11
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Het voorbeeld in de afbeelding: instelling voor % boven- en
onderwarmte, 180 °C.
De toets
‡ indrukken.
Op het display wordt
:3D-hetelucht, 160 °C voorgesteld. U
kunt deze instelling direct met de toets
† starten.
Wilt u een andere verwarmingsmethode en temperatuur
instellen, ga dan als volgt te werk:
1. Met de draaiknop de gewenste verwarmingsmethode
instellen.
2. Met de toets
¿ naar de temperatuur gaan en met de
draaiknop de temperatuur instellen.
3. De toets
† indrukken.
De werking start. In de statusregel verschijnen de
verwarmingsbalken van de temperatuurcontrole.
4. Wanneer het gerecht klaar is, de oven met de toets
‡
uitschakelen of opnieuw een functie kiezen en instellen.
Ovendeur tussentijds openen
De werking wordt onderbroken. Na het sluiten van de deur
wordt de functie weer hervat.
Werking onderbreken
De toets
† indrukken. De oven bevindt zich in de
pauzetoestand,
† knippert. Opnieuw op de toets † drukken,
de werking wordt voortgezet.
Temperatuur of grillstand wijzigen
Dit is altijd mogelijk. Met de draaiknop de temperatuur of
grillstand wijzigen.
Functie afbreken
De toets
† ingedrukt houden tot 3D-hetelucht, 160 °C
verschijnt. U kunt opnieuw instellen.
Informatie opvragen
De toets
± kort indrukken. Voor elke nieuwe informatie weer de
toets
± kort indrukken. Voor de start krijgt u informatie over de
verwarmingsmethoden, inschuifhoogtes en accessoires. Na de
start kunt u de opwarmtemperatuur in de binnenruimte
opvragen.
Tijdsduur instellen
Zie het hoofdstuk Tijdfuncties, tijdsduur instellen.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Ziie het hoofdstuk Tijdfuncties, de eindtijd op een later tijdstip
zetten.
Insteladvies
Wanneer u een gerecht uit het insteladvies kiest, zijn de
optimale instelwaarden al ingesteld. U kunt kiezen uit veel
verschillende categorieën. U vindt een groot aantal gerechten
met onze insteladviezen, van gebak, brood, gevogelte, vis,
vlees en wild tot ovenschotels en kant-en-klare producten. De
temperatuur en tijdsduur kunt u wijzigen. De
verwarmingsmethode is vast ingesteld.
Via diverse selectieniveaus komt u bij de gerechten. Probeer
het maar eens. Bekijk het uitgebreide scala aan gerechten.
Gerecht selecteren
1. De toets
‡ indrukken.
: 3D-hetelucht, 160 °C verschijnt als voorstel op het
display.
2. Draaiknop naar links op
j het insteladvies draaien.
;
Pizzastand
30-275 °C
Voor de snelle bereiding van diep-
vriesproducten zonder voorverwar-
men, bijv. pizza's, frites of strudel.
De warmte komt van onderen en
van de ronde verwarmingselemen-
ten aan de achterkant.
&
Intensieve warmte
30-300 °C
Voor gerechten met een knappe-
rige bodem. De warmte komt van
boven en bijzonder sterk van
beneden.
$
Onderwarmte
30-300 °C
Voor het inkoken en nabakken of -
roosteren. De warmte komt van
onderen.
7
Circulatiegrillen
30-300 °C
Voor het braden van vlees, gevo-
gelte en hele vis. Het grillelement
en de ventilator worden afwisse-
lend in- en uitgeschakeld. De venti-
lator wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
(
Grill, groot
Grillstanden:
1(zwak),
2 (gemiddeld),
3(sterk)
Voor het grillen van steaks, worst-
jes, sneetjes brood en stukjes vis.
Het gehele vlak onder het grillele-
ment wordt heet.
*
Grill, klein
Grillstanden:
1(zwak),
2 (gemiddeld),
3(sterk)
Voor het grillen van kleine hoeveel-
heden steaks, worstjes, sneetjes
brood en stukjes vis. Het middel-
ste deel van het grillelement wordt
heet.
.
Langzaam garen
70-90 °C
Voor het gezond klaarmaken van
malse stukken vlees. De warmte
komt bij een vrij lage temperatuur
gelijkmatig van boven en van
onderen.
?
Ontdooien
30-60 °C
Voor het ontdooien van bijv. vlees,
gevogelte, brood en gebak. De
ventilator wervelt de warme lucht
rond het gerecht.
ˆ
Voorverwarmen
30-70 °C
Voor het voorverwarmen van ser-
vies. bijv. van porselein of glas.
R
Warmhouden
60-100 °C
Voor het warmhouden van bereide
gerechten.
j
Insteladvies Insteladvies voor vele gerechten.
Verwarmingsmethode en
temperatuurbereik
Toepassing
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.