orde is.
In de statusregel verschijnt “Tijd instellen“.
De weergegeven tijd is onjuist. In het
rechterinstelbereik staat “Taal kiezen“.
Stroomonderbreking. Stel de juiste tijd in met de draaiknop en druk op
de toets
0. De ingestelde taal wordt na een
stroomonderbreking niet gewijzigd.
De ovendeur kan niet worden geopend. In
de statusregel staat “Tijd instellen". De
weergegeven tijd is onjuist. In het
rechterinstelbereik staat “Taal kiezen“. Het
symbool
H wordt weergegeven.
Stroomonderbreking tijdens de
zelfreiniging.
Stel de juiste tijd in met de draaiknop en druk op
de toets
0. De ingestelde taal wordt na een
stroomonderbreking niet gewijzigd. Wacht tot de
binnenruimte is afgekoeld. Het symbool
H
verdwijnt. U kunt de ovendeur openen.
De oven warmt niet op of de
verwarmingsmethode kan niet worden
ingesteld.
Verwarmingsmethode niet
herkend.
Nog een keer instellen.
De oven warmt niet op. In de statusregel
staat “Demo".
De oven bevindt zich in de
demomodus.
Schakel de zekering in de zekeringenkast uit en na
ca. 20 seconden weer in. In de volgende 2 minuten
de toets
@ vier seconden lang ingedrukt houden
tot de tekst “Demo“ verdwijnt.
In de statusregel verschijnt
“automatische uitschakeling“.
De automatische uitschakeling is
geactiveerd. De oven schakelt
zichzelf uit.
Druk op een willekeurige toets. De tekst verdwijnt.
U kunt opnieuw instellen.
20
Foutmeldingen met E
Wordt op het display een foutmelding met E weergegeven, druk
dan op de toets
0. Hiermee wordt de foutmelding gewist. Het
kan voorkomen dat u vervolgens de tijd opnieuw moet instellen.
Wordt de fout opnieuw weergegeven, neem dan contact op met
de klantenservice.
Bij de volgende foutmeldingen kunt u het probleem zelf
oplossen.
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige 230V-halogeenlampen, 25 watt, kunt u
krijgen bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Houd de
halogeenlamp vast met een droge doek. Hierdoor wordt de
levensduur van de lamp verlengd. Gebruik uitsluitend originele
lampen.
ã=Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming verwijderen. Hiervoor met de duimen de
metalen strippen naar de zijkant drukken (Afbeelding A).
3. Lamp eruit trekken niet draaien (Afbeelding B). Nieuwe lamp
inbrengen, hierbij op de stand van de pinnen letten. De lamp
stevig aandrukken.
4. Glazen afscherming weer terugplaatsen. Hierbij met één kant
inbrengen en de andere kant vast aandrukken. Het glas zit nu
vast.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Linkerovenlamp vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige 230V-halogeenlampen, 25watt, kunt u
krijgen bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Houd de
halogeenlamp vast met een droge doek. Hierdoor wordt de
levensduur van de lamp verlengd. Gebruik uitsluitend originele
lampen.
ã=Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming verwijderen. De afscherming hiervoor
met de hand van onderaf openen (Afbeelding A). Kan de
glazen afscherming moeilijk worden verwijderd, gebruik er
dan een lepel bij.
3. Lamp eruit trekken niet draaien (Afbeelding B). Nieuwe lamp
inbrengen, hierbij op de stand van de pinnen letten. De lamp
stevig aandrukken. A
4. Glazen afscherming weer terugplaatsen. Let erop dat de
welving in het glas zich aan de rechterkant bevindt. Het glas
van boven inbrengen en aan de onderkant stevig aandrukken
(Afbeelding C). Het glas zit nu vast.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
Foutmelding Mogelijke oorzaak Aanwijzing/oplossing
E011 Een toets is te lang ingedrukt of is
beklemd geraakt.
Druk alle toetsen afzonderlijk in. Controleer of de
toetsen schoon zijn. Neem contact op met de
klantenservice wanneer de foutmelding aanhoudt.
E115
E
De temperatuur in de oven is te
hoog.
De ovendeur vergrendelt. Wacht tot de
binnenruimte is afgekoeld. Met de toets
0 wist u
de foutmelding.
%
$
%
$
&
21
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
Enummer en FDnummer
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u rechts, aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang
te hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft,
kunt u hier direct de gegevens van uw apparaat en het
telefoonnummer van de servicedienst invullen.
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er
zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde
onderhoudstechnici, die beschikken over de originele
onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten.
Energie en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden kunt besparen op energie en het apparaat op de juiste
manier afvoert.
Energie besparen
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Automatische programma's
Met de automatische programma's gaan geraffineerde
stoofgerechten, sappig gebraden vlees en smakelijke
eenpansgerechten u heel gemakkelijk af. U hoeft hierbij niet te
keren en te bedruipen en de binnenruimte blijft schoon.
Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit van het
vlees en de grootte en soort van de vormen of het servies.
Maak gebruik van pannenlappen wanneer u het gerecht uit de
oven neemt. De vorm is heel heet. Opgelet bij het openen van
de vorm, er komt hete stoom vrij.
Vormen
De automatische programma's zijn alleen geschikt voor het
braden en bakken in open vormen, met uitzondering van
gegratineerde ham. Gebruik alleen vormen met een goed
sluitend deksel. Neem ook de gegevens van de fabrikant van
de vorm in acht.
Geschikte vormen
Wij raden het gebruik van hittebestendige vormen (tot 300 °C)
aan, van glas of glaskeramiek. Braadsledes van roestvrij staal
zijn slechts beperkt geschikt. Het glanzende oppervlak
reflecteert de warmtestraling zeer sterk. Het gerecht wordt
minder bruin en het vlees minder gaar. Gebruikt u een
braadslede van roestvrij staal, neem dan na afloop van het
programma het deksel eraf. Het vlees op grillstand 3 nog 8 tot
10 minuten gratineren. Gebruikt u braadsledes van
geëmailleerd staal, gietijzer of persgegoten aluminium, dan
wordt het gerecht bruiner. Voeg wat meer vloeistof toe.
