214305
98
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/104
Pagina verder
LCD PROJECTOR
MODEL
XG-C50X
GEBRUIKSAANWIJZING
Inleiding
Aansluiten en opstellen
Basisbediening
Gebruiksvriendelijke functies
Aanhangsel
BELANGRIJK
Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel
van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies
of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals
beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde 14
van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig
zijn voor u de verpakking recyclet. Lees de gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Modelnummer: XG-C50X
Serienummer:
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian,
Dutch, Portuguese, Chinese (Traditional Chinese and Simplified Chinese), Korean and Arabic. Carefully read
through the operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch,
Italienisch, Niederländisch, Portugiesisch, Chinesisch (traditionelles Chinesisch und einfaches Chinesisch), Koreanisch
und Arabisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois,
espagnol, italien, néerlandais, portugais, chinois (chinois traditionnel et chinois simplifié), coréen et arabe.
Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska,
italienska, holländska, portugisiska, kinesiska (traditionell kinesiska och förenklad kinesiska), koreanska och
arabiska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español,
italiano, holandés, portugués, chino (chino tradicional y chino simplificado), coreano y árabe. Lea
cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano,
olandese, portoghese, cinese (cinese tradizionale e cinese semplificato), coreano e arabo. Leggere
attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans,
Nederlands, Portugees, Chinees (Traditioneel Chinees en Vereenvoudigd Chinees), Koreaans en Arabisch.
Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês, Sueco, Espanhol, Italiano,
Holandês, Português, Chinês (Chinês Tradicional e Chinês Simplificado), Coreano e Árabe. Leia
cuidadosamente todas as instruções de operação antes de operar o projetor.
Inleiding
1
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Er zijn twee belangrijke redenen om de garantie van uw nieuwe SHARP-projector onmiddellijk in orde te brengen
met de REGISTRATIEKAART die verpakt zit bij de projector.
1. GARANTIE
U komt meteen in aanmerking voor de volledige garantie op onderdelen, service en reparatiewerkzaamheden
die van toepassing is op dit product.
2. CONSUMENT-VEILIGHEIDSWETGEVING
U wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld van eventuele veiligheidsbepalingen betreffende inspecties,
modificaties of het terugroepen van producten die door SHARP moeten worden uitgevoerd op basis van de
1972 Consumer Product Safety Act. LEES ZORGVULDIG DE BELANGRIJKE “BEPERKTE GARANTIE”
CLAUSULE.
WAARSCHUWING
: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet
rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
WAARSCHUWING
: De FCC-bepalingen schrijven voor dat wijzigingen of modificaties in de apparatuur die niet uitdrukkelijk
door de fabrikant zijn goedgekeurd tot gevolg kunnen hebben dat het gebruik van de apparatuur
niet meer toegestaan is.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid
van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in
het inwendige van het apparaat, die zo groot
kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok
kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op belangrijke
bedienings- en onderhoudsinformatie in de
documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
Inleiding
NEDERLANDS
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
INFORMATIE
Deze apparatuur is getest en bleek te voldoen aan de eisen en limieten voor Klasse A digitale apparatuur, overeenkomstig
Deel 15 van de FCC-bepalingen, die ontworpen zijn om redelijke bescherming te verlenen tegen dergelijke storingen bij
gebruik in een commerciële omgeving. In deze apparatuur worden radiogolven opgewekt en verwerkt, en deze golven
kunnen uitgestraald worden. Als bij de installatie en/of het gebruik de instructies in de gebruiksaanwijzing niet strikt
opgevolgd worden, kan de apparatuur storing in radio-ontvangst veroorzaken. Gebruik van deze apparatuur in een
woongebied zal waarschijnlijk storingen veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker op zijn/haar eigen kosten alle
maatregelen te nemen die nodig kunnen zijn om de storing op te heffen.
Zie de onderkant van dit apparaat.
Gebruik met deze apparatuur de meegeleverde computerkabel. Deze kabel zorgt ervoor dat de apparatuur voldoet
aan de voorschriften van FCC Klasse A.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING
: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke
elektrische schok te voorkomen.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de
gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
2
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector is uitgezet. Zet daarom bij normaal
gebruik de projector altijd uit met Aan/uit-toets (OFF) op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de
koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt.
SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen
van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie
betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde
Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance:www.eiae.org.
PRECAUTIONS A OBSERVER LORS DU
REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT DE RETIRER LES VIS.
L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE
AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE TYPE BQC-XGC50X//1.
RAYONS ULTRAVIOLETS : PEUVENT ENDOMMAGER LES YEUX.
ETEINDRE LA LAMPE AVANT DE PROCEDER A L’ENTRETIEN.
LAMPE A MOYENNE PRESSION : RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL
DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE.
A MANIPULER AVEC PRECAUTION, SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD.
HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP.
REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-XGC50X//1 ONLY.
UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING.
MEDIUM PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS
PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
LAMP REPLACEMENT CAUTION
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde 85.
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE
VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET
APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS
DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND
DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE BQC-XGC50X//1.
UV-STRALING: KAN OOGLETSEL VEROORZAKEN. ZET DE LAMP
UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD.
MIDDELMATIGE DRUK AANWEZIG IN DE LAMP:
EXPLOSIEGEVAAR.
INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE
GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE
GEBRUIKSAANWIJZING.
Inleiding
3
Belangrijkste eigenschappen
1. Extreem hoge helderheid voor een compacte projector
AC 250W lamp
Gebruik een AC 250W lamp voor optimale uniformiteit van kleuren en extreem hoge helderheid.
De functie Power Save mode zorgt voor lagere geluidsniveaus en een lager
energieverbruik en verlengt de levensduur van de lamp.
2. Eenvoudige en gemakkelijke bediening
Met de gebruiksvriendelijke interface, een ongecompliceerd bedieningssysteem
en gemakkelijk te vinden aansluitpunten wordt de installatie van het apparaat
een fluitje van een cent.
Door de veelgebruikte toetsen, plaatsing van terminals, kleurschema’s en het
gecombineerde gebruik van auto input en zoeken verloopt het installatieproces
probleemloos en is het apparaat eenvoudig te bedienen.
Lensvervanging zonder problemen.
Dankzij het eenvoudig te openen lensdeksel en een nieuwe bayonetconfiguratie kan de optionele lens op eenvou-
dige wijze worden geïnstalleerd.
3. Superieure computercompatibiliteit
Te gebruiken met een verticale refresh rate tot 200 Hz, Sync on Green- en Com-
posite Sync-signalen voor compatibiliteit met een groot aantal high-end PC’s
en workstations.
Dankzij de Advanced Intelligent Compression Technology (geavanceerde
intelligente compressie) kunnen computerbeeldschermen met UXGA-resolutie
(1.600 # 1.200) nu weergegeven worden met minimale vervorming.
4.
Geavanceerde computergestuurde- en video-geïntegreerde composer-technologie
Produceert levendige beelden dankzij de nieuwste hoge beeldkwaliteitscircuits.
Het nieuwe I/P-omzettingsalgoritme verhoogt het resultaat van de I/P-omzetting voor
bewegingsdetectie.
Sterk verbeterd zaagtandeffect of schuine lijnen in bewegende beelden.
Color Management System
Ondersteunt sRGB (kleurmanagementsysteem).
Individuele instelling van helderheid, chromatische waarde
en tint voor zes doelkleuren.
Beeldruisonderdrukking
Zorgt voor een duidelijk beeld, zelfs bij bronsignalen met veel storingen.
Nieuwe upscaling van randen
Vermindert het zaagtandeffect of het flikkeren bij upscaling van de randen van schuine lijnen,
waardoor u scherpere beelden krijgt.
5. Diefstalbeveiliging en veilig ontwerp
Diefstalbeveiliging
Deze functie zorgt ervoor dat de projector niet kan worden gebruikt als er geen code wordt ingevoerd.
Notevision Lock Down
De Notevision Lock Down (ankerbout) is gecombineerd met een metalen optisch
mechanisme. Dus zelfs als een veel kracht wordt uitgeoefend, zal de Notevision
Lock Down voorkomen dat de insteekmoer er uit valt en daar de projector steviger
geinstalleerd is dan in het verleden is hij effectief zowel voor het voorkomen
van diefstal als wat betreft de veiligheid.
4
Inhoud
Instellen met de menu’s
Onderdelen van de menubalk ................................... 40
Gebruik van het menuscherm ................................... 42
Menuselectie (bijstellingen) .............................................. 42
Menuselectie (instellingen) ............................................... 44
Instellen van het beeld ............................................... 46
Instellen van beeldvoorkeuren .......................................... 46
Kiezen van het signaaltype ............................................... 46
Progressieve functie ......................................................... 47
Instellen van computerbeelden ................................ 48
Wanneer Automat. sync. op OFF staat ............................. 48
Opslaan van instellingen .................................................. 48
Selecteren van instellingen ............................................... 49
Instellen van speciale functies .......................................... 49
Controleren van het ingangssignaal ................................. 49
Instellen van de automatische synchronisatie .................. 50
Automatische synchronisatie displayfunctie .................... 50
Gebruiksvriendelijke functies
Kiezen van de beeldweergavefunctie ....................... 52
Weergeven van een stilstaand beeld ........................ 54
Vergroten van een deel van een beeld ..................... 55
Gamma-correctiefunctie ............................................ 56
Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)........ 57
Functie zwart scherm ................................................ 58
Weergeven van de pauzetimer .................................. 59
Color Management System (C. M. S.) ....................... 60
De kleurreproductiemodus
(Color Reproduction Mode) instellen ......................... 60
De doelkleur selecteren .................................................... 60
De helderheid van de doelkleur instellen ......................... 61
De chromatische waarde van de doelkleur instellen ........ 61
De tint van de doelkleur instellen ...................................... 61
Door de gebruiker ingestelde
kleurinstellingen herstellen ........................................ 62
Overzicht van alle kleurinstellingen .................................. 62
Het audiouitvoertype instellen .................................. 63
De interne speaker in/uitschakelen .......................... 63
Automatische zoekfunctie ......................................... 64
Digitaal beeldruisonderdrukkingssysteem
(Ruisonderdr.) ...................................................... 65
Instellen van het in-beeld-display ............................. 65
Instellen van het videosignaal .................................. 66
Opslaan van geprojecteerde beelden ...................... 67
Vastleggen van het beeld ................................................. 67
Verwijderen van het vastgelegde beeld ........................... 67
Inleiding
Belangrijkste eigenschappen ..................................... 3
Inhoud ........................................................................... 4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ....... 6
Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen
(Windows, Macintosh) ........................................... 9
Benaming van de onderdelen ................................... 10
Projector (voor- en bovenaanzicht) ................................... 10
Projector (achteraanzicht) ................................................ 11
Afstandsbediening (vooraanzicht) .................................... 12
Afstandsbediening (bovenaanzicht) ................................. 12
Gebruik van de afstandsbediening .......................... 13
Bereik van de afstandsbediening ..................................... 13
Plaatsen van de batterijen ................................................ 13
Accessoires ................................................................ 14
Aansluiten en opstellen
Aansluiten van de projector op andere apparaten ..... 16
Alvorens aan te sluiten ...................................................... 16
Deze projector kan worden aangesloten op: ................... 16
Aansluiten van het netsnoer ............................................. 17
Aansluiten van de projector op een computer .......... 18
Aansluiten op videoapparatuur ................................. 20
Aansluiting op een versterker ........................... 22
Bediening via een computer ............................. 23
Aansluiten op een beeldscherm ............................... 24
Gebruik van de draadloze-presentatiefunctie
van de afstandsbediening ................................... 25
Gebruik van afstandsbediening met kabel .............. 26
Opstellen ..................................................................... 27
Gebruik van de stelvoetjes ............................................... 27
Instellen van de lens ......................................................... 28
Opstellen van het scherm ................................................. 29
Schermgrootte en projectie-afstand ................................. 30
Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld ...... 32
Basisbediening
Instellen met de toetsen
Beeldprojectie ............................................................ 34
Basisprocedure ................................................................ 34
Kiezen van de taal van het in-beeld-display .................... 36
Correctie van perspectivische vervorming
(trapeziumvorm-correctie) .................................. 38
Inleiding
5
Instellen van een achtergrondbeeld ......................... 68
Kiezen van een startbeeld ......................................... 68
De spaarmodus selecteren ........................................
69
Instellen van de spaarstand ............................................. 69
Functie monitor Out/RS-232C Off ..................................... 69
Automatische uitschakeling .............................................. 70
De resterende levensduur van de lamp
weergeven (percentage) ...................................... 70
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven
in spiegelbeeld ..................................................... 71
Vergrendelen van de bedieningstoetsen
van de projector ................................................... 71
Instellen van de toetsvergrendeling ................................. 71
Annuleren van het toetsvergrendelingsniveau ................. 72
De transmissiesnelheid selecteren (RS-232C) ........ 72
Instellen van een wachtwoord .................................. 73
Invoeren van het wachtwoord ........................................... 73
Wijzigen van het wachtwoord ........................................... 74
Als u uw wachtwoord vergeten bent ................................ 74
Instellen van de Anti-diefstal .................................... 75
Invoeren van een sleutelcode ........................................... 75
Wijzigen van de sleutelcode ............................................. 76
Initialiseren van de instellingen ................................ 77
Weergeven van alle instellingen ............................... 78
Aanhangsel
Onderhoud .................................................................. 80
De luchtfilter vervangen ............................................ 81
Onderhoudsindicators............................................... 83
Over de lamp .............................................................. 85
Lamp ................................................................................. 85
Waarschuwing in verband met de lamp ........................... 85
Vervangen van de lamp .................................................... 85
Verwijderen en installeren van de lampeenheid ............... 86
Terugstellen van de lamptimer .......................................... 87
Toekenning van de aansluitpinnen .......................... 88
(RS-232C) Specificatie en opdrachtinstellingen ..... 89
Specificatie afstandsbediening met kabel ............... 92
Tabel met compatibele computers ........................... 93
Oplossen van problemen .......................................... 94
Voor SHARP Assistance ............................................ 96
Technische gegevens ................................................ 97
Afmetingen ................................................................. 98
Verklarende woordenlijst ........................................... 99
Index .......................................................................... 100
6
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de
gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de
toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de
gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden
opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met
schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet
door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld
in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine,
zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief,
steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een
kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan
het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend
een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant
wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg
voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van
de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires
die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar
rek is gezet, dient dit voorzichtig te
worden verplaatst. Het rek kan namelijk
omvallen bij plotseling stoppen, te hard
duwen of rijden over een ongelijke
ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen
die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking
en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatie-
openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het
apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten.
Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals
een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede
ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant
zijn opgevolgd.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron
worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg
uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet
zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor
apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere
stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing
die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten
stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u
contact op met uw elektricien.
Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net) stekker.
b. Driedraads geaarde (net) stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op
gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt
platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de
stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer
uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het
apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om
beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van
blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen
niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of
een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van
het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die
onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting
kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot
gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat
wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen
of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een
ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie
over aan erkend onderhoudspersoneel.
LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw
persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE
SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de
volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
Inleiding
7
18.Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en het apparaat door erkend
onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht
is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of
water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing
worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van
andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk
beschadigd worden, met tot gevolg dat
reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van
het apparaat door erkend onderhoudspersoneel
moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert.
Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN
BELANGRIJK
LEES HET VOLGENDE ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
U bent in het bezit van een apparaat dat software gebruikt dat in licentie is gegeven aan SHARP Corporation door
Lineo, Inc. (“Lineo”).
De software is beschermd door wetten op het auteursrecht, internationale auteursrechtverdragen en andere wetten
en verdragen betreffende intellectuele eigendom. Lineo en haar leveranciers behouden het volledige eigendomsrecht
en de intellectuele eigendomsrechten (met inbegrip van het auteursrecht) op de softwarecomponenten en alle kopieën
ervan, voor zover het evenwel gaat om bepaalde softwarecomponenten die vallen onder de GNU General Public
License (versie 2), die Lineo onderschrijft. U kunt een kopie verkrijgen van de GNU General Public License op http:/
/www.fsf.org/copyleft/gpl.html. Lineo zal de broncode verschaffen voor alle softwarecomponenten die vallen onder
de GNU General Public License. Om een dergelijke broncode te verkrijgen, stuurt u een e-mail naar embedix-
support@lineo.com.
OS: Embedix (Embedded Linux) Embedix (TM) is een geregistreerd handelsmerk van U.S.A. LINEO, Inc.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Adobe Acrobat is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Deze software is deels gebaseerd op het werk van de onafhankelijke JPEG Group.
Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan
voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen
gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die
dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen.
Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een
elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te
voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig
functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van
de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals
verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen
(inclusief versterkers) die warmte afgeven.
8
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw
projector opstelt.
Voorzichtig met de lampeenheid
Als de lamp gesprongen is, kunnen
glassplinters gevaar veroorzaken. Indien
de lamp gesprongen is, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde erkende Sharp
projector dealer of servicecentrum om de
lamp te laten vervangen.
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde
85.
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
Met het oog op een minimaal onderhoud en het behoud van
een hoge beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector
te installeren in een ruimte die vrij is van vocht, stof en
sigarettenrook. Wanneer de projector aan vocht, stof of rook
wordt blootgesteld, moet de lens vaker dan normaal worden
gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal
de levensduur van de projector niet verkorten mits u de pro-
jector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige
gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkende
Sharp projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die blootstaan aan
direct zonlicht of fel licht.
Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of
kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt,
zal de kleuren doen verbleken en het kijken bemoeilijken.
Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het
scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
De projector kan veilig worden gekanteld tot een hoek
van maximaal 12 graden.
U dient de projector onder een hoek van maximaal 12 graden
te installeren.
Stel de projector niet bloot aan sterke schokken en/
of trillingen.
Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het oppervlak
ervan wordt geraakt of beschadigd.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
Het ononderbroken kijken naar het scherm gedurende uren
zal uw ogen vermoeien. Geef uw ogen af en toe wat rust.
Vermijd plaatsen met hoge of lage temperaturen.
De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt tussen 41°F en
104°F (+5°C en +40°C)
De opslagtemperatuur voor de projector ligt tussen
–4°F en 140°F (–20°C en +60°C)
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Laat tenminste 7,9" (20 cm) ruimte tussen de uitlaatopening
en de dichtstbijzijnde wand of ander obstakel.
Controleer of de inlaatopening en de ventilatiegleuven niet
geblokkeerd zijn.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een
veiligheidsvoorziening automatisch de projector uitschakelen.
Dit duidt niet op een defect. Dit duidt niet op een defect. Haal
de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact
en wacht minstens 10 minuten. Plaats de projector zodanig
dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn geblokkeerd, steek
dan de stekker weer in en zet de projector aan. De projector
zal vervolgens weer normaal functioneren.
Voorzichtig bij het vervoeren van de projector
Tijdens het vervoer moet u ervoor zorgen dat de projector
niet onderhevig is aan sterke schokken en/of trillingen,
aangezien dit beschadiging kan veroorzaken. Wees bijzonder
voorzichtig met de lens. Alvorens de projector te verplaatsen,
trekt u het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle andere
kabels die erop aangesloten zijn los.
Andere aangesloten apparatuur
Bij het aansluiten van een computer of andere audiovisuele
apparatuur op de projector brengt u de aansluitingen tot stand
NADAT u de projector en de aan te sluiten apparatuur hebt
uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector en de aan te
sluiten apparatuur door en volg de instructies betreffende
de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De voedingsspanning en de vorm van de stekker kunnen
verschillen afhankelijk van de streek of het land waar u de
projector gebruikt. Wanneer u de projector in het buitenland
gebruikt, dient u het juiste netsnoer te gebruiken voor het
land waar u zich bevindt.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Wanneer de projector oververhit
raakt vanwege een verkeerde
instelling of geblokkeerde
ventilatiegleuven, gaan “ ” en
” links onder
in het beeld knipperen. Als de temperatuur nog verder
oploopt, zal de lamp automatisch uitgaan en zal de
Temperatuur indicator (TEMP.) op de projector gaan
knipperen. Vervolgens zal de projector na een afkoelperiode
van 90 seconden zichzelf automatisch uitschakelen. Zie
“Onderhoudsindicators” op bladzijde 83 voor meer informatie.
Info
De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch.
Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens
het gebruik van het apparaat. Dit duidt niet op een defect.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact tijdens
de projectie of de werking van de koelventilator. Dit kan bescha-
diging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator eveneens uitgeschakeld wordt.
Inleiding
9
De cd-rom bevat handleidingen in PDF-formaat in verscheidene talen zodat u de projector kunt bedienen,
zelfs als u deze handleiding niet tot uw beschikking heeft. Om deze handleiding te kunnen gebruiken,
moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd zijn. Als u Acrobat
Reader nog niet heeft, kunt u dit programma installeren vanaf de cd-rom.
Installeren van Acrobat Reader vanaf de CD-ROM
Voor Windows:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”.
3
Dubbelklik op het “CD-ROM”-station.
4
Dubbelklik op de map “ACROBAT”.
5
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt
bekijken.
6
Dubbelklik op het installatieprogramma en volg de
instructies op het scherm.
Voor Macintosh:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram.
3
Dubbelklik op de map “ACROBAT”.
4
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt
bekijken.
5
Dubbelklik op het installatieprogramma en volg de
instructies op het scherm.
Voor andere besturingssystemen:
Download de juiste versie van Acrobat Reader van het internet (http://www.adobe.com).
Voor andere talen:
Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een versie of in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u
deze van het internet halen.
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Windows:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”.
3
Dubbelklik op het “CD-ROM”-station.
4
Dubbelklik op de map “MANUALS”.
5
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt
openen.
6
Dubbelklik op het PDF-bestand “C50X” om de
handleidingen van de projector te openen.
Opmerking
Als u het gewenste PDF-bestand niet kunt openen door te dubbelklikken met de muis, dient u eerst Acrobat Reader
op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het menu File, Open.
Lees het bestand readme.txt op de cd-rom voor belangrijke informatie die niet is opgenomen in deze handleiding.
Voor Macintosh:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het CD-ROM-pictogram.
3
Dubbelklik op de map MANUALS.
4
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt
openen.
5
Dubbelklik op het PDF-bestand C50X om de
handleidingen van de projector te openen.
Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen (Windows, Macintosh)
10
Projector (voor- en bovenaanzicht)
Benaming van de onderdelen
34
34
83
83
39
42
35
38
50
42
35
43
27
27
Aan/uit-toetsen
(ON/OFF)
Schakelt het apparaat in of
uit.
Bedrijfsindicator
Licht rood op wanneer de
projector in stand-by staat.
Wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld, licht deze
indicator groen op.
Lampindicator (LAMP)
Licht groen op, geeft normale
functionering aan. Vervang de
lamp wanneer de indicator rood
oplicht.
Temperatuurindicator
(TEMP.)
Wanneer de
binnentemperatuur stijgt, licht
deze indicator rood op.
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken
van een bediening of het
terugkeren naar de
standaardinstellingen.
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het
menu geselecteerde of
gewijzigde items.
13
81
Ingangsfunctietoets
(INPUT)
Voor het inschakelen van
ingangsfunctie 1, 2 3 of 4.
Trapeziumvorm-toets
(KEYSTONE)
Voor het afstellen van de
trapeziumcorrectie of de
digitale beeldverschuiving.
Automatische-
synchronisatietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch
afstellen van beelden bij
aansluting op een computer.
Insteltoetsen
(', ", \, |)
Voor het selecteren van
menu-items.
VOLUME-toetsen (VOL)
Voor het afstellen van het
geluids-niveau van de
luidspreker.
MENU-toets (MENU)
Voor het weergeven van
instelschermen.
28
Zoomknop
28
Scherpstelring
80
Inlaatopening
Stelvoetjes
Handvat
Luchtfilter/ventilator
(inlaatopening)
(aan de onderkant van de
projector)
Hoogte aanpassen-
toets
(HEIGHT ADJUST)
Afstandsbedieningssensor
Nummers in verwijzen naar de hoofdpaginas in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp
wordt uitgelegd.
Monteren en verwijderen van de lensdop
Druk op de twee toetsen van de lensdop
en monteer hem op de lens. Laat de toetsen
dan los om de dop op zijn plaats te
vergrendelen.
Druk op de twee toetsen van de lensdop
en verwijder hem van de lens.
Inleiding
11
Projector (achteraanzicht)
Gebruik van het Kensington-slot
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver
veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde informatie voor instructies betreffende het gebruik ter beveiliging
van de projector.
17
80
Netingang
Ventilatiegleuven
27
18
18
Kensington Security
Standard-connector
Stelvoetjes
INPUT 2-aansluiting
Poort voor computer
RGB- en
componentsignalen.
INPUT 1-aansluiting
Poort voor computer
RGB- en
componentsignalen.
24
25
OUTPUT-aansluiting
(INPUT 1, 2)
Gedeelde poort voor
computer RGB- en
componentsignalen
voor INPUT 1 en 2.
AUDIO OUTPUT-
aansluiting
Gedeelde audio-
aansluiting voor INPUT
1, 2, 3 en 4.
23
RS-232C-aansluiting
Voor bediening van de
projector via een
computer.
22
USB-aansluiting
Aansluiting voor het
aansluiten van een
computer m.b.v.
een USB-kabel.
18
AUDIO INPUT 1, 2-
aansluiting
Gedeelde audio-
aansluiting voor
INPUT 1 en 2.
20
INPUT 4-aansluiting
Aansluiting voor
videoapparatuur met
S-VIDEO-aansluiting.
20
AUDIO (L/R) INPUT
3, 4-aansluitingen
Gedeelde audio-
aansluitingen voor
INPUT 3 en 4.
20
INPUT 3-aansluiting
Voor het aansluiten van
videoapparatuur.
26
Aansluiting voor
afstandsbediening
met kabel
De projector dragen
Schuif het handvat helemaal uit voordat u de
projector verplaatst.
12
Afstandsbediening (vooraanzicht)
Benaming van de onderdelen
38
Trapeziumvormtoets (KEYSTONE)
Om de instelling van Keystone of
Digital Shift aan te passen.
26
Bedrade R/C aansluting
(WIRED R/C JACK)
Hier sluit u de afstandsbediening aan op de
projector.
34
Aan/uit-toetsen (ON/OFF)
Schakelt het apparaat in of uit.
42
Menutoets (MENU)
Voor het weergeven van
instelschermen.
42
Insteltoetsen
(', ", \, |)
Voor het selecteren van menu-items.
42
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
39
Toets voor ongedaan maken
(UNDO)
Voor het ongedaan maken van een
bediening of het terugkeren naar de
standaardinstellingen.
55
Vergroten/verkleinen-toetsen
(ENLARGE)
50
Automatische-synchroni-satietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van
beelden bij aansluiting op een computer.
35
Ingangsfunctietoetsen (INPUT)
Om te wisselen tussen de verschillende
ingangsmodi.
56
Gammatoets (GAMMA)
Voor het bijstellen van de helderheid
van een beeld, wanneer de
geprojecteerde beelden moeilijk te
bekijken zijn omwille van het felle licht
in de kamer. U kunt kiezen tussen vier
gammafuncties.
35
Volumetoetsen (VOLUME)
Voor het afstellen van het
geluidsniveau van de luidspreker.
13
Signaalzenders voor afstandsbediening
57
Beeld-in-beeldtoets (PinP)
Om dubbele beelden weer te geven.
25
Vooruit/terug-toetsen
(FORWARD/BACK)
Om vooruit te gaan of terug te keren
bij aansluiting op een computer met
een USB-kabel. Werkt op dezelfde
manier als de toetsen [Page Down] en
[Page Up] op een
computertoetsenbord.
54
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE)
Voor het stilzetten van beelden.
58
Zwart schermtoets
(BLACK SCREEN)
Om een zwart scherm te gebruiken.
52
Schermgroottetoets (RESIZE)
Voor het veranderen van de schermgrootte
(NORMAAL, KADER, enz.).
36
Dempingtoets (MUTE)
Schakelt het geluid tijdelijk uit.
59
Pauzetimertoets (BREAK TIMER)
Geeft de break timer weer.
Afstandsbediening (bovenaanzicht)
Inleiding
13
23' (7 m)
30°
30°
45°
Gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te
bedienen binnen het op de afbeelding aangegeven bereik.
Opmerking
Het signaal van de afstandsbediening kan voor het gemak via een scherm
weerkaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden,
kan echter verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Let erop dat u de afstandsbediening niet laat vallen of blootstelt aan
vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening zal mogelijk niet goed werken onder een
fluorescentielamp. In dat geval plaatst u de projector op een grotere
afstand van de fluorescentielamp.
Plaatsen van de batterijen
De batterijen (twee R-6 batterijen (AA-
formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig))
zitten in de verpakking.
1 Trek het lipje op het deksel naar
beneden en verwijder het deksel
in de richting van de pijl.
2 Plaats de meegeleverde batterijen.
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor
dat de poolaanduidingen overeenkomen met
de tekens
en in het batterijvak.
3 Steek de onderste lip op het
deksel in de opening en duw het
deksel naar beneden totdat het op
zijn plaats klikt.
Signaalzenders
voor afstandsbe-
diening
Bereik van de afstandsbediening
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van
batterijen tegelijk.
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk.
Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken.
Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. Veeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een
doek te verwijderen.
De bij de projector geleverde batterijen zullen mogelijk vlug opgebruikt zijn afhankelijk van de manier waarop ze bewaard
worden. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening voor een lange periode niet gaat gebruiken.
Afstands-
bedienings-
sensor
Afstandsbediening
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
14
Accessoires
Afstandsbediening
RRMCGA029WJSA
Twee R-6 batterijen
(AA-formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig)
Netsnoer
Voor de V.S., Canada, enz.
(11'10" (3,6m))
QACCDA010WJPZ
Voor Europa, uitgezonderd
het Verenigd Koninkrijk.
(6' (1,8m))
QACCV4002CEZZ
Voor het Verenigd Koninkrijk,
Hong Kong en Singapore
(6' (1,8m))
QACCBA012WJPZ
Voor Australië, Nieuw-
Zeeland en Oceanië
(6' (1,8m))
QACCL3022CEZZ
Opmerking
Afhankelijk van de bestemming zullen de projectors verscheept worden met slechts één netsnoer (zie hierboven).
Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel (9' 10" (3,0 m))
AN-C3CP
Computer RGB-kabel (32' 10" (10,0 m))
AN-C10BM
(voor de IBM-PC, NEC PC-9821 en PC-98NX serie)
AN-C10MC (voor de Macintosh serie)
AN-C10PC
(voor de NEC PC-98 serie (behalve voor de NEC PC-9821
en PC98NX serie))
5 BNC- naar 15-pins D-sub-kabel (9' 10" (3,0 m))
AN-C3BN
RS-232C seriële kabel (32' 10" (10,0m))
AN-C10RS
Afhankelijk van de regio zijn bepaalde kabels zijn mogelijk niet beschikbaar. Neem contact op
met uw dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.
cd-rom met handleidingen en
technische gegevens
UDSKAA007WJZZ
cd-rom met Sharp Advanced Pre-
sentation Software
UDSKAA005WJN1
Gebruiksaanwijzing
(deze handleiding)
Quick reference-etiket
(1)
(2) (3)
(4)
Extra luchtfilter
PFILDA005WJZZ
Lensdop (bevestigd)
PCAPHA003WJSA
Meegeleverde accessoires
Optionele kabels
RGB-kabel
(9'10" (3m))
QCNWGA012WJPZ
USB-kabel
(9'10'' (3 m))
QCNWGA014WJPZ
Audiokabel voor computer
(ø3.5 mm stereokabel met minijack)
(9'10'' (3 m))
QCNWGA013WJPZ
DIN-D-sub RS-232C-
adapter (6
45
/64'' (15 cm))
QCNWGA015WJPZ
Opmerking
Aansluiten en opstellen
Aansluiten en opstellen
16
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Alvorens aan te sluiten
Opmerking
Alvorens aan te sluiten, moet u ervoor zorgen dat zowel de projector als de aan te sluiten apparaten uitgeschakeld zijn.
Wanneer u alle aansluitingen heeft gemaakt, schakelt u eerst de projector en vervolgens de andere apparaten in.
Bij aansluiting op een computer moet u de computer als laatste inschakelen nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
Lees de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparaten door alvorens ze aan te sluiten.
Deze projector kan worden aangesloten op:
Een computer met behulp van:
RGB-kabel en computeraudiokabel (Zie bladzijde 18).
DIN-D-sub RS-232C-adapter en RS-232C seriële kabel (AN-
C10RS) (worden afzonderlijk verkocht)
(Zie bladzijde 23).
Component-video- of audiovisuele apparatuur:
Een videorecorder, of laserdiscspeler of ander audiovisueel
toestel (Zie bladzijde 20).
Een DVD-speler of DTV*-decoder (Zie bladzijde 21).
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe
digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Versterker of audiocomponenten met gebruik van:
Een audiokabel (los verkrijgbaar) (zie pagina 22).
Een beeldscherm met:
RGB-kabel (zie pagina 24).
Computer RGB-kabel (AN-C10BM, AN-C10MC of AN-C10PC)
(los verkrijgbaar) (zie pagina 24).
Aansluiten en opstellen
17
Aansluiten van het
netsnoer
1 Steek het meegeleverde netsnoer
in de netingang op de achterkant
van de projector.
Netsnoer
Meegeleverd
accessoire
18
Aansluiten van de projector op een computer
Aansluiten van de schroefkabels
Sluit de duimschroefkabel aan en let daarbij op dat deze
goed in de aansluiting past. Zet vervolgens de connec-
tors goed vast door de schroeven aan beide zijden van
de stekker aan te halen.
Verwijder de ferrietring op de RGB-kabel niet.
Ferrietkern
Aansluiting op een com-
puter met de RGB-kabel
1 Sluit de projector aan op de com-
puter met behulp van de
meegeleverde RGB-kabel.
Zet de stekkers goed vast door de
schroeven aan te halen.
2 Om audiosignalen in te voeren,
sluit u de projector aan op de com-
puter met de meegeleverde
computeraudiokabel.
Opmerking
Zie bladzijde 93 “Tabel met compatibele com-
puters” voor een lijst met computersignalen die
compatibel zijn met de projector. Gebruik van
andere dan de vermelde computersignalen kan
ertoe leiden dat sommige functies niet werken.
Bij aansluiting van de projector op een computer
op deze manier kiest u “RGB” als “Signaaltype”
in het menu “Beeld”. Zie bladzijde 46.
Voor het gebruik van de projector met sommige
Macintosh-computers kan een Macintosh-adapter
nodig zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Het is mogelijk dat u de signaaloutput naar
externe output moet omschakelen, afhankelijk
van de computer die u gebruikt. Raadpleeg de
handleiding van de computer voor meer
informatie.
Meegeleverde
accessoires
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Audiokabel voor
computer
RGB-kabel
2
Audiokabel voor computer
Naar de RGB uitgangsaansluiting
Naar de audio uitgangsaansluiting
1
RGB-kabel
Notebookcomputer
Aansluiten en opstellen
19
Deze projector is compatibel met de VESA-standaard DDC 1/DDC 2B. De projector en een VESA DDC-
compatibele computer zullen hun vereiste instellingen aan elkaar doorgeven, wat de installatie versnelt en
vergemakkelijkt.
Alvorens de “Plug and Play”-functie te gebruiken, moet u de projector als eerste en de computer als laatste aanzetten.
Opmerking
De DDC Plug and Play-functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC-compatibele
computer.
“Plug and Play”-functie (bij aansluiting op een 15-pins aansluiting)
-20
1
S-VIDEO-kabel (in de handel verkrijgbaar)
Aansluiten op
videoapparatuur met een
S-VIDEO-, composite
video- of audiokabel
Met een S-VIDEO-, video- of audiokabel kunt u een
videorecorder, laserdiscspeler of andere audiovisuele
apparatuur aansluiten op de INPUT 3-, INPUT 4- en
AUDIO (L/R)-aansluitingen.
1 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een S-
VIDEO-kabel of een composite
videokabel (beide in de handel
verkrijgbaar).
2 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een ø3.5 mm
stereo minijack naar RCA
audiokabel (los verkrijgbaar).
Opmerking
De INPUT 4-aansluiting (S-VIDEO) gebruikt
een videosignaalsysteem waarbij het beeld in
kleuren en helderheidssignalen wordt
opgesplitst om een beeld van hogere kwaliteit
te realiseren. Om een beeld van hogere
kwaliteit te bekijken, sluit u de INPUT 4-
aansluiting op de projector en de S-video-
uitgang op de videoapparatuur aan met een
S-video-kabel (los verkrijgbaar).
Een ø 3,5mm stereo ministekker naar RCA
audiokabel (in de handel verkrijgbaar) is nodig
voor de audio ingang.
Naar S-VIDEO-uitgangsaansluiting
Naar video-uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
2
ø3.5 mm stereo minijack to RCA
audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
1
Composite video kabel
(in de handel verkrijgbaar)
Videorecorder of andere audiovisuele apparatuur
20
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Aansluiten op videoapparatuur
Aansluiten en opstellen
21
Optionele
kabel
Naar analoge component-
uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
2
ø3.5 mm stereo minijack to RCA audiokabel
(in de handel verkrijgbaar)
1
3 RCA- naar 15-pins
D-sub-kabel (los verkrijgbaar)
DVD-speler of
DTV*-decoder
Aansluiten op component-
videoapparatuur
Gebruik een 3 RCA naar 15-pins D-sub-kabel
wanneer u videoapparatuur zoals DVD-players en
DTV*-decoders aansluit op de INPUT1- of 2-
aansluiting.
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor
het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde
Staten.
1 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met de 3 RCA
naar 15-pins D-sub-kabel.
2 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met behulp van
een ø3.5 mm stereo minijack naar
RCA audiokabel (los verkrijgbaar).
Opmerking
Wanneer u de projector op deze manier
aansluit op de videoapparatuur, kiest u Com-
ponent als Signaaltype in het menu Beeld.
Zie bladzijde 46.
Een ø3,5 mm stereo-mini-aansluiting naar
RCA-audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
wordt aanbevolen voor audio-ingang.
3RCA- naar 15-pins D-sub-kabel
Type: AN-C3CP
(9' 10" (3,0 m))
Aansluiting op een versterker
Aansluiten op een
versterker of andere
audioapparatuur
U kunt met een ø3,5 mm stereo minijack naar RCA
audiokabel een versterker of andere
audioapparatuur aansluiten op de AUDIO OUTPUT-
aansluiting.
Sluit de projector aan op de versterker
met een ø3.5 mm stereo minijack naar
RCA audiokabel (los verkrijgbaar).
Info
Zet de projector altijd uit voordat u
audioapparatuur aansluit om zowel de projec-
tor en de aan te sluiten apparatuur te
beschermen.
Door externe audiocomponenten te gebruiken,
kan het volume worden versterkt om betere
geluidseffecten te realiseren.
Met de AUDIO OUTPUT-aansluitingen kunt u
audiosignalen uitvoeren naar
audiocomponenten vanaf de geselecteerde
AUDIO-ingang (voor INPUT 1 en 2) of AUDIO
(L/R)-ingangen (voor INPUT 3 en 4) die zijn
aangesloten op audiovisuele apparatuur.
Zie pagina 63 voor meer informatie over Vari-
able Audio Output (VAO) en Fixed Audio Out-
put (FAO).
U heeft een ø3.5 mm stereo minijack naar RCA
audiokabel nodig voor audio-invoer (los
verkrijgbaar).
Versterker
Audio-ingang
ø3.5 mm stereo minijack to RCA audiokabel
(in de handel verkrijgbaar)
22
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Aansluiten en opstellen
23
Aansluiting op een com-
puter met een DIN-D-sub
RS-232C-adapter en een
RS-232C seriële kabel
Wanneer de RS-232C-aansluiting op de projector
wordt aangesloten op een computer met een DIN-
D-sub RS-232C-adapter en een RS-232C seriële
kabel (kruistype, los verkrijgbaar), kunt u de pro-
jector bedienen en controleren via de computer.
Raadpleeg pagina 89 voor meer informatie.
1 Sluit de meegeleverde DIN-D-sub
RS-232C-adapter aan op een RS-
232C seriële kabel (los
verkrijgbaar).
2 Gebruik bovengenoemde kabels
om de projector aan te sluiten op
de computer.
Opmerking
Sluit nooit een RS-232C seriële kabel aan op
de computer en verwijder deze niet als de com-
puter aanstaat. Dit kan uw computer
beschadigen.
Het is mogelijk dat de RS-232C-functie niet
werkt als uw computer niet op de juiste wijze
is geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van
de computer voor meer informatie.
Zie pagina 88 voor informatie over de
aansluiting van een RS-232C seriële kabel.
Optionele
kabel
RS-232C seriële kabel
Type: AN-C10RS (32'10" (10,0 m))
RS-232C-aansluting
To Audio
Output port
DIN-D-sub
RS-232C-adapter
Meegeleverd
accessoire
Desktopcomputer
RS-232C seriële kabel
(los verkrijgbaar)
DIN-D-sub
RS-232C-adapter
Bediening via een computer
Aansluiten op een beeldscherm
Beelden tegelijk bekijken
op de projector en een
beeldscherm
U kunt computerbeelden zowel op de projector als
op een gescheiden monitor tonen m.b.v. twee paar
RGB-kabels. Er wordt een RGB-kabel meegeleverd
met deze projector. U dient een andere RGB-kabel
aan te schaffen om de projector aan te sluiten op een
monitor.
1 Sluit de projector aan op de com-
puter en de monitor m.b.v. RGB-
kabels (waarvan er één is
meegeleverd en de andere is los
verkrijgbaar).
2 Selecteer in de Options(1)
(opties 1) menu economy mode
(spaarfunctie), Mntr.out/RS232
(Mon uit/RS232) en vervolgens
ON (aan). (zie pagina 69.)
Opmerking
Analoge RGB-signalen, evenals Component-
signalen, kunnen worden uitgevoerd naar het
beeldscherm.
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Naar de RGB-
ingangsaansluiting
Beeldscherm
RGB-kabel
(los verkrijgbaar)
Audiokabel
(in de handel
verkrijgbaar)
Notebookcomputer
Naar de RGB
uitgangsaansluiting
24
Optionele
kabel
Meegeleverd
accessoire
Computer RGB-kabel (32' 10" (10,0 m))
Type: AN-C10BM
AN-C10MC
AN-C10PC
RGB cable
Aansluiten en opstellen
25
Voorwaartstoets
(FORWARD)
Gebruik van de draadloze-presentatiefunctie van de
afstandsbediening
De draadloze-presentatiefunctie op de projector werkt op dezelfde manier als de toetsen [Page Up] en
[Page Down] op een computertoetsenbord. U kunt deze functie eveneens gebruiken om vooruit te
gaan of terug te keren bij het bekijken van beelden van presentatiesoftware, bijvoorbeeld Power Point
TM
.
Gebruik van de draadloze-
presentatiefunctie
1 Sluit de projector aan op de com-
puter met de meegeleverde USB-
kabel.
Opmerking
Deze functie werkt alleen met de
besturingssystemen Microsoft Windows
en Macintosh. Deze functie werkt
echter niet met de volgende
besturingssystemen, die USB niet
ondersteunen.
Vroegere versies dan Windows 95.
Vroegere versies dan Windows NT
4.0.
Vroegere versies dan Mac OS 8.5.
2 Druk op of als u
presentatiesoftware op uw
computer gebruikt.
Druk op om naar de vorige bladzijde
terug te gaan.
Druk op
om naar de volgende
bladzijde te gaan.
Meegeleverd
accessoire
USB-kabel
USB-
aansluiting
USB-kabel
Achterwaartstoets
(BACK)
Notebookcomputer
Gebruik van afstandsbediening met kabel
De afstandsbediening
aansluiten op de projector
Als u de afstandsbediening niet draadloos kunt
gebruiken vanwege de afstand of positie van de
projector (achterprojectie, etc.) sluit u een ø3.5 mm
minijack-kabel (los verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNW-4870CEZZ) aan van
de WIRED R/C-aansluiting bovenop de
afstandsbediening naar de WIRED REMOTE-ingang
op de projector.
ø3,5 mm minijack-kabel
(los verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel QCNW-4870CEZZ)
Naar WIRED R/C JACK
(bedrade R/C aansluiting)
Aansluiting voor afstandsbediening met kabel
26
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Aansluiten en opstellen
27
Opstellen
Gebruik van de
stelvoetjes
U kunt de hoogte van de projector aanpassen met
behulp van de stelvoetjes voor en achter op de pro-
jector. Dit is handig als de ondergrond waarop de
projector wordt neergezet oneven is of als het
scherm onder een hoek hangt.
De projectie van het beeld kan door het verstellen
van de projector worden verhoogd wanneer de pro-
jector lager dan het scherm is geplaatst.
1 Druk op de HEIGHT ADJUST-toets.
2 Til de projector op om de hoogte
aan te passen en laat HEIGHT AD-
JUST los.
