612102
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/23
Pagina verder
nl Gebruiksaanwijzing
Koel-/diepvriescombinatie
CI..
nl
2
nl Inhoud
nlGebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen .... 3
Aanwijzingen over de afvoer .............................. 4
Omvang van de levering ..................................... 5
Opstellen van het apparaat ................................ 5
Let op de omgevingstemperatuur
en de beluchting ................................................... 5
Apparaat aansluiten ............................................. 6
Kennismaking met het apparaat ....................... 7
Inschakelen van het apparaat ........................ 10
Taalinstelling ....................................................... 10
Temperatuureenheid instellen ......................... 10
Instellen van de temperatuur .......................... 10
Speciale functies ............................................... 11
Alarm function .................................................... 12
Netto-inhoud ....................................................... 12
De koelruimte ..................................................... 13
Superkoelen ....................................................... 13
Verskoellade ....................................................... 13
De diepvriesruimte ............................................ 13
Maximale invriescapaciteit ............................... 14
Verse levensmiddelen invriezen ..................... 14
Supervriezen ....................................................... 14
Ontdooien van diepvrieswaren ....................... 14
IJsbereider .......................................................... 15
Waterfilter ............................................................ 15
Specificatie- en vermogensgegevens ........... 16
Uitvoering ............................................................ 17
Apparaat uitschakelen en buiten werking
stellen .................................................................. 17
Ontdooien ........................................................... 18
Schoonmaken van het apparaat .................... 18
Luchtjes ............................................................... 18
Verlichting (LED) ................................................ 19
Energie besparen .............................................. 19
Bedrijfsgeluiden ................................................. 19
Kleine storingen zelf verhelpen ...................... 20
Servicedienst ...................................................... 22
nl
3
m Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het
installatievoorschrift nauwkeurig door.
U vindt daarin belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud van het
apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als de aanwijzingen
en waarschuwingen
in de gebruiksaanwijzing niet in acht
worden genomen. Bewaar
de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later gebruik
of voor een eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvriendelijke maar
brandbare koelmiddel R600a. Let erop dat
de leidingen van het koelcircuit bij het
transport of de installatie niet beschadigd
worden. Koelmiddel dat naar buiten spuit
kan vlam vatten of zich ontsteken.
Bij beschadiging
ʋ Open vuur of andere ontstekingsbronnen
uit de buurt van het apparaat houden;
ʋ Ruimte gedurende een paar minuten
goed luchten;
ʋ Apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken;
ʋ Contact opnemen met de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat,
des te groter moet de ruimte zijn waarin het
apparaat wordt opgesteld. In een te kleine
ruimte kan bij een lek een ontvlambaar
mengsel van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m³ groot zijn. De hoeveelheid
koelmiddel in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
Als de aansluitkabel van het apparaat
beschadigd raakt, moet deze worden
vervangen door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon. Onvakkundige
installatie en reparaties kunnen groot
gevaar opleveren voor de bezitter.
Reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon.
Er mogen alleen originele onderdelen van
de fabrikant gebruikt worden. Alleen bij
deze onderdelen garandeert de fabrikant
dat ze aan de veiligheidseisen voldoen.
Een verlengsnoer voor de aansluitkabel
mag uitsluitend via de klantenservice
worden aangeschaft.
De slangenset mag uitsluitend via de
Servicedienst worden betrokken en
gemonteerd.
Bij het gebruik
ʋ Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten, elektrische
ijsmaker etc.). Explosiegevaar!
ʋ Het apparaat nooit met een stoomreiniger
ontdooien of schoonmaken! De hete
stoom kan in de elektrische onderdelen
terechtkomen en kortsluiting veroorzaken.
Gevaar van elektrische schok!
ʋ Gebruik geen puntige en scherpe
voorwerpen om een laag ijs of rijp te
verwijderen. U kunt hierdoor de
koelleidingen beschadigen. Koelmiddel
dat naar buiten spuit kan vlam vatten oftot
oogletsel leiden.
ʋ Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan. Explosiegevaar!
ʋ Plint, uittrekbare manden of laden, deuren
etc. niet als opstapje gebruiken of om op
te leunen.
ʋ Voor het reinigen de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen. Altijd aan de stekker
trekken, nooit aan de aansluitkabel.
ʋ Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed afgesloten
en staand bewaren.
ʋ Geen olie of vet gebruiken op kunststof
onderdelen en deurdichtingen. Ze kunnen
poreus worden.
ʋ De be- en ontluchtingsopeningen van het
apparaat nooit afdekken.
nl
4
ʋ Vermijden van risico's voor kinderen en
kwetsbare personen:
Kwetsbaar zijn kinderen/personen met
lichamelijke, geestelijke of zintuigelijk
beperkingen, evenals personen die
onvoldoende kennis hebben over de
veilige bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en kwetsbare
personen begrijpen wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid verantwoordelijke
persoon moet toezicht houden op
kinderen en kwetsbare personen bij het
apparaat of hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat
laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud toezicht
houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen.
ʋ Flessen en blikjes met vloeistoffen –
vooral koolzuurhoudende dranken – niet
in de diepvriesruimte opslaan. Flessen en
potten kunnen barsten!
ʋ Diepvrieswaren nadat u ze uit de
diepvriesruimte hebt gehaald, nooit
onmiddellijk in de mond nemen.
Kans op vrieswonden!
ʋ Vermijd langdurig contact van uw handen
met de diepvrieswaren, ijs of de
verdamperbuizen enz.
Kans op vrieswonden!
Kinderen in het huishouden
ʋ Verpakkingsmateriaal en onderdelen
ervan zijn geen speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door opvouwbare
kartonnen dozen en folie!
ʋ Het apparaat is geen speelgoed voor
kinderen!
ʋ Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van kinderen
bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
ʋ voor het koelen en invriezen van
levensmiddelen,
ʋ voor het bereiden van ijs.
Dit apparaat is bestemd voor privégebruik
in het huishouden en de huiselijke
omgeving.
Het apparaat is ontstoord volgens EU
richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan
de veiligheidsbepalingen voor elektrische
apparaten (EN 60335-2-24).