Ongeschikte vormen
Vormen van licht, glanzend aluminium, ongeglazuurde klei en
vormen van kunststof of met kunststof handgrepen zijn niet
geschikt.
Grootte van de vorm
Het vlees moet de bodem van de vorm voor ca. twee derde
bedekken. Zo krijgt u mooi braadsap.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet minstens 3 cm
bedragen. Het vlees kan tijdens het braden uitzetten.
Gerecht voorbereiden
Gebruik vers of diepvriesvlees. Wij bevelen vers vlees op
koelkasttemperatuur aan.
Gebruik een geschikte vorm.
Weeg het verse of diepvriesvlees, het gevogelte of de vis.
Gedetailleerde aanwijzingen vindt u in de betreffende tabellen.
Om in te stellen dient u het gewicht te weten.
Enr.
FD-nr.
Servicedienst O
NL 088 424 4020
B 070 222 142
Dit apparaat beantwoordt aan de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake gebruikte elektro en elektronica-
apparatuur (WEEE - waste electrical and electronic
equipment). De richtlijn biedt het kader voor de
terugname en verwerking van gebruikte apparaten
geldend voor de hele EU.
22
Kruid het vlees. Diepvriesvlees kruidt u op dezelfde manier als
vers vlees.
Bij veel gerechten dient vloeistof te worden toegevoegd. Doe
zoveel vloeistof in de vorm dat de bodem ca. ½ cm bedekt is.
Staat er “wat“ vloeistof in de tabel, dan zijn 2-3 eetlepels
meestal toereikend. Bij vloeistof “ja“ mag het rustig meer zijn.
Neem de aanwijzingen voor en in de tabellen in acht.
Sluit de vorm af met een deksel. Plaats hem op hoogte 2 op
het rooster.
Bij enkele gerechten is het niet mogelijk de eindtijd op een later
tijdstip te zetten. Deze gerechten zijn aangeduid met een ster*.
Plaats de vorm altijd in de onverwarmde binnenruimte.
Programma's
Gevogelte
Leg het gevogelte met de kant van de borst naar boven in de
braadslede. Gevuld gevogelte is ongeschikt.
Bij meerdere kippenbouten stelt u het gewicht van de zwaarste
in. De bouten moeten ongeveer even zwaar zijn.
Voorbeeld: 3 kippenbouten van 300 g, 320 g en 400 g. Stel
400 g in.
Maakt u twee even zware kippen klaar in een braadslede, stel
dan evenals bij de bouten het gewicht van de zwaarste in.
Voeg aan kalkoenfilet royaal vloeistof toe, zodat hij sappig blijft.
Vlees
Doe zoveel vloeistof in de vorm als wordt aangegeven.
Rundvlees
Voeg aan stoofvlees voldoende vloeistof toe. U kunt ook
marineervocht gebruiken.
Bij gekookt rundvlees moet zoveel vloeistof (water of bouillon)
worden toegevoegd dat het vlees bijna bedekt is.
Rosbief eerst bereiden met de kant van het vet naar boven.
Kalfsvlees
Bij Osso buco royaal groente (selderij, tomaten, wortels) in de
vorm doen en de schenkelschijven erover verdelen. Vloeistof
(bouillon) naar wens toevoegen.
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Gevogelte
Kip, vers* 0,7-2,0 nee Gewicht van het vlees
Poularde, vers* 1,4-2,3 nee Gewicht van het vlees
Eend, vers* 1,6-2,7 nee Gewicht van het vlees
Gans, vers* 2,5-3,5 nee Gewicht van het vlees
Kalkoen, vers* 2,5-3,5 nee Gewicht van het vlees
Kalkoenfilet, vers* 0,5-2,5 veel Gewicht van het vlees
Bouten, vers
bijv. kip-, eend-, gans-, kalkoenbout
0,3-1,5 nee Gewicht van de zwaarste
bout
Bouten, diepvries*
bijv. kip-, eend-, gans-, kalkoenbout
0,3-1,5 nee Gewicht van de zwaarste
bout
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Rundvlees
Stoofvlees, vers
bijv. klapstuk, schouderstuk, gemarineerd
vlees
0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Stoofvlees, diepvries*
bijv. klapstuk, schouderstuk, schouder
0,5-2,0 ja Gewicht van het vlees
Rosbief, vers, medium
bijv. lendestuk
0,5-2,5 nee Gewicht van het vlees
Rosbief, vers, kort gebakken
bijv. lendestuk
0,5-2,5 nee Gewicht van het vlees
Rosbief, diepvries, doorbakken*
bijv. lendestuk
0,5-2,0 nee Gewicht van het vlees
Gehakt* 0,3-3,0 nee Totaalgewicht
Gekookt rundvlees, vers 0,5-2,5 veel Gewicht van het vlees
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Kalfsvlees
Braadstuk, vers, mager
bijv. bovenbout, fricandeau
0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Braadstuk, vers, doorregen
bijv. nek, hals
0,5-3,0 wat Gewicht van het vlees
23
Varkensvlees
Leg vlees met been zo in de braadslede dat de kant van het
been naar beneden ligt.
Braadstuk met een korstje legt u met de korst naar boven in de
vorm. Snijd het zwoerd voor de bereiding rastervormig in,
zonder het vlees te beschadigen.
Ham met de vetlaag naar boven in de vorm leggen. De ham
onafgedekt gratineren.
Stel bij braadstukken het gewicht van het vlees, bij rollades en
gehakt het totaalgewicht in.
Lams en schapenvlees
Stel bij braadstukken en bouten het gewicht van het vlees, bij
gehakt het totaalgewicht in.