3 Draai aan de stelvoetjes achter op
de projector voor een
nauwkeuriger afstelling.
Opmerking
Wanneer u de oorspronkelijke stand van de
projector herstelt, houdt u de projector stevig
vast, drukt u op HEIGHT ADJUST en laat u
hem rustig zakken.
U kunt de positie van de projector instellen tot
ongeveer 12 graden aan de voorkant en 3
graden aan de achterkant, gemeten vanuit de
standaardpositie.
Info
Druk niet op HEIGHT ADJUST wanneer de
instelvoet is uitgeschoven zonder de projector
stevig vast te houden.
Houd de lens niet vast bij het opwaarts of
neerwaarts verstellen van de projector.
Let op dat uw vinger niet tussen de instelvoet
en de projector komt wanneer u deze laat
zakken.
Hoogte
aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST)
Stelvoetjes
Stelvoetjes
Omhoog
Omlaag
Inzoomen
Uitzoomen
Zoomknop
Scherpstelring
Instellen van de lens
U kunt het beeld scherpstellen en instellen op de
gewenste grootte met de scherpstelring of de
zoomknop op de projector.
1 U kunt scherpstellen door aan de
scherpstelring te draaien.
2 Zoomen gebeurt door de
zoomknop te bewegen.
28
Opstellen
Aansluiten en opstellen
29
90°
90°
Voorbeeld van een standaardopstelling
Opstellen van het scherm
Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, plaatst u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm met alle
stelvoetjes plat en horizontaal op de ondergrond.
Opmerking
De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die door het
midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het
bekijken ervan bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat
direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen
dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Een optionele lens (AN-C12MZ) is verkrijgbaar bij Sharp voor speciale toepassingen. Neem contact op met uw
geregistreerde Sharp projectordealer voor meer informatie over deze lens. (Raadpleeg de installatiehandleiding wanneer
u een lens op de projector monteert.)
Projectieafstand
Onderstaande grafiek is van toepassing voor een scherm van 254 cm (100") met een normale modus van 4:3.
Zijaanzicht
Bovenaanzicht
De afstand tussen het scherm en de projector kan
verschillen afhankelijk van de schermgrootte.
U kunt de standaardinstellingen gebruiken wanneer de pro-
jector voor het scherm wordt geplaatst. Bij het projecteren
van een spiegelbeeld of omgekeerd beeld zet u de instelling
op Voor” in het menu Projectie”.
Plaats de projector zodanig dat de horizontale lijn die
door het midden van de lens loopt loodrecht staat ten
opzichte van het scherm.
Publiek
Standaardopstelling (frontprojectie)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door
u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde 30)
Scherm
5 10 15 20 (voet)
Standaard
P.71
P.30
30
H
Scherm
L: projectie-afstand
Midden van de lens
Basislijn:
Horizontale lijn die door het midden
van de lens loopt.
REK-stand (16:9)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand (L)
Diag. (X) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
300" (762 cm) 240" (609,6 cm)
180" (457,2 cm)
50' 6" (15,37 m) 39' 3" (11,95 m) –4 15/16" (–12,6 cm)
250" (635 cm) 218" (553,7 cm)
123" (312,4 cm)
42' (12,80 m) 32' 8" (9,95 m) –4 1/ 8" (–10,5 cm)
225" (571,5 cm) 196" (497,8 cm)
110" (279,4 cm)
37'10" (11,51 m) 29' 5" (8,95 m) –3 3 / 4" (–9,5 cm)
200" (508 cm) 174"
(441,9 cm)
98" (248,9 cm)
33' 7" (10,23 m) 26' 1" (7,95 m) –3 5 / 16" (–8,4 cm)
150" (381 cm)
131" (332,7 cm)
74" (188 cm)
25' 2" (7,66 m) 19' 7" (5,95 m) –2 1 / 2" (–6,3 cm)
133" (337,8 cm) 116" (294,6 cm)
65" (165,1 cm)
22' 3" (6,78 m) 17' 4" (5,27 m) –2 3 / 16" (–5,6 cm)
106" (269,2 cm)
92" (233,6 cm)
52" (132 cm)
17' 9" (5,40 m) 13' 9" (4,19 m) –1 3 / 4" (–4,5 cm)
100" (254 cm) 87" (220,9 cm)
49" (124,4 cm)
16' 9" (5,09 m) 13' (3,95 m) –1 5 / 8" (–4,2 cm)
92" (233,6 cm) 80" (203,2 cm)
45" (114,3 cm)
15' 5" (4,68 m) 11' 11" (3,63 m) –1 9 / 16" (–3,9 cm)
84" (213,3 cm) 73" (185,4 cm)
41" (104,1 cm)
14' (4,27 m) 10' 11" (3,31 m) –1 3 / 8" (–3,5 cm)
72" (182,8 cm) 63" (160 cm) 35" (88,9 cm)
12' (3,65 m) 9' 4" (2,83 m) –1 3 / 16" (–3,0 cm)
60" (152,4 cm) 52" (132,1 cm) 29" (73,6 cm)
10' (3,03 m) 7' 9" (2,35 m) 31 / 32" (–2,5 cm)
40" (101,6 cm) 35" (89 cm) 20" (50,8 cm)
6' 7" (2,00 m) 5' 2" (1,55 m) 11 / 16" (–1,7 cm)
Opmerking
Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
De formule voor de beeldgrootte en
projectie-afstand
L1 (voet)
= (0,0472X 0,0517) / 0,3048
L2 (voet)
= (0,0367X 0,0529) / 0,3048
H (inch)
= (0,1499X 0,0064) / 2,54
X: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
L: Projectie-afstand (voer)
L1: Maximale projectie-afstand (voet)
L2: Minimale projectie-afstand (voet)
H: Afstand tussen het midden van de
lens en de onderrand van het beeld
(inch)
De formule voor de beeldgrootte en
projectie-afstand
L1 (voet)
= (0,0514X 0,0516) / 0,3048
L2 (voet)
= (0,04X 0,0523) / 0,3048
H (inch)
= ( 0,0422X + 0,0018) / 2,54
Standaardlens
Projectieratio
1:1,77 tot 2,25
NORMAAL-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand (L)
Diag. (X) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
300" (762 cm)
240" (609,6cm)
180"(457,2 cm)
46' 4" (14,12 m) 36' (10,97 m) 17 11 / 16" (45,0 cm)
250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm)
38' 7" (11,76 m) 30' (9,13 m) 14 3 / 4" (37,5 cm)
200" (508 cm)
160" (406,4 cm)
120" (304,8 cm)
30'10" (9,39 m) 24' (7,29 m) 11 13 / 16" (30,0 cm)
150" (381 cm)
120" (304,8 cm)
90" (228,6 cm)
23' 1" (7,03 m) 17'11" (5,46 m) 8 7 / 8" (22,5 cm)
100" (254 cm) 80" (203,2 cm)
60" (152,4 cm)
15' 4" (4,67 m) 11'11" (3,62 m) 5 7 / 8" (15,0 cm)
84" (213,3 cm) 67" (170,1 cm) 50" (127 cm)
12'11" (3,92 m) 10' (3,03 m) 4 15 / 16" (12,6 cm)
72" (182,8 cm) 58" (147,3 cm)
43" (109,2 cm)
11' (3,35 m) 8' 6" (2,59 m) 4 1 / 4" (10,8 cm)
60" (152,4 cm) 48" (121,9 cm) 36" (91,4 cm)
9' 2" (2,78 m) 7' 1" (2,15 m) 3 9 / 16" (9,0 cm)
40" (101,6 cm) 32" (81,2 cm) 24" (60,9 cm)
6' 1" (1,84 m) 4' 8" (1,42 m) 2 3 / 8" (6,0 cm)
Schermgrootte en projectie-afstand
Opstellen
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld (H)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld (H)
Aansluiten en opstellen
31
Opmerking
Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
REK-stand (16:9)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand (L)
Diag. (X) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
300" (762 cm) 240" (609,6 cm)
180" (457,2 cm)
33' 2"(10,10 m) 26' 5"(8,04 m) 5"
(12,7 cm)
250" (635 cm) 218" (553,7 cm)
123" (312,4 cm)
27' 7"(8,40 m) 22' (6,69 m) 4 3 / 16"(10,6 cm)
225" (571,5 cm) 196" (497,8 cm)
110" (279,4 cm)
24'10" (7,55 m) 19' 9"(6,01 m) 3 3 / 4"(9,5 cm)
200" (508 cm) 174" (441,9 cm)
98" (248,9 cm)
22' 1"(6,71 m) 17' 7"(5,34 m) 3 3 / 8"(8,5 cm)
150" (381 cm)
131" (332,7 cm)
74" (188 cm)
16' 6"(5,01 m) 13' 2"(3,99 m) 2 1 / 2"(6,4 cm)
133" (337,8 cm) 116" (294,6 cm)
65" (165,1 cm)
14' 7"(4,44 m) 11' 7"(3,53 m) 2 3 / 16"(5,6 cm)
106" (269,2 cm)
92" (233,6 cm)
52" (132 cm)
11' 7"(3,52 m) 9' 3"(2,80 m) 1 3 / 4" (4,5 cm)
100" (254 cm) 87" (220,9 cm)
49" (124,4 cm)
10'11" (3,32 m) 8' 8"(2,63 m) 1 5 / 8"(4,2 cm)
92" (233,6 cm) 80" (203,2 cm)
45" (114,3 cm)
10' 1"(3,05 m) 8' (2,42 m) 1 9 / 16"(3,9 cm)
84" (213,3 cm) 73" (185,4 cm)
41" (104,1 cm)
9' 2"(2,78 m) 7' 3"(2,20 m) 1 7 / 16"(3,6 cm)
72" (182,8 cm) 63" (160 cm) 35" (88,9 cm)
7'10" (2,37 m) 6' 3"(1,88 m) 1 3 / 16"(3,0 cm)
60" (152,4 cm) 52" (132 cm) 29" (73,6 cm)
6' 6"(1,97 m) 5' 2"(1,55 m) 31 / 32"(2,5 cm)
40" (101,6 cm) 35" (88,9 cm) 20" (50,8 cm)
4' 3"(1,29 m) 3' 4"(1,01 m) 11 / 16"(1,7 cm)
De formule voor de beeldgrootte en
projectie-afstand
L1 (voet)
=(0,0311X 0,0676) / 0,3048
L2 (voet)
= (0,0248X 0,0693) / 0,3048
H (inch)
= (0,1504X 0,0328) / 2,54
X: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
L: Projectie-afstand (voet)
L1: Maximale projectie-afstand (voet)
L2: Minimale projectie-afstand (voet)
H: Afstand tussen het midden van de
lens en de onderrand van het beeld
(inch)
De formule voor de beeldgrootte en
projectie-afstand
L1 (voet)
= (0,0339X 0,0669) / 0,3048
L2 (voet)
= (0,027X 0,0683) / 0,3048
H (inch)
= ( 0,0424X + 0,0079) / 2,54
AN-C12MZ
Projectieratio
1:1,18 tot 1,48
NORMAAL-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand (L)
Diag. (X) Breedte Hoogte Maximum (L1) Minimum (L2)
300" (762 cm)
240" (609,6cm)
180"(457,2 cm)
30' 5"(9,26 m) 24' 3"(7,38 m) 17 3 / 4" (45,1 cm)
250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm)
25' 4"(7,71 m) 20' 2"(6,14 m) 14 13 / 16"(37,6 cm)
200" (508 cm)
160" (406,4 cm)
120" (304,8 cm)
20' 3"(6,15 m) 16' 1"(4,89 m) 11 13 / 16"(30,0 cm)
150" (381 cm)
120" (304,8 cm)
90" (228,6 cm)
15' 2"(4,60 m) 12' (3,65 m) 8 7 / 8" (22,5 cm)
100" (254 cm) 80" (203,2 cm)
60" (152,4 cm)
10' (3,04 m) 7' 11"(2,41 m) 5 7 / 8" (15,0 cm)
84" (213,3 cm) 67" (170,1 cm) 50" (127 cm)
8' 4"(2,54 m) 6' 8"(2,02 m) 4 15 / 16"(12,6 cm)
72" (182,8 cm) 58" (147,3 cm)
43" (109,2 cm)
7' 2"(2,17 m) 5' 8"(1,72 m) 4 1 / 4" (10,8 cm)
60" (152,4 cm) 48" (121,9 cm) 36" (91,4 cm)
5'11"(1,80 m) 4' 8"(1,42 m) 3 9 / 16" (9,0 cm)
40" (101,6 cm) 32" (81,2 cm) 24" (60,9 cm)
3'11"(1,18 m) 3' 1"(0,92 m) 2 3 / 8" (6,0 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld (H)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld (H)
32
Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld
Projectie van achter het scherm
Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu Projectie Achter
in te stellen. Zie bladzijde 71 voor het
gebruik van deze functie.
Projectie via een spiegel
Plaats een (gewone platte) spiegel voor de lens.
Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu Projectie Achter
in te stellen wanneer de spiegel aan de kant van het publiek is
geplaatst. Zie bladzijde 71 voor het gebruik van deze functie.
Info
Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat zowel
de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet
rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
Projectie bij plafondmontage
Het verdient aanbeveling de optionele Sharp plafondmontagebeugel
te gebruiken voor deze opstelling.
Alvorens de projector aan het plafond te bevestigen, neemt u contact op
met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum
om de aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) aan te
schaffen. (AN-XGCM55 plafondmontagebeugel, zijn AN-EP101B
verlengpijp en AN-JT200 universele beugel, adapter voor installatie op
oneffen plafond (voor de V.S.), BB-M20T plafondadapter, zijn BB-
NVHOLDER280, BB-NVHOLDER550, BB-NVHOLDER900
plafondmontagesystemen (voor DUITSLAND), of AN-60KT of AN-
M20T plafondmontagebeugel, zijn AN-M20TK301TK/AN-TK201 en
AN-TKM30220TX/AN-TK202 verlengpijpen (voor andere landen dan
de V.S. en DUITSLAND)
Stel de projector zodanig op dat de afstand (H)
van het midden van de lens (zie bladzijde 30)
overeenkomt met de onderrand van het beeld
wanneer u de projector aan het plafond
bevestigt.
Zet het beeld op zijn kop
door in het menu Projectie
Plafond + voor in te stellen.
Zie bladzijde 71 voor het
gebruik van deze functie.
Opstellen
Stofkap
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Spiegelbeeld
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Omgekeerd Het beeld staat
ondersteboven
Basisbediening
Basisbediening
Sleutelwoord-invoerveld
34
Lampindicator
(LAMP)
Bedrijfsindicator
Ingangsfunc-
tietoets
(INPUT)
', ", \, |-
toetsen
MENU-
toets
(MENU)
Invoertoets
(ENTER)
Aan/uit-toets
(ON)
Ingangsfunc-
tietoetsen
(INPUT)
', ", \, | -
toetsen
MENU-toets
(MENU)
Invoertoets
(ENTER)
Aan/uit-toets
(OFF)
Basisprocedure
Sluit de nodige externe apparatuur op de projec-
tor aan alvorens de volgende procedures uit te
voeren. De in de fabriek ingestelde taal is Engels.
Info
Wanneer u de taal van het in-beeld-display wilt
veranderen, moet u de taal terugstellen volgens
de procedure beschreven op bladzijde 36.
1 Steek het netsnoer in het
stopcontact.
De bedrijfsindicator licht rood op en de
projector wordt in stand-by geschakeld.
2 Druk op
ON
op de projector of de
afstandsbediening.
De bedrijfsindicator licht groen op. Na het
oplichten van de lampindicator (LAMP) is
de projector klaar voor bediening.
Opmerking
De lampindicator (LAMP) licht op en
geeft de gebruiksstand van de lamp aan.
Groen:
De lamp is klaar voor gebruik.
Groen knipperend:
De lamp is aan het opwarmen.
Rood:
De lamp moet worden vervangen.
Als de projector wordt uitgeschakeld
en onmiddellijk daarna opnieuw
ingeschakeld, kan het even duren
voordat de lampindicator (LAMP) oplicht.
Bij bediening van de projector d.m.v. RS-
232C opdrachten via een computer dient
u minstens 30 seconden na inschakelen
van de spanning te wachten voordat u
opdrachten overstuurt.
Wanneer “Anti-diefstal” (zie
bladzijde 75) is ingesteld, verschijnt
het sleutelwoordinvoervenster.
Voer het sleutelwoord in.
Opmerking
Wanneer u het sleutelwoord invoert, moet u
op de toetsen drukken die u eerst op de pro-
jector of de afstandsbediening hebt ingesteld.
Info
Wanneer Anti-diefstal is ingesteld,
moet u het sleutelwoord invoeren of het
ingangsdisplay verschijnt niet. Zelfs
wanneer het signaal wordt ingevoerd
kan het display niet verschijnen (Zie
bladzijde 75).
Aan/uit-toets
(ON)
Aan/uit-toets
(OFF)
Beeldprojectie
Basisbediening
35
3 Druk op , , of op
de afstandsbediening om de
ingangsfunctie te kiezen.
Druk eenmaal op op de projector.
Gebruik
om de gewenste inputmodus
te selecteren.
Opmerking
Wanneer er geen signaal wordt
ontvangen,verschijnt GEEN SIGNAAL
op het display. Wanneer een signaal
wordt ontvangen waarvoor de projec-
tor niet vooraf is ingesteld, verschijnt
OUGELDIG op het display.
Wanneer Auto zoeken ingeschakeld
AAN is kunnen de ingangsfuncties met
signalen wordt ingesteld (zie pagina 64).
De INPUT-modus wordt niet weergegeven
als OSD display (OSD-weergave) is
ingesteld op Niveau A of Niveau B (zie
pagina 65).
Meer over de ingangsfuncties
VOLUME-
toetsen
4
Druk op of op de afstands-
bediening om het volume van de
luidspreker in te stellen.
Opmerking
Door te drukken op verlaagt u het
volume.
Door te drukken op verhoogt u het
volume.
Op de projector kunt u het volume
instellen door te drukken op
of .
en op de projector functioneren
als cursortoetsen (\, |) wanneer het
menuscherm actief is.
In-beeld-display (voorbeeld)
Met RGB
Met
Component
INGANG 2-functie
Met
Component
INGANG 1-functie
INGANG 3-functie
Met Video
INGANG 4-functie
Met S-Video
➝➝
Wordt gebruikt om beelden te
projecteren uit apparatuur met
RGB- of componentsignalen,
die is aangesloten op de RGB
inputaansluiting.
Wordt gebruikt voor het
projecteren van beelden
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de
VIDEO-ingangsaansluiting.
Wordt gebruikt voor
het
projecteren van
beelden
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de S-
VIDEO-ingangsaansluiting.
INGANG 1
INGANG 2
(RGB/
Component)
INGANG 3
(Video)
INGANG 4
(S-Video)
Met RGB
Beeldprojectie
Aan/uit-toets
(ON)
5 Druk op om het geluid tijdelijk
uit te zetten.
Opmerking
Om het geluid weer aan te zetten, drukt
u nogmaals op .
6 Druk op , en druk vervolgens
opnieuw op
terwijl het
bevestigingsbericht wordt getoond
om de projector uit te schakelen.
Opmerking
Als u per ongeluk op heeft gedrukt
en het apparaat niet wilt uitschakelen,
wacht u tot het bevestigingsbericht
verdwijnt.
Info
Trek tijdens de projectie of de werking van
de koelventilator het netsnoer niet uit. Dit
kan beschadiging veroorzaken door het
stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator eveneens
wordt uitgeschakeld.
Wanneer de projector aangesloten is op
een apparaat zoals een versterker,
moet u eerst het aangesloten apparaat
uitschakelen en dan pas de projector.
Kiezen van de taal van
het in-beeld-display
U kunt het in-beeld-display van de projector
instellen op Engels, Duits, Spaans,
Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds,
Portugees, Chinees, Koreaans of Japans.
1 Druk op .
Het menu verschijnt op het display.
2 Druk op \ of op | om de Taal te
selecteren.
MUTE-toets
36
Aan/uit-toets
(OFF)
Invoertoets
(ENTER)
MENU-toets
(MENU)
', ", \, | -
toetsen
Basisbediening
37
3 Druk op ' of op " om de
gewenste taal te selecteren en
druk dan op
.
4 Druk op .
De gewenste taal wordt ingesteld voor het
in-beeld-display.
Correctie van
perspectivische vervorming
Deze functie maakt trapeziumvorm-correctie
(perspectivische vervorming van het schermbeeld)
mogelijk.
Opmerking
Wanneer het beeld vanaf de bovenkant of de
onderkant onder een hoek op het scherm wordt
geprojecteerd, treedt een trapeziumvormige
(perspectivische) vertekening van het beeld op.
De functie voor de correctie van perspectivische
vervorming verhelpt dit probleem.
Perspectivistische vervorming kan worden
gecorrigeerd tot een hoek van ongeveer ±35 graden.
1 Druk op .
Wanneer u nogmaals drukt op terwijl
het scherm KADER, REK of SLIMME REK
wordt getoond, wordt de digitale
verschuivingsfunctie ingeschakeld. Zie
bladzijde 39.
2 Druk op ', ", \ of | om de
trapeziumvorm-correctie in te stellen.
Als u meer gedetailleerde correcties wilt
maken, drukt u op
om het testpatroon
weer te geven. Druk vervolgens op
''
''
',
""
""
",
\\
\\
\ of
||
||
| om aanpassingen door te voeren.
Opmerking
Aangezien de perspectivistische
vervorming tot een hoek van ongeveer
±35 graden kan worden gecorrigeerd,
kan het beeld eveneens diagonaal tot
die hoek worden ingesteld.
Druk op
om de trapeziumvorm-
correctie te annuleren.
Het testpatroon wordt getoond zonder
in te drukken wanneer geen signaal
wordt gedetecteerd.
3 Druk op .
Opmerking
U kunt voor 16:9 dezelfde instellingen
gebruiken als in de NORMAAL-functie
4:3.
Tijdens het instellen van het beeld
kunnen rechte lijnen of de randen van
beelden een zaagtandeffect vertonen.
Trapeziumvormtoets
Toets voor
ongedaan
maken
(UNDO)
Invoertoets (ENTER)
Normaal scherm
Trapeziumvorm-correctiescherm
Comprimeert
de bovenkant.
Comprimeert
de onderkant.
Testpatroom
38
', ", \, | -
toetsen
Correctie van perspectivische vervorming
(trapeziumvorm-correctie)
Basisbediening
39
De digitale verschuivingsfunctie werkt op het scherm KADER, REK of SLIMME REK. Zie bladzijde
53 voor nadere bijzonderheden.