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Aanwijzingen over de afvoer
Afvoeren van de verpakking van
uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat tegen
transportschade. De gebruikte materialen zijn
onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw
worden gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat
kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke
verwerking.
Afvoeren van uw oude apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door
een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen
om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie
gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het
oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment
van transport niet beschadigd worden.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van
oude apparaten.
nl
5
Omvang van de levering
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op
eventuele transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
ʋ Inbouwapparaat
ʋ Uitrusting (modelafhankelijk)
ʋ Zakje met montagemateriaal
ʋ Gebruiksaanwijzing
ʋ Montagevoorschrift
ʋ Klantenserviceboekje
ʋ Garantiebijlage
ʋ Informatie over energieverbruik en geluiden
Opstellen van het apparaat
Het apparaat door een vakman volgens bijgesloten
montagehandleiding laten plaatsen.
Transport
Het toestel is zwaar. Bij het transport en bij de montage
beveiligen!.
Op grond van het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade aan het
apparaat te minimaliseren, zijn ten minste twee
personen nodig voor de veilige opstelling van het
apparaat.
De juiste plaats
Elke droge, goed te ventileren ruimte is geschikt. Het
apparaat niet in de zon of naast een fornuis,
verwarmingsradiator of een andere warmte bron
plaatsen. Is plaatsing naast een warmtebron niet te
vermijden, maak dan gebruik van een isolerende plaat
of neem de volgende minimumafstanden tot
de warmtebron in acht:
ʋ Naast elektrische- of gasfornuizen 3 cm.
ʋ Naast een CV-installatie 30 cm.
De vloer op de plaats van opstelling mag niet
meegeven, vloer eventueel verstevigen. Om
de ijsbereider perfect te laten functioneren moet het
apparaat loodrecht staan.
Let op
de omgevingstemperatuur
en de beluchting
Omgevingstemperatuur
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Deze geeft
aan binnen welke omgevingstemperaturen het
apparaat gebruikt kan worden.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel binnen
de binnentemperatuurgrenzen van de aangegeven
klimaatklasse. Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere binnentemperatuur,
kunnen beschadigingen aan het apparaat worden
uitgesloten tot een temperatuur van +5 °C.
Beluchting
De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer
presteren. Waardoor het energieverbruik toeneemt.
Daarom: be- en ontluchtingsopening nooit afdekken of
versperren!
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuu
r
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
6
Apparaat aansluiten
Het apparaat door een vakman volgens bijgesloten
montagehandleiding laten plaatsen en aansluiten.
De transportbeveiligingen van de legplateaus en
de voorraadvakken pas na plaatsing van het apparaat
verwijderen.
Het apparaat eerst op de waterleiding aansluiten,
daarna pas op het elektriciteitsnet.
Naast de wettelijk voorgeschreven nationale
voorschriften moeten ook de aansluitvoorwaarden van
het plaatselijke elektriciteits- en waterleidingbedrijf
in acht worden genomen.
Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal 1
uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van
de compressor in het koelsysteem terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van
het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk
„Schoonmaken van het apparaat”).
Wateraansluiting
De wateraansluiting mag alleen door een vakkundig
monteur volgens de plaatselijke voorschriften van
het waterleidingbedrijf worden uitgevoerd.
m Attentie
Gevaar van apparaatbeschadiging door deeltjes!
Het waterfilter moet altijd worden aangesloten op de
waterkraan – ook wanneer een aanvullend filtersysteem
wordt gebruikt.
m Attentie
Voor de aansluiting op het drinkwaternet uitsluitend de
bijgevoegde slangenset of een via de Servicedienst
betrokken slangenset gebruiken.
De slangenset mag uitsluitend door de Servicedienst
worden gemonteerd.
In geen geval aanwezige of reeds gebruikte
slangensets gebruiken.
Het apparaat alleen aansluiten op een
drinkwaterleiding:
ʋ Min. druk: 0,2 MPa (2 bar)
ʋ Max. druk: 0,8 MPa (8 bar)
ʋ Druk hoger dan 0,8 MPa (8 bar): drukbegrenzer
installeren tussen de drinkwateraansluiting en
de slangenset
In de koudwatertoevoer moet een apart afsluitventiel
geïnstalleerd worden.
Het afsluitventiel mag zich niet achter het apparaat
bevinden. Wij raden u aan het afsluitventiel direct naast
het apparaat of op een andere, gemakkelijk bereikbare
plaats te monteren.
Bij het installeren van de wateraansluiting moeten
de toelaatbare installatiebereiken voor de waterleiding
in acht worden genomen.
Voor de aansluiting op het drinkwaternet mogen alleen
waterleidingen gebruikt worden die geschikt zijn voor
drinkwater. Neem in elk geval de nationale
voorschriften en de aansluitvoorwaarden van
het plaatselijke waterleidingbedrijf in acht.
Aanwijzing
De maximale uitwendige diameter van de waterleiding
(zonder verbindingsstukken) bedraagt 10 mm.
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en ook na het opstellen van het apparaat
goed bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan beschermklasse I. Het
apparaat aansluiten op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220-240 V/50 Hz
wisselstroomstopcontact met aardleiding. Het
stopcontact moet zijn beveiligd met een zekering van
10 A tot 16 A.
Bij apparaten die in niet Europese landen worden
gebruikt op het typeplaatje controleren of
de aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen
met de waarden van uw elektriciteitsnet. U vindt deze
gegevens op het typeplaatje (zie hoofdstuk
„Servicedienst”).
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten
op elektronische energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen netvoedingsinverters en
sinusinverters worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die
rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen (bijv. op
schepen of in berghutten) die geen rechtstreekse
aansluiting op het openbare elektriciteitsnet hebben,
moet een sinusinverter worden gebruikt.
nl
7
Kennismaking met het apparaat
Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk.