Braadstuk, diepvries, mager*
bijv. bovenbout, fricandeau
0,5-2,0 ja Gewicht van het vlees
Braadstuk, diepvries, doorregen*
bijv. nek, hals
0,5-2,0 wat Gewicht van het vlees
Schenkel met been, vers 0,5-2,5 ja Gewicht van het vlees
Osso buco
bijv. kalfsschenkelschijven met groente
0,5-3,5 ja Gewicht van het vlees
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Varkensvlees
Halsstuk, vers, zonder been 0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Halsstuk, vers, met been 0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Halsstuk, diepvries, zonder been* 0,5-2,0 ja Gewicht van het vlees
Halsstuk, diepvries, met been* 0,5-2,0 ja Gewicht van het vlees
Koteletten, vers, met been 0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Lendestuk, vers 0,5-2,5 ja Gewicht van het vlees
Rollade, vers 0,5-3,0 ja Totaalgewicht
Braadstuk met korstje, vers
bijv. buik
0,5-3,0 nee Gewicht van het vlees
Braadstuk met korstje, vers
bijv. schouder
0,5-3,0 nee Gewicht van het vlees
Gehakt* 0,3-3,0 nee Totaalgewicht
Casselerrib met been, vers 0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Ham, vers, gepekeld, garen 1,0-4,0 wat Gewicht van het vlees
Ham, vers, gepekeld, gratineren* 1,0-4,0 nee Gewicht van het vlees
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Lamsvlees
Lamsbout, vers, zonder been, doorbakken 0,5-2,5 wat Gewicht van het vlees
Lamsbout, vers, geen been, medium 0,5-2,5 nee Gewicht van het vlees
Lamsbout, vers, met been, doorbakken 0,5-2,5 wat Gewicht van het vlees
Lamsbout, diepvries, zonder been,
doorbakken*
0,5-2,0 wat Gewicht van het vlees
Lamsbout, diepvries, geen been, medium* 0,5-2,0 nee Gewicht van het vlees
Lamsbout, diepvries, met been,
doorbakken*
0,5-2,0 wat Gewicht van het vlees
Gehakt* 0,3-3,0 nee Totaalgewicht
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Schapenvlees
Schapenvlees, vers
bijv. schouder
0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Schapenvlees, diepvries*
bijv. schouder
0,5-2,0 ja Gewicht van het vlees
24
Wildbraad
Wildbraad kunt u met spek bedekken, het vlees blijft dan
sappiger maar wordt niet zo erg bruin. Voor een fijnere smaak
kunt u het wildbraad voor het garen 's nachts in de koelkast in
karnemelk, wijn of azijn marineren.
Wanneer u meerdere hazenbouten klaarmaakt, stelt u het
gewicht van de zwaarste bout in.
Konijn kunt u ook voor de bereiding in porties verdelen. Stel het
totaalgewicht in.
Vis
U kunt de vis zoals gebruikelijk besprenkelen met citroensap
en zouten.
Voor gestoofde vis: ½ cm vloeistof, bijv. wijn of citroensap in de
vorm doen.
Voor gebakken vis: vis door de bloem wentelen en bestrijken
met gesmolten boter.
Hele vis lukt het beste wanneer deze in de “zwemhouding" in
de vorm staat. Dit betekent dat de rugvin naar boven gericht is.
Om ervoor te zorgen dat de vis in deze stand blijft, kunt u een
ingesneden aardappel of een kleine, ovenvaste vorm in de
buikopening aanbrengen.
Bij meerdere vissen stelt u het totaalgewicht in. De vissen
moeten echter ongeveer even groot of even zwaar zijn.
Voorbeeld: twee forellen van 0,6 kg en 0,5 kg. Stel 1,1 kg in.
Gehakt
Gebruik alleen vers gehakt.
Stel het totaalgewicht van het gehakt in.
U kunt het mengsel met groenteblokjes of kaas afmaken.
Eenpansgerecht
U kunt verschillende soorten vlees en verse groente
combineren.
Het vlees in stukken snijden. Stukken kip ongesneden
gebruiken.
Dezelfde tot de dubbele hoeveelheid groente bij het vlees
doen. Voorbeeld: Aan 0,5 kg vlees voegt u 0,5 kg tot 1 kg
verse groente toe.
Moet het vlees geroosterd zijn, leg het dan als laatste
ingrediënt op de groente in de braadslede. Wilt u het minder
bruin, roer het vlees dan door de groente.
Bij eenpansgerechten met vlees stelt u het gewicht van het
vlees in. Moet de groente zachter zijn, stel dan het
totaalgewicht in.
Geschikt voor een groenteschotel zijn vaste groentesoorten,
bijv. wortels, sperziebonen, witte kool, selderij en aardappels.
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Wildbraad
Hertenvlees, vers
bijv. schouder, borst
0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Hertenvlees, diepvries*
bijv. schouder, borst
0,5-2,0 ja Gewicht van het vlees
Reebout, vers, zonder been 0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Reebout, diepvries*, zonder been 0,5-2,0 ja Gewicht van het vlees
Hazenbout, vers, met been 0,3-0,6 ja Gewicht van de zwaarste
bout
Hazenbout, diepvries*, met been 0,3-0,6 ja Gewicht van de zwaarste
bout
Wild zwijn, vers
bijv. schouder, borst
0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Wild zwijn, diepvries*
bijv. schouder, borst
0,5-2,0 ja Gewicht van het vlees
Konijn, vers 0,5-3,0 ja Gewicht van het vlees
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Vis
Forel, vers, stoven* 0,3-1,5 ja Totaalgewicht
Forel, vers, bakken* 0,3-1,5 nee Totaalgewicht
Snoekbaars, vers, stoven* 0,5-2,0 ja Totaalgewicht
Snoekbaars, vers, bakken* 0,5-2,0 nee Totaalgewicht
Kabeljauw, vers, stoven* 0,5-2,0 ja Totaalgewicht
Kabeljauw, vers, bakken* 0,5-2,0 nee Totaalgewicht
Karper, vers, stoven* 0,8-2,0 ja Totaalgewicht
Karper, vers, bakken* 0,8-2,0 nee Totaalgewicht
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Gehakt
van vers rundvlees* 0,3-3,0 nee Totaalgewicht
van vers varkensvlees* 0,3-3,0 nee Totaalgewicht
van vers lamsvlees* 0,3-3,0 nee Totaalgewicht
van vers gemengd vlees* 0,3-3,0 nee Totaalgewicht
25
Hoe kleiner u de groente snijdt, hoe zachter deze wordt. Bedek
de groente met vloeistof om te voorkomen dat deze te bruin
wordt aan de bovenkant.