Om het bekijken van beelden te vergemakkelijken, schuift deze
functie het volledige op het scherm geprojecteerde beeld naar boven
of naar onder bij de weergave van 16:9-beelden van DVD-spelers en
DTV*-decoders.
*DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale
televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Druk op ' om het
geprojecteerde beeld naar
boven te bewegen.
Druk op om het beeld
terug te stellen.
Druk op " om het
geprojecteerde beeld naar
onder te bewegen.
Druk op om het beeld
terug te stellen.
Instellen van de digitale
verschuiving
40
Onderdelen van de menubalk
Deze lijst vermeldt de onderdelen die kunnen worden ingesteld op de projector.
INGANG 1/2-functie
Opmerking
De hierboven weergegeven cijfers voor resolutie, verticale frequentie en horizontale frequentie zijn uitsluitend als
voorbeeld bedoeld.
Uitsluitend wanneer het signaaltype op Component is ingesteld, worden Kleur, Tint en Scherpte (respectievelijk
kleur, tint en scherp) in het menu Beeld van INPUT 1 of 2 weergegeven.
Sommige onderdelen kunt u niet terugstellen, zelfs wanneer Alles terugstellen wordt gekozen in het menu Opties
(2). Zie bladzijde 77 voor nadere bijzonderheden.
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+3–3
Hoofdmenu Submenu
Hoofdmenu Submenu
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Signaaltype
Progressieve func.
RGB
Component
2D Progressief
3D Progressief
Filmfunctie
Beeld
Bladzijde 46
+30–30
+30–30
Gebruiker 3Gebruiker 1
+30–30
Gesel. kleur
Doel
Helderh.
Chroma
Tint
Terugstellen (deze kleur)
Terugstellen (alle kleuren)
Intelliingen bekijken
[R] Rood
[Y] Geel
[G] Groen
[C] Cyaan
[B] Blauw
[M] Magenta
C.M.S.
Bladzijde 60
Standaard
sRGB
+150–150
+150–150
+30–30
+60–60
1
2
7
1
2
7
1
2
3
4
7
Resolutie
1024 × 864
1152 × 864
1152 × 870
1152 × 882
Resolutie
1024 × 768
800 × 600
Vert. freq.
60 Hz
75 Hz
Resolutie
1024 × 768
800 × 600
Vert. freq.
60 Hz
75 Hz
1024 × 768
48.4 KHz
60 Hz
Fijn sync.
Bladzijde 48
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Reset
Vastleggen
Keuze instel.
Speciale functies
Signaal Informatie
Automat. sync.
Auto-sync dsp [ON/OFF]
Resolutie
Hor. freq.
Vert. freq.
OFF
Normaal
Hoge snelhid
Opties (1)
Bladzijde 63
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Beeld vastleggen
Achterground
Startbeeld
Spaarfunctie
Energiebesp. [ON/OFF]
Mon/RS232C [ON/OFF]
Autom. uitsch. [ON/OFF]
OFF
Niveau 1
Normaal
Niveau A
Niveau B
Beeld opslaan
Verwijderen
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
Sharp
Gebruiker
Geen
Opties (2)
Bladzijde 70
Restverhouding
Projectie
Niv. toetsvergr.
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
Luidspreker [ON/OFF]
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Normaal
Niveau A
Niveau B
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbevestigen
RS-232C
9600 bps
38400 bps
115200 bps
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
Niveau 3
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
Taal
Bladzijde 36
Status
Bladzijde 78
Audio uitgang
Vast
Variabel
Basisbediening
41
INGANG 3/4-functie
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
Bladzijde 78
+3030
+3030
+3030
+3030
+3030
+3030
+3030
+33
Hoofdmenu Submenu Hoofdmenu Submenu
Beeld
Bladzijde 46
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Progressieve func.
2D Progressief
3D Progressief
Filmfunctie
Opties (2)
Bladzijde 70
Restverhouding
Projectie
Niv. toetsvergr.
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
Voor
Plafond + Voor
Achter
Plafond + Achter
Normaal
Niveau A
Niveau B
Oud wachtwoord
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
RS-232C
9600 bps
38400 bps
115200 bps
Taal
Bladzijde 36
Status
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Videosysteem
Achtergrond
Startbeeld
OFF
Niveau 1
Normaal
Niveau A
Niveau B
Auto
PAL (50/60Hz)
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
PAL-M
PAL-N
Sharp
Gebruiker
Bleuw
Geen
Sharp
Gebruiker
Geen
Spaarfunctie
Niveau 3
Luidspreker [ON/OFF]
Audio uitgang
Vast
Variabel
Opties (1)
Bladzijde 63
Energiebesp. [ON/OFF]
Mon/RS232C [ON/OFF]
Autom. uitsch. [ON/OFF]
+3030
+3030
Gebruiker 3Gebruiker 1
+3030
Gesel. kleur
Doel
Helderh.
Chroma
Tint
Terugstellen (deze kleur)
Terugstellen (alle kleuren)
Intelliingen bekijken
[R] Rood
[Y] Geel
[G] Groen
[C] Cyaan
[B] Blauw
[M] Magenta
C.M.S.
Bladzijde 60
Standaard
Deze projector heeft twee sets van menuschermen die u in staat stellen het beeld en diverse
projectorinstellingen te regelen.
U kunt deze menuschermen bedienen via de projector zelf of via de afstandsbediening aan de hand
van de volgende procedure.
Menuscherm voor INPUT 1-
of INPUT 2 RGB-modus
Menuscherm voor INPUT 3-
of INPUT 4-modus
Menubalk
(Hoofdmenu)
""
""
"Menuscherm
Menuselectie
(bijstellingen)
1 Druk op .
Het menuscherm wordt weergegeven.
Opmerking
Het menuscherm “Beeld” voor de
gekozen ingangsfunctie wordt
weergegeven.
De weergave op het scherm dat
rechtsonder wordt getoond, wordt
weergegeven wanneer u de modus IN-
PUT 1 of INPUT 2 heeft geselecteerd.
Menubalk
(Hoofdmenu)
42
MENU-toets
(MENU)
''
''
',
""
""
",
\\
\\
\,
||
||
|-
toetsen
Invoertoets
(ENTER)
MENU-toets
(MENU)
Invoertoets
(ENTER)
Gebruik van het menuscherm
''
''
',
""
""
",
\\
\\
\,
||
||
|-
toetsen
Basisbediening
43
2 Druk op
\\
\\
\ of
||
||
| om het menu te
kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Voor bijzonderheden over de menu's,
zie de boomdiagrammen op bladzijden
40 en 41.
3 Druk op
''
''
' of
""
""
" om het onderdeel
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Om slechts één in te stellen onderdeel
weer te geven, drukt u op
na het
kiezen van het onderdeel. Alleen de
menubalk en het onderdeel dat u wilt
instellen, worden weergegeven.
Wanneer u dan op ' of " drukt, wordt
het volgende onderdeel (Rood volgt
op Helder) weergegeven.
Druk op
om terug te keren naar het
vorige scherm.
4 Druk op
\\
\\
\ of
||
||
| om het gekozen
onderdeel in te stellen.
De aanpassing wordt opgeslagen.
5 Druk op .
Het menuscherm verdwijnt.
||
||
|
Menuscherm
Menuselectie
(instellingen)
1 Druk op .
Het menuscherm wordt weergegeven.
Opmerking
Het menuscherm Beeld voor de
gekozen ingangsfunctie wordt
weergegeven.
De weergave op het scherm dat
rechtsonder wordt getoond, wordt
weergegeven wanneer u de modus IN-
PUT 1 of INPUT 2 heeft geselecteerd.
2 Druk op
\\
\\
\ of
||
||
| om het menu te
kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Voor bijzonderheden over de menu's,
zie de boomdiagrammen op bladzijden
40 en 41.
3 Druk op
''
''
' of
""
""
" om het onderdeel
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Druk op om terug te keren naar het
vorige scherm.
In sommige menus moet u het picto-
gram slecteren met behulp van
.
Gebruik van het menuscherm
Submenu
44
Invoertoets
(ENTER)
Invoertoets
(ENTER)
MENU-toets
(MENU)
', ", \, | -
toetsen
MENU-toets (MENU)
', ", \, | -
toetsen
Basisbediening
45
4 Druk op
||
||
|.
De cursor verplaatst zich naar het submenu.
5 Druk op
''
''
' of
""
""
" om de instelling
van het onderdeel te kiezen dat
wordt weergegeven in het
submenu.
6 Druk op .
Het gekozen onderdeel wordt ingesteld.
Opmerking
Bij sommige onderdelen verschijnt een
bevestigingsbericht.
Wanneer u een onderdeel instelt, drukt
u op \ of | om Ja of OK te kiezen en
drukt u vervolgens op
.
7 Druk op .
Het menu verdwijnt.
Submenu
Instellen van het beeld
U kunt het beeld van de projector naar uw eigen voorkeur instellen met de volgende beeldinstellingen.
Instellen van beeldvoorkeuren
Instellen van het menu “Beeld” op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Kleur, Tint en Scherpte verschijnen niet
op het scherm wanneer u INGANG 1 of 2
kiest en het Signaaltype RGB is.
De beeldinstellingen kunnen afzonderlijk
worden opgeslagen in elke ingangsfunctie.
Wanneer het signaaltype in INPUT 1 of 2 is
ingesteld op Component, kunt u Scherpte
aanpassen wanneer 480I, 480P, 540P, 580
I
, 580P,
720P, 1035
I
of 1080I-signalen zijn aangesloten.
Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u Reset en drukt u op .
Rood, Blauw en Kleurtmp (kleurtemperatuur)
kunnen niet worden aangepast wanneer Gesel.
kleur (geselecteerde kleur) in het C.M.S.-menu
op sRGB staat.
Kiezen van het signaaltype
Deze functie maakt het mogelijk om het ingangs-signaaltype
RGB of Component te kiezen voor INGANG1 of 2.
Kies “Signaaltype” in het menu “Beeld” op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
RGB
Wordt ingesteld voor het ontvangen van RGB-signalen.
Component
Wordt ingesteld voor het ontvangen van
componentsignalen.
46
Beeldinstelling Beschrijving
\ toets | toets
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Voor het instellen van het contrastniveau
Voor het instellen van de helderheid van een beeld
Voor het instellen van de kleurintensiteit van het beeld
Voor het instellen van de tinten van een beeld
Voor scherpere of minder scherpe contouren van beelden
Voor het instellen van het roodniveau
Voor het instellen van het blauwniveau
Voor het instellen van de kleurtemperatuur van een beeld
Minder contrast
Minder helder
Minder intense kleuren
Huidtinten worden paarsig
Minder scherp
Minder rood
Minder blauw
Verlaagt de
kleurtemperatuur voor
warmere, roodachtige,
fonkelende beelden.
Meer contrast
Helderder
Intensere kleuren
Huidtinten worden groenig
Scherper
Meer rood
Meer blauw
Verhoogt de kleur-
temperatuur voor
koelere, blauwachtige,
fluorescerende beelden.
Basisbediening
47
Progressieve functie
Deze functie stelt u in staat om de progressieve
weergave van een videosignaal te kiezen. De
progressieve weergave zorgt voor meer soepele
videobeelden.
Kies “Progressieve func. in het menu
“Beeld” op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
2D Progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van snel
bewegende beelden zoals sport- of actiescènes.
Bij deze functie wordt het getoonde beeldframe
met optimale kwaliteit weergegeven.
3D Progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van
relatief langzaam bewegende beelden zoals
toneelscènes, documentaires e.d.
Deze functie verbetert de beeldkwaliteit door
de beweging in een aantal voorafgaande en
volgende beelden te gebruiken.
Filmfunctie
Voor een duidelijke weergave van filmbeelden.
Toont een geoptimaliseerd beeld van film
omgezet met drie-twee afrollen- (NTSC en
PAL60Hz) of twee-twee afrollen- (PAL50Hz
en SECAM) verbetering in progressieve
weergavebeelden.
* De filmbron is een digitale video-opname
waarbij het origineel onveranderd
gedecodeerd wordt aan 24 frames/seconde.
De projector kan deze filmbron omzetten in
progressieve video aan 60 frames/seconde
met NTSC of PAL60Hz of aan 50 frames/
seconde met PAL50Hz en SECAM om een
hoog gedefinieerd beeld weer te geven.
Bij progressieve ingangen gebeurt de
weergave rechtstreeks en kunt u niet kiezen
voor 2D Progressief, 3D Progressief en de
Filmfunctie. Deze functies kunnen worden
gekozen bij interlace-signalen, met
uitzondering van 1080
I-signalen.
Zelfs bij het instellen van de 3D Progressief-
functie in NTSC of PAL60Hz zal de drie-twee
afrollen-verbetering automatisch worden
ingeschakeld wanneer de filmbron is
ingevoerd.
In PAL50Hz of SECAM zal de twee-twee
afrollen-verbetering alleen worden
ingeschakeld in de Filmfunctie wanneer de
filmbron is ingevoerd.
Instellen van computerbeelden
Gebruik de Fijn sync.-functie in geval van onregelmatigheden zoals verticale strepen of het flikkeren
van delen van het beeld.
Wanneer Automat. sync.
op OFF staat
Wanneer “Automat. sync. op “OFF” staat, kan er
interferentie voorkomen zoals flikkeren of verticale
strepen bij de weergave van beelden met “betegeling”
of verticale strepen. Als dit gebeurt, kunt u de
instellingen “Klok”, “Fase”, “H-Pos” en “V-Pos”
bijstellen om een optimale weergave te bereiken.
Kies “Klok”, “Fase”, “H-Pos” of “V-Pos” in
het menu “Fijn sync. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
U kunt computerbeelden gemakkelijk instellen
door te drukken op
. Zie bladzijde 50 voor
nadere bijzonderheden.
Opslaan van instellingen
Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven
instellingen op te slaan om te gebruiken met
verschillende computers.
Kies “Vastleggen” in het menu “Fijn sync.
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
48
Beeldinstelling Beschrijving
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Regelt de verticale ruis.
Regelt de horizontale ruis (vergelijkbaar met tracking op uw videorecorder).
Centreert het weergegeven beeld door het naar links of naar rechts te verplaatsen.
Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of naar onder te verplaatsen.
Basisbediening
49
Selecteren van instellingen
De in de projector opgeslagen instellingen zijn
makkelijk toegankelijk.
Kies “Keuze instel. in het menu “Fijn sync.
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Als er geen instellingen zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer in het geheugen, zullen bij dat
nummer geen resolutie en frequentie vermeld staan.
Door een opgeslagen instelling op te roepen
met Keuze instel. kunt u de projector instellen
op de opgeslagen instellingen.
Instellen van speciale functies
Normaal gesproken wordt het soort
ingangssignaal gedetecteerd en wordt de juiste
resolutie automatisch ingesteld. Bij sommige
signalen kan het echter nodig zijn om de optimale
resolutie-instelling te kiezen in “Speciale functies”
op het menuscherm “Fijn sync.”, in overeen-stem-
ming met de weergavefunctie van de computer.
Stel de resolutie “Speciale functies” te selecteren
in het menu “Fijn sync. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Vermijd de weergave van computer-
gegenereerde patronen die zich om de andere
beeldlijn herhalen (horizontale strepen).
(Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat
het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
Wanneer een DVD-speler of digitale video
aangesloten wordt, kiest u 480P als
ingangssignaal.
Zie Controleren van het ingangssignaal
hieronder voor informatie over het huidige
ingangssignaal.
Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie
betreffende het huidige ingangssignaal te controleren.
Kies “Signaal informatie” in het menu “Fijn
sync. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
De projector geeft het aantal gescande lijnen,
die beschikbaar zijn bij audiovisuele
apparatuur zoals een DVD-speler of digitale
video, weer.
Instellen van de
automatische synchronisatie
Wordt gebruikt om een computerbeeld
automatisch in te stellen.
Kies “Automat.sync. in het menu “Fijn
sync. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Bij het instellen van Normaal” of
Hoge snelheid”:
De automatische synchronisatie wordt
ingeschakeld wanneer u de projector aanzet
of wanneer de ingangssignalen worden
veranderd wanneer de projector op een com-
puter is aangesloten.
U moet de instellingen handmatig uitvoeren:
Wanneer u geen optimaal beeld kunt
verkrijgen met automatische synchronisatie.
Zie bladzijde 48.
Het kan enige tijd duren voordat de
automatische synchronisatie is voltooid,
afhankelijk van het beeld dat door de
aangesloten computer gegenereerd wordt.
Wanneer Automat. Sync. op OFF of Hoge
snelheid staat en
wordt ingedrukt, zal
de automatische synchronisatie in de functie
Hoge snelheid uitgevoerd worden. Als de
toets binnen een minuut nogmaals wordt
ingedrukt, wordt de automatische
synchronisatie in de Normaal functie
uitgevoerd.
Automatische synchronisatie
displayfunctie
Wordt gebruikt om het scherm in te stellen dat tijdens
automatische synchronisatie wordt weergegeven.
Kies “Auto-sync dsp” in het menu “Fijn
sync. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
..... Het ingestelde achtergrondbeeld
wordt geprojecteerd.
..... Het computerbeeld dat wordt
ingesteld, verschijnt.
Instellen van computerbeelden
Automatische-synchroni-
satietoets (AUTO SYNC)
Schermdisplay tijdens Automat. Sync.
50
Gebruiksvriendelijke functies
Gebruiksvriendelijke functies
52
Kiezen van de beeldweergavefunctie
Wijzigen van de
beeldweergave bij gebruik van
verschillende ingangssignalen
Druk op .
Bij iedere druk op verandert het display zoals
weergegeven op bladzijde 52 en 53.
Info
Bij de “Dot by Dot”-weergave worden de beelden
weergegeven met de oorspronkelijke resolutie en
kunnen ze bijgevolg niet worden vergroot.
Om terug te keren naar het standaardbeeld,
drukt u op
terwijl GROOTTE AANPASSEN
op het scherm verschijnt.
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld
te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen “NORMAAL”, “VOLLEDIG”,
“DOT BY DOT”, “KADER”, “REK” of “SLIMME REK”.
Schermgrootte-
toets (RESIZE)
Schermdisplay van beeldweergavefunctie
4:3 beeldverhouding
Andere beeldverhoudingen
SVGA (800 × 600)
XGA (1024 × 768)
SXGA (1280 × 960)
UXGA (1600 × 1200)
SXGA (1280 × 1024)
NORMAAL
1024 × 768
1024 × 768
1024 × 768
1024 × 768
960 × 768
VOLLEDIG
1024 × 768
DOT BY DOT
800 × 600
1280 × 960
1600 × 1200
1280 × 1024
Lagere resolutie
dan XGA
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm met behoud
van de beeldverhouding.
VOLLEDIG
Projecteert het beeld op het
volledige scherm
ongeacht de beeldverhouding.
DOT BY DOT
Projecteert het beeld met het
oorspronkelijke resolutie-
signaal.
4:3 beeldverhouding
Ingangssignaal
Weergavebeeld
XGA
Hogere resolutie
dan XGA
COMPUTER
“NORMAAL wordt vastgelegd wanneer XGA-signalen (1024 × 768) worden ingevoerd.
4:3 beeldverhouding
4:3 beeldverhouding
SXGA (1280 × 1024)
Gebruiksvriendelijke functies
53
SLIMME REK
1024 × 576*
480I, 480P, 580I, 580P,
NTSC, PAL, SECAM
540P
720P, 1035I, 1080I
4:3 beeldverhouding.
Letterbox, compressie
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
NORMAAL
1024 × 768
KADER
768 × 576*
REK
1024 × 576*
480I, 480P,
580I, 580P,
NTSC, PAL, SECAM
4:3 beeldverhouding
Ingangssignaal
Weergavebeeld
Letterbox
Compressie
16:9 beeldverhouding
VIDEO
“REK” wordt vastgelegd wanneer 720P-, 1035I- of1080I-signalen worden ingevoerd.
* Bij deze beelden kunt u de digitale verschuivingsfunctie gebruiken.
SLIMME REK
Projecteert het beeld volledig op
een 16:9-scherm door alleen de
randen te vergroten en de 4:3-
beeldverhouding te behouden in
het midden van het beeld.
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm.
KADER
Projecteert het 4:3 beeld
volledig in REK-functie
(volgende kolom).
REK
Projecteert het 16:9 beeld
gelijkmatig over het hele scherm
(zwarte balken boven/onder).
16:9 aspectratio
(4:3 aspectratio in 16:9
scherm)
16:9 beeldverhouding
720P, 1035I, 1080I
VOLLEDIG
Projecteert het middengedeelte
van een 4:3 scherm door 1,3
maal te vergroten in horizontale
richting.
VOLLEDIG
1024 × 768
540P
54
Opslaan van een beeld als
stilstaand beeld
1 Druk op .
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
2 Druk nogmaals op om terug
te keren naar het bewegend beeld
van het momenteel aangesloten
apparaat.
Weergeven van een stilstaand beeld
Deze functie stelt u in staat om een bewegend beeld onmiddellijk stil te zetten. Dit is handig om een
beeld van een computer of video stilstaand weer te geven, zodat u meer tijd heeft om aan het publiek
uitleg te geven over het beeld.
Stilstaand-
beeldtoets
(FREEZE)
In-beeld-display
54
Gebruiksvriendelijke functies
55
Vergroten van een deel van een beeld
Weergeven van een
vergroot deel van een beeld
1 Druk op .
Vergroot het beeld.
Door te drukken op
of vergroot
of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Opmerking
U kunt de plaats van het vergrote beeld
wijzigen met ', ", \ of |.
Wanneer een beeld met een resolutie
hoger dan SXGA wordt getoond, kunnen
×2 en ×3 niet worden geselecteerd.
2 Druk op om de bewerking te
annuleren, zodat de vergroting
terugkeert naar ×1.
Opmerking
In de volgende gevallen zal het beeld
naar de normale grootte terugkeren (×1).
Wanneer de ingangsstand wordt
veranderd.
Wanneer u op drukt.
Wanneer het ingangssignaal gewijzigd
wordt.
Wanneer u de resolutie en de
verversingsratio (verticale frequentie)
van het ingangssignaal wijzigt.
Deze functie stelt u in staat om een bepaald deel van een beeld te vergroten. Dit is handig om een
bepaald deel van het beeld gedetailleerd weer te geven.
Vergroten/
verkleinen-
toetsen
(ENLARGE)
×1 ×4 ×9 ×16 ×36 ×64×2 ×3
Om te vergroten
Om te verkleinen
In-beeld-display
Toetsen
(',",\,|)
56
Gekozen functie
STANDAARD
PRESENTATIE
CINEMA
GEBRUIKER
Beschrijving
Standaardbeeld
Geeft de donkere delen van het beeld helderder weer voor een betere presentatie.