Tweedeurs model
AKoelruimte
B Diepvriesruimte
1 Lichtschakelaar
2 Bedieningselementen
3 Glasplaat
4 Verlichting (LED)
5 Groente- en fruitlade
6 Verskoellade
7 IJsbereider
8 Beluchting
9 Waterfilter
10 Boter en kaasvak
11 Voorraadvak in de deur
12 Vak voor grote flessen
13 IJsblokjesreservoir
14 Reservoirs
15 Uittrekbare deurwagen
nl
8
Driedeurs model
AKoelruimte
B Diepvriesruimte
1 Lichtschakelaar
2 Bedieningselementen
3 Glasplaat
4 Verlichting (LED)
5 Groente- en fruitlade
6 Verskoellade
7 IJsbereider
8 Beluchting
9 Waterfilter
10 Boter en kaasvak
11 Voorraadvak in de deur
12 Vak voor grote flessen
13 IJsblokjesreservoir
14 Reservoirs
15 Uittrekbare deurwagen
nl
9
Bedieningselementen
Aanwijzing
Elke aanraking van een toets wordt akoestisch gesignaleerd als in de setup-modus deze functie in het TON-menu
geactiveerd is.
Symbolen op het display
A Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit te
schakelen.
B Toets IJsbereider
Om de ijsbereider in en uit
te schakelen, zie hoofdstuk
„IJsbereider”.
C Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
D Toets „super” (Koelruimte)
Om het superkoelsysteem in en
uit te schakelen.
E Toets „super” (Diepvriesruimte)
Om het supervriessysteem
in en uit te schakelen.
F Display
Op het display worden
de temperaturen in de koelruimte
en in de diepvriesruimte
aangegeven. Geactiveerde
speciale functies worden met
symbolen aangegeven.
In de setup-modus worden
beschikbare menu’s en
de instelopties op het display
aangegeven, zie het hoofdstuk
„Speciale functies”.
G Keuzetoetsen
De temperatuurinstelling wordt
met de keuzetoetsen geactiveerd
(zie hoofdstuk „Instellen van
de temperatuur”).
Om een menu in de setup-modus
te kiezen, (zie het hoofdstuk
„Speciale functies”).
H Insteltoetsen
De temperatuur worden gewijzigd
met de insteltoetsen (zie het
hoofdstuk Temperatuur instellen).
Meer instellingen kunnen in de
setup-modus worden gemaakt,
zie het hoofdstuk Speciale
functies.
I „setup” toets
Deze toets activeert en beëindigt
de setup-modus. Als de setup-
modus met de setup-toets wordt
beëindigd, dan worden
de doorgevoerde wijzigingen
opgeslagen.
J Toets Vacation
Dient voor het in- en uitschakelen
van de Vakantie-modus, zie het
hoofdstuk „Speciale functies”,
„Vakantie-modus”.
Indicatie voor de koelruimte.
Indicatie voor de diepvriesruimte.
Superkoelen of supervriezen is geactiveerd,
zie hoofdstuk „Superkoelen” resp.
hoofdstuk „Supervriezen”.
De Vakantie-Modus is geactiveerd, zie
hoofdstuk „Speciale functies”.
Instelmogelijkheden in de setup-modus, zie
hoofdstuk „Speciale functies”.
Op het display verschijnt een alarmmelding,
zie hoofdstuk „Alarm function”.
De ijsbereider is ingeschakeld, zie
hoofdstuk „IJsbereider”.
De melding bij het waterfilter wordt op
het display aangegeven, zie hoofdstuk
„Waterfilter”.
nl
10
Inschakelen van het apparaat
Het apparaat met de insteltoets inschakelen.
Het apparaat begint te koelen. De verlichting is
ingeschakeld wanneer de deur open is.
De fabriek adviseert de volgende temperaturen:
ʋ Koelruimte: +4 °C
ʋ Diepvriesruimte: –18 °C
Aanwijzingen bij het gebruik
Het apparaat is voorzien van een sluitlijst die op
de linker deur is gemonteerd.
De deur van de koelruimte kan geopend worden
zonder eerst de rechterdeur te openen.
In de sluitlijst is een verwarming geïntegreerd om
condens te vermijden. Deze kan worden in- en
uitgeschakeld (zie het hoofdstuk „Speciale functies”,
paragraaf „Deurbalkverwarming”).
m Attentie
Om beschadiging van het apparaat of de
meubelfronten te voorkomen, de sluitlijst opklappen bij
het sluiten van de deur.
Taalinstelling
De displaytaal kan worden gewijzigd volgens de tabel
in het hoofdstuk „Speciale functies”, „Setup-modus”.
Om de taal te wijzigen:
1. Setup-toets indrukken.
2. Keuzetoets Ù of indrukken tot de ingestelde taal
wordt weergegeven.
3. Insteltoets # of $ indrukken tot de gewenste taal
wordt aangegeven.
4. Setup-toets indrukken om de instelling op te slaan.
Op het display wordt weer de ingestelde
temperatuur aangegeven.
Temperatuureenheid instellen
De temperatuur kan in graden Celsius (°C) of graden
Fahrenheit (°F) worden aangegeven.
1. Setup-toets indrukken.
Het eerste menu (temperatuureenheid) wordt
aangegeven.
2. Insteltoets # of $ indrukken om tussen Fahrenheit
(°F) en Celsius (°C) om te schakelen.
3. Setup-toets indrukken om de instellingen op
te slaan.
Op het display wordt weer de ingestelde
temperatuur aangegeven.
Instellen van de temperatuur
Koelruimte
(van +2 °C tot +8 °C instelbaar)
Wij raden een instelling van +4 °C aan.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer dan bij +4 °C
bewaren.
1. Met de keuzetoets de setup-modus activeren. Het
symbool Ô wordt aangegeven.
2. Met de insteltoetsen # (warmer) en $ (kouder) de
gewenste temperatuur instellen.
Diepvriesruimte
(van -16 °C tot -24 °C instelbaar)
Wij raden een instelling van -18 °C aan.
1. Met de keuzetoets Ù de setup-modus activeren. Het
symbool È wordt aangegeven.