Programma kiezen en instellen
Het voorbeeld in de afbeelding: Instelling voor diepvries
kalfsvlees, mager, 1,3 kg.
1.De toets X indrukken.
De eerste programmagroep en het eerste programma
verschijnen.
2.Met de draaiknop de programmagroep kiezen.
3.De toets ¿ indrukken en met de draaiknop het programma
kiezen.
4.Bij een deel van de programma's kunt u nog meer
differentiëren, bijv. bij kalfsvlees in “mager vlees“ of
“doorregen braadstuk“. Druk op de toets
¿ en maak een
keuze met de draaiknop.
5.De toets ¿ indrukken.
Voor het gekozen programma verschijnt een voorgesteld
gewicht.
6.Met de draaiknop het gewicht instellen. De programmaduur
wordt in de statusregel weergegeven.
Wanneer u nu nog een keer de toets
¿ indrukt, gaat u naar het
programma Individueel aanpassen. U kunt invloed op het
resultaat van het programma uitoefenen. Zie Individueel
aanpassen hierna.
7.De toets indrukken.
Het programma start. Het verloop van de tijdsduur
x is te
zien in de statusregel.
Het programma is afgerond
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U kunt het
signaal vroegtijdig met de toets
0 wissen.
Programma afbreken
De toets
ingedrukt houden tot 3Dhetelucht, 160 °C
verschijnt. U kunt opnieuw instellen.
Informatie opvragen
Voor de start: de toets
± kort indrukken. Er worden
verschillende soorten informatie bij de programma's
weergegeven. Voor elke nieuwe informatie weer de toets
± kort
indrukken.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Bij veel programma's kunt u de eindtijd op een later tijdstip
zetten. Zie het hoofdstuk Tijdfuncties.
Individueel aanpassen
Wanneer het bereidingsresultaat dat een programma oplevert
niet aan uw voorstellingen beantwoordt, kunt u dit de volgende
keer aan uw wensen aanpassen.
Stel in volgens de beschrijving bij punt 1 t/m 6.
De toets
¿ indrukken en met de draaiknop het verlichte veld
verplaatsen.
ÙÙÙØÙÙÙ
Naar links = bereidingsresultaat zwakker.
Naar rechts = bereidingsresultaat sterker.
Met de toets
starten.
De tijdsduur voor het programma wordt gewijzigd.
Programma's Gewichtsbereik in kg Vloeistof toevoegen Instelgewicht
Eenpansgerecht
met vlees
bijv. eenpansgerecht met verschillende
soorten vlees
0,3-3,0 ja Gewicht van het vlees
met groente
bijv. vegetarisch eenpansgerecht
0,3-3,0 ja Totaalgewicht
Goulash 0,3-3,0 ja Gewicht van het vlees
Rollades 0,3-3,0 ja Gewicht van het vlees
 
*HYRJHOWH
.LSYHUV

3URJUDPPDV
 
.DOIVYOHHV
%UDDGVWXNYHUV

3URJUDPPDV

.DOIVYOHHV
%UDDGVWXNGLHSYULHV

3URJUDPPDV

%UDDGVWXNGLHSYULHV
PDJHUEUDDGVWXN

3URJUDPPDV

PDJHUEUDDGVWXN
J

3URJUDPPDV

26
Tips voor de automatische programma's
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is
voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren
en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U
krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst.
Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op
de toebehoren.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.
Gebak
Bakken op één niveau
Met boven en onderwarmte
% lukt het gebak het beste.
Wanneer u met 3D-hetelucht
: bakt, dient u de volgende
inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken:
Gebak in vormen: hoogte
Gebak op de plaat: hoogte
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 3Dhetelucht
:.
Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus
Braadslede: hoogte
Bakplaat: hoogte
Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus
Bakplaat: hoogte 5
Braadslede: hoogte
Bakplaat: hoogte
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten.
Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet
deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is
de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen
en receptgegevens kunnen afwijken.
Tabellen
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In
de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het
gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Aanwijzing: als gevolg van de hoge vochtigheid kan bij het
bakken met hydrobakken
' aan de binnenkant van de oven
condensaat ontstaan. Open de ovendeur voorzichtig, er komt
hete stoom vrij.
Het gewicht van het vlees of gevogelte
ligt boven het aangegeven
gewichtsbereik.
Het gewichtsbereik is bewust beperkt. Voor zeer grote braadstukken is vaak geen
voldoende grote braadslede voorhanden. Bereid grote stukken vlees met boven- en
onderwarmte
% of circulatiegrillen 4.
Het vlees is goed, maar de jus is te
donker.
Neem een kleinere vorm of gebruik meer vloeistof.
Het vlees is goed, maar de jus is te licht
en te waterig.
Neem een grotere vorm of gebruik minder vloeistof.
Het gerecht is te droog aan de
bovenkant.
Gebruik een vorm met een goed sluitend deksel. Mager vlees blijft malser door er
spekreepjes op te leggen.
Tijdens het braden ruikt het vlees
aangebrand, maar het ziet er goed uit.
Het deksel van de braadslede sluit niet goed of het vlees is groter geworden en heeft het
deksel opgetild. Gebruik altijd een passend deksel. Let erop dat er tenminste 3 cm
afstand zit tussen het vlees en het deksel.
U wilt diepvriesvlees klaarmaken. Kruid het diepvriesvlees op dezelfde manier als vers vlees. Let op: bij diepvriesvlees kan
de eindtijd niet op een later tijdstip worden gezet. Het vlees zou tijdens de wachttijd
ontdooien en oneetbaar worden.
