gewenste kleur. Afb. 3b.
Let op: bij werkbladen van natuursteen kunnen bij gebruik
van ongeschikte siliconenkit niet meer te verwijderen
verkleuringen ontstaan. Een geschikte kit is te betrekken bij
onze klantenservice.
Neem hierbij de aanwijzingen over de verwerking van de
fabrikant in acht. Siliconenkit in de voegen spuiten.
Voordat zich een vlies vormt de siliconenkit met een
zeepoplossing bevochtigde afstrijker of vinger gladmaken.
Het apparaat pas gebruiken nadat de siliconenkit is
uitgehard.
Aansluiting kookplaten
3-Het uiteinde van de inlaatpijp van de gaskookplaat is
voorzien van een schroefvormige elleboog van 1/2”
(20,955 mm). Afb. 4.
Met deze elleboog zijn mogelijk:
-Een starre verbinding.
-Verbinding met een flexibele metalen buis (L min. 1 m - max. 3 m).
In dit geval moet worden vermeden dat deze buis contact maakt
met de beweegbare onderdelen van de eenheid waarin de
kookplaat is ingebouwd (een lade, bijvoorbeeld) of dat hij door
ruimtes loopt die verstopt kunnen raken.
Bij beide verbindingen dient u ervoor te zorgen de elleboog
niet te bewegen of te draaien ten opzichte van de stand
waarin hij vanuit de fabriek komt.
Indien dit apparaat in Frankrijk wordt gebruikt, moet de in de
fabriek geplaatste elleboog worden verwijderd en vervangen
door de elleboog die in het zakje met accessoires is geleverd,
Afb. 4a, waarbij u niet moet vergeten de pakking ertussen te
plaatsen.
Indien de elleboog op de een of andere manier is gedraaid,
moet worden gecontroleerd of de zone luchtdicht is.
Zorg er altijd voor dat de aansluitingen luchtdicht is. De
fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor gaslekkages in het
geval de elleboog wordt verplaatst of gedraaid; noch voor de
door de installateur verrichte aansluitingen.
4-Kijk op het typeplaatje wat de spanning en het
totaalvermogen is.
Het apparaat moet goed geaard zijn.
Wees er zeker van dat de aansluiting volgens de wettelijke
landelijke regels is gebeurd. Volg alle voorschriften van het
plaatselijke elektriciteitsbedrijf op.
Om te voldoen aan de veiligheidsnormen, moet de
installateur een meerpolige schakelaar aanbrengen, met een
openingsafstand tussen de contacten van tenminste 3 mm.
Dit is niet nodig in het geval van aansluiting op een
stopcontact, die voor de gebruiker toegankelijk is.
Apparaten die voorzien zijn van een stekker mogen alleen op
een goed geaard stopcontact worden aangesloten.
Het apparaat is van het type “Y”, dit betekent dat de
voedingskabel NIET DOOR DE GEBRUIKER MAG
WORDEN VERVANGEN.
Dit mag alleen worden gedaan door de technische dienst van
het merk. De doorsnede en soort kabel dienen geschikt te
zijn.
Sleutel niet aan de binnenkant van het apparaat. Neem
zonodig contact op met de klantenservice.
De kookplaten worden geleverd met een voedingskabel met
of zonder stekker.
TYPE SNOER:
Kookplaat: Voedingskabel:
Alleen gas 3 x 0.5 mm2
5-Om de aansluiting compleet te maken moeten de verdelers
en de hoedjes van de brander op de overeenkomstige
gaspitten worden geplaatst. Ook dienen de roosters op de
juiste wijze te worden geplaatst. Afb. 5.
Verandering bij toepassing van andere
soorten gas
Alle werkzaamheden inzake installatie, afstelling en
aanpassing aan een ander gastype moeten uitgevoerd
worden door een geautoriseerde vakman, waarbij de
toepasbare normen en wetgeving nageleefd moeten worden
en ook de voorschriften van de lokale elektriciteits- en
gasmaatschappijen.
Het wordt aanbevolen de Technische Dienst te telefoneren
voor de aanpassing aan een ander type gas.
BELANGRIJK: Alvorens werkzaamheden aan het apparaat te
verrichten, moet de gas- en stroomtoevoer worden
uitgeschakeld.
Alvorens het apparaat aan te sluiten, dient u te controleren of
het berekend is op de gassoort die wordt geleverd.
Als onze kookplaten uit de fabriek komen, zijn zij geschikt
voor de op het typeplaatje weergegeven gassoort. Indien de
landelijk geldende voorschriften dit toelaten (zie typeplaatje),
kan de kookplaat worden aangepast aan andere soorten gas.
Hiertoe moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd:
A ) Vervangen van de inspuiters van de branders van de
kookplaat:
1 -Haal de roosters, hoedjes en kookplaatbrander eraf.
2 - Gebruik om de inspuiters te vervangen een pijpsleutel van
7 mm. (zie tabel II) en zorg ervoor deze zorgvuldig vast te
draaien om de lekdichtheid te garanderen. Afb. 6.
In deze branders hoeft geen afstelling voor primaire lucht
plaats te vinden.
B ) Afstelling voor lager verbruik van de kranen van de
branders op de kookplaat.
1 -Zet de kranen op de laagste stand.
2 -Haal de knoppen van de kranen af. Afb. 7.
3 -U ziet een flexifele rubberen afdichtring. U hoeft daar
alleen maar met de punt van een schroevendraaier op te
drukken, zodat de doorstroom naar de afstelschroef van de
kraan vrijkomt. Afb. 8.
Demonteér in geen geval deze afdichting.
4 -Afstellen van de stelschroef.
Voor propaangas en butagas moet destelschroef volledig
aangedraaid worden. Voor aardgas moet de schroef naar
links worden gedraaid om de vlam op de juiste manier af te
stellen en wel zó dat de vlam niet uitgaat of minder gaat
branden.
5 -Het is van groot belang dat alle afdichtingen zijn geplaatst,
om er zeker van te zijn dat eventueel vocht van de kookplaat
geen gevaar kan opleveren.
6 -Plaats de knoppen weer op de kranen.
Demonteer in geen geval de as van de kraan (afb. 9): bij
storingen dient de kraan in zijn geheel te worden vervangen.
C) Plaats het etiket waarop staat aangegeven aan welke
gassoort het apparaat is aangepast in de buurt van het
typeplaatje.
nl