2. Met de insteltoetsen # (warmer) en $ (kouder)
de gewenste temperatuur instellen.
nl
11
Speciale functies
De volgende speciale functies kunnen gekozen of
weergegeven worden:
Setup-modus
In de setup-modus kunt u uw persoonlijke instellingen
maken.
Inschakelen
Setup-toets indrukken.
Op het display wordt het eerste menu
(temperatuureenheid) aangegeven.
Instellingen maken
1. Setup-modus inschakelen.
2. Keuzetoets Ù of indrukken.
Het volgende menu en de actuele instelling
(meestal ON of OFF) wordt aangegeven.
3. Insteltoets # of $ indrukken.
De instelling wordt opgeslagen door het volgende
menu te kiezen met de keuzetoets Ù of .
Uitschakelen
Setup-toets indrukken.
Alle gewijzigde instellingen worden opgeslagen.
Aanwijzing
Als binnen 20 seconden geen toets wordt ingedrukt,
dan wordt de setup-modus automatisch beëindigd. Alle
gewijzigde instellingen worden opgeslagen. Op
het display wordt weer de ingestelde temperatuur
aangegeven.
Menu’s in de setup-modus
De volgende instellingen kunnen worden gemaakt.
Vakantie-modus
Bij langere afwezigheid kunt u het apparaat in
de energiebesparende Vakantie-modus zetten.
Bij het inschakelen van de Vakantie-modus worden de
volgende instellingen gemaakt:
ʋ Het apparaat werkt in de Energiebesparings-modus.
ʋ De verlichting is uitgeschakeld.
ʋ Superkoelen of supervriezen wordt beëindigd (indien
geactiveerd).
Inschakelen
Toets „Vacation” indrukken.
Op het display wordt VACATION aangegeven.
Uitschakelen
Toets „Vacation” indrukken.
De vorige instellingen en temperatuurwaarden worden
weer geactiveerd.
Menu Mogelijke instelling
Temperatuureenheid °C (Grad Celsius)
°F (Grad Fahrenheit)
Taal Duits
Engels
Frans
Deens
Fins
Grieks
Nederlands
Italiaans
Pools
Portugees
Noors
Russisch
Zweeds
Spaans
Turks
Tsjechisch
Toon Aan
Uit
Energiebesparingsmodus
(Ecofunctie)
Aan
Uit
Deurbalkverwarming (DRY
DOOR)
Aan
Uit
nl
12
Rustmodus
Bij het inschakelen van de rust-modus worden
de volgende instellingen uitgeschakeld:
ʋ IJsbereider
ʋ Geluidssignaal
ʋ Binnenverlichting
ʋ Meldingen op de display
ʋ De achtergrondverlichting van de display wordt
verminderd
ʋ De toetsen worden geblokkeerd
Inschakelen
1. De super-toets van de koelruimte indrukken en
ingedrukt houden.
2. Toets „Vacation” indrukken.
3. De super-toets indrukken en 3 seconden ingedrukt
houden.
Op de display knippert het symbool VACATION
en RESTMODE wordt weergegeven.
Uitschakelen
Toets „Vacation” indrukken.
De vorige instellingen en temperatuurwaarden worden
weer geactiveerd.
Energiebesparing modus
Als de energiebesparings-functie (Eco-functie) wordt
geactiveerd, dan schakelt het apparaat op een
energiebesparend programma om. Deze
energiebesparings-functie is tevoren in de fabriek
ingesteld om het energieverbruik te reduceren.
De achtergrondverlichting van het display wordt ook
gereduceerd.
Inschakelen
1. Setup-toets indrukken.
2. Keuzetoets indrukken tot ECO MODE en
de actuele instelling (OFF) wordt aangegeven.
3. Insteltoets # indrukken om de instelling
te veranderen.
4. Setup-toets indrukken om de instelling op te slaan.
Op het display wordt ECO aangegeven.
Uitschakelen
1. Setup-toets indrukken.
2. Keuzetoets indrukken tot ECO MODE en
de actuele instelling (ON) wordt aangegeven.
3. Insteltoets $ indrukken om de instelling
te veranderen.
4. Setup-toets indrukken om de instelling op te slaan.
Deurbalkverwarming
(alleen bij modellen met 3 deuren)
Om condensatie te voorkomen kan de
deurbalkverwarming naar wens worden in- en
uitgeschakeld.
Inschakelen
1. Setup-toets indrukken.
2. Keuzetoets indrukken tot DRY DOOR en
de actuele instelling (OFF) wordt aangegeven.
3. Insteltoets # indrukken om de instelling
te veranderen.
4. Setup-toets indrukken om de instelling op te slaan.
Uitschakelen
1. Setup-toets indrukken.
2. Keuzetoets indrukken tot DRY DOOR en
de actuele instelling (ON) wordt aangegeven.
3. Insteltoets $ indrukken om de instelling
te veranderen.
4. Setup-toets indrukken om de instelling op te slaan.
Alarm function
Deuralarm
Het deuralarm wordt ingeschakeld wanneer een
apparaatdeur langer dan drie minuten openstaat. Door
de deur te sluiten wordt het alarmsignaal weer
uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt ingeschakeld als het
in de diepvriesruimte te warm is waardoor
de diepvrieswaren kunnen ontdooien.
Op de display knippert de ingestelde temperatuur van
de diepvriesruimte en wordt „Alarm” weergegeven.
Na indrukken van de toets alarm geeft
de temperatuurindicatie diepvriesruimte gedurende vijf
seconden de warmste temperatuur aan die
in de diepvriesruimte heeft geheerst.
Hierna wordt deze waarde gewist. De
temperatuurindicatie diepvriesruimte toont
de ingestelde diepvriesruimtetemperatuur, zonder te
knipperen.
Vanaf dit moment wordt de warmste temperatuur
opnieuw bepaald en in het geheugen opgeslagen.
De indicatie „Alarm” gaat uit zodra de ingestelde
temperatuur weer is bereikt.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren kan het alarm
automatisch inschakelen:
ʋ bij het in gebruik nemen van het apparaat,
ʋ bij het inladen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen,
ʋ als de deur van de diepvriesruimte te lang geopend
werd.