Het vlees is niet gaar genoeg of te
doorbakken.
Verander de volgende keer de instellingen. Aanwijzingen hiervoor vindt u in het
hoofdstuk Automatische programma's, Individueel instellen.
27
Verwarmingsmethoden:
: =3D-hetelucht
% = boven- en onderwarmte
' = hydrobakken
& = intensieve warmte
Verwarmingsmethoden:
: =3D-hetelucht
% = boven- en onderwarmte
' = hydrobakken
& = intensieve warmte
Gebak in vormen Vorm Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Cake, eenvoudig Krans/rechthoekige vorm 2
:
160-180 50-60
3 cakevormen 3+1
:
140-160 60-80
Cake, fijn Krans/rechthoekige vorm 2
%
150-170 60-70
Taartbodem, roerdeeg Vorm vruchtentaartbodem 3
%
160-180 20-30
Vruchtentaart fijn, roerdeeg Springvorm/tulbandvorm 2
%
160-180 50-60
Biscuitbodem, 2 eieren
(voorverwarmen)
Vorm vruchtentaartbodem 2
'
160-180 20-30
Biscuittaart, 6 eieren (voorverwarmen) Springvorm 2
'
160-180 40-50
Bodem zandtaartdeeg met rand Springvorm 1
&
180-200 25-35
Vruchten- of kwarktaart met bodem van
zandtaartdeeg*
Springvorm 1
&
170-190 70-90
Zwitserse vruchtentaart Pizzaplaat 2
&
220-240 30-40
Tulband Tulbandvorm 2
%
150-170 60-70
Pizza, dunne bodem met weinig
bedekking (voorverwarmen)
Pizzaplaat 2
&
280-300 10-15
Hartig gebak* Springvorm 2
&
180-200 40-50
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
Gebak op de plaat Toebehoren Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Roerdeeg met droge bedekking Bakplaat 2
'
170-190 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
150-170 35-45
Roerdeeg met vochtige bedekking,
vruchten
Braadslede 2
%
170-190 25-35
Braadslede + bakplaat 3+1
:
140-160 40-50
Gistdeeg met droge bedekking Bakplaat 3
'
170-190 25-35
Braadslede + bakplaat 3+1
:
150-170 35-45
Gistdeeg met vochtige bedekking,
vruchten
Braadslede 3
%
160-180 40-50
Braadslede + bakplaat 3+1
:
150-160 50-60
Zandtaartdeeg met droge bedekking Bakplaat 2
&
180-200 20-30
Zandtaartdeeg met vochtige bedekking,
vruchten
Braadslede 3
&
170-190 50-60
Zwitserse vruchtentaart Braadslede 2
&
210-230 40-50
Biscuitrol (voorverwarmen) Bakplaat 2
'
170-190 15-20
Broodvlecht van 500 g bloem Bakplaat 2
'
180-200 25-35
Kerststol van 500 g bloem Bakplaat 3
%
160-180 60-70
Kerststol van 1 kg bloem Bakplaat 3
%
140-160 90-100
Strudel, zoet Braadslede 2
%
190-210 55-65
Pizza Bakplaat 2
&
200-220 25-35
Braadslede + bakplaat 3+1
:
180-200 40-50
Flammkuchen (voorverwarmen) Braadslede 2
&
280-300 10-12
28
Verwarmingsmethoden:
: =3D-hetelucht
% = boven- en onderwarmte
' = hydrobakken
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen, wanneer er
niet iets anders aangegeven is.
Giet nooit water in de hete oven.
Verwarmingsmethoden:
: =3D-hetelucht
' = hydrobakken
Tips voor het bakken
Klein gebak Toebehoren Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Koekjes Bakplaat 3
:
140-160 15-25
Braadslede + bakplaat 3+1
:
130-150 25-35
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
130-150 30-40
Sprits (voorverwarmen) Bakplaat 3
'
140-150 30-40
Bakplaat 3
:
140-150 25-35
Braadslede + bakplaat 3+1
:
140-150 30-45
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
130-140 35-50
Bitterkoekjes Bakplaat 2
%
100-120 30-40
Braadslede + bakplaat 3+1
:
100-120 35-45
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
100-120 40-50
Schuimgebak Bakplaat 3
:
80-100 100-150
Muffins Rooster met muffinplaat 3
%
180-200 20-25
2 roosters met muffinplaten 3+1
:
160-180 25-30
Deeg van bijv. soesjes Bakplaat 2
'
210-230 30-40
Bladerdeeggebak Bakplaat 3
:
180-200 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
180-200 25-35
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
170-190 35-45
Gistdeeggebak Bakplaat 3
'
190-210 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
160-180 25-35
Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Gistbrood van 1,2 kg bloem Braadslede 2
'
300
200
5
30-40
Zuurdeegbrood van kg bloem Braadslede 2
'
300
200
8
35-45
Plat rond brood Braadslede 2
'
300 10-15
Broodjes (niet voorverwarmen) Bakplaat 3
'
200-220 20-30
Broodjes van gistdeeg, zoet Bakplaat 3
'
180-200 15-20
Braadslede + bakplaat 3+1
:
150-170 20-30
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed
doorbakken is.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Het gebak zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in.Houd rekening met de omroertijden in het recept.
Het gebak is in het midden hoog
gerezen en lager bij de randen.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Het gebak is te droog. Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
29
Vlees, gevogelte, vis
Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote
stukken vlees is ook de braadslede geschikt.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het
deksel voor de pan past en goed sluit
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer
vloeistof toe.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg
bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere
bereidingstijden aan.
Opgaven in de tabellen:
Vorm zonder deksel = open
Vorm met deksel = gesloten
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Braden
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van
de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de
vorm dient ca 1-2cm bedekt te zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en
het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde
braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in
glazen vormen.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt.
Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een
hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Grillen
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht
in de binnenruimte te plaatsen.