Geeft meer diepte aan de donkere delen van het beeld voor een meer boeiende bioscoopervaring.
Maakt het mogelijk om de gammawaarde te veranderen d.m.v. Sharp Advanced Presentation
Software (Sharp's geavanceerde presentatie software)
Gamma-correctiefunctie
Gamma is een functie die de kwaliteit van het beeld verbetert en een rijker beeld creëert door de donkere
gedeelten van het beeld helderder weer te geven zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen.
Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u
beelden weergeeft in een helder verlichte ruimte, kan deze functie de donkere scènes beter zichtbaar
maken en het beeld een grotere diepte geven.
Gamma-toets
(GAMMA)
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
STANDAARD GEBRUIKER
PRESENTATIE CINEMA
56
Instellen van de Gamma-
correctie
1 Druk op .
Telkens wanneer wordt ingedrukt, zal
de gamma-functie wisselen tussen de
verschillende types.
2 Om terug te keren naar de
standaardinstellingen, drukt u op
wanneer “GAMMA” wordt
aangegeven.
Opmerking
De Gamma-modus werkt niet bij
INGANG 1 of INGANG 2 wanneer
Gesel. kleur (geselecteerde kleur) in
het C.M.S.-menu is ingesteld op
sRGB.
Gebruiksvriendelijke functies
57
Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)
Met de beeld-in-beeld-functie kunt u twee beelden op hetzelfde scherm weergeven. U kunt het beeld
dat via INPUT 3 of 4, binnenkomt als een inzetbeeld weergeven dat het hoofdbeeld, dat binnenkomt via
INGANG 1 of 2 overlapt.
Weergeven van het
inzetbeeld
1 Druk op .
2 Druk op of op de
afstandsbediening of op
op
de projector om het beeld in het
inzetbeeld te veranderen.
3 Druk op
''
''
',
""
""
",
\\
\\
\ of
||
||
| om de plaats
van het inzetbeeld in te stellen.
Druk op om het frame te stoppen of
om het frame te laten verdwijnen.
4 Druk op om het inzetbeeld te
verplaatsen.
Het inzetbeeld wordt naar het
inzetbeeldkader verplaatst.
Opmerking
Het inzetbeeld kan alleen weergegeven
worden met een composiet-video- (NTSC/PAL/
SECAM) of S-Video-signaal.
De stilstaand-beeldfunctie kan alleen gebruikt
worden voor het inzetbeeld, wanneer de beeld-
in-beeld-functie ingesteld is.
Beeld-in-beeld werkt niet wanneer het signaal
dat binnenkomt via INGANG 1 of 2:
Een resolutie heeft die SXGA overschrijdt.
Wanneer het ingangssignaal 480
I
, 480P,
540P, 580
I
, 580P, 720P, 1035
I
, of 1080
I
is.
Gewijzigd is in de interlace-functie door het
gebruik van RGB-signalen.
Wanneer de beeldweergavefunctie is
ingesteld op DOT BY DOT.
Wanneer geen signalen verzonden worden
naar INGANG 1 of 2, of wanneer de resolutie
of de verversingsrate (vertikale frequentie)
wordt gewijzigd.
Toetsen
(',",\,|)
PinP-toets
3/4 ingangstoetsen
(INPUT 3/4)
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Invoertoets
(ENTER)
58
Functie zwart scherm
58
Zwartschermtoets
(BLACK SCREEN)
" Geprojecteerd beeld
Deze functie kan worden
gebruikt om een zwart
scherm weer te geven.
1 Druk op .
Het scherm wordt zwart en ZWART
SCHERM wordt weergegeven op het
scherm.
2 Om terug te gaan naar het
oorspronkelijke geprojecteerde
beeld, drukt u nogmaals op
.
Gebruiksvriendelijke functies
59
Weergeven van de pauzetimer
"In-beeld-display
Weergave en instelling
van de pauzetimer
1 Druk op . De break timer
begint af te tellen vanaf 5 minuten.
2 Wanneer “ verschijnt, drukt u
op
''
''
',
""
""
",
\\
\\
\ of
||
||
| om de pauzetimer
in te stellen.
U kunt de timer instellen op een waarde
tussen 1 en 60 minuten (met tussenstappen
van 1 minuut).
De break timer begint af te tellen zodra
', ", \ of | wordt ingedrukt.
3 Druk op om de pauzetimer te
annuleren.
Opmerking
Tijdens het gebruik van de pauzetimer wordt
de automatische uitschakeling tijdelijk buiten
werking gesteld.
Wanneer geen invoersignaal wordt
gedetecteerd gedurende meer dan 15
minuten, schakelt de projector automatisch af
wanneer de break timer tot nul heeft afgeteld.
De pauzetimer verschijnt op het startbeeld. Om
het tijdens de pauzetimer getoonde scherm te
wijzigen, verandert u de instelling van het
Startbeeld (zie bladzijde 68).
Pauzetimertoets
(BREAK TIMER)
Deze functie kan worden gebruikt om de tijd die nog resteert voor pauze tijdens vergadering weer te
geven.
Toetsen
(',",\,|)
60
Color Management System (C. M. S.)
De
kleurreproductiemodus
(Color Reproduction
Mode) instellen
Kies “Gesel. kleur” in het menu “C.M.S. op
het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Voor meer informatie over de sRGB-functie
bezoekt u “http://www.srgb.com/”.
“sRGB” kan niet worden geselecteerd voor
“Gesel. kleur” in het C.M.S.-menu wanneer
“Component” is geselecteerd als “Signaaltype”
in het “Beeld”-menu.
Wanneer “sRGB” is geselecteerd,
kan de gammacorrectie niet worden
ingesteld en
kunnen “Rood”, “Blauw” of “Kleurtmp” in
“Beeld” niet worden aangepast.
Als “Standard” (standaard) of “sRGB”
geselecteerd wordt bij “Color selected”
(geselecteerde kleur) kunnen andere items
(bijvoorbeeld “Target” (doel)) niet worden
ingesteld.
Info
Wanneer “sRGB is geselecteerd kan het
geprojecteerde beeld donker worden; dit
betekent echter niet dat een storing is
opgetreden.
De doelkleur selecteren
Kies Doel in het menu C.M.S. op het
menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Met het kleurmanagementsysteem kunt u de eigenschappen van zes kleuren (R: rood, Y: geel, G: groen,
C: cyaan, B: blauw, M: magenta) afzonderlijk instellen.
Rood Cyaan
Geel Blauw
Groen Magenta
60
Omschrijving
Sharp standaardinstelling
“Helderh.”, “Chroma” en “Tint” kunnen
voor elk van de zes kleuren worden
aangepast.
De modus wordt gewijzigd in sRGB
Geselecteerd
item
Standaard
Aangepast 1-3
sRGB
Gebruiksvriendelijke functies
61
De helderheid van de
doelkleur instellen
Selecteer Helderh. in het C.M.S.-menu op
het menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
De chromatische waarde
van de doelkleur instellen
Selecteer Chroma in het C.M.S.-menu op
het menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
De tint van de doelkleur
instellen
Selecteer Tint in het C.M.S.-menu op het
menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
62
62
Door de gebruiker
ingestelde
kleurinstellingen
herstellen
Kies Terugstellen (deze kleur) of
Terugstellen (alle kleuren) in het menu
C.M.S. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Overzicht van alle
kleurinstellingen
Kies Instellingen bekijken in het menu
C.M.S. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Omschrijving
“Helderh.”, “Chroma” en “Tint” voor de
geselecteerde kleur worden hersteld.
“helderh.”, “Chroma” en “Tnt” worden
hersteld voor alle kleuren.
Geselecteerd
item
Terugstellen
(deze kleur)
Terugstellen
(alle kleuren)
Color Management System (C. M. S.)
Gebruiksvriendelijke functies
63
Het audiouitvoertype
instellen
Kies Audio uitgang in het menu Opties
(1) op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
De interne speaker in- en
uitschakelen
Kies Luidspreker in het menu Opties (1)
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
De interne speaker in/uitschakelen
Het audiouitvoertype instellen
Geselecteerd item
Vast
(Vaste audiouitvoer)
Variabel
(Variabele audiouitvoer)
Omschrijving
Audiouitvoer die niet varieert in sterkte met het volumeniveau van de bronprojector.
Audiouitvoer die in sterkte varieert met het volumeniveau van de bronprojector.
Hiermee kunt u het uitvoertypevoor audiosignalen selecteren.
Hiermee kunt u de interne speaker in- en uitschakelen.
64
Automatische zoekfunctie
Deze functie zoekt automatisch en schakelt over naar de ingangsfunctie waarin de signalen worden
ontvangen wanneer de projector wordt ingeschakeld of wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
64
Gebruik van de
automatische zoekfunctie
Kies Auto zoeken in het menu Opties (1)
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Opmerking
ON
Schakelt automatisch over naar de ingangsfunctie
waarin de signalen worden ontvangen wanneer
de projector wordt ingeschakeld of wanneer
op de projector wordt ingedrukt.
OFF
In deze stand kunt u handmatig de
ingangsfunctie in volgorde veranderen door
op de projector in te drukken.
Om te stoppen met zoeken naar de
ingangsfunctie, drukt u
op de projector of
, , of op de afstandsbediening
in.
Info
Zelfs wanneer deze functie aan het zoeken is
naar ingangssignalen, kunt u door het
indrukken van
, , of op de
afstandsbediening overschakelen naar de
desbetreffende ingangsfunctie.
Zelfs terwijl de functie aan het zoeken is naar
ingangssignalen zal de projector terugkeren
naar de vorige ingangsfunctie als op
(ingang) wordt gedrukt.
Gebruiksvriendelijke functies
65
Digitaal beeldruisonderdrukkingssysteem (Ruisonderdr.)
Beeldruisonderdruking
(Ruisonderdr.)
Kies Ruisonderdr. in het menu Opties (1)
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Stel een niveau in dat een duidelijker beeld
oplevert.
U moet Ruisonderdr. op OFF zetten in de
volgende gevallen:
Wanneer het beeld wazig is.
Wanneer de omtrekken en kleuren van
bewegende beelden uitlopen.
Wanneer TV-uitzendingen met zwakke
signalen worden geprojecteerd.
Info
Deze functie is beschikbaar met INGANG 1, 2
(de signalen 480I, 480P, 580I en 580P) en
INGANG 3, 4 (alle signalen).
Digitale ruisonderdrukking biedt een hoge beeldkwaliteit met minimaal puntverloop en kleurvervorming.
Met deze functie kunt u de berichten die op het scherm verschijnen in- en uitschakelen. Wanneer u
Niveau A of Niveau B instelt in OSD Display, zal de ingangsfunctie (bijv. INGANG 1) niet
op het display verschijnen, zelfs wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Uitschakelen van het
in-beeld-display
Kies OSD Display in het menu Opties (1)
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Instellen van het in-beeld-display
Gekozen onderdeel
Normaal
Niveau A
Niveau B
Beschrijving
Alle schermberichten worden getoond.
Ingang/Stilzetten/Vergroten/Automat.sync./Volume/Mute/Black worden niet getoond.
De schermberichten worden niet getoond.
(Met uitzondering van de menuschermberichten die verschijnen wanneer de KEYSTONE-toets wordt
ingedrukt en de waarschuwingsaanduidingen (Spanning uit/Temperatuur/Vervang de Lamp., enz.))
66
Instellen van het videosignaal
Instellen van het
videosignaal
Kies Videosysteem in het menu Opties
(1) op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Het videosignaal kan alleen in de INGANG 3-
of INGANG 4-functie worden ingesteld.
In Auto worden de beelden weergegeven in
PAL, zelfs wanneer er PAL-N of PAL-M
ingangssignalen worden ontvangen.
De standaardinstelling voor het videosysteem is Auto; het is echter mogelijk dat u geen duidelijk
beeld kunt ontvangen van de aangesloten audiovisuele apparatuur omwille van verschillen in het signaal.
In dat geval wijzigt u het videosignaal.
66
Bij aansluiting op PAL-videoapparatuur.
Bij aansluiting op SECAM-videoapparatuur.
Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur.
Bij aansluiting op NTSC-videoapparatuur.
PA L
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
Gebruiksvriendelijke functies
67
Opslaan van geprojecteerde beelden
Met deze projector kunt u geprojecteerde beelden (RGB-signalen) vastleggen en ze instellen als
startbeeld of achtergrondbeeld wanneer er geen signalen worden ontvangen.
U kunt de beelden die worden ingevoerd met RGB-signalen weergeven.
Vastleggen van het beeld
Kies “Beeld vastleggen” in het menu “Opties
(1)” op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
1 Druk op
''
''
' of
""
""
" om Beeld
opslaan” te selecteren en druk
vervolgens op
.
Het geprojecteerde beeld wordt vastgelegd.
Het vastleggen kan even duren.
2
11
11
1
Druk op
\\
\\
\ of
||
||
| om “Ja” te
selecteren.
22
22
2
Druk op .
Opmerking
Alleen beelden van XGA (1024 × 768) non-
interlace-signalen in INPUT 1- of INPUT 2-
modus kunnen worden opgenomen.
Het opgeslagen beeld wordt herleid tot 256 kleuren.
Beelden van apparatuur die aangesloten is op
INPUT 3 of INPUT 4 kunnen niet worden
vastgelegd.
Er kan enkel één beeld worden vastgelegd en
opgeslagen.
De kleur van beelden voor en na opslaan kan
verschillen als een beeld wordt opgenomen dat
niet is aangepast met de C.M.S.-functie.
Verwijderen van het
vastgelegde beeld
1 Selecteer “ Verwijderen” en
druk op
.
2
11
11
1
Druk op
\\
\\
\ of
||
||
| om “OK” te
selecteren.
22
22
2
Druk op .
68
Instellen van een achtergrondbeeld
Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt weergegeven wanneer er geen signaal door de
projector ontvangen wordt.
*1 U kunt een vastgelegd beeld instellen als achtergrondbeeld door “Gebruiker” te kiezen.
*2 Als er interferentie op het ingangssignaal voorkomt, zal het scherm met de interferentie worden weergegeven.
Kiezen van een
achtergrondbeeld
Kies “Achtergrond in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer Gebruiker wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met Beeld vastleggen werd
opgeslagen als achtergrondbeeld weergeven.
Het standaardbeeld van Gebruiker is een
zwart scherm.
Kiezen van een startbeeld
* U kunt een vastgelegd beeld instellen als startbeeld door Gebruiker te kiezen.
Kiezen van een startbeeld
Kies “Startbeeld” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer Gebruiker wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met Beeld vastleggen werd
opgeslagen als startbeeld weergeven.
Het standaardbeeld van Gebruiker is een
zwart scherm.
68
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker
*1
Blauw
Geen
Beschrijving
SHARP standaardbeeld
Door gebruiker in te stellen beeld (bijvoorbeeld bedrijfslogo)
Blauw scherm
Zwart scherm
*2
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker *
Geen
Beschrijving
SHARP standaardbeeld
Door gebruiker in te stellen beeld (bijvoorbeeld bedrijfslogo)
Zwart scherm
Met deze functie kunt u bepalen welk beeld er zal verschijnen bij het opstarten van de projector.
Gebruiksvriendelijke functies
69
De spaarmodus selecteren
Met deze functies kunt u het energieverbruik van de projector verlagen.
Instellen van de
spaarstand
Selecteer “Energiebesp. in “Spaarfunctie”
onder het menu “Opties (1)” in het
menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
ON
De lichthoeveelheid bedraagt 80%.
Het stroomverbruik bedraagt 290 watt.
OFF
De lichthoeveelheid bedraagt 100%.
Het stroomverbruik bedraagt 340 watt.
Opmerking
Alhoewel de levensduur van de lamp en ruis
verbeteren als Energiebesp. is ingeschakeld
(ON), vermindert de helderheid met 20%.
De fabrieksinstelling voor de
Energiebesparingsfunctie is OFF.
Functie monitor Out/RS-
232C Off
Deze projector verbruikt energie wanneer een moni-
tor is aangesloten op de OUTPUT (INPUT 1, 2)-
aansluiting en een computer is aangesloten op de
RS-232C-aansluiting. Wanneer deze aansluitingen
niet in gebruik zijn, kan “Mon/RS232C” worden
ingesteld op “OFF” om het energieverbruik in
standby te verlagen.
Selecteer “Mon/RS232C” in “Spaarfunctie”
onder het menu “Opties (1)” in het
menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
ON
Monitor Out/RS-232C aansluiting in
ingesteld op ON (aan).
OFF Monitor Out/RS-232C aansluiting in
ingesteld op OFF (uit).
Opmerking
Zet Mon/RS232C op ON wanneer u de
Sharp Advanced Presentation Software
gebruikt.
Helderheid
80%
100%
Status
ON
(Lage
energiefunctie)
OFF
(Standaard-
functie)
Stroom
verbruik
290 W
340 W
Levensduur
van de lamp
2.000 uren
1.500 uren
70
-70
Resterende levensduur
van de lamp
(Percentage)
De resterende levensduur van de lamp weergeven (percentage)
De resterende levensduur
van de lamp controleren
(percentage)
Met deze functie kunt u de resterende levensduur
van de functie nagaan (percentage).
Selecteer het menu “Opties (2)” op het
menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Wij raden u aan de lamp te vervangen wanneer de
resterende levensduur is teruggelopen tot 6%.
Voor een vervangende lamp kunt u contact opnemen
met de dichtstbijzijnde Sharp projectordealer of het
dichtstbijzijnde Service Center.
De tabel rechts geeft ruwe schattingen in het geval van
gebruik bij slechts één functie zoals getoond. De
resterende levensduur van de lamp zal variëren binnen
het bereik van de getoonde waarden afhankelijk van
hoe vaak Power Save (energiebesparing) ON (aan)
en OFF (uit) geschakeld wordt (zia pagina 69).
Automatische
uitschakeling
Als de projector is ingeschakeld “ON” en er
gedurende meer dan 15 minuten geen
ingangssignaal wordt waargenomen, zal de projec-
tor automatisch uitgeschakeld worden.
De automatische uitschakelfunctie werkt niet
wanneer ze is ingesteld op “ OFF”.
Selecteer “Autom. uitsch. in “Spaarfunctie”
onder het menu “Opties (1)” in het
menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer de automatische uitschakelfunctie
ingesteld is op ON, zal 5 minuten voor de
uitschakeling het bericht Spanning uit in × min.
op het scherm verschijnen om de resterende
minuten aan te geven.
70
De spaarmodus selecteren
Resterende levensduur van de lamp
100% 6%
2.000 uren 133 uren
1.500 uren 100 uren
Gebruikt met
Energiebesp.
ingeschakeld
(Lage energiefunctie)
Gebruikt met
Energiebesp.
ingeschakeld
(standaardmodus)
Gebruiksvriendelijke functies
71
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld
Deze projector is voorzien van een functie om het geprojecteerde beeld om te keren of weer te geven
in spiegelbeeld, wat handig is voor diverse toepassingen.
Instellen van de
projectiestand
Kies “Projectie” in het menu “Opties (2)” op
het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerveld wanneer u
“Projectie” selecteert.
Deze functie wordt gebruikt bij projectie van
achteren en plafondmontage. Zie bladzijde 32
voor deze opstellingen.
Vergrendelen van de bedieningstoetsen van de projector
Met deze functie kunt u het gebruik van bepaalde toetsen op de projector vergrendelen.
De volgende drie toetsvergrendelingsniveaus zijn mogelijk.
Instellen van de
toetsvergrendeling
Kies “Niv. toetsvergr. in het menu “Opties
(2)” op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerveld wanneer u Niv.
toetsvergr. selecteert.
Voor Plafond + voor Achter Plafond + achter
Gekozen onderdeel
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Beschrijving
Normaal beeld
Spiegelbeeld
Omgekeerd beeld
Omgekeerd en spiegelbeeld
Toetsvergrendelingsniveau
Normaal
Niveau A
Niveau B
Beschrijving
Alle bedieningstoetsen werken.
Alleen de toetsen INPUT/VOLUME/MUTE op de projector werken.
Geen enkele toets van de projector werkt.
Annuleren van het
toetsvergrendelingsniveau
Wanneer het toetsvergrendelingsniveau “Normaal”
is ingesteld, werken alle toetsen.
Selecteer “Niv. toetsvergr. in het menu
Opties (2)” en stel Normaal” in op het
menuscherm.
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld en
Niv. toetsvergr. wordt gekozen, verschijnt het
wachtwoordinvoerveld.
Als zowel een wachtwoord als een
toetsvergrendelingsniveau zijn ingesteld, zal
het wachtwoord nodig zijn om het
toetsvergrendelingsniveau te kunnen wijzigen.
De transmissiesnelheid selecteren (RS-232C)
De transmissiesnelheid
selecteren (RS-232C)
Kies “RS-232C” in het menu “Opties (2)” op
het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer u een wachtwoord heeft ingesteld
en RS-232C heeft geselecteerd, wordt het
invoerscherm voor het wachtwoord
weergegeven.
Controleer dat de projector en computer beide
zijn geconfigureerd voor dezelfde baud rate.
Raadpleeg de handleiding van de computer
voor informatie over het instellen van de baud
rate op de computer.
72
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld
Met dit menu kunt u de transmissiesnelheid van de RS-232C-aansluiting bepalen door de baud rate te
selecteren.
Gebruiksvriendelijke functies
73
Instellen van een wachtwoord
Invoeren van het wachtwoord
Kies “Wachtwoord in het menu “Opties (2)”
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
1 Druk op
''
''
' of
""
""
" om het gewenste
nummer te selecteren en druk dan
op
||
||
|.
2 Voer de 3 overige cijfers in en druk
op
.
3 Voer het wachtwoord nogmaals in
na “Herbevestigen” en druk op
.
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld,
moet u het wachtwoord invoeren om de
instellingen Projectie, Niv. toetsvergr.,
RS-232C, Anti-diefstal en Alles
terugstellen te wijzigen.
De gebruiker kan een wachtwoord instellen om te voorkomen dat bepaalde instellingen in het menu
“Opties (2)” kunnen worden gewijzigd. Het gebruik van een wachtwoord in combinatie met het
toetsvergrendelingsniveau (bladzijde 71) is effectiever.
Wijzigen van het wachtwoord
Kies “Wachtwoord” in het menu “Opties (2)”
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
1 Druk op
''
''
' ,
""
""
" en
||
||
| om het
wachtwoord in te voeren in “Oud
wachtwrd” en druk op
.
2 Druk op
''
''
',
""
""
" en
||
||
| om het nieuwe
wachtwoord in te stellen en druk
op
.