Alarm uitschakelen
De alarm-toets indrukken om het alarmsignaal uit
te schakelen.
Netto-inhoud
De gegevens bij de nuttige inhoud vindt u op het
typeplaatje in uw apparaat (zie de afb. in het hoofdstuk
„Servicedienst”).
nl
13
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarplaats voor
klaargemaakte gerechten, brood en banket, conserven,
gecondenseerde melk, harde kaas, koudegevoelig fruit
en groente en voor zuidvruchten.
Attentie bij het inkopen van
levensmiddelen:
Van belang voor de houdbaarheidsduur is de „versheid
op moment van inkoop”.
In principe geldt: hoe verser de levensmiddelen zijn die
u bewaart in het apparaat, hoe langer ze vers blijven.
Let daarom bij de aankoop altijd op de mate van
versheid van de levensmiddelen.
Bij kant-en-klaarproducten en gebottelde producten de
door de fabrikant vermelde houdbaarheidsdatum of
gebruiksdatum in acht nemen.
Attentie bij het inruimen van
levensmiddelen
ʋ De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt
inruimen. Hierdoor blijven geur, kleur en versheid
behouden. Bovendien wordt voorkomen dat
de levensmiddelen naar elkaar gaan smaken en
de kunststof onderdelen verkleuren.
ʋ Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en pas daarna in het apparaat zetten.
ʋ De luchtopeningen in de koelruimte niet met
levensmiddelen blokkeren zodat de luchtcirculatie
niet vermindert.
Levensmiddelen die direct voor de luchtopeningen
worden opgeslagen, kunnen door de uitstromende
koude lucht bevriezen.
ʋ Olie en vet mogen niet met de kunststof onderdelen
en de deurafdichting in aanraking komen.
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 6 uur
zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het superkoelen
ingestelde temperatuur.
Het snelkoelen inschakelen bijv.:
ʋ vóór het inladen van grote hoeveelheden
levensmiddelen,
ʋ voor het snelkoelen van dranken.
Inschakelen
Super-toets koelruimte indrukken.
De display geeft het symbool SUPERÙ weer en het
vak waarvoor de functie is ingeschakeld.
Uitschakelen
Super-toets koelruimte indrukken.
Verskoellade
In de verskoellade heerst een temperatuur van circa
0 °C. Ideaal om vis, vlees, worst, kaas en melk
te bewaren.
Met behulp van de schuif kan de temperatuur
in de verskoellade iets verlaagd worden.
Wij adviseren de volgende instelling:
ʋ COLD: vlees, worst en gevogelte
ʋ COLDER: vis
De diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken:
ʋ voor het opslaan van diepvriesproducten,
ʋ om levensmiddelen in te vriezen,
ʋ om ijsblokjes te maken.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is. Bij een open deur ontdooien
de diepvrieswaren. In het vriesvak vormt zich een dikke
laag ijs.
Bovendien: energieverspilling door te hoog
stroomverbruik.
Inkopen van diepvriesproducten
ʋ De verpakking mag niet beschadigd zijn.
ʋ Neem de houdbaarheidsdatum in acht.
ʋ De temperatuur in de verkoop-koelkist moet -18 °C
of kouder zijn.
ʋ De diepvriesproducten liefst in een koeltas
transporteren en snel in de diepvriesruimte leggen.
nl
14
Maximale invriescapaciteit
Gegevens over de maximale invriescapaciteit binnen
24 uur vindt u op het typeplaatje (zie de afb. in het
hoofdstuk „Servicedienst”).
Verse levensmiddelen invriezen
Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen.
Om de voedingswaarde, het aroma en de kleur zo
goed mogelijk te behouden, dient groente
geblancheerd te worden voordat het wordt ingevroren.
Bij aubergines, paprika’s, courgettes en asperges is
blancheren niet noodzakelijk.
Literatuur over invriezen en blancheren vindt u in de
boekhandel.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de nog
in te vriezen levensmiddelen in aanraking komen.
ʋ Geschikt om in te vriezen:
Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groente, fruit, kruiden, gepelde eieren,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en kliekjes zoals soep,
eenpansgerechten, gaar vlees en gare vis,
aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes.
ʋ Niet geschikt om in te vriezen:
Groentesoorten die meestal rauw worden gegeten,
zoals kropsla en radijsjes, ongepelde eieren,
wijndruiven, hele appels, peren en perziken,
hardgekookte eieren, yoghurt, dikke zure melk, zure
room, crème fraîche en mayonaise.
Diepvrieswaren verpakken
De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze niet
uitdrogen of hun smaak verliezen.
1. Levensmiddelen in de verpakking leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Het geheel van een goede sluiting voorzien.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en invriesdatum.
Voor verpakking geschikt:
Kunststof-, polyetheen- en aluminiumfolie,
diepvriesdozen.
Deze producten zijn in de handel verkrijgbaar.
Niet geschikt voor verpakking:
pakpapier, vetvrij papier, cellofaan,
vuilniszakken en gebruikte boodschappentasjes.
Als sluiting geschikt:
elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes,
koudebestendig plakband e.d.
Zakjes en folie van polyetheen kunnen met een folie-
lasapparaat worden dichtgelast.
Houdbaarheid van de diepvrieswaren
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort
levensmiddelen.
Op een temperatuur van -18 °C:
ʋ Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en
banket:
tot 6 maanden.
ʋ Kaas, gevogelte, vlees:
tot 8 maanden.
ʋ Groente, fruit:
tot 12 maanden.
Supervriezen
De levensmidelen zo snel mogelijk door en door
invriezen zodat vitamine, voedingswaarden, uiterlijk en
smaak behouden blijven.
Om te voorkomen dat bij het inladen van verse
levensmiddelen de temperatuur ongewenst stijgt: een
paar uur vóór het inladen van verse levensmiddelenhet
supervriessysteem inschakelen. Doorgaans is 4–6 uur
van tevoren voldoende. Als u de maximale
invriescapaciteit wilt benutten zijn 24 uur benodigd.
Na 2 dagen wordt er automatisch omgeschakeld naar
de temperatuur die voor het supervriezen was
ingesteld.
Inschakelen
Op de toets Supervriezen drukken.
De display geeft het symbool SUPERÙ weer en het
vak waarvoor de functie is ingeschakeld.
Uitschakelen
Op de toets Supervriezen drukken.
Ontdooien van diepvrieswaren
Afhankelijk van soort en bereidingswijze van
de levensmiddelen kunt u kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
ʋ bij omgevingstemperatuur
ʋ in de koelkast
ʋ in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
ʋ in de magnetron
m Attentie
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-en-
klaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor bekort.
nl
15
IJsbereider
De ijsbereider dient voor het maken van ijsblokjes.
Zodra het apparaat de ingestelde diepvriestemperatuur
heeft bereikt, begint de ijsbereider met het maken van
ijsblokjes. Als het ijsblokjesreservoir vol is, dan wordt
de ijsbereiding automatisch uitgeschakeld.
m Attentie
Leg nooit flessen of levensmiddelen
in het ijsblokjesreservoir om snel te laten koelen.
De ijsbereider kan geblokkeerd en daardoor
beschadigd worden.
Inschakelen
Aanwijzing
Als de ijsbereider voor de eerste keer of na een
langere onderbreking gebruikt wordt: de ijsproductie
van de eerste dag om hygiënische redenen niet
gebruiken. IJsblokjes weggooien en het reservoir
schoonmaken.
1. Overtuig u ervan dat het ijsblokjesreservoir goed op
zijn plaats zit en is vastgeklikt.
2. Toets IJsbereider indrukken.
Op het display brandt het symbool ICE.
Uitschakelen
Aanwijzing
Watertoevoer naar het apparaat beslist een paar uur
vóór het uitschakelen van de ijsbereider onderbreken.
Toets IJsbereider indrukken.
Waterfilter
m Waarschuwing
Het apparaat in plaatsen waar de kwaliteit van
het water twijfelachtig of niet voldoende bekend is, niet
zonder adequate desinfectie voor en na het filteren
gebruiken.
Een filterpatroon voor het partikelfilter kan bij
de Servicedienst of bij een vakhandelaar besteld
worden.
m Attentie
ʋ Na montage van een nieuw filter altijd de ijsproductie
van de eerste 24 uur na inschakeling van de
ijsbereider weggooien.
ʋ Wanneer het ijs langere tijd niet is gebruikt, alle
ijsblokjes uit het reservoir weggooien, evenals de
ijsproductie van de volgende 24 uur.
ʋ Wanneer het apparaat of het ijs meerdere weken of
maanden niet actief gebruikt is, of wanneer de
ijsblokjes onaangenaam smaken of ruiken, moet het
waterfilter worden vervangen.
ʋ Luchtinsluitingen in het systeem kunnen
wateruittreding en het uitwerpen van de filterpatroon
veroorzaken. Wees voorzichtig bij het verwijderen.
ʋ Het filter moet uiterlijk om de 6 maanden worden
vervangen.
Aanwijzing
Het watersysteem staat na gebruik onder lichte druk.
Wees voorzichtig als u het filter eraf haalt.
Vervangen van de filterpatroon
1. Filterafdekking op de plint van het apparaat 90-180°
tegen de wijzers van de klok in draaien.
2. De filterpatroon eruit trekken.
3. Nieuwe filterpatroon uit de verpakking halen en
het beschermingskapje verwijderen.
4. Filterdeksel van de gebruikte filterpatroon
verwijderen.
5. Filterdeksel aanbrengen op de nieuwe filterpatroon.
6. Filterpatroon met filterafdekking in horizontale positie
tot de aanslag in de opening in de plint van
het apparaat schuiven.
7. Filterpatroon 90-180° met de wijzers van de klok
mee draaien.
8. Water uit de gebruikte filterpatroon gieten.
De filterpatroon kan met het huisvuil worden
weggedaan.
nl
16
Specificatie- en
vermogensgegevens
Voor filtermodel: 9000 077 095
Met gebruik van reservepatroon: 9000 077 104
Het model werd door NSF International op ANSI/NSF-
Standards 42 & 53 getest en tot het reduceren van
de onderstaande substanties gecertificeerd.
De concentratie van de aangegeven in water opgeloste
substanties die het systeem binnendringen, werd
verlaagd tot een waarde minder dan of gelijk aan
de toelaatbare grenswaarde volgens ANSI/NSF 42
en 53 voor uit het apparaat afgevoerd water.
Aanwijzing
Hoewel de testen onder standaard-
laboratoriumvoorwaarden werden uitgevoerd, kan
de daadwerkelijke capaciteit hiervan afwijken.
* Op basis van gebruik van cryptosporium parvum-
oöcysten.
Toepassingsrichtlijnen/parameters watervoorziening:
ʋ Het systeem moet volgens de door de fabrikant
aanbevolen richtlijnen geïnstalleerd en gebruikt
worden.
ʋ Het filter moet om de 6-9 maanden vervangen
worden.
ʋ Nieuw filter 5 minuten doorspoelen.
ʋ Nadere gegevens vindt u op de garantiekaart.
Dit product mag NIET gebruikt worden als het water
microbiologisch schadelijk of van onbekende
kwaliteit is, zonder adequate desinfectie voor of na
aansluiting op het systeem. Een systeem dat
gecertificeerd is voor de reductie van cysten mag
gebruikt worden voor gedesinfecteerd water dat
eventueel filtreerbare cysten bevat.
Voor het hele systeem (behalve voor
de wegwerppatroon) geldt een garantie van een jaar.
Met betrekking tot de wegwerppatronen geldt alleen
een garantie voor materiaalgebreken en
verwerkingsfouten. De gebruiksduur van
wegwerppatronen hangt af van de plaatselijke
wateromstandigheden, zodat hiervoor geen garantie
wordt gegeven.
Nadere informatie over de prijzen van
reserveonderdelen is te verkrijgen bij de leverancier
van uw apparaat of bij de vertegenwoordiger van
onderdelen bij u in de buurt.
Vervaardigd door:
Cuno Engineered Products
1000 Apollo Road
Eagan, MN 55121-2240 U.S.A.