Gril altijd in een gesloten oven.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Keer de grillstukken na
Z van de bereidingstijd.
Zout de steaks pas na het grillen.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als
u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het
midden op het rooster legt.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt
opgevangen en de oven blijft schoner.
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5
plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering
kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde
grillstand.
Vlees
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan
beter verdelen.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het
10 minuten in de oven nagaren.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en
leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
Verwarmingsmethoden:
% = boven- en onderwarmte
4 = circulatiegrillen
( = grill, groot
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere
temperatuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor.
Bestrooi het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan
de recepten en baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte
% op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken.
Op de bovenste plaat is het gebak
donkerder dan op de onderste.
Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3Dhetelucht :. Bakplaten die
gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bij het bakken van vochtig gebak
ontstaat er condenswater.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
Vlees Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Rundvlees
Gestoofd rundvlees 1,0 kg gesloten 2
%
200-220 100
1,5 kg 2
%
190-210 120
2,0 kg 2
%
180-200 140
Runderfilet, medium 1,0 kg open 2
%
210-230 60
1,5 kg 2
%
200-220 80
30
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na
Z van de opgegeven tijd keren.
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na
Z van de tijd
keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet
weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
Rosbief, medium 1,0 kg open 1
4
220-240 60
Steaks, 3 cm dik, medium Rooster +
braadslede
5+1
(
315
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees 1,0 kg open 2
%
190-210 110
1,5 kg 2
%
180-200 130
2,0 kg 2
%
170-190 150
Kalfsschenkel 1,5 kg open 2
%
210-230 140
Varkensvlees
Braadstuk zonder zwoerd (bijv.
halsstuk)
1,0 kg open 1
4
190-210 120
1,5 kg 1
4
180-200 150
2,0 kg 1
4
170-190 170
Braadstuk met zwoerd (bijv.
schouder)
1,0 kg open 1
4
190-210 130
1,5 kg 1
4
180-200 160
2,0 kg 1
4
170-190 190
Varkensfricandeau 500 g Rooster +
braadslede
3+1
4
230-240 30
Varkensvlees, mager 1,0 kg open 2
%
200-220 120
1,5 kg 2
%
190-210 140
2,0 kg 2
%
180-200 160
Casselerrib met been 1,0 kg gesloten 2
%
210-230 70
Steaks, 2 cm dik Rooster +
braadslede
5+1
(
315
Varkensmedaillons, 3 cm dik Rooster +
braadslede
5+1
(
310
Lamsvlees
Lamszadel met been 1,5 kg open 2
4
190-210 60
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg open 1
4
160-180 120
Wildbraad
Reerug met been 1,5 kg open 2
%
200-220 50
Reebout zonder been 1,5 kg gesloten 2
%
210-230 100
Wild zwijn 1,5 kg gesloten 2
%
180-200 140
Hertenvlees 1,5 kg gesloten 2
%
180-200 130
Konijn 2,0 kg gesloten 2
%
220-240 60
Gehakt
Gebraden gehakt van 500 g
vlees
open 1
4
180-200 80
Worstjes
Worstjes Rooster +
braadslede
4+1
(
315
Vlees Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
31
Verwarmingsmethoden:
% = boven- en onderwarmte
4 = circulatiegrillen
( = grill, groot
Vis
Keer visstukken na
Z van de tijd.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Voeg bij de visfilet voor het stoven een paar eetlepels vloeistof
toe.
Verwarmingsmethoden:
% = boven- en onderwarmte
4 = circulatiegrillen
( = grill, groot
Tips voor het braden en grillen
Gevogelte Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Kip, heel 1,2 kg Rooster 2
4
220-240 60-70
Poularde, heel 1,6 kg Rooster 2
4
210-230 80-90
Kip, gehalveerd per stuk
500 g
Rooster 2
4
220-240 40-50
Stukken kip per stuk
150 g
Rooster 3
4
210-230 30-40
Stukken kip per stuk
300 g
Rooster 3
4
210-230 35-45
Kipfilets per stuk
200 g
Rooster 3
(
3 30-40
Eend, heel 2,0 kg Rooster 2
4
190-210 100-110
Eendenborst per stuk
300 g
Rooster 3
4
240-260 30-40
Gans, heel 3,5-4,0 kg Rooster 2
4
170-190 120-140
Ganzenbouten per stuk
400 g
Rooster 3
4
220-240 40-50
Kalkoen, heel 3,0 kg Rooster 2
4
180-200 80-100
Kalkoenrollade 1,5 kg open 1
4
200-220 110-130
Kalkoenfilet 1,0 kg gesloten 2
%
180-200 80-90
Kalkoenbout 1,0 kg Rooster 2
4
180-200 90-100
Vis Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Vis, heel per stuk ca.
300 g
Rooster 2
(
2 20-25
1,0 kg Rooster 2
4
200-220 45-55
1,5 kg Rooster 2
4
190-210 60-70
2,0 kg gesloten 2
%
190-210 70-80
Viskotelet, 3 cm dik Rooster 3
(
2 20-25
Visfilet gesloten 2
%
210-230 25-30
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar
is?
Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees is te donker en de korst is op
enkele plaatsen verbrand.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
aangebrand.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
te licht en te waterig.
Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat
waterdamp.
Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan
neerslaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
32
Langzaam garen
Langzaam garen, dat op een hele lage temperatuur gebeurt, is
de ideale gaarmethode voor alle zachte stukken vlees die rosé
of medium moeten zijn. Het vlees blijft heel sappig en wordt
boterzacht.
U heeft veel speelruimte bij de menuplanning, want langzaam
gegaard vlees kan probleemloos worden warmgehouden.
Aanwijzingen
Gebruik alleen vers vlees. Verwijder pezen en vetranden
zorgvuldig. Vet ontwikkelt bij het langzaam garen een sterke
eigen smaak.
Grote stukken vlees hoeven niet gekeerd te worden.