3 Voer het nieuwe wachtwoord van
4 cijfers nogmaals in na
“Herbevestigen” en druk op
.
Opmerking
Als u geen wachtwoord wenst in te stellen,
laat u de velden in stappen 2 en 3 leeg en
drukt u op .
Om de wachtwoordinstellingen te annuleren,
klikt u op .
Als u uw wachtwoord
vergeten bent
Als u uw wachtwoord vergeten bent, verwijdert u
het en stelt u een nieuw wachtwoord in aan de
hand van de volgende procedure.
Druk op
74
Instellen van een wachtwoord
ON ON
ON
Gebruiksvriendelijke functies
75
Invoeren van een sleutelcode
Anti-diefstal kan niet worden geselecteerd tenzij
Wachtwoord is ingesteld. (Zie bladzijde 73.)
Wanneer Anti-diefstal is geselecteerd, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster. Voer eerst het juiste
wachtwoord en dan de sleutelcode in.
Kies “Anti-diefstal” in het menu “Opties (2)”
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Info
Wanneer de functie is ingeschakeld, moet u de
juiste sleutelcode kennen. Wij raden u aan de
sleutelcode op een veilige plaats te bewaren,
waartoe alleen bevoegde gebruikers toegang
hebben. Als u uw sleutelcode verliest of vergeet,
dient u contact op te nemen met uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer
of servicecentrum (zie blz. 96). Mogelijk moet u
de projector terugbrengen om de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen te laten herstellen
(terugstellen van wachtwoord en sleutelcode).
1 Druk op een willekeurige toets op de
afstandsbediening of de projector
om het eerste cijfer in Nieuwe
code in te stellen.
Opmerking
De volgende toetsen op de afstands-
bediening en de projector kunnen niet als
sleutelcodes worden ingesteld:
Aan/uit-toetsen (ON/OFF)
Invoertoets (ENTER)
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
MENU-toets
Vooruit-toets (FORWARD)
Terug-toets (BACK)
Instellen van de Anti-diefstal
De anti-diefstalfunctie voorkomt dat onbevoegden de projector gebruiken. U kunt kiezen of u deze
functie gebruikt of niet. Als u deze functie niet wenst te gebruiken, voert u gewoon de sleutelcode niet
in. Zodra een andere functie wordt ingeschakeld, dienen gebruikers de juiste sleutelcode in te voeren
telkens wanneer de projector wordt gestart. Zonder de juiste sleutelcode kunnen geen beelden worden
geprojecteerd. Hierna wordt uitgelegd hoe u deze functie gebruikt.
76
Instellen van de Anti-diefstal
2 Voer de overige 3 cijfers in door
willekeurige toetsen in te drukken.
3 Voer dezelfde sleutelcode nogmaals
in Herbevestigen.
Opmerking
De toetsvergrendelingsfunctie wordt
tijdelijk uitgeschakeld.
Wanneer u de diefstalbeveiliging heeft
ingeschakeld, verschijnt het invoerscherm
voor de code als u de projector inschakelt.
Voer hier nu de correcte code in.
Druk op de toetsen op de afstandsbediening als
u met de toetsen van de afstandsbediening de
sleutelcode instelt. Druk op de toetsen op de pro-
jector als u met de toetsen van de projector de
sleutelcode instelt.
Wijzigen van de sleutelcode
Wanneer Anti-diefstal is geselecteerd, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster. Zodra u het
wachtwoord hebt ingevoerd, kunt u de sleutelcode
veranderen.
Kies Anti-diefstal in het menu Opties (2)
op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
1
Druk de toetsen op de
afstandsbediening of op de projector
in om de vooraf ingestelde code van
4 cijfers in te voeren na Oude code.
2 Druk op een willekeurige toets
van de afstandsbediening of
de projector om de nieuwe
sleutelcode in te stellen.
3
Voer hetzelfde sleutelcode van
4 cijfers nogmaals in Herbevestigen
Opmerking
Als u geen sleutelcode wenst in te stellen, laat
u de sleutelcodeveld leeg in stappen 2 en 3
en drukt u op .
Gebruiksvriendelijke functies
77
Initialiseren van de instellingen
Met deze functie kunt u de gemaakte projectorinstellingen initialiseren.
Terugkeren naar de
standaardinstellingen
Kies Alles terugstellen in het menu
Opties (2) op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster wanneer u
Alles terugstellen selecteert.
De volgende instellingen kunnen niet worden
geïnitialiseerd.
C. M. S.
Helderh., Chroma en Tint opgeslagen
in Gebruiker 1-3 in het C.M.S.-menu.
Fijn sync.
Speciale functies
Signaal informatie
Opties
Restverhouding
Anti-diefstal
Taal
Beeld opgeslagen met Beeld vastleggen
Weergeven van alle instellingen
78
Overzicht van alle menu
instellingen
Selecteer het menu Status in het
menuscherm en druk op .
Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
Met deze functie kunt u alle gemaakte instellingen in een lijst op het scherm weergeven.
Aanhangsel
Aanhangsel
80
Reinigen van de lens
Reinig de lens met een in de handel verkrijgbaar
blaaskwastje of met lensreinigingspapier (voor brillen
en voor cameralenzen). Gebruik geen vloeibare
reinigingsmiddelen, aangezien deze de beschermlaag
op het lensoppervlak kunnen aantasten.
Het lensoppervlak wordt makkelijk beschadigd. Let op
dat u er niet tegen stoot of er krassen op maakt.
Reinigen van de uitlaat - en inlaatopeningen
Gebruik een stofzuiger om stof in de uitlaat - en
inlaatopeningen te verwijderen.
Onderhoud
Reinigen van de projector
Trek het netsnoer uit alvorens de projector te reinigen.
De behuizing en het bedieningspaneel zijn van
kunststof. Vermijd het gebruik van benzeen en
verdunner, aangezien deze de behuizing kunnen
beschadigen.
Gebruik geen vluchtige middelen, bijvoorbeeld
insecticiden, bij het reinigen van de projector.
Bevestig geen rubber of kunststof voorwerpen op de
projector gedurende een lange tijd.
De effecten van sommige bestanddelen van de
kunststof kunnen de kwaliteit of de afwerking van de
projector negatief beïnvloeden.
Veeg vuil voorzichtig weg met een zachte flanellen doek.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gaat u als
volgt te werk: drenk de doek in een in water opgelost
neutraal reinigingsmiddel, wring hem goed uit en veeg
vervolgens de projector schoon.
Sterke schoonmaakproducten kunnen de afwerking
van de projector doen verkleuren, kromtrekken of
beschadigen.
Probeer het product eerst uit op een klein en verborgen
deel van de projector.
Was
Verdun-
ner
Neutraal reinigingsmiddel
verdund met water
N
e
u
tra
a
l re
in
ig
in
g
s
m
id
d
e
l
R
e
in
ig
in
g
s
-
p
a
p
ie
r
Aanhangsel
81
De luchtfilter vervangen
Luchtfilter
Nok
M4
M4
M4
M4
Deze projector is uitgerust met luchtfilters
om te garanderen dat de projector
optimaal blijft functioneren.
De luchtfilters moeten elke 100
gebruiksuren worden schoongemaakt.
Reinig ze vaker als de projector wordt
gebruikt in een stoffige of rokerige
omgeving.
Vraag uw Sharp projectordealer of service
center de filter (PFILDA005WJZZ) te
vervangen als u het niet langer kunt
schoonmaken.
De onderste luchtfilter
schoonmaken en
vervangen
1 Schakel het apparaat uit en trek
de stekker uit het stopcontact.
Druk op . Wacht tot de koelventilator
stopt.
2 Verwijder het deksel van de
onderste filter.
Draai de projector op zijn kop. Trek aan de
lip en schuif het deksel open in de richting
van de pijl.
3 Verwijder de luchtfilter.
Til de luchtfilter op met uw vingers en trek
hem uit het filterdeksel.
Ann/uit-toets (OFF)
Ann/uit-
toets
(OFF)
Luchtfilter
(niet afneembaar)
4 Maak de filter schoon.
Verwijder het stof van de filter met een
stofzuiger.
5 Vervang de luchtfilter.
Leg de filter onder de lipjes op het
filterdeksel.
6 Plaats het filterdeksel weer.
Schuif het filterdeksel in de richting van
de pijl om hem te sluiten.
Opmerking
Controleer of het deksel goed vastzit. U kunt
het apparaat niet aanzetten totdat het deksel
correct is geïnstalleerd.
Als zich stof of vuil heeft opgehoopt in de
onderste luchtfilter (niet verwijderen), maakt
u het filter schoon met een stofzuiger.
De luchtfilter vervangen
82
Aanhangsel
83
Onderhoudsindicators
De verklikkerlampjes op de projector duiden problemen in de projector aan.
Als er zich een probleem voordoet, licht ofwel de temperatuurindicator (TEMP.) ofwel de lampindicator (LAMP)
rood op en wordt de stroom uitgeschakeld. Volg na het uitschakelen van de stroom de onderstaande stappen.
Temperatuurindicator
(TEMP.)
Lampindicator
(LAMP)
Bedrijfsindicator
Over de temperatuurindicator (TEMP.)
Als de temperatuur in de projector stijgt
als gevolg van geblokkeerde
ventilatiegleuven of omstandigheden in de
installatieplaats, gaat
links onder in het beeld knipperen. Als de
temperatuur blijft stijgen, wordt de lamp
uitgeschakeld en gaat de
temperatuurindicator (TEMP.) knipperen,
blijft de koelventilator nog 90 seconden
draaien, waarna de stroom wordt
uitgeschakeld. Neem de volgende
maatregelen wanneer
verschijnt.
Over de lampindicator (LAMP)
De lavensduur van de lamp loopt terug tot 0%
wanneer de projector ongeveer 2.000 uren is
gebruikt met Energiebep. ingeschakeld of
ongeveer 1.500 uren met Energiebesp.
uitgeschakeld (zie pagina 69).
Wanneer de resterende levensduur van de
lamp terugloopt tot 6% of minder, wordt
in geel weergegeven op het scherm. Wanneer
het percentage 0% wordt verandert
(geel) naar
(rood) veranderen warna de
lamp automatisch uitgaat samen met de pro-
jector. Op dat moment zal de lampindicator
(LAMP) rood oplichten.
Na de vierde poging om de projector in te
schakelen zonder dat de lamp is vervangen,
zal de projector niet meer kunnen worden
ingeschakeld.
Temperatuur-
indicator
(TEMP.)
Normaal
Abnormaal
Uit
Licht rood
op/stroom
uit
De inwendige
temperatuur is
abnormaal hoog.
Geblokkeerde luchtinlaat
Verplaats de projector naar een plek
met voldoende ventilatie.
Defecte koelventilator
Interne elektrische
storing
Geblokkeerde luchtinlaat
Breng de projector naar uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp
projector dealer of servicecentrum
(zie
bladzijde 96)
voor reparatie.
Lamp-
indicator
(LAMP)
Licht rood
op/stroom
uit
De lamp gaat niet
branden.
Lamp is doorgebrand
Storing in lampcircuit
Vervang de lamp voorzichtig (zie pagina
86).
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of
servicecentrum (zie bladzijde 96) voor
reparatie of voor vervanging van de lamp.
Ga voorzichtig te werk wanneer u de
lamp vervangt.
Licht groen op
Groen
knipperend
wanneer de
lamp in
werking is.
Knippert
rood/
Rood aan
De lamp is aan
vervanging toe
De resterende
levensduur van de
lamp is teruggelopen
tot 6% of minder.
Bedrijfsindicator
De Power-
indicator knippert
rood wanneer de
projector
aanstaat.
Het filterdeksel, deksel
van de lampeenheid of
het lensdeksel is open.
Maak het filterdeksel goed open.
Als de Power-indicator knippert, zelfs als
het filterdeksel goed is geïnstalleerd,
dient u contact op te nemen met uw
Sharp projectordealer of service center
voor advies.
Groen aan/
Rood aan
Knippert
rood
Onderhoudsindicator
Probleem Mogelijke oplossingToestand
84
Onderhoudsondicators
Info
Als de temperatuurindicator (TEMP.) oplicht en de stroom wordt uitgeschakeld, voer dan de bovenvermelde mogelijke
oplossingen uit en wacht tot de projector helemaal is afgekoeld voordat u het netsnoer insteekt en de stroom weer
inschakelt. (Minstens 5 minuten.)
Als de stroom wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld, bijvoorbeeld tijdens een korte test, is het mogelijk dat de
lampindicator (LAMP) in werking treedt en dat de stroom niet kan worden ingeschakeld. Trek in dat geval de stekker uit
het stopcontact en steek hem er weer in.
Om de luchtopeningen te reinigen tijdens het gebruik van de projector, moet u eerst op
drukken en vervolgens,
nadat de stroom is uitgeschakeld en de koelventilator is gestopt, de ventilatieopeningen reinigen.
Trek het netsnoer niet uit nadat de stroom is uitgeschakeld terwijl de koelventilator nog werkt. De koelventilator werkt
nog gedurende ongeveer 90 seconden.
Aanhangsel
85
Lamp
Wij raden u aan de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen wanneer de resterende levensduur van de lamp is
teruggelopen tot 6% of minder of als u merkt dat de beeld- en kleurkwaliteit sterk afnemen. U kunt de resterende
levensduur van de lamp (percentage) nagaan via de weergave op het scherm. Ziebladzijde 70.
U kunt de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE MEDEDELING VOOR KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
Voor de lamp die bij deze projector wordt geleverd geldt een beperkte garantie van 90 dagen op onderdelen en werkuren.
Ieder onderhoud aan de projector dat onder de garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet worden uitgevoerd
door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Voor de naam van de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector
dealer of servicecentrum belt u het gratis nummer: 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).
ALLEEN GELDIG VOOR DE V.S.
Waarschuwing in verband met de lamp
Deze projector maakt gebruik van een kwiklamp onder druk. Als u een luid geluid hoort, kan de lamp defect zijn. De
lamp kan defect raken om allerlei redenen zoals: sterke schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of
slijtage van de lamp door overschrijding van de gebruikstijd. Als gevolg van verschillen tussen de lampen en/of in de
gebruiksomstandigheden en de frequentie van het gebruik zal de tijdsduur voordat de lamp defect raakt variëren.
Belangrijke opmerking: defecte lampen barsten vaak.
Wanneer de lampindicator (LAMP) en het in-beeld-display branden of knipperen, moet u de lamp onmiddellijk vervangen
door een nieuwe, zelfs als de lamp nog normaal lijkt te werken.
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters in het lamphuis vliegen of kan er gas van de lamp ontsnappen via de
uitlaatopening van de projector. Het in deze lamp aanwezige gas bevat kwik; verlucht de kamer goed als de lamp
breekt en vermijd blootstelling aan het vrijgekomen gas. Als u wordt blootgesteld aan dit gas, moet u zo snel mogelijk
een dokter raadplegen.
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters binnen in de projector terechtkomen. Neem in dat geval contact op met uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te verwijderen en veilig
verder te werken.
Vervangen van de lamp
Let op
Verwijder de lampeenheid niet onmiddellijk na gebruik van de projector. De lamp is dan nog erg heet, waardoor u zich
zou kunnen verbranden.
Wacht minstens één uur na het uittrekken van het netsnoer zodat het oppervlak van de lampeenheid helemaal kan
afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Als na het vervangen van de lamp de nieuwe lamp niet gaat branden, moet u uw projector naar de dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of servicecentrum brengen voor reparatie. Koop een vervangingslampeenheid
van het type BQC-XGC50X//1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Vervang
vervolgens voorzichtig de lamp volgens de instructies hierna. Indien gewenst kunt u de lamp laten vervangen
bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Over de lamp
Ann/uit-toets (OFF)
Lamp-
eenheid
BQC-XGC50X//1
Gebruiker-onderhoudsschroef
Verwijderen en installeren
van de lampeenheid
Info
Verwijder de lampeenheid met behulp van de
handgreep. Raak het glas van de lampeenheid
of de binnenkant van de projector niet aan.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig
om letsel en beschadiging van de lamp te
voorkomen.
Maak geen andere schroeven los dan die voor
het deksel van de lampeenheid en de
lampeenheid zelf.
(Alleen de zilverkleurige schroeven worden
los gedraaid.)
Zie de bij de lampeenheid geleverde
handleiding.
1 Druk op op de projector om
de stroom uit te schakelen.
Wacht tot de koelventilator tot stilstand
komt.
Waarschuwing!
Verwijder de lampeenheid niet van de pro-
jector onmiddellijk na gebruik. De lamp zal
immers erg heet zijn en dit kan
brandwonden en andere letsels
veroorzaken.
2 Trek het netsnoer uit.
Trek het netsnoer uit de netingang.
Wacht tot de lamp volledig is afgekoeld
(ongeveer 1 uur).
3 Vervang het luchtfilter.
Vervang het luchtfilter wanneer u de
lampeenheid installeert. (zie pagina 81 en
82)
4 Verwijder het deksel van de
lampeenheid.
Draai de gebruiker-onderhoudsschroef
waarmee het deksel van de lampeenheid
is bevestigd los. Schuif vervolgens het
deksel in de richting van de pijl.
Netingang
86
Over de lamp
Aanhangsel
87
5 Verwijder de lampeenheid.
Draai de bevestigingsschroeven van de
lampeenheid los. Neem de lampeenheid
vast bij de handgreep en trek ze in de
richting van de pijl.
6 Installeer de nieuwe lampeenheid.
Druk de lampeenheid stevig vast in het
lampeenheidvak. Draai de bevestigings-
schroeven vast.
7 Bevestig het deksel van de
lampeenheid.
Steek de lip van het deksel van de
lampeenheid in de opening en druk op het
deksel tot het op zijn plaats klikt.
Info
Als de lampeenheid en het deksel van de
lampeenheid niet correct geïnstalleerd zijn.
kunt u het toestel niet inschakelen, zelfs als
het netsnoer is aangesloten op de projector.
Terugstellen van de
lamptimer
Stel na het vervangen van de lamp de lamptimer terug.
1 Sluit het netsnoer aan.
Steek het netsnoer in de netingang van
de projector.
2 Stel de lamptimer terug.
Druk
, , en op de projector
samen met
ON
op de projector in.
LAMP 100% verschijnt om aan te geven
dat de lamptimer is teruggesteld.
Info
Stel de lamptimer alleen terug na het
vervangen van de lamp. Als u de lamptimer
terugstelt en dezelfde lamp blijft gebruiken,
bestaat het gevaar dat de lamp beschadigd
wordt of ontploft.
Bevestigings-
schroef
Netingang
Ingangsfunc-
tietoets (INPUT)
Invoertoets (ENTER)
Gebruiker-onderhoudsschroef
Toets voor
ongedaan maken
(UNDO)
Aan/uit-toets
(ON)
88
RS-232C-aansluiting: 9-pins Mini DIN vrouwelijke aansluiting
Pinnummer Signaal Naam I/O Referentie
1 VCC +3.3V (gereserveerd) Output Niet aangesloten
2 RD Data ontvangen Input Aangesloten op intern circuit
3 SD Data sturen Output Aangesloten op intern circuit
4 EXIR Detector van optie-eenheid Input Niet aangesloten
(Gereserveerd)
5 SG Signaal Aangesloten op intern circuit
6 ERX IR ontvang signaal van Input Niet aangesloten
IR-versterker (gereserveerd)
7 RS Verzoek tot zenden Output Niet aangesloten
8 CS Toestemming voor zenden Input Niet aangesloten
9 ETX IR signaal sturen Output Niet aangesloten
(gereserveerd)
9-pins D-sub mannelijke aansluiting van de DIN-D-sub RS-232C adapter
Pinnummer Signaal Naam I/O Referentie
1 CD Niet aangesloten
2 RD Data ontvangen Input Aangesloten op intern circuit
3 SD Data zenden Output Aangesloten op intern circuit
4 ER Niet aangesloten
5 SG Signaal Aangesloten op intern circuit
6 DR Data Set Ready Niet aangesloten
7 RS Verzoek tot zenden Output Aangesloten op intern circuit
8 CS Toestemming tot zenden Input Aangesloten op intern circuit
9 CI Niet aangesloten
RS-232C-kabel, aanbevolen aansluiting: 9-pins D-sub vrouwelijke aansluiting
Pinnummer Signaal Pinnummer Signaal
1CD 1 CD
2RD 2 RD
3SD 3 SD
4ER 4 ER
5SG 5 SG
6DR 6 DR
7RS 7 RS
8CS 8 CS
9CI 9 CI
Opmerking
Afhankelijk van de layout van het systeem moet u pin 4 en pin 6 aansluiten op het bedienende apparaat (bijv. PC).
USB-aansluiting: 4-pins B-type USB-connector
Pinnummer Signaal Naam
1 VCC USB power
2 USB USB data
3 USB+ USB data+
4 SG Signaal
INPUT 1/2 RGB en OUTPUT-signaalaansluiting: 15-pins Mini D-sub vrouwelijke aansluiting
Toeknning van de aansluitpinnen
RGB Input
1. Video input (rood)
2. Video input (groen/sync op groen)
3. Video input (blauw)
4. Reserve input 1
5. Composite sync
6. Aarde (rood)
7. Aarde (groen/sync op groen)
8. Aarde (blauw)
9. Niet aangesloten
10. GND
11. GND
12. Bidirectionele data
13. Horizontaal sync-signaal
14. Verticaal sync-signaal
15. Dataklok
Component Input
1. P
R
(C
R
)
2. Y
3. P
B
(C
B
)
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
6. Aarde (P
R
)
7. Aarde (Y)
8. Aarde (P
B
)
9. Niet aangesloten
10. Niet aangesloten
11. Niet aangesloten
12. Niet aangesloten
13. Niet aangesloten
14. Niet aangesloten
15. Niet aangesloten
Projector
Pinnr.
4
5
6
PC
Pinnr.
4
5
6
5
10
15
1
6
11
8
9
6
5
21
4
3
7
15
69
51
96
1
2
4
3
Aanhangsel
89
UIT TE VOEREN BEDIENING
ZWART SCHERM ANN
ZWART SCHERM UIT
INGANG 1
INGANG 2
INGANG 3
INGANG 4
INGANG CONTROLE
VASTLEGGEN AAN
VASTLEGGEN UIT
AUTO SYNC START
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
I
I
I
I
I
I
I
F
F
A
M
M
R
R
V
V
C
R
R
D
B
B
G
G
E
E
H
E
E
J
K
K
B
B
D
D
K
Z
Z
S
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
0
1
2
1
2
0
1
0
1
TOETSEN EN AFSTANDSBEDIENINGSTOETS
OPDRACHT
PARAMETER
TERUGKERENUIT TE VOEREN BEDIENING
POWER ON (spanning aan)
POWER OFF (spanning uit)
VOLUME (0 - 60)
MUTE ON (demping aan)
MUTE OFF (demping uit)
TRAPEZIUMVORM CORR (–127 - +127)
DIGITALE SHIFT (–96 - +96)
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
P
P
V
M
M
K
L
O
O
O
U
U
E
N
W
W
L
T
T
Y
D
R
R
A
E
E
S
S
_
_
_
_
_
*
_
_
_
_
_
_
*
*
_
_
*
_
_
*
*
1
0
*
1
0
*
*
TOETSEN EN AFSTANDSBEDIENINGSTOETS
OPDRACHT
PARAMETER
TERUGKEREN
Computerbediening
U kunt een computer gebruiken om de projector te bedienen door een RS-232C seriële kabel (kruistype, los verkrijg-
baar) aan te sluiten op de projector (zie pagina 23 voor aansluiting).
Voorwaarden voor communicatie
Stel de seriële poort op de computer in overeenkomstig de tabel.
Signaalformaat: Voldoet aan RS-232C norm.
Baud rate: 9.600 bps
Datalengte: 8 bits
Parity bit: Geen
Stop bit: 1 bit
Flow control: Geen
Basisformaat
Opdrachten van de computer worden in de volgende volgorde verzonden: opdracht, parameter en return code. Nadat
de projector de opdracht van de computer heeft verwerkt, stuurt hij een responscode naar de computer.
Info
Wanneer meer dan 1 code wordt verzonden, dient u elke opdracht pas te versturen nadat de responscode van de projector
(OK) voor de vorige opdracht is gecontroleerd.
Tijdens het oversturen van opdrachten tijdens standby kan het maximaal 30 seconden duren voordat de antwoordcode wordt
ontvangen.
Als de spanning tijdens standby wordt ingeschakeld d.m.v. de POWER ON (spanning aan) opdracht dient u minstens 30
seconden na inschakelen van de spanning te wachten voordat u de volgende opdracht overstuurt.
Opmerking
Als u de projector met de computer bedient, kan de status van de projector niet door de computer worden ingelezen. U
dient dus de status te bevestigen door de weergaveopdrachten voor elk aanpasmenu te verzenden en de status via de
weergave op het scherm te controleren. Als de projector een opdracht ontvangt die geen opdracht tot menuweergave
is, voert hij de opdracht uit zonder de weergave op het scherm te tonen.
Opdrachten
Voorbeeld:
Wanneer Helder voor beeldaanpassing voor INGANG 1 is ingesteld op 10.
Return code (0DH)
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Responscodeformaat
Normale respons Probleemrespons (communicatiefout of onjuiste opdracht)
O K E R R
Viercijferige opdracht Parameter, viercijferig
Opdrachtformaat
Return code (0DH)
Return code (0DH)
(RS-232C) Specificatie en opdrachtinstellingen
RABR 1 0_–
OK
ProjectorComputer
90
UIT TE VOEREN BEDIENING
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN :
PUNT VOOR PUNT
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN :
PUNT VOOR PUNT
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : KADER
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : KADER
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
RGB GAMMA : STANDAARD
RGB GAMMA : PRESENTATIE
RGB GAMMA : CINEMA
RGB GAMMA : GEBRUIKER
Video GAMMA : STANDAARD
Video GAMMA : PRESENTATIE
Video GAMMA : CINEMA
Video GAMMA : GEBRUIKER
INGANG 1 Contrast (30 - +30)
INGANG 1 Helder (30 - +30)
INGANG 1 Rood (30 - +30)
INGANG 1 Blauw (30 - +30)
INGANG 1 Kleur (30 - +30)
INGANG 1 Tint (30 - +30)
INGANG 1 Scherpte (30 - +30)
INGANG 1 Kleurtmp (3 - +3)
INGANG 1 WEERGAVE
INGANG 1 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 2 Contrast (30 - +30)
INGANG 2 Helder (30 - +30)
INGANG 2 Rood (30 - +30)
INGANG 2 Blauw (30 - +30)
INGANG 2 Kleur (30 - +30)
INGANG 2 Tint (30 - +30)
INGANG 2 Scherpte (30 - +30)
INGANG 2 Kleurtmp (3 - +3)
INGANG 2 WEERGAVE
INGANG 2 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 1 Signaal type : RGB
INGANG 1 Signaal type : Component
INGANG 2 Signaal type : RGB
INGANG 2 Signaal type : Component
INGANG 1 2D Progressief
INGANG 1 3D Progressief
INGANG 1 Filmfunctie
INGANG 2 2D Progressief
INGANG 2 3D Progressief
INGANG 2 Filmfunctie
INGANG 3 Contrast (30 - +30)
INGANG 3 Helder (30 - +30)
INGANG 3 Rood (30 - +30)
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
G
G
G
G
G
G
G
G
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
I
I
I
I
R
R
R
R
R
R
V
V
V
A
A
A
A
A
B
B
B
B
B
A
A
A
A
B
B
B
B
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
A
A
B
B
A
A
A
B
B
B
A
A
A
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
M
M
M
M
M
M
M
M
P
B
R
B
C
T
S
C
R
R
P
B
R
B
C
T
S
C
R
R
S
S
S
S
I
I
I
I
I
I
P
B
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
V
V
V
V
V
V
V
V
R
R
R
R
V
V
V
V
I
R
D
E
O
I
H
T
E
E
I
R
D
E
O
I
H
T
E
E
I
I
I
I
P
P
P
P
P
P
I
R
D
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
1
5
3
2
4
1
5
3
2
4
1
3
2
4
1
3
2
4
1
2
3
4
1
2
3
4
*
*
*
*
*
*
*
*
0
1
*
*
*
*
*
*
*
*
0
1
1
2
1
2
0
1
2
0
1
2
*
*
*
TOETSEN EN AFSTANDBEDIENINGSTOETSBeeld
OPDRACHT
PARAMETER
TERUGKEREN UIT TE VOEREN BEDIENING
INGANG 3 Blauw (30 - +30)
INGANG 3 Kleur (30 - +30)
INGANG 3 Ting (30 - +30)
INGANG 3 Scherpte (30 - +30)
INGANG 3 Kleurtmp (3 - +3)
INGANG 3 WEERGAVE
INGANG 3 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 4 Contrast (30 - +30)
INGANG 4 Helder (30 - +30)
INGANG 4 Rood (30 - +30)
INGANG 4 Blauw (30 - +30)
INGANG 4 Kleur (30 - +30)
INGANG 4 Ting (30 - +30)
INGANG 4 Scherpte (30 - +30)
INGANG 4 Kleurtmp (3 - +3)
INGANG 4 WEERGAVE
INGANG 4 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 3 2D Progressief
INGANG 3 3D Progressief
INGANG 3 Filmfunctie
INGANG 4 2D Progressief
INGANG 4 3D Progressief
INGANG 4 Filmfunctie
Gesel. Kleur : Standaard
Gesel. Kleur : sRGB
Gesel. Kleur : Gebruiker 1
Gesel. Kleur : Gebruiker 2
Gesel. Kleur : Gebruiker 3
Doel : Rood
Doel : Geel
Doel : Groen
Doel : Cyaan
Doel : Blauw
Doel : Magenta
Helderh. (30 - +30)
Chroma (30 - +30)
Tint (30 - +30)
Terugstellen (deze kleur)
Terugstellen (alle kleuren)
Klok (150 - +150)
Fase (60 - +60)
H-Pos (150 - +150)
V-Pos (60 - +60)
RGB INGANG WEERGAVE
RGB AFREGELING TERUGSTELLEN
Vastleggen (1 - 7)
Keuze instel. (1 - 7)
RGB HORIZONTALE FREQUENTIECONTROLE
RGB VERTICALE FREQUENTIECONTROLE
AUTOMAT.SYNC.UIT
NORMALE AUTO SYNCHRONISATIE
VERSNELDE AUTO SYNCHRONISATIE
AUTO SYNCHRONISATIE WEERGAVE AAN
AUTO SYNCHRONISATIE WEERGAVE UIT
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
kHz (***. * OF _)
Hz (***. * OF _)
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
I
I
I
I
I
I
M
M
T
T
A
A
A
I
I
A
A
A
A
A
A
A
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
A
A
A
B
B
B
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
A
A
A
A
E
E
F
F
A
A
A
M
M
B
C
T
S
C
R
R
P
B
R
B
C
T
S
C
R
R
I
I
I
I
I
I
C
C
C
C
C
T
T
T
T
T
T
S
S
S
R
R
C
P
H
V
R
R
M
M
R
R
D
D
D
A
A
E
O
I
H
T
E
E
I
R
D
E
O
I
H
T
E
E
P
P
P
P
P
P
S
S
S
S
S
G
G
G
G
G
G
L
C
H
E
E
L
H
P
P
E
E
S
L
Q
Q
J
J
J
S
S
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
_
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
_
_
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
0
0
1
1
1
_
_
_
_
_
_
*
*
*
_
_
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
0
1
*
*
*
*
*
*
*
*
0
1
0
1
2
0
1
2
0
1
1
2
3
1
2
3
4
5
6
*
*
*
1
2
*
*
*
*
0
1
*
*
1
2
0
1
2
1
0
BeeldFijn sync.
*1
OPDRACHT
PARAMETER
TERUGKEREN
C. M. S.
(RS-232C) Specificatie en opdrachtinstellingen
Aanhangsel
91
UIT TE VOEREN BEDIENING
Vast
Variabel
Luidspreker AAN
Luidspreker UIT
Beeld-in-beeld : (RECHTS ONDER)
Beeld-in-beeld : (LINKS ONDER)
Beeld-in-beeld : (RECHTS BOVEN)
Beeld-in-beeld : (LINKS BOVEN)
Beeld-in-beeld UIT
Energiebesparing: (STANDAARD)
Energiebesparing: (LAGE ENERGIE)
Ruisonderdr. : UIT
Ruisonderdr. : Niveau 1
Ruisonderdr. : Niveau 2
Ruisonderdr. : Niveau 3
Autozoeken: UIT
Autozoeken: AAN
OSD Display NORMAAL
OSD Display (Niveau A)
OSD Display (Niveau B)
WEERGAVE ZWART SCHERM AAN
WEERGAVE ZWART SCHERM UIT
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : Auto
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL (50/60 Hz)
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : SECAM
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : NTSC4.43
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : NTSC3.58
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL-M
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL-N
SELECTIE ACHTERGROND : Sharp
SELECTIE ACHTERGROND : Gebruiker
SELECTIE ACHTERGROND : Blauw
SELECTIE ACHTERGROND : Geen
STARTBEELD SELECTIE : Sharp
STARTBEELD SELECTIE : Gebruiker
STARTBEELD SELECTIE : Geen
Autom.uitsch. : niet in gebruik
Autom.uitsch. : in gebruik
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
OK OR ERR
A
A
A
A
P
P
P
P
P
T
T
3
3
3
3
I
I
I
I
I
I
I
M
M
M
M
M
M
M
I
I
I
I
I
I
I
A
A
O
O
S
S
I
I
I
I
I
H
H
D
D
D
D
N
N
M
M
M
M
M
E
E
E
E
E
E
E
M
M
M
M
M
M
M
P
P
U
U
P
P
N
N
N
N
N
M
M
N
N
N
N
S
S
D
D
D
B
B
S
S
S
S
S
S
S
B
B
B
B
S
S
S
O
O
T
T
K
K
P
P
P
P
P
D
D
R
R
R
R
E
E
I
I
I
O
O
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
G
G
G
G
I
I
I
W
W
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
1
1
1
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
2
1
0
1
2
3
4
0
0
1
0
1
2
3
0
1
1
2
0
1
0
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
1
2
3
0
1
Opties (1)
OPDRACHT
PARAMETER
TERUGKEREN
UIT TE VOEREN BEDIENING
Restverhouding (PERCENTAGE)
LAMP STATUS
Projectie : TERUG UIT
Projectie : TERUG AAN
Projectie : SPIEGELEN UIT
Projectie : SPIEGELEN AAN
Niv.toetsvergr. : Normaal
Niv.toetsvergr. : Niveau A
Niv.toetsvergr. : Niveau B
TAALKEUZE : English
TAALKEUZE : Deutsch
TAALKEUZE : Español
TAALKEUZE : Nederlands
TAALKEUZE : Francais
TAALKEUZE : Italiano
TAALKEUZE : Svenska
TAALKEUZE :
TAALKEUZE : Português
TAALKEUZE :
TAALKEUZE :
CONTROLE MODELNAAM
CONTROLE SERIENR
*2
INSTELLING PROJECTORNAAM 1
(eerste vier letters)
INSTELLING PROJECTORNAAM 2
(middelste vier letters)
INSTELLING PROJECTORNAAM 3
(laatste vier letters)
CONTROLE PROJECTORNAAM
0-100 (INTEGER)
0:OFF, 1:ON, 2:RETRY,
3:WAITING, 4:LAMP ERROR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
MODELNAAM
SERIENR
OK OF ERR
OK OF ERR
OK OF ERR
PROJECTORNAAAM
T
T
I
I
I
I
K
K
K
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
S
P
P
P
P
L
L
M
M
M
M
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
N
N
J
J
J
J
T
P
R
R
I
I
Y
Y
Y
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
R
R
N
N
N
N
L
S
E
E
N
N
L
L
L
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
D
D
1
2
3
0
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
1
_
_
*
*
*
_
1
1
0
1
0
1
0
1
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
1
1
*
*
*
1
Opties (2)Taal
OPDRACHT
PARAMETER
TERUGKEREN
Opmerking
Als een underscore (_) verschijnt in de parameterkolom, voert u een spatie in. Als een sterretje (*) verschijnt, voert u
een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes onder INHOUD BEDIENING staat.
*1
FIJN SYNC. kan uitsluitend worden ingesteld in de weergegeven RGB-modus.
*2
De opdracht CONTROLE SERIENR. wordt gebruikt om de 12 cijfers van het serienummer weer te geven.
92
Specificatie afstandsbediening met kabel
Specificatie van invoer met afstandsbediening met kabel
ø3.5 mm minijack
Extern: +5 V (1 A)
Intern: GND
Functie- en transmissiecodes
Signaalformaat Sharp afstandsbediening
Transmissieformaat: 15-bits formaat
Golfvorm van uitvoersignaal: Uitvoer met Pulse Position Modulation
t = 264 µs Pulsdragerfrequentie = 455/12 kHz
T
0 = 1,05 ms Duty ratio = 1:1
T
1 = 2,10 ms
Transmissiecontrolecode
15 bits Voorbeeld van Reverse D to D
Functiecode AB met kabel
LSB MSB
Systeemcodes C1 tot C5 zijn vastgelegd op 10110.
Codes C14 en C15 zijn reverse confirmation bits, waarbij 10 Voor betekent en 01 Achter.
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C9 C10 C11 C12 C13 C14
Systeemadres
D to D Common Data Bit Reverse in D
Functietoets Data Bit
Data
Expansion
Data
Deter-
mination
Mask
C15
C1
1
DC2
0
C3
1
C4
1
C5
0
C6
1
C7
0
C8
0
C9
0
C10
0
C11
0
C12
0
C13
0
C14
1
C15
0
C1
1
DC2
0
C3
1
C4
1
C5
0
C6
0
C7
1
C8
1
C9
1
C10
1
C11
1
C12
1
C13
1
C14
0
C15
1
010
D
0001
T
0
T
1
t
t
26.4 µs
DDDDDD
DDDDDDD
67,5 ms 67,5 ms
10110********10
C1 System Code C5 C6 Data Code C13 C14 C15
CONTROL
ITEM
SYSTEEMCODE
C1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
ON
OFF
VOLUME +
VOLUME
MUTE
MENU
KEYSTONE
BLACK SCREEN
ENTER
RESIZE
UNDO
FREEZE
ENLARGE (+)
ENLARGE ()
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
C2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
C3
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
C4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
C5 C6
0
0
0
1
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
0
0
1
0
1
0
1
1
0
0
0
0
C7
1
1
1
1
1
1
0
0
1
1
0
1
1
1
C8
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
1
1
1
C9
1
1
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
C10 C11
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
1
0
1
1
1
1
0
1
0
C12
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
1
C13
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
C14
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
C15
DATACODE
EXTERNE
CODE
CONTROL
ITEM
SYSTEEMCODE
C1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
AUTO SYNC
ƒ
ß
©
GAMMA
PinP
BACK
FORWARD
BREAK TIMER
INPUT 1
INPUT 2
INPUT 3
INPUT 4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
C2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
C3
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
C4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
C5 C6
0
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
1
1
1
0
0
1
1
1
C7
0
1
1
0
1
0
1
1
1
1
1
1
0
0
C8
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
0
0
0
0
C9
1
1
1
1
0
0
1
0
0
1
1
1
1
1
C10 C11
1
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
C12
1
1
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
C13
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
C14
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
C15
DATACODE
EXTERNE
CODE
Aanhangsel
93
Tabel met compatibele computers
Opmerking
Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van notebookcomputers in de simultane (CRT/LCD) weergavestand. In dat
geval moet u het LCD-display van de notebookcomputer uitschakelen en de weergave op CRT alleen instellen. Raadpleeg voor meer bijzonderheden
over het omschakelen van de weergavestand de handleiding van uw notebookcomputer.
Wanneer deze projector 640 x 350 VESA-formaat VGA-signalen ontvangt, verschijnt 640 × 400 op het scherm.
Bij ontvangst van 1.600 x 1.200 VESA-formaat signalen zal het beeld worden gesampled en worden weergegeven met 1.024 lijnen, waardoor een deel
van het beeld afgesneden wordt.
Ondersteuning van merdere signalen
Horizontale frequentie: 15-126 kHz, Verticale frequentie: 43-200 Hz, Pixelkloksnelheid' 12-230 MHz
Compatibel met sync. op groen en samengestelde sync. signalen
Compatibel met UXGA en SXGA bij geavanceerde intelligente compressie
AICS-technologie (Advanced Intelligent Compression and Expansion System) voor aanpassing van de grootte
Hierna volgt een lijst van functies die voldoen aan VESA. Deze projector ondersteunt echter ook andere signalen
die geen VESA-standaarden zijn.
Display
PC/
MAC/
WS
Resolutie
Horizontale
frequentie
(kHz)
Verticale
frequentie
(Hz)
VESA
Standard
* Er kan tijdelijk beeldruis optreden bij verticale frequenties boven
100 Hz als de OSD-functies geactiveerd worden.
DTV
Computer
Signaal
480I
480P
540P
580I
580P
720P
1035I
1080I
1080I
Horizontale frequentie (kHz)
15,7
31,5
33,8
15,6
31,3
45,0
33,8
33,8
28,1
Verticale frequentie (Hz)
60
60
60
50
50
60
60
60
50
27,0 60
640 × 350 31,5 70
37,9 85
720 × 350
27,0 60
31,5 70
27,0 60
640 × 400 31,5 70
37,9 85
27,0 60
720 × 400 31,5 70
37,9 85
VGA 26,2 50
31,5 60
34,7 70
37,9 72
37,5 75
640 × 480
43,3 85
47,9 90
Upscale
53,0 100
61,8 120
78,5 150
80,9 160
100,4 200
PC
31,4 50
35,1 56
37,9 60
44,5 70
48,1 72
46,9 75
SVGA 800 × 600 53,7 85
56,8 90
64,0 100
77,2 120
98,3 150
102,1 160
125,6 200
35,5 43
40,3 50
48,4 60
56,5 70
58,1 72
XGA 1.024 × 768
60,0 75
Tr ue
68,7 85
73,5 90
77,2 96
80,6 100
98,8 120
113,2 140
54,3 60
64,0 70
64,1 72
1.152 × 864 67,5 75
75,7 80
77,3 85
90,2 100
SXGA
54,8 60
1.152 × 882 65,9 72
Geavanceerde
67,4 74
intelligente
64,0 60
compressie
PC 1.280
74,6 70
×
78,1 74
1.024
80,0 75
91,1 85
108,4 100
SXGA
+
1.400 ×1.050
64,0 60
74,7 52
75,0 60
1.600 81,3 65
UXGA × 87,5 70
Intelligent
1.200 90,1 72
compressie
93,8 75
106,3 85
PC/
VGA 640 × 480 34,9 67 Upscale
MAC 13
PC/
XGA 1.024 × 768
48,4 60
Tru e
MAC 19
60,0 75
PC/
SXGA
1.280×1.024
80,0 75
MAC 21
MAC
SVGA
800
×
600
46,8 75
Upscale
16
832
×
624
49,6 75
SXGA
1.152
×
870
68,5 75
HP (WS)
1.280×1.024
78,1 72
PC (WS)
1.280
×
960
60,0 60
Geavanceerde
WS 85,9 85
intelligente
SGI (WS)
SXGA
1.280×1.024
53,5 50
compressie
76,8 72
SUN (WS)
1.152
×
900
60,9 66
71,9 76
Geavanceerde
intelligente
compressie
Display
PC/
MAC/
WS
Resolutie
Horizontale
frequentie
(kHz)
Verticale
frequentie
(Hz)
VESA
Standard
94
Oplossen van problemen
Controle
Het netsnoer van de projector zit niet in het stopcontact.
De stroom van de externe apparaten is uitgeschakeld.
Er is een verkeerde ingangsfunctie gekozen.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
De externe uitgang is niet ingesteld bij de aansluiting van een notebookcomputer.
Het deksel van de lampeenheid is niet op de juiste wijze geïnstalleerd.
De kabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten op het achterpaneel van de projector.
De instellingen “Helder” is op de minimumstand ingesteld.
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
(Alleen voor video-ingang)
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld.
(Alleen voor INGANG1 en 2)
Het ingangssignaaltype RGB/Component is verkeerd ingesteld.
Stel het beeld scherp.
De projectieafstand overschrijdt het scherpstelbereik.
(Alleen voor computeringang)
Voer de instellingen onder “Fijn sync. (de instelling “Klok”) uit
Voer de instellingen onder “Fijn sync. (de instelling “Fase”) uit
Er verschijnt ruis, afhankelijk van de computer.
De instelling “Ruisonderdr.” (digitale ruisonderdrukking) is verkeerd.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
Het volume staat in de minimumstand.
De MUTE (demping) display verschijnt.
Als het beeld normaal is, is het geluid te wijten aan het krimpen van de
behuizing als gevolg van veranderingen in de kamertemperatuur. Dit
zal de werking of de prestaties niet beïnvloeden.
Zie “Onderhoudsindicators”.
Het signaal in INPUT 1 of 2 is geen RGB XGA (1024 × 768) -signaal.
Er kunnen geen beelden worden vastgelegd bij ontvangst van andere dan
de voornoemde signalen.