Het systeem werd in model 9000 077 095 door NSF
International met betrekking tot ANSI/NSF
standaard 53 tot het reduceren van cysten en
vertroebelingen alsmede met betrekking tot ANSI/
NSF standaard 42 tot het verminderen van
chloorsmaak en chloorstank getest en
gecertificeerd.
Nominale partikelklasse: I
Nominale gebruiksduur: 2.800 liter
Substantie Gemiddelde
in de watertoev
oer
Watertoevoerco
ncentratie
Waterafvoercon
centratie
Gemiddelde
reductie in %
Maximaal
toelaatbare
concentratie
in de waterafvoer
Maximale
waterafvoer
Minimale
reductie in %
NSF test
Cysten * 166.500 Minimaal
50.000/l
1 99,99 99,95 1 99,99 511077-
03
Vertroebelin
g
10,7 11 x 1 NTU 0,3 l 97,10 0,5 NTU 0,49 95,42 511078-
03
Partikelklas
se 1
partikelgro
otte
> 0,5 tot
<1,0 m
5.700.000 Minimaal
10.000
partikels/ml
30.583 99,52 > 85% 69.000 98,9 511079-
03
Chloorsma
ak en
vertroebeli
ng
1,9 2,0 mg/l + -
10%
0,05 97,3 > 50% 0,06 96,84 511081-
03
Waterdruk 207 - 827 kPa
Watertemperatuur * 0,6 °C - 38 °C
Doorstroomsnelheid 2,83 l/min.
nl
17
Uitvoering
Legplateaus verwijderen
U kunt de legplateaus en de deurvakken naar wens
verplaatsen.
Legplateaus optillen en verwijderen.
Legplateaus in de binnenruimte
Deurvakken
Reservoirs in de koelruimte
1. Reservoir iets optillen en eruit nemen.
2. Reservoir vooraan iets optillen en in de rails
plaatsen.
3. Reservoir laten zakken en naar achteren schuiven.
Reservoirs in de diepvriesruimte
De reservoirs in de diepvriesruimte kunnen voor het
reinigen worden verwijderd.
Voordat het deurreservoir kan worden verwijderd, moet
het bovenste reservoir worden verwijderd.
1. Sluitingen op de rails met een schroevendraaier 90°
draaien.
2. Reservoir iets optillen en eruit nemen.
3. Reservoir vooraan iets optillen en in de rails
plaatsen.
4. Reservoir laten zakken en naar achteren schuiven.
5. Sluitingen op de rails met een schroevendraaier 90°
draaien.
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen
Uitschakelen van het apparaat
Toets Aan/Uit indrukken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Buiten werking stellen van het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Watertoevoer naar het apparaat altijd een paar uur
voor het uitschakelen onderbreken.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen.
3. Apparaat uitschakelen.
4. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
5. IJsblokjesreservoir legen en schoonmaken. (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”).
6. Binnenkant van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”).
7. De deuren van het apparaat open laten om
geurvorming te voorkomen.
nl
18
Ontdooien
Het apparaat wordt automatisch ontdooid.
Schoonmaken van het apparaat
m Waarschuwing
Het apparaat nooit met een stoomreiniger reinigen!
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die zand,
chloride of zuren bevatten.
m Attentie
Geen schuursponsjes gebruiken. Op de metalen
oppervlakken kan corrosie ontstaan.
m Attentie
De legplateaus en voorraadvakken mogen niet in
de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen
vervormen!
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen.
2. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen.
3. Diepvrieswaren verwijderen en bewaren op een
koele plaats. Koude-accu (indien aanwezig) op
de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en
lauw water met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het sop mag niet in de
verlichting terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon water
schoonmaken en grondig droogwrijven.
7. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en
inschakelen.
8. Diepvrieswaren opnieuw in het diepvriesvak leggen.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele onderdelen van
het apparaat worden verwijderd (zie hoofdstuk
Uitvoering).
IJsblokjesreservoir schoonmaken
Als er langere tijd geen ijsblokjes uit de dispenser
worden gehaald, dan krimpen de kant en klare
ijsblokjes, smaken ze verschaald en plakken ze aan
elkaar. Daarom dient de ijsblokjesbak regelmatig
gereinigd te worden.
m Attentie
Een vol ijsblokjesreservoir is zwaar.
1. IJsblokjesreservoir eruit halen.
2. Het reservoir legen en met lauw water
schoonmaken.
3. IJsblokjesbak goed droogwrijven om te voorkomen
dat de nieuwe ijsblokjes vastvriezen.
4. IJsblokjesreservoir er weer inzetten.
De productie van ijsblokjes gaat verder.
Luchtjes
Als u onaangename luchtjes ruikt:
1. Apparaat uitschakelen.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen.
3. Binnenruimte reinigen (zie hoofdstuk Schoonmaken
van het apparaat).
4. Alle verpakkingen reinigen.
5. Sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht verpakken
om luchtjes te voorkomen.
6. Apparaat weer inschakelen.
7. Levensmiddelen inruimen.
8. Na 24 uur controleren of er opnieuw luchtjes zijn
ontstaan.
9. Geurfilter vervangen (zie hoofdstuk Geurfilter
vervangen).
Geurfilter vervangen
De filters zijn bij uw leverancier te koop.
1. Filterhouder openen.
2. Gebruikte filters verwijderen en nieuwe geurfilters
aanbrengen.
3. Filterhouder sluiten.
nl
19
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED
verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen alleen door de
Servicedienst of een erkend vakman worden
uitgevoerd.
Energie besparen
ʋ Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte
plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen zoals een
verwarmingsradiator of een fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
ʋ De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat
nooit afdekken.
ʋ Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen,
daarna in het apparaat plaatsen.
ʋ Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te
ontdooien en de kou van de diepvrieswaren
gebruiken om andere levensmiddelen te koelen.
ʋ Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen.
ʋ Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is.
ʋ De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen
invloed op de energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de leidingen of water in de
ijsbereider.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/
uit.