Het vlees kan direct na het langzaam garen in stukken
worden gesneden. Het hoeft niet te rusten.
Door de speciale bereidingsmethode ziet het vlees er rosé
uit. Dit betekent niet dat het rauw of minder gaar is.
Wanneer u een vleessaus wilt hebben, gaar het vlees dan in
een gesloten vorm. Let er echter op dat de bereidingstijden
korter worden.
Om te controleren of het vlees gaar is, gebruikt u een
braadthermometer. Er dient een kerntemperatuur van 60 °C
gedurende minstens 30 minuten te worden aangehouden.
Geschikte vormen
Gebruik een ondiepe vorm, bijv. een serveerschaal van
porselein of een glazen braadpan zonder deksel.
Plaats de open vorm altijd op hoogte 2 op het rooster.
Instellen
1. Kies de verwarmingsmethode Langzaam garen . en stel
een temperatuur tussen de 70 en 90 °C in.
De oven voorverwarmen en daarbij de vorm meeverwarmen.
2. Wat vet sterk verhitten in een pan. Het vlees aan alle kanten,
ook aan de uiteinden, goed aanbraden en direct in de
voorverwarmde vorm doen.
3. De vorm met het vlees weer in de oven plaatsen en langzaam
garen. Voor het meeste vlees is een temperatuur van 80 °C
ideaal.
Tabel
Voor het langzaam garen zijn alle zachte delen van gevogelte,
rund, kalf, varken en lam geschikt. De tijden voor het langzaam
garen zijn afhankelijk van de dikte en kerntemperatuur van het
vlees.
Tips voor het langzaam garen
Gerecht Gewicht Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C
Aanbraadtijd
in minuten
Tijd voor het
langzaam
garen in uren
Gevogelte
Kalkoenfilet 1000 g 2
.
80 6-7 4-5
Eendenborst* 300-400 g 2
.
80 3-5 2-2½
Rundvlees
Runderbraadvlees
(bijv. heupstuk), 6-7 cm dik
ca.1,5 kg 2
.
80 6-7 4½-5½
Runderfilet, heel ca.1,5 kg 2
.
80 6-7 5-6
Rosbief, 5-6 cm dik ca.1,5 kg 2
.
80 6-7 4-5
Heupstukken, 3 cm dik 2
.
80 5-7 80-110 Min.
Kalfsvlees
Kalfsbraadvlees
(bijv. bovenbout), 6-7 cm dik
ca.1,5 kg 2
.
80 6-7 5-6
Kalfsfilet ca. 800 g 2
.
80 6-7 3-3½
Varkensvlees
Mager varkensbraadvlees
(bijv. lendestuk), 5-6 cm dik
ca.1,5 kg 2
.
80 6-7 5-6
Varkenshaas, heel ca. 500 g 2
.
80 6-7 2½-3
Lamsvlees
Lamsrugfilet, heel ca. 200 g 2
.
80 5-6 1½-2
* Voor een knapperig vel braadt u de eendenborst na het langzaam garen kort in de pan.
Het langzaam gegaarde vlees is niet zo
heet als vlees dat op de gebruikelijke
manier is gebraden.
Om ervoor te zorgen dat het gebraden vlees niet te snel afkoelt, kunt u de borden van te
voren opwarmen en de sauzen zeer heet opdienen.
U wilt langzaam gegaard vlees
warmhouden.
Zet na het langzaam garen de temperatuur weer op 70 °C. Kleine stukken vlees kunnen
maximaal 45 minuten, grote stukken tot 2 uur worden warmgehouden.
33
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Plaats de vormen altijd op het rooster.
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De oven blijft schoner.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van
de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De
opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
Verwarmingsmethoden:
: =3D-hetelucht
% = boven- en onderwarmte
4 = circulatiegrillen
Kant-en-klaar producten
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan
op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas
de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort
levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine
plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Verwarmingsmethoden:
: =3D-hetelucht
' = hydrobakken
;/6 =pizzastand
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C, grillstand
Tijdsduur
in minuten
Ovenschotels
Ovenschotel, zoet Ovenschaal 2
%
180-200 50-60
Soufflé Ovenschaal 2
%
180-200 35-45
Portievormpjes 2
%
200-220 25-30
Pastaschotel Ovenschaal 2
%
200-220 40-50
Lasagne Ovenschaal 2
%
180-200 40-50
Gegratineerde gerechten
Gegratineerde aardappels, rauwe
ingrediënten, max. 4 cm hoog
1 ovenschaal 2
4
160-180 60-80
2 ovenschalen 3+1
:
150-170 60-80
Toast
4 stuks, gegratineerd Rooster + braadslede 3+1
4
160-170 10-15
12 stuks, gegratineerd Rooster + braadslede 3+1
4
160-170 15-20
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwarmings-
methode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodem Braadslede 2
;/6
200-220 15-20
Braadslede + rooster 3+1
:
180-200 20-30
Pizza met dikke bodem Braadslede 2
;/6
170-190 20-30
Braadslede + rooster 3+1
:
170-190 25-35
Pizza-baguette Braadslede 3
;/6
170-190 20-30
Minipizza Braadslede 3
;/6
190-210 10-20
Pizza, diepvries
Pizza (voorverwarmen) Braadslede 1
;/6
180-200 10-15
Aardappelproducten, diepvries
Frites Braadslede 3
;/6
190-210 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
180-200 30-40
Kroketten Braadslede 3
;/6
190-210 20-25
Rösti, gevulde aardappelflappen Braadslede 3
;/6
200-220 15-25
Brood en banket, diepvries
Broodjes, baguette Braadslede 3
;/6
180-200 10-20
Zoute krakelingen Braadslede 3
;/6
200-220 10-20
34
Bijzondere gerechten
Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met
3D-hetelucht
: even goed als luchtig gistdeeg.
Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails
uit de binnenruimte.
Yoghurt maken
1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
aafkoelen.
2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren.
3. Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
5. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de
binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven.
Gistdeeg laten rijzen
1. Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige
vorm van keramiek leggen en afdekken
2. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
3. De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde
binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen.
Ontdooien
De verwarmingsmethode Ontdooien @ is het meest geschikt
voor diepvriesproducten.
De ontdooitijd is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid
levensmiddelen.
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in een
geschikte vorm op het rooster plaatsen.
Leg het gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op een
schaal.
Aanwijzing: Tot 60 °C brandt de ovenlamp niet. Zo is een
optimale fijninstelling mogelijk.
Drogen
Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was
deze grondig.
Laat ze goed afdruipen en droog ze af.
Bedek de braadslede en het rooster met bak- of
perkamentpapier.
Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren.
Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het
papier.
Brood en banket, voorgebakken
Voorgebakken broodjes, voorgebakken
baguettes
Braadslede 2
'
190-210 10-20
Braadslede + rooster 3+1
:
160-180 20-25
Groenteballetjes, diepvries
Vissticks Braadslede 2
;/6
220-240 10-20
Kipsticks, kipnuggets Braadslede 3
;/6
200-220 15-25
Strudel, diepvries
Strudel Braadslede 3
;/6
190-210 30-35
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwarmings-
methode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Gerecht Vormen Verwarming
smethode
Temperatuur Tijdsduur
Yoghurt Koppen of Twist-Off
potten
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
:
50 °C
50 °C
5m
8 uur
Gistdeeg laten rijzen Hittebestendige
vorm
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
:
50 °C
Apparaat uitschakelen en
gistdeeg in de binneruimte
plaatsen
510 min..
2030 min..
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwarmingsm
ethode
Temperatuur
Gevoelige diepvriesproducten
bijv. slagroomtaarten, crèmetaarten, taarten met chocolade of
suikerglazuur, vruchten, etc.
Rooster 1
@
30 °C
Overige diepvriesproducten
Kip, worst en vlees, brood en broodjes, cake en ander gebak
Rooster 1
@
50 °C
Vruchten en kruiden Toebehoren Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur Tijdsduur
600 g appelringen Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 5 uur
800 g stukjes peer Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 8 uur
1,5 kg kwetsen of pruimten Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 8-10 uur
200 g panklare keukenkruiden Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 1½ uur
35
Inmaak
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke
grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde
glazen potten van 1 liter.
Attentie!
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden
kunnen springen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het
grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze
kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de
inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
Voorbereiden
1.De potten vullen, niet te
2.De glazen randen schoonmaken.
3.Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
4.Sluit de potten af met klemmen.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Instellen
1.Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten zó
dat ze elkaar niet raken.
2.½ liter heet water (ca. 80 °C) in de braadslede gieten.
3.Ovendeur sluiten.
4.Onderwarmte $ instellen.
5.Temperatuur op 170 tot 180 °C zetten.
6.In werking stellen.
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de
ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen,
kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit
sneller zuur wordt.
Groente
Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar
120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente
ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de
restwarmte.
Glazen potten verwijderen
Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte.
Attentie!
Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze
kunnen knappen.
Acrylamide in levensmiddelen
Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten
die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites,
toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai,
speculaas).
Fruit in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Appels, rode bessen, aardbeien Uitschakelen Ca. 25 minuten
Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen Uitschakelen Ca. 30 minuten
Appelmoes, peren, pruimen Uitschakelen Ca. 35 minuten
Groente met koud vocht in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Augurken - Ca. 35 minuten
Rode biet Ca. 35 minuten Ca. 30 minuten
Spruitjes ca. 45 minuten Ca. 30 minuten
Bonen, koolrabi, rodekool Ca. 60 minuten Ca. 30 minuten
Erwten Ca. 70 minuten Ca. 30 minuten
Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide
Algemeen
Bereidingstijden zo kort mogelijk houden.
De gerechten goudgeel en niet te donker bakken.
Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide.
Bakken Met boven- en onderwarmte max. 200 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C.
Koekjes Met boven- en onderwarmte max. 190 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C.
Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
Frites uit de oven Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken,
zodat de frites niet uitdrogen
36
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het
controleren en testen van verschillende apparaten te
vergemakkelijken.
Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350.
Bakken
Bakken op twee niveaus:
Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen
Bakken op 3 niveaus:
Braadslede in het midden plaatsen
Sprits:
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bedekte appeltaart op 1 niveau:
Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen.
Bedekte appeltaart op 2 niveaus:
Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie
afbeelding.
Gebak in springvormen van blik:
met boven- en onderwarmte
% op 1 niveau bakken. Gebruik
de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Verwarmingsmethoden:
: =3D-hetelucht
% = boven- en onderwarmte
' = hydrobakken
& = intensieve warmte
Grillen
Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de
braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en
de oven blijft schoner.
Verwarmingsmethode:
( = grill, groot
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwarming
smethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Sprits (voorverwarmen*) Bakplaat 3
'
140-150 30-40
Bakplaat 3
:
140-150 25-35
Braadslede + bakplaat 3+1
:
140-150 30-45
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
130-140 35-50
Small cakes (voorverwarmen*) Bakplaat 3
'
150-170 20-30
Bakplaat 3
:
150-160 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
140-160 25-40
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
130-150 25-40
Waterbiscuit(voorverwarmen*) Springvorm op het rooster 2
'
160-170 30-40
Waterbiscuit Springvorm op het rooster 2
:
150-160 35-45
Bedekte appeltaart Rooster + 2 springvormen
Ø20cm
2
&
170-190 80-90
2 roosters + 2
springvormen Ø 20 cm
3+1
:
170-190 70-90
* Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken.
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwarming
smethode
Grillstand Tijdsduur
in minuten
Brood roosteren
10 minuten voorverwarmen
Rooster 5
(
-2
Beefburger, 12 stuks*
niet voorverwarmen
Rooster + braadslede 4+1
(
3 25-30
* Na Z van de tijd keren
(901015)
Siemens-Electrogeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
DEUTSCHLAND
31

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Siemens HB78AB570 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Siemens HB78AB570 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,21 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info