26400
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/92
Pagina verder
MODEL
AR-M160
AR-M205
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL
SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
KOPIEERFUNCTIES
AANGEPASTE
KOPIEERFUNCTIES
PRINTER- EN
SCANNERFUNCTIES
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PROBLEEMOPLOSSING
PERIODIEK ONDERHOUD
RANDAPPARATUUR
EN ONDERDELEN
BIJLAGE
8
18
32
38
42
52
71
74
77
Pagina
AR-M160
AR-M205
PAN
KS1
QS52
Cover1_4.fm Page 1 Monday, February 16, 2004 10:52 AM
Maak geen kopieën van documenten die volgens de wetgeving niet mogen worden gekopieerd.
De volgende items mogen normaal gesproken volgens de wet niet worden gekopieerd.
Ook het kopiëren van andere documenten kan verboden zijn volgens lokale wetgeving.
Cheques Paspoorten Rijbewijzen
Geld Postzegels Bonds Aandelen Bankpapieren
1
INHOUD
VEILIGHEIDSMAATREGELEN................................................................................................................. 3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK......................................................................................... 3
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ DE KEUZE VAN EEN INSTALLATIEPLEK .......................................... 3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T TRANSPORT ...................................................................................... 4
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T. DE LASER..........................................................................................4
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU ................................................................................................................... 5
HET GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING ..................................................................................................5
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.................................................................................... 5
DE BETEKENIS VAN "R" IN HET ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT INDICATIES..................................... 5
INTERNATIONALE REGELS IN DEZE HANDLEIDING .................................................................................. 6
SPF EN RSPF .................................................................................................................................................. 6
VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN....................................................................................................... 6
HOOFDKENMERKEN ............................................................................................................................... 7
1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES ... 8
BEDIENINGSPANEEL....................................10
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN ............ 12
INSCHAKELEN...............................................12
UITSCHAKELEN ............................................12
PAPIER BIJVULLEN ....................................... 13
PAPIER...........................................................13
PAPIER BIJVULLEN.......................................14
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN ............................................16
2 KOPIEERFUNCTIES
NORMAAL KOPIEREN ................................... 18
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN ............. 21
PAPIERLADEKEUZE .....................................21
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN ....................23
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM............... 23
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE .............23
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE ....24
HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE
HORIZONTALE EN VERTICALE
KOPIEERFACTOREN ....................................24
DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET
HANDINVOERLADE........................................ 27
AUTOMATISCH DUBBELZIJDIG KOPIEREN 28
BEELDDRAAIING BIJ DUBBELZIJDIG
KOPIEREN .....................................................30
BOEKKOPIEEN............................................... 31
EEN KOPIEERPROCES ONDERBREKEN..... 32
3
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
BEELDRAAIING VAN 90 GRADEN................ 32
KOPIEEN SORTEREN EN GROEPEREN ...... 32
HET KOPIEREN VAN MEERDERE
ORIGINELEN OP EEN ENKELZIJDIG VEL
PAPIER ............................................................ 34
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN TIJDENS
HET KOPIEREN .............................................. 36
SCHADUWEN RONDOM DE KANTLIJNEN VAN DE
KOPIE WISSEN.........................................................37
4
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN ............. 39
BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN.................39
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN ........... 40
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-
TOETSEN ...................................................... 40
SCANNEN VANAF UW COMPUTER............ 41
BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN
SCANNERFUNCTIES...................................... 41
2
5 GEBRUIKERSINSTELLINGEN
DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE
AANPASSEN................................................... 42
TONER BESPARINGSFUNCTIE ACTIVEREN43
INSTELLINGEN AANPASSEN........................ 44
GEBRUIKERSPROGRAMