Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige
instellingen niet beschikbaar zijn.
ItemBeschrijving
1-31
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
FAVORIETE BEDIENINGSGROEPLIJST
Dit wordt gebruikt om favoriete bedieningsgroepen op te slaan.
Favoriete bedieningsgroeplijstregistratie
Groepen voorkeursinstellingen kunnen als "favoriete bedieningsgroepen" worden opgeslagen. Een gebruiker die
bijvoorbeeld een andere taal spreekt zo normaal gesproken elke keer de taal moeten wijzigen om de machine te kunnen
gebruiken. Door de taalinstelling in een favoriete bedieningsgroep op te slaan, wordt de taal automatisch gekozen zodra
de betreffende gebruiker inlogt.
Instellingen
ItemBeschrijving
GroepsnaamSla naam van de gebruiker op (maximaal 32 tekens).
Selecteer de groepsnaam die u
wilt gebruiken als
registratiemodel
Selecteer een van de eerder opgeslagen groepen die u wilt gebruiken als sjabloon voor de
nieuwe groep. Nadat u de groep hebt geselecteerd, worden de instellingen toegepast.
Kopiëren
Instelling oorspronkelijke statusSelecteer de instellingen voor kleurmodus, papierlade, belichtingstype, kopieerfactor, 2-zijdig
en uitvoer.
Beeld Verzenden
Instelling oorspronkelijke statusSelecteer instellingen voor resolutie, belichting, kleurmodus, bestandindeling en type
origineel beeld Standaard eigen nummer en naam opslaan.
Systeeminstellingen
Instelling Detectie Formaat
Origineel
Selecteer of het formaat van originelen automatisch als AB-formaat of als inch-formaat wordt
gedetecteerd.
TaalinstellingSchermtaalinstelling selecteren.
Instelling ToetsbedieningStel de toetsinvoertijd en automatische toets herhaling in.
ToetsgeluidStel het geluid in dat u hoort wanneer een toets wordt geselecteerd.
Keuze ToetsenbordStel de taal van het toetsenbord in.
Instelling weergavepatroonSelecteer het kleurpatroon dat in het display wordt gebruikt.
Automatisch opgeslagen taken
na inloggen afdrukken
Wanneer vasthouden is ingeschakeld in de printerdriver en afdrukgegevens naar de machine
is gespoold, kunt u de gespoolde gegevens automatisch laten afdrukken als de gebruiker die
vasthouden heeft ingeschakeld zich aanmeldt.
Voorbeeldinstelling
Weergave standaardvoorbeeldBeeld verzenden:Selecteer de zoomfactor van de voorvertoning die kan worden
weergegeven bij ontvangst van een afbeelding en in het geheugenvak.
Toetsinstelling aanpassen
Toetsinstelling aanpassenStel vooor elke modus aangepaste toetsen in.
1-32
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
GEBRUIKERSAANTALLEN BEKIJKEN
Hiermee wordt het totale aantal pagina's weergegeven die door elke gebruiker zijn afgedrukt.
Als de toets [Gebruikersaantallen bekijken] wordt geselecteerd, verschijnt het volgende scherm.
(1)Gebruikerslijst
Hier worden de huidige opgeslagen gebruikers
weergegeven. Selecteer de gebruikersnaam als u een
gebruiker wil selecteren.
(2)Toets [ALLES selecteren]
Hiermee selecteert u alle gebruikers.
(3)Toets [Weergeven]
Hiermee worden de aantallen van de geselecteerde
gebruiker weergegeven.
(4)Toets [Aantal wissen]
Hiermee kunt u de aantallen van de geselecteerde
gebruiker wissen.
Gebruikersaantal weergegeven
Selecteer een gebruiker in het bovenstaande scherm en selecteer de toets [Weergeven]. De aantallen van de
betreffende gebruiker verschijnen.
Gebruikersaantallen wissen
U kunt een gebruiker selecteren uit de lijst op bovenstaand scherm om de teller voor deze gebruiker op nul te stellen. U
wordt gevraagd dit te bevestigen. Selecteer [OK] om de aantallen van deze gebruiker te wissen.
(1)
(3)
(4)
(2)
ItemInstellingen
VolgendeHiermee wordt de volgende gebruiker weergegeven (gesorteerd op registratienummer).
VorigeHiermee wordt de vorige gebruiker weergegeven (gesorteerd op registratienummer).
Gebruikte pagina'sDe overgebleven aantallen en het aantal pagina's van de geselecteerde gebruiker worden
per functie weergegeven.
PaginalimietDe paginalimiet die voor de gebruiker is ingesteld wordt tussen haakjes weergegeven onder
het aantal.
Aantallen van apparaten die niet zijn geïnstalleerd worden niet weergegeven.
1-33
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
EXTERNE BEDIENING VAN DE MACHINE
Met de functie externe bediening kunt u de machine vanuit uw computer bedienen.
Als deze functie is toegevoegd, verschijnt hetzelfde scherm als het bedieningspaneelscherm op uw computer.
Daarmee kunt u de machine vanaf uw computer op dezelfde manier bedienen alsof u voor de machine staat.
De functie voor bediening op afstand kan slechts op één computer tegelijkertijd worden gebruikt.
Werken met de functie externe bediening
Voordat u deze functie gebruikt, moet u "Bedieningsauthoriteit" instellen op "Toegestaan" in "Bediening van externe
software" van "Instellingen bediening op afstand" (alleen webpagina) in de systeeminstellingen (beheerder).
☞6.SYSTEEMINSTELLINGEN "Instellingen bediening op afstand" (pagina 6-70)
Om de de functie externe bediening te gebruiken, moet de machine zijn aangesloten op een netwerk en moet een
VNC-applicatie op uw computer zijn geïnstalleerd (aanbevolen VNC-software: RealVNC).
De procedure voor het gebruik van deze functie is als volgt:
Voorbeeld: RealVNC
1
Sluit de computer aan op het apparaat.
(1)Start de VCN-viewer
(2)Voer het IP-adres van de machine in het
invoervak "Server" in.
(3)Druk op [OK].
2
Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel van het apparaat om de verbinding toe te laten.
Tijdens communicatie via externe software verschijnt de toets bij de systeeminstellingen van het apparaat. Wilt u
de verbinding verbreken, sluit dan de externe software of druk op de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN] op het
bedieningspaneel en selecteer de toets op het scherm dat verschijnt.
Gebruik het bedieningspaneel op dezelfde manier als vanaf de machine*. Zie voor uitgebreide procedures de hoofdstukken
voor elk van de functies in deze handleiding. Let op, het is niet mogelijk om een waarde die wordt ingevoerd constant te
wijzigen door een toets ingedrukt te houden.
Systeeminstellingen (beheerder): Instellingen bediening op afstand (alleen webpagina)
Stel de bedieningsrechten voor de functie externe bediening in.
De registratie wordt uitgevoerd in [Systeeminstellingen] – [Bedieningsinstellingen] – "Instelling bediening op afstand" in het
webpaginamenu.
Bedien de
machine met uw
computerscherm
Uw computer
Netwerk
Bedieningspaneel
De machine
(2)(3)
1-34
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
TAKENLOGBOEK
De machine houdt een logboek bij van de uitgevoerde opdrachten. De instellingen voor het takenlogboek dat op de
machine wordt opgeslagen worden op de webpagina geconfigureerd. Selecteer [Takenlogboek] op de webpagina om
de instellingen te configureren.
TAKENLOGBOEK OPSLAAN/VERWIJDEREN
Het logboek van uitgevoerde opdrachten op de machine kan worden opgeslagen of gewist.
OPDRACHTLOGBOEK BEKIJKEN
Het logboek van uitgevoerde opdrachten op de machine kan worden weergegeven.
De weer te geven items en de van toepassing zijnde periode kan worden geselecteerd.
ItemInstellingen
TakenlogboekHet totale aantal opgeslagen opdrachtlogboeken verschijnt.
Opdrachtlogboek opslaan
Gegevens opslaan en verwijderenVerwijdert het takenlogboek nadat het opslaan is gecontroleerd
Knop [Opslaan]Slaat het takenlogboek op.
Nummer van takenlogboek voor
kennisgeving via e-mail
Selecteer het aantal opdrachten dat een e-mailmelding activeert.
Informeert het onder e-mail waarschuwingsbericht ingestelde adres wanneer het
toegewezen aantal wordt bereikt.
Opdrachtlogboek verwijderen
Knop [Wissen]Wist het takenlogboek.
ItemInstellingen
Selecteer onderwerpSelecteer het weer te geven item.
Toets [Weergeven]Geeft het takenlogboek weer.
1-35
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
OPGESLAGEN ITEMS IN HET
OPDRACHTLOGBOEK
De machine slaat de uitgevoerde opdrachten op in het opdrachtlogboek.
De belangrijkste informatie die wordt opgeslagen in het opdrachtlogboek wordt hieronder beschreven.
•
Om het tellen van de totale gebruiksaantallen van apparaten met een verschillende configuratie te vereenvoudigen, worden de
in het opdrachtlogboek opgeslagen items vastgelegd, ongeacht geïnstalleerde randapparatuur en de reden van de opslag.
•
In sommige gevallen wordt de opdrachtinformatie mogelijk niet correct opgeslagen, bijvoorbeeld wanneer een stroomstoring optreedt tijdens een opdracht.
•TAKENLOGBOEK (pagina 1-34)
Het opdrachtlogboek kan worden opgeslagen, verwijderd of gecontroleerd.
Registratie wordt uitgevoerd in het [TAKENLOGBOEK] in het webpaginamenu.
Nr.ItemnaamBeschrijving
1Belangrijkste itemsTaak-idDe taak-id wordt opgeslagen.
Taak-id's worden in het logboek opgeslagen als opeenvolgende
nummers tot 999999, waarna het tellen opnieuw bij 1 begint.
2Opdrachtmodus
De opdrachtmodus zoals kopiëren of afdrukken.
3Computernaam
De naam van de computer die de afdrukopdracht heeft verzonden.*
4GebruikersnaamDe gebruikersnaam voor de authentificatiefunctie.
5GebruikersnaamDe loginnaam voor de authentificatiefunctie.
6Begindatum en -tijdDe datum en het tijdstip waarop de opdracht is begonnen.
7Einddatum en -tijdDe datum en het tijdstip waarop de opdracht is voltooid.
8Totaal aantal zwart/wit
Voor een afdrukopdracht wordt het totale aantal opgeslagen.
Voor een verzendopdracht wordt het totale aantal verzonden zwart-witpagina's
opgeslagen.
Wanneer een overzicht wordt weergegeven van een
distributieverzending wordt het totale aantal pagina's opgeslagen.
Voor scannen naar schijf wordt het aantal opgeslagen zwart-witpagina's opgeslagen.
9
Totaal aantal
meerkleuren
Voor een afdrukopdracht wordt het totale aantal opgeslagen.
Voor een verzendopdracht wordt het totale aantal verzonden
meerkleurenpagina's opgeslagen.
Wanneer een overzicht wordt
weergegeven van een distributieverzending, wordt het totale aantal
pagina's opgeslagen.
Voor scannen naar schijf wordt het aantal opgeslagen
meerkleurenpagina's opgeslagen.
10
Totaal aantal
tweekleuren
Geeft
de totaaltelling in 2-kleuren aan.
11
Totaal aantal
enkelkleurs
Geeft
de totaaltelling in één kleur aan.
12
Telling volgens formaat
Tellingen per origineel/papierformaat in kleur en zwart-wit.
13
Aantal vellen volgens
formaat
Geeft het aantal vellen per papiersoort aan.
14Ongeldig aantal vellen
(zwart/wit)
Geeft het aantal ongeldige zwart-wit vellen aan.
15Ongeldig aantal vellen
(kleur)
Geeft het aantal ongeldige kleurenvellen aan.
1-36
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
16Belangrijkste itemsAantal gereserveerde
sets
Aantal opgegeven sets voor gereserveerde bestemmingen.
17Aantal voltooide setsAantal voltooide sets of aantal bestemmingen waarnaar de
verzending met succes is voltooid.
18Aantal gereserveerde
pagina's
Aantal gereserveerde origineelpagina's van een kopieeropdracht,
afdrukopdracht, scanopdracht of andere opdracht.
19Aantal voltooide
pagina's
Aantal voltooide pagina's van een set.
20ResultaatHet resultaat van een opdracht.
21Foutoorzaak
De oorzaak van een fout die is opgetreden tijdens een opdracht.
22
Onderwerp betreffende
afdrukopdracht
UitvoerDe uitvoermodus van een afdrukopdracht.
23NietenDe nietstatus.
24
Aantal nietjes
Het aantal nietjes.
25Aantal perforatiesHet aantal perforaties. Altijd "0" wanneer de machine wordt gebruikt.
26VouwenOpgeslagen bij een opdracht die met de vouwfunctie werkt. Altijd
"Niet vouwen" wanneer de machine wordt gebruikt.
27Aantal vouwenAantal gevouwen pagina's. Altijd "0" wanneer de machine wordt
gebruikt.
28PrintertintDe gebruikte tint voor een afdrukopdracht.
29Onderwerp
betreffende afbeelding
verzenden
Direct AdresAdres van een beeldverzendopdracht.
30Naam AfzenderNaam van de afzender van een beeldverzendopdracht.
31AfzenderadresAdres van de afzender van een beeldverzendopdracht.
32Type verzendingVerzendtype van een beeldverzendopdracht.
33Administratief
serienummer
Administratief serienummer van een beeldverzendopdracht.
34RondzendnummerRondzendnummer van een beeldverzendopdracht.
35InvoervolgordeReserveringsvolgorde voor een distributieverzending van een
beeldverzendopdracht. Voor een seriële navraagopdracht wordt dit
gebruikt om de communicatie op het afdrukken af te stemmen.
36BestandstypeBestandindeling van een beeldverzendopdracht.
37Compressiemodus/
Comprimeringsfactor
Compressiemodus en comprimeringsfactor van het bestand van een
beeldverzendopdracht.
38CommunicatietijdGeeft de communicatieduur van verzendopdrachten aan.
39Faxnr.Geeft het opgeslagen nummer van de afzender aan.
40Onderwerp
betreffende
documentarchivering
Document ArchiverenStatus van document archiveren.
41OpslagmodusOpslagmodus van document archiveren.
42BestandsnaamBestandsnaam van een bestand dat is opgeslagen via document
archiveren of afdruk achterhouden.*
43Gegevensgrootte [KB]Bestandsgrootte.
44Algemene
functionaliteit
KleurinstellingDe door de gebruiker geselecteerde kleurmodus.
45Speciale FunctiesSpeciale functies die zijn geselecteerd toen de opdracht werd
uitgevoerd.
46Bestandsnaam 2Slaat de bestandsnaam van afdrukopdrachten op.*
Nr.ItemnaamBeschrijving
1-37
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
*In sommige omgevingen wordt dit niet opgeslagen.
47Gedetailleerde itemsFormaat OrigineelFormaat van een gescand origineel.
Voor een afdrukopdracht met document archiveren is dit het
papierformaat van het bestand.
48OrigineeltypeOrigineeltype (tekst, afgedrukte foto enz.) dat is ingesteld in het
scherm met belichtingsinstellingen.
49PapierformaatHet papierformaat van een afdrukopdracht.
Het papierformaat van het verzonden papier bij een verzendopdracht.
Bij scannen naar schijf is dit het papierformaat van het opgeslagen
bestand.
50PapiertypeHet papiertype dat wordt gebruikt voor het afdrukken.
51Papiereigenschap:
Duplex Uitschakelen
Geeft aan dat duplex was uitgeschakeld bij "Papiertype".
52Papiereigenschap:
Vaste Papierzijde
Geeft aan dat de vaste zijde was opgegeven bij "Papiertype".
53Papiereigenschap:
Nieten Uitschakelen
Geeft aan dat nieten was uitgeschakeld bij "Papiertype".
54Papiereigenschap:
Perforeren
Uitschakelen
Geeft aan dat perforeren was uitgeschakeld bij "Papiertype".
55Duplex configurerenGeeft de duplexinstelling aan.
56ResolutieGeeft de scanresolutie aan.
57ApparaatitemModelnaamGeeft de modelnaam van de machine aan.
58SerienummerGeeft het serienummer van de machine aan.
59NaamGeeft de op de webpagina's ingestelde naam van de machine aan.
60MacinelocatieGeeft de op de webpagina's ingestelde locatie van de machine aan.
Nr.ItemnaamBeschrijving
1-38
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
OPSLAG-BACKUP
Adresboekgegevens en gebruikersgegevens die op de machine zijn opgeslagen kunnen naar uw computer worden
gebackupt of van uw computer worden opgehaald via de webpagina.
Instellingen en gegevens die op de machine zijn opgeslagen kunnen naar de computer worden gebackupt.
Instellingen kunnen worden geëxporteerd of geïmporteerd in XML-formaat met de webpagina. Selecteer
[Opslag-backup] in het webpaginamenu en configureer de instellingen.
EXPORTINSTELLINGEN
Gebruik deze instellingen om gegevens naar uw computer te backuppen.
IMPORTINSTELLINGEN
Gebruik deze instellingen om gegevens op de machine terug te zetten die eerder naar de computer zijn gebackupt.
•De gegevens worden opgeslagen op de computer waarmee de webpagina wordt geopend.
•Deze functie kan niet worden gebruikt terwijl de systeeminstellingen worden gebruikt, tijdens het uitvoeren van een
opdracht of wanneer er sprake is van een gereserveerde opdracht.
•Neem voor apparaten waarvoor gegevens kunnen worden geïmporteerd contact op met uw dealer of dichtstbijzijnde
erkende servicebedrijf.
ItemInstellingen
Type exportinstellingenSelecteer het type instellingen dat u wilt exporteren.
WachtwoordVoer het wachtwoord in dat vereist is voor het importeren van instellingen (maximaal
16 tekens).
ItemInstellingen
Instellingen importeren uit bestandVoer de naam van het te importeren bestand in (maximaal 200 tekens). Klik op
[Bladeren] om het bestand te selecteren uit het dialoogvenster bestandselectie.
WachtwoordAls er een wachtwoord is ingesteld voor het te importeren bestand, voer dan het
wachtwoord in (maximaal 16 tekens).
1-39
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
APPARAAT KOPIËREN
Met Apparaat kopiëren wordt de instellingsinformatie van de machine in XML-indeling opgeslagen en gekopieerd naar
een andere machine.
Deze functie hoeft u dezelfde instellingen niet telkens opnieuw te configureren in verschillende machines. Selecteer
[Apparaat kopiëren] in het webpaginamenu en configureer de instellingen.
EXPORTINSTELLINGEN
Gebruik deze instellingen om gegevens naar uw computer te backuppen.
IMPORTINSTELLINGEN
Gebruik deze instellingen om gegevens op de machine terug te zetten die eerder naar de computer zijn gebackupt.
•De gegevens worden opgeslagen op de computer waarmee de webpagina wordt geopend.
•Deze functie kan niet worden gebruikt terwijl de systeeminstellingen worden gebruikt, tijdens het uitvoeren van een
opdracht of wanneer er sprake is van een gereserveerde opdracht.
•Neem voor apparaten waarvoor gegevens kunnen worden geïmporteerd contact op met uw dealer of dichtstbijzijnde
erkende servicebedrijf.
•De volgende gegevens worden niet gekopieerd tijdens de functie Apparaat kopiëren:
-Items van lijst afdrukken en doorsturen van faxen.
-Weergave-items voor tellingen en apparaatstatus.
-IP-adressen van de machine, apparaatnaam, beheerderswachtwoord, afzendernamen voor beeld verzenden en overige
informatie die specifiek voor de machine is.
-Schermcontrast, kleurinstelling en andere aangepaste waarden specifiek voor ieder hardwareapparaat.
ItemInstellingen
Type exportinstellingenSelecteer het type instellingen dat u wilt exporteren.
WachtwoordVoer het wachtwoord in dat vereist is voor het importeren van instellingen (maximaal
16 tekens).
ItemInstellingen
Instellingen importeren uit bestandVoer de naam van het te importeren bestand in (maximaal 200 tekens). Klik op
[Bladeren] om het bestand te selecteren uit het dialoogvenster bestandselectie.
WachtwoordAls er een wachtwoord is ingesteld voor het te importeren bestand, voer dan het
wachtwoord in (maximaal 16 tekens).
1-40
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER
Dit hoofdstuk bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u papier in de papierladen laadt.
Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u papier laadt.
NAAM EN PLAATS VAN DE LADEN
De benaming van de laden is als volgt:
BRUIKBAAR PAPIER
Diverse soorten papier worden verkocht. In dit gedeelte vindt u een uitleg over normaal papier en speciale media die u
kunt gebruiken met het apparaat. Zie voor uitgebreide informatie over het formaat en soort papier dat kan worden
geladen in elke lade van het apparaat de specificaties in de Veiligheidshandleiding en "Papierlade-Instellingen" (pagina
6-13) in "6. SYSTEEMINSTELLINGEN".
Normaal papier, speciale media
Normaal papier dat kan worden gebruikt
• SHARP standaard normaal papier (80 g/m
2
(21 lbs.)). Raadpleeg de specificaties in de Veiligheidshandleiding voor
papierspecificaties.
• Ander normaal papier dan SHARP standaard papier (60 g/m
2
tot 105g/m
2
(16 lbs. tot 28 lbs.))
Gerecycled paper, gekleurd paper, reeds geperforeerd paper, voorbedrukt papier en briefpapier moeten voldoen
aan dezelfde specificaties als normaal papier. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende
servicevertegenwoordiger als u advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
* De eenheden "g/m
2
" (lbs.) in deze uitleg geven het papiergewicht aan.
PAPIER LADEN
Handinvoerlade
Papierlade 1
Papierlade 2
Papierlade 3
Papierlade 4
1-41
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
Papiertypen die in elke lade kunnen worden gebruikt
De volgende papiertypen kunnen in elke lade worden geladen.
"-" in de tabel geeft aan "kan niet worden gebruikt".
*1"Zwaar papier" is zwaar papier tot 209
g
/m
2
(110 lbs. index).
*2Printerdrivers die het gebruik van glanzend papier toestaan zijn PCL6-, PCL5c- en PS-printerdrivers in een Windows-omgeving.
*3Dun papier van 55 g/m
2
tot 59 g/m
2
(15 lbs. tot 16 lbs.) kan worden gebruikt.
Afdrukzijde naar boven of naar beneden
Papier is geladen met de afdrukzijde naar boven of naar beneden afhankelijk van de papiertype en -lade.
De stand waarin geperforeerd papier, papier met briefhoofd en voorbedrukt papier wordt geladen is anders dan dat van
ander papier.
Zie voor informatie "Voorbeeld: plaatsingsstand van geperforeerd papier, briefhoofdpapier en voorbedrukt papier"
(pagina 1-42).
Papierlade 1 tot 4
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
Als het papiertype echter "Geperforeerd", "Briefpapier" of "Voorbedrukt" is, laad het papier dan met de afdrukzijde naar
beneden*.
Handinvoerlade
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden.
Als het papiertype echter "Geperforeerd", "Briefpapier" of "Voorbedrukt" is, laad het papier dan met de afdrukzijde naar
boven*.
*Als "Uitschakelen van duplex" (Alleen webpagina) is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), laad het
papier dan op de normale manier (met de bedrukte zijde omhoog in lade 1 tot lade 4; bedrukte zijde omlaag in de
handinvoerlade).
Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4Handinvoerlade
Normaal papierToegestaanToegestaan
VoorbedruktToegestaanToegestaan
Recycle-PapierToegestaanToegestaan
BriefpapierToegestaanToegestaan
GeperforeerdToegestaanToegestaan
KleurToegestaanToegestaan
Zwaar papier 1*
1
–Toegestaan
Etiketten–Toegestaan
Glanspapier*
2
–Toegestaan
Transparant–Toegestaan
Enveloppen–Toegestaan
Dun papier*
3
–Toegestaan
1-42
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
Voorbeeld: plaatsingsstand van geperforeerd papier, briefhoofdpapier en voorbedrukt papier
Bij deze uitleg wordt ervan uitgegaan dat "Uitschakelen van duplex"
(Alleen webpagina)
niet is ingeschakeld in de
systeeminstellingen (beheerder).
Papier dat u niet kunt gebruiken
• Speciale media voor inkjetprinters (fijn papier,
glanspapier, glansfilm, etc.)
• Carbonpapier of thermisch papier
• Geplakt papier
• Papier met clips
• Papier met vouwen
• Gescheurd papier
• Geoliede transparanten
• Dun papier van minder dan 55 g/m
2
(15 lbs.)
• Papier van 210 g/m
2
(110 lbs. index) of meer
• Papier met onregelmatige afmetingen
• Geniet papier
• Vochtig papier
• Opgekruld papier
•
Papier waarvan ofwel de afdrukzijde ofwel de achterzijde door
een ander(e) printer of multifuntioneel apparaat is bedrukt.
• Papier met golfpatronen als gevolg van vochtabsorptie
Niet-aanbevolen papier
• Strijkpapier
• Japans papier
• Geperforeerd papier
Lade origineelinvoerGlasplaat
Voorgeperforeerd
(links inbinden)
BriefpapierVoorbedrukt
Papierlade 1 tot 4
Laad de te bedrukken kant van het papier
naar onderen met de perforatiegaten
naar voren en de bovenrand rechts.
Laad de te bedrukken kant van
het papier naar onderen met het
briefhoofd (bovenrand) rechts.
Laad de te bedrukken (voorbedrukte)
kant van het papier naar onderen met
de bovenrand rechts.
Handinvoerlade
Laad de te bedrukken kant van het papier
naar boven met de perforatiegaten naar
voren en de bovenrand links.
Laad de te bedrukken kant van
het papier naar boven met het
briefhoofd (bovenrand) links.
Laad de te bedrukken
(voorbedrukte) kant van het papier
naar boven met de bovenrand links.
A
A
A
ABC
ABC
A
-1-
A
-1-
A
ABC
ABC
A
A
-1-
A
-1-
•
Diverse typen normaal papier en speciale media zijn verkrijgbaar. Sommige typen zijn met het apparaat niet te gebruiken. Neem contact
op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger als u advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
•
De beeldkwaliteit en geschiktheid voor fusing van het papier wisselt mogelijk naargelang de omgeving, bedrijfssituatie en
papiereigenschappen. De afbeeldingkwaliteit is dan minder dan u zou verkrijgen op SHARP standaardpapier. Neem contact op met
uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger als u advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
•Wanneer u niet-aanbevolen of niet-bruikbaar papier gebruikt, kan dit leiden tot scheve invoer, papierstoringen en slechte
fusing van de toner (de toner hecht niet goed aan het papier en geeft af), of storingen van het apparaat.
•Wanneer u niet-aanbevolen papier gebruikt, kan dit leiden tot papierstoringen of een slechte beeldkwaliteit. Alvorens
niet-aanbevolen papier te gebruiken controleert u of u hiermee goed kunt afdrukken.
1-43
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
PAPIERLADE-INSTELLINGEN VOOR
PAPIERLADE 1 TOT 4
PAPIER LADEN EN PAPIERFORMAAT WIJZIGEN
Er kunnen maximaal 500 vellen papier van formaat A5 tot A4 (5-1/2"x 8-1/2" tot formaat 8-1/2" x14") in lade 1 en 2 worden geladen.
Er kunnen maximaal 500 vellen papier van formaat B5 tot A4 (7-1/4"x 10-1/2" tot formaat 8-1/2" x14") in lade 3 en 4 worden geladen.
1
Trek de papierlade naar buiten.
Trek rustig aan de lade totdat deze niet meer verder gaat.
Voor het laden van papier,ga naar stap 3. Voor het laden van
een ander papierformaat, ga naar de volgende stap.
Trek niet hard aan de lade. Dat kan storingen veroorzaken.
2
Stel de geleideplaten A en B af door de
vergrendelingshendels in te knijpen en
de geleideplaten naar de juiste
horizontale en verticale afmetingen voor
het te laden papier te schuiven.
De geleideplaten A en B kunnen worden verschoven. Knijp de
vergrendelingshendel in en verschuif de geleideplaat.
•Stel de geleider goed in op het formaat van het papier. Als de geleider niet goed wordt ingesteld, kan het papier
scheef trekken of vastlopen.
•Het geplaatste papier mag niet boven deze uitsteeksels komen.
3
Doorblader het papier.
Doorblader het papier voordat u het laadt. Als u het papier niet
doorbladert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd
waardoor het apparaat vastloopt.
Pas op dat u zich bij het hanteren van papier niet aan de randen van het papier snijdt.
A
B
1-44
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
4
Plaats het papier in de lade.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven. De stapel
mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximum 500
vellen).
•Wanneer papier tot boven de lijn wordt gevuld, kunnen papierstoringen optreden.
•Pas op dat uw vingers niet bekneld raken in de lade wanneer u deze naar binnen duwt.
5
Duw de papierlade rustig terug in het
apparaat.
Druk stevig tegen de lade totdat deze volledig in het apparaat
zit.
Wanneer u een lade uittrekt nadat deze is gevuld, trek dan niet hard. Anders kan de lade beschadigen, of de machine
omkiepen, wat tot letsel kan leiden.
Als u een ander type of formaat papier hebt geladen dan ervoor, vergeet dan niet de "Papierlade-Instellingen" in de
systeeminstellingen te wijzigen. Als deze instellingen niet correct worden geconfigureerd, zal de automatische
papierselectie niet goed werken en kan het afdrukken op het verkeerde papierformaat of –soort gebeuren of kan er
papier vastlopen.
Let op
Zijn er kinderen in de buurt, zorg dan dat ze niet op een uitgetrokken lade gaan zitten of spelen.
Zitten op een lade kan de lade beschadigen en de machine doen omvallen, wat tot letsel kan leiden.
Plaats geen zware voorwerpen op de lade en druk niet omlaag op de lade.
Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.
Product:
Spelregels forum
Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:
lees eerst de handleiding door;
controleer of uw vraag al eerder door iemand anders is gesteld;
probeer uw vraag zo duidelijk mogelijk te stellen;
heeft u een probleem en al geprobeerd om dit op te lossen, vermeld dit erbij aub;
heeft u een oplossing gekregen van een bezoeker dan horen wij dat graag in dit forum;
wilt u een reactie geven op een vraag of antwoord, gebruik dan niet dit formulier maar klik op de knop 'reageer op deze vraag';
uw vraag wordt direct op de website gezet; vermijd daarom persoonlijke gegevens in te vullen;
Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.
Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.
Abonneren
Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Sharp MX-C310 bij:
nieuwe vragen en antwoorden
nieuwe handleidingen
U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.
Ontvang uw handleiding per email
Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Sharp MX-C310 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.
De handleiding is 17,47 mb groot.
U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.
Stel vragen via chat aan uw handleiding
Stel uw vraag over deze PDF
Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email
Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.
Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.
Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken
U heeft geen emailadres opgegeven
Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.
Uw vraag is op deze pagina toegevoegd
Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.