Probleem
Af en toe is een ongewoon
geluid hoorbaar in de
behuizing
Onderhouds-
indicator licht op
Het beeld kan niet worden
vastgelegd
Bladzijde
17
35
18
13
18
87
18
46
46
66
46
28
29
48
48
65
18
35
36
83
67
Wel geluid, maar
geen beeld
De kleurweergave is bleek
of slecht
Het beeld is onscherp; er
verschijnt ruis in het beeld
Wel beeld, maar
geen geluid
Geen beeld en geen geluid
of de projector start niet.
Aanhangsel
95
ControleProbleem Bladzijde
Beeld-in-beeld
werkt niet
Stroom kan niet worden
in- of uitgeschakeld met de
Aan/uit-toets op de
projector
Het beeld is groen bij INGANG
1 of 2 COMPONENT
Het beeld is roze (geen groen)
bij INGANG 1 of 2 RGB
Het beeld is donker
Het beeld is te helder en witachting
De VOLUME-toetsen op
de projector werken niet
Een antwoordcode kan
niet worden ontvangen
wanneer tijdens standby
geprobeerd was om de
projector d.m.v. RS-232C
opdrachten te bedienen
via een computer.
Het signaal in INGANG 1 of 2 is ingesteld op een hogere resolutie dan SXGA.
Het signaal in INGANG 1 of 2 verstuurt componentsignalen van 480I,
480P, 540P, 580I, 580P, 720P, 1035I of 1080I.
Het signaal in INGANG 1 of 2 is ingesteld op de interlace-functie met
RGB-signalen.
Het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld.
Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op Niveau B, zijn alle
toetsen vergrendeld. Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op
Niveau A, werken alleen de toetsen INPUT, VOLUME en MUTE.
Verander de instelling van het ingangssignaaltype.
De lampindicator (LAMP) knippert rood. Vervang de lamp.
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
De VOLUME-toetsen werken niet: (probeer VOL+/– op de
afstandsbediening)
wanneer het menu wordt getoond
wanneer het lensmenu wordt getoond
wanneer beeld-in-beeld actief is
tijdens het vergroten (meer dan dubbele grootte)
wanneer de “dot by dot” schermresolutie groter is dan de paneelresolutie.
Wanneer RS-232C opdrachten via een computer overgestuurd worden
tijdens standby zal het maximaal 30 seconden duren voordat de
computer de antwoordcode krijgt. Zet de wachttijd bij de computer om
de antwoordcode te ontvangen op 30 seconden of langer.
Oplossen van problemen
57
71
46
83
46
89
96
Voor SHARP Assistance
Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector, raadpleegt u eerst
het deel “Oplossen van problemen” op bladzijde 94 en 95. Als deze gebruiksaanwijzing geen oplossing
biedt voor uw probleem, neemt u contact op met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
USA Sharp Electronics Corporation
1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277)
lcdsupport@sharpsec.com
http://www.sharplcd.com
Canada Sharp Electronics of Canada Ltd.
(905) 568-7140
http://www.sharp.ca
Mexico Sharp Electronics Corporation Mexico
Branch
(525) 716-9000
http://www.sharp.com.mx
Latijns-Amerika
Sharp Electronics Corp. Latin American
Group
(305) 264-2277
www.servicio@sharpsec.com
http://www.siempresharp.com
Duitsland
Sharp Electronics (Europe) GMBH
01805-234675
http://www.sharp.de
Ver. Koninkrijk
Sharp Electronics (U.K.) Ltd.
0161-205-2333
custinfo@sharp-uk.co.uk
http://www.sharp.co.uk
Italië
Sharp Electronics (Italy) S.P.A.
(39) 02-89595-1
http://www.sharp.it
Frankrijk
Sharp Electronics France
01 49 90 35 40
hotlineced@sef.sharp-eu.com
http://www.sharp.fr
Spanje
Sharp Electronica Espana, S.A.
93 5819700
sharplcd@sees.sharp-eu.com
http://www.sharp.es
Zwitserland
Sharp Electronics (Schweiz) AG
0041 1 846 63 11
cattaneo@sez.sharp-eu.com
http://www.sharp.ch
Zweden
Sharp Electronics ( Nordic ) AB
(46) 8 6343600
vision.support@sen.sharp-eu.com
http://www.sharp.se
Oostenrijk
Sharp Electronics Austria
(Ges.m.b.H.)
0043 1 727 19 123
pogats@sea.sharp-eu.com
http://www.sharp.at
Australië
Sharp Corporation of Australia
Pty. Ltd.
1300-135-022
http://www.sharp.net.au
Nieuw-Zeeland
Sharp Corporation of New Zealand
(09) 634-2059, (09) 636-6972
http://www.sharpnz.co.nz
Singapore
Sharp-Roxy Sales (S) Pte. Ltd.
65-226-6556
ckng@srs.global.sharp.co.jp
http://www.sharp.com.sg
Hongkong
Sharp-Roxy (HK) Ltd.
(852) 2410-2623
dcmktg@srh.global.sharp.co.jp
http://www.sharp.com.hk
Maleisië
Sharp-Roxy Sales & Service Co.
(60) 3-5125678
V.A.E.
Sharp Middle East Fze
971-4-81-5311
helpdesk@smef.global.sharp.co.jp
Thailand
Sharp Thebnakorn Co. Ltd.
02-236-0170
svc@stcl.global.sharp.co.jp
http://www.sharp-th.com
Korea
Sharp Electronics Incorporated of
Korea
(82) 2-3660-2002
webmaster@sharp-korea.co.kr
http://www.sharp-korea.co.kr
India
Sharp Business Systems (India)
Limited
(91) 11- 6431313
service@sharp-oa.com
Aanhangsel
97
Technische gegevens
LCD PROJECTOR
XG-C50X
NTSC 3.58/NTSC 4.43/PAL/PAL-M/PAL-N/PAL 60/SECAM/
DTV480I/DTV480P/DTV540P/DTV580I/DTV580P/DTV720P/DTV1035I/DTV1080I
LCD paneel x 3, RGB optische sluitermethode
Paneelformaat: 0,99" (25,1 mm) (15 [H] × 20 [B] mm)
Aantal beeldpunten: 786.432 beeldpunten (1.024 [H] × 768 [V])
1–1,27 × zoomlens, F1,7-2,2, f = 36,5–46,3 mm
250 W lamp werkend op netspanning
15-pins mini D-subconnector
Y: 1,0 Vp-p, sync negatief, 75 afgesloten
P
B
: 0,7 Vp-p, 75 afgesloten
P
R
: 0,7 Vp-p, 75 afgesloten
750 TV-lijnen (DTV720P)
15-pins mini D-subconnector
RGB gescheiden/synchronisatie op groen type analoge ingang: 0–0,7 Vp-p, positief, 75 afgesloten
HORIZONTAAL SYNC. SIGNAAL: TTL-niveau (positief/negatief)
VERTICAAL SYNC. SIGNAAL: idem als hierboven
RCA-aansluiting: VIDEO, composiet video, 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75
afgesloten
4-pins Mini DIN-aansluiting
Y (luminantiesignaal): 1,0 Vp-p, sync negatief, 75 afgesloten
C (kleursignaal): Piek 0,286 Vp-p, 75 afgesloten
9-pins mini DIN-connector
12-230 MHz
43-200 Hz*
15-126 kHz
ø3,5 mm ministekker: AUDIO, 0,5 Vrms, meer dan 47 k (stereo)
2,0 W (mono)
4 cm × 7 cm
100-240 V wisselstroom
3,4 A
50/60 Hz
340 W (standaardfunctie)/290 W (lage energiefunctie)
Ongeveer 0,8 W (wanneer “Mntr.out/RS232” (Mon uit/RS232) op “OFF” (uit) gezet is.
1.280 BTU/uur
41°F tot 104°F (+5°C tot +40°C)
–4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C)
Plastic
38 kHz
15
3
8" × 3
7
8" × 11
9
16" (390 (B) × 99,0 (H) × 294 (D) mm) (alleen de hoofdbehuizing)
15
1
2" × 4
7
16" × 11
5
8"(393 (B) × 114,0 (H) × 303,2 (D) mm) (inclusief stelvoetje en uitstekende delen)
11,3 lbs. (5,1 kg)
Afstandsbediening, twee R-6batterijen, netsnoer voor V.S., Canada enz. (11' 10" (3,6 m)), netsnoer
voor Europa, uitgezonderd Ver. Kon. (6' (1,8 m)), netsnoer voor Ver. Kon., Hong Kong en Singapore (6'
(1,8 m)), netsnoer voor Australië, Nieuw-Zeeland en Oceanië (6' (1,8 m)), RGB-kabel (9' 10", 3m),
USB-kabel (9' 10" (3 m)), Audiokabel voor computer (ø3.5 mm stereokabel met minijack) (9' 10" (3
m)), DIN-D-sub RS-232C-adapter (6
45
64" (15 cm)), Extra luchtfilter, lensdop (bevestigd), cd-rom met
handleidingen en technische gegevens, cd-rom met Sharp Advanced Presentation Software,
gebruiksaanwijzing, Quick reference-etiket
Lampeenheid (Lamp/huismodule)(BQC-XGC50X//1), Afstandsbediening (RRMCGA029WJSA), twee
R-6-batterijen (“AA”-formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig), netsnoer voor V.S., Canada enz.
(QACCDA010WJPZ), netsnoer voor Europa, uitgezonderd Ver. Kon. (QACCV4002CEZZ), netsnoer
voor Ver. Kon., Hong Kong en Singapore (QACCBA012WJPZ), netsnoer voor Australië, Nieuw-Zeeland
en Oceanië (QACCL3022CEZZ), RGB-kabel (QCNWGA012WJPZ), USB-kabel (QCNWGA014WJPZ),
Audiokabel voor computer (ø3.5 mm stereokabel met minijack)(QCNWGA013WJPZ), DIN-D-sub RS-
232C-adapter (QCNWGA015WJPZ), Luchtfilter (PFILDA005WJZZ), lensdop (PCAPHA003WJSA),
cd-rom met handleidingen en technische gegevens (UDSKAA007WJZZ), cd-rom met Sharp Advanced
Presentation Software (UDSKAA005WJN1), gebruiksaanwijzing (TINS-A163WJZZ), Quick reference-
etiket
Producttype
Model
Videosysteem
Weergavemethode
LCD paneel
Standaard lens
Projectielamp
Component-ingangssignaal
(INPUT 1/2)
Horizontale resolutie
Computer RGB-ingangssignaal
(INPUT 1/2)
Video-ingangssignaal
(INPUT 3)
S-video-ingangssignaal
(INPUT 4)
Computercontrolesignaal
(RS-232C)
Beeldpuntklok
Verticale frequentie
Horizontale frequentie
Audio-ingangssignaal
Audio-uitgang
Luidsprekersysteem
Nominale spanning
Ingangsstroom
Nominale frequentie
Stroomverbruik (normaal)
Stroomverbruik (standby)
Warmteafvoer
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Behuizing
I/R-dragerfrequentie
Afmetingen (bij benadering)
Gewicht (bij benadering)
Meegeleverde accessoires
Vervangingsonderdelen
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een LCD-paneel (Liq-
uid Crystal Display). Dit state-of-the-art paneel bevat 786.432
pixels (× RGB) TFTs (Thin Film Transistors). Net als andere
hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeld-TV's,
videosystemen en videocamera's, moeten projectoren voldoen
aan bepaalde tolerantienormen.
Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende,
inactieve beeldpunten die kunnen resulteren in inactieve punten
op het beeldscherm. Dit heeft geen invloed op de beeldkwaliteit
of de levensduur van het apparaat.
De technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
* Er kan tijdelijk beeldruis optreden bij verticale frequenties boven 100 Hz als de OSD-functies geactiveerd worden.
98
Afmetingen
Zijaanzicht Zijaanzicht
Bovenaanzicht
Achteraanzicht
Vooraanzicht
Onderaanzicht
3
15
/
16
(100,5)9
1
/
2
(241,5)
15
3
/
8
(390)
5 (126,5)
1
/
16
(1,5)
1
/
16
(1,5)
3
1
/
8
(80)
ø 67,5
4
3
/
8
(111,75)
2
15
/
16
(75)
M4
M4
M4
M4
2
11
/
16
(67,5)
4
15
/
16
(124,5)
5
/
16
(7,5)
3
7
/
8
(98,8)
8
7
/
16
(213,8)
11
9
/
16
(294)
3
/
16
(5,2)
1
/
8
(4)
9
/
16
(15)
2
1
/
8
(54,5)
1
3
/
4
(44,5)
4
1
/
8
(104)
Eenheden: duim (mm)
Aaanhangsel
99
Verklarende woordenlijst
Achtergrond
Als standaard in te stellen beeld dat geprojecteerd wordt
wanneer er geen ingangssignaal ontvangen wordt.
Antiidiefstal
Als de code (keycode) die is ingesteld in de projectorniet
correct wordt ingevoerd, werkt de projector niet, zelfs
als signalen warden ingevoerd.
Automatische synchronisatie
Zorgt voor een optimale weergave van computer-
gegenereerde beelden door automatisch bepaalde
instellingen te regelen.
Beeld-in-beeld
Biedt u de mogelijkheid om videobeelden aan een
gegevensscherm toe te voegen, voor nog effectievere
presentaties.
Beeldverhouding
De breedte-hoogteverhouding van een beeld. De
normale beeldverhouding voor computer- en
videobeelden is 4:3. Er bestaan ook breedbeeldformaten
met verhoudingen van 16:9 en 21:9.
C.M.S . (Color Management System)
Met deze functie kunt u de eigenschappen van zes
kleuren apart instellen (R: rood, Y: geel, G: groen, C:
cyaan, B: blauw, M: magenta)
Dot by dot
Deze functie projecteert beelden in hun oorspronkelijke
resolutie.
Fase
Een faseverschil is een verschil in timing tussen
isomorfe signalen met dezelfde resolutie. Bij een onjuist
faseniveau zal het geprojecteerde beeld een typische
horizontale flikkering vertonen.
Gamma
Functie die de beeldkwaliteit verbetert door het
verhelderen van de donkere delen van het beeld zonder
de helderheid van de heldere delen te veranderen.
U kunt uit vier verschillende instellingen kiezen:
STANDAARD, PRESENTATIE, CINEMA en SPEL.
Geavanceerde intelligente compressie
Via deze kwalitatief hoogstaande methode worden
beelden van een hogere en lagere resolutie aangepast
aan de eigen resolutie van de projector
GROOTTE AANPASSEN
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te
wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld te
verbeteren. U kunt uit zes verschillende instellingen
kiezen: NORMAAL, VOLLEDIG, DOT BY DOT, KADER,
REK en SLIMME REK.
Instellen van de digitale vershuiving
Verschuift het beeld makkelijk naar boven of naar onder
met de toetsen
''
''
' en
""
""
" wanneer de functie GROOTTE
AANPASSEN van het ingangsbeeld KADER, REK of
SLIMME REK is van de video- of DTV-signalen.
Kader
Projecteert een 4:3-beeld volledig op een 16:9-scherm
door de 4:3-beeldverhouding te behouden.
Kleurtmp (kleurtemperatuur)
Functie voor het afstellen van de kleurtemperatuur
overeenkomstig het type beeld dat de projector
ontvangt. Verlaag de kleurtemperatuur voor een
warmer, roodachtig beeld met natuurlijke huidskleuren
of verhoog de kleurtemperatuur voor een koeler,
blauwachtig beeld met meer helderheid.
Klok
De klok wordt aangepast om verticale ruis op te heffen
die het gevolg is van een verkeerde klokinstelling.
Niv. toetsvergr
Functie die toetsen kan vergrendelen om ongewenste
bediening te voorkomen.
Notevision Lock Down
Een nieuw mechanisme voor montage aan het plafond,
dat functioneert als doeltreffende diefstalbeveiliging en
de projector nog steviger aan het plafond vastzet.
Progressieve functie
De progressieve weergavefunctie zorgt voor een
gelijkmatiger videobeeld. U kunt uit drie verschillende
instellingen kiezen: 2D Progressief, 3D Progressief en
Filmfunctie.
Rek
Functie die het 4:3-beeld horizontaal uitrekt om het
volledig te kunnen weergeven op een 16:9-scherm.
Slimme rek
Projecteert het beeld volledig op een 16:9-scherm door
alleen de randen te vergroten en de 4:3-beeldverhouding
te behouden in het midden van het beeld.
sRGB
Een internationale norm voor kleurweergave opgesteld
door de IEC (International Electrotechnical Commis-
sion). Aangezien het vaste kleurgebied door de IEC is
bepaald, verandert de kleur volgens DLP-functies zodat
de beelden natuurlijk worden weergegeven op basis
van een origineel beeld wanneer u de “sRGB”-functie
inschakelt.
Trapeziumvorm-correctie
Functie voor het digitaal corrigeren van een vervormd
beeld wanneer de projector onder een hoek staat, het
zaagtandeffect vermindert en het beeld niet alleen
horizontaal maar ook verticaal comprimeert om de 4:3
beeldverhouding te behouden.
Wachtwoord
Een wachtwoord wordt ingesteld om te voorkomen dat
de instellingen van het menu “Opties (2)” kunnen
worden gewijzigd.
100
2D Progressief .............................................................. 47
3D Progressief .............................................................. 47
Aan/uit-toetsen ............................................................. 34
Aansluiting voor afstandsbediening met kabel ............ 26
Achtergrond .................................................................. 68
Afstandsbediening ........................................................ 12
Afstandsbedieningssensor ........................................... 13
Alles terugstellen .......................................................... 77
Anti-diefstal ................................................................... 75
AUDIO (L/R) INPUT 3, 4-aansluitingen ....................... 20
AUDIO INPUT 1, 2-aansluiting ..................................... 18
AUDIO OUTPUT-aansluiting ........................................ 22
Audiokabel voor computer ............................................ 18
Automatische synchronisatie display ........................... 50
Automatische uitschakeling .......................................... 70
Automatische zoekfunctie ............................................ 64
Automatische-synchronisatietoets (AUTO SYNC) ....... 50
Batterijen ...................................................................... 13
Bedrade R/C aansluiting (WIRED R/C JACK) ............. 26
Bedrijfsindicator ............................................................ 34
Beeld vastleggen .......................................................... 67
Beeld-in-beeld .............................................................. 57
Beeldverhouding ........................................................... 52
(BLACK SCREEN)-toets .............................................. 58
(BREAK TIMER)-toets .................................................. 59
C.M.S. ........................................................................... 60
Chroma ......................................................................... 61
De geprojecteerde beelden omkeren/
weergeven in spiegelbeeld. ...................................... 71
DIN-D-sub RS-232C-adapter ....................................... 23
Doel ............................................................................... 60
DOT BY DOT ................................................................ 52
Draadloze-presentatiefunctie ....................................... 25
Energiebesp. ................................................................. 69
Fase .............................................................................. 48
Fijn sync (Fijne synchronisatie) .................................... 48
Filmfunctie .................................................................... 47
Gamma-toets (GAMMA) ............................................... 56
Gesel. kleur ................................................................... 60
Handvat ......................................................................... 10
(HEIGHT ADJUST)-toets ............................................. 27
Helderh. ........................................................................ 61
INGANG 1 – 4 functies ................................................. 35
Ingangsfuncietoes (INPUT) .......................................... 34
INPUT 1-aansluiting ..................................................... 18
INPUT 2-aansluiting ..................................................... 18
INPUT 3-aansluiting ..................................................... 20
INPUT 4-aansluiting ..................................................... 20
Instellen van computerbeelden .................................... 48
Instellen van de automatische synchronisatie ............. 50
Index
Instellen van de digitale vershuiving ............................ 39
Instellen van de lens ..................................................... 28
Instellen van het beeld ................................................. 46
Insteltoetsen ................................................................. 42
Invoertoets (ENTER) .................................................... 42
KADER.......................................................................... 53
Kensington Security Standard-connector .................... 11
Keuze instel. ................................................................. 49
Kiezen van de taal van het in-beeld-display ................ 36
Kleurtmp (kleurtemperatuur) ........................................ 46
Klok ............................................................................... 48
Lamp ............................................................................. 85
Lampindicator (LAMP) .................................................. 83
Lensdop ........................................................................ 10
Luchtfilter ...................................................................... 81
Luidspreker ................................................................... 63
Meegeleverde accessoires ........................................... 14
MENU-toets .................................................................. 42
MUTE-toets ................................................................... 36
Netingang ..................................................................... 17
Netsnoer ....................................................................... 17
Niv. toetsvergr ............................................................... 71
NORMAAL .................................................................... 52
Optionele kabels ........................................................... 14
OSD Display ................................................................. 65
OUTPUT-aansluiting (INPUT 1,2) ................................ 69
PDF ................................................................................. 9
PinP-toets ..................................................................... 57
Progressieve functie ..................................................... 47
Projectie ........................................................................ 71
Projectie bij plafondmontage ........................................ 32
REK ............................................................................... 53
Restverhouding ............................................................ 70
RGB-kabel .................................................................... 18
RS-232C-aansluiting .................................................... 23
Ruisonderdr. ................................................................. 65
Schermgrootte-toets (RESIZE) .................................... 52
Scherpstelring .............................................................. 28
Signaal informatie ......................................................... 49
Signaaltype ................................................................... 46
SLIMME REK ................................................................ 53
Speciale functies .......................................................... 49
sRGB ............................................................................ 60
Startbeeld ..................................................................... 68
Status ............................................................................ 78
Stelvoetjes .................................................................... 27
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE) .................................. 54
Temperatuurindicator (TEMP.) ...................................... 83
Terug-toets (BACK) ...................................................... 25
Tint ................................................................................ 61
Aaanhangsel
101
Toets voor ongedaan maken (UNDO) .......................... 39
Trapeziumvormtoets (KEYSTONE) .............................. 38
Trapeziumvorm-correctie .............................................. 38
Uitlaatopening ............................................................... 80
USB-gangspoort ........................................................... 25
USB-kabel ..................................................................... 25
Variabel ......................................................................... 63
Vast ............................................................................... 63
Vastleggen .................................................................... 48
Ventilatiegleuven .......................................................... 80
Vergroten/verkleinen-toetsen (ENLARGE) .................. 55
Vervangen van de lamp ................................................ 85
Videosysteem ............................................................... 66
VOLLEDIG .................................................................... 52
VOLUME-toetsen .......................................................... 35
Vooruit-toets (FORWARD) ........................................... 25
Wachtwoord .................................................................. 73
Zoomknop ..................................................................... 28
SHARP CORPORATION
98

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Sharp xg c50x bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Sharp xg c50x in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 9,25 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info