Kloppende geluiden
De kant en klare ijsblokjes van de ijsbereider vallen in
het ijsblokjesreservoir.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een waterpas stellen.
Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander meubel of
apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast
wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden
en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten.
nl
20
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud
van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten
van dat bezoek betalen!
Apparat
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
Het apparaat koelt niet.
De verlichting functioneert niet.
De indicatie brandt niet
Het apparaat is uitgeschakeld. Toets Aan/Uit indrukken.
Stroomuitval. Controleren of er stroom is.
De zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren.
De stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
De koelmachine wordt steeds vaker en
langer ingeschakeld.
De deur van het apparaat werd te vaak
geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekkingen verwijderen.
Bij het inladen van grotere hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Superkoelen resp. supervriezen activeren.
De verlichting (LED) functioneert niet. De LED lampje is kapot. Inschakelen van de Servicedienst.
De lichtschakelaar klemt. Controleer of er beweging in zit.
Display geeft „E..” aan. De elektronica heeft een fout geconstateerd. Inschakelen van de Servicedienst.
Display geeft „LOWPOWER” aan. De aanwezige netspanning blijft onder
de toelaatbare grenswaarde.
Als de netspanning weer de voorgeschreven waarde
bereikt, dan verdwijnt de alarmmelding van het display.
Als een alarmmelding langer duurt
het elektriciteitsbedrijf in uw gemeente waarschuwen.
Display geeft „HIGHVOLT” aan. De aanwezige netspanning overschrijdt
de toegestane grenswaarde.
Als de netspanning weer de voorgeschreven waarde
bereikt, dan verdwijnt de alarmmelding van het display.
Als een alarmmelding langer duurt
het elektriciteitsbedrijf in uw gemeente waarschuwen.
Er vormt zich condens bij de linker deur
op de sluitlijst.
Condensatie van warme lucht. Verwarming in de deurbalk inschakelen (zie het
hoofdstuk Speciale functies, paragraaf
Deurbalkverwarming).
nl
21
IJsbereider
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De ijsbereider werkt niet. De ijsbereider is niet op de stroomvoorziening
aangesloten.
Inschakelen van de Servicedienst.
De ijsbereider bevat geen vers water. Overtuig u ervan dat de wateraansluiting op de juiste
wijze is aangesloten.
De vriesruimte-temperatuur is te hoog. Vriesruimte-temperatuur controleren en eventueel iets
kouder instellen.
De ijsbereider produceert niet genoeg
ijs of de ijsblokjes zijn vervormd.
Het apparaat of de ijsbereider werd pas kort
geleden ingeschakeld.
Het duurt ca. 24 uur tot de ijsproductie begint.
Er werd een grote hoeveelheid ijs uitgehaald. Het duurt ca. 24 uur tot het ijsblokjesreservoir weer
gevuld is.
Lage waterdruk. Het apparaat uitsluitend aansluiten op
de voorgeschreven waterdruk (zie het hoofdstuk
„Apparaat aansluiten”, paragraaf „Wateraansluiting”).
Waterfilter verstopt of verbruikt. Waterfilter vervangen.
De temperatuur in de diepvriesruimte
is te warm.
De temperatuur in de diepvriesruimte iets kouder
instellen.
IJsblokjes hebben zich opgehoopt tegen de
achterkant van de ijsblokjesreservoir.
IJsblokjes verdelen over de ijsblokjesreservoir.
Vastgevroren ijsblokjes losmaken met een stomp
voorwerp.
De ijsbereider produceert geen ijs. De ijsbereider is uitgeschakeld. IJsbereider op het bedieningspaneel inschakelen.
Het apparaat wordt niet van water voorzien. Neem contact op met de installateur of het
waterleidingbedrijf.
De watertoevoerslang is op verschillende
plaatsen geknikt.
De kraan aan het afsluitventiel dichtdraaien. De geknikte
plekken glad maken, eventueel de slang laten
vervangen.
Lage waterdruk. Het apparaat uitsluitend aansluiten op de
voorgeschreven waterdruk (zie het hoofdstuk Apparaat
aansluiten, paragraaf Wateraansluiting).
De temperatuur in de diepvriesruimte is
te warm.
De temperatuur in de vriesruimte iets kouder instellen.
Het ijsblokjesreservoir is er niet goed ingezet De positie controleren, eventueel het reservoir opnieuw
erin zetten.
Verkeerd afsluitventiel gemonteerd. Verkeerde ventielen kunnen een lage waterdruk
veroorzaken en tot schade aan het apparaat leiden.
In de toevoerslang naar de ijsbereider
vormt zich ijs.
Lage waterdruk. Het apparaat uitsluitend aansluiten op
de voorgeschreven waterdruk (zie het hoofdstuk
„Apparaat aansluiten”, paragraaf „Wateraansluiting”).
Afsluitventiel niet goed geopend Afsluitventiel helemaal openen.
Er loopt water uit het apparaat. Ondichtheid van de watertoevoerslang. Slang alleen door een originele slang van de fabrikant
laten vervangen.
Verkeerd afsluitventiel gemonteerd. Verkeerde ventielen kunnen een lage waterdruk
veroorzaken en tot schade aan het apparaat leiden.
nl
22
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw
omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met service-adressen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.)
en het FD-nummer (FD) van het apparaat op.
U vindt deze gegevens op het typeplaatje.
Door vermelding van het fabrikaat- en productnummer
kunt u onnodige voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart
u zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies bij
storingen
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
NL 088 424 4020
B 070 222 142
*9000823468*
9000823468 (9510)
nl
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München, GERMANY
siemens-home.com
(FGBCSJDFFSEEPPS#4))BVTHFS¤UF(NC)POEFSIBOEFMTNFSLMJDFOUJFWBO4JFNFOT"(
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Siemens CI36BP01 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Siemens CI36BP01 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,42 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Siemens CI36BP01

Siemens CI36BP01 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 22 pagina's

Siemens CI36BP01 Gebruiksaanwijzing - English - 22 pagina's

Siemens CI36BP01 Gebruiksaanwijzing - Français - 25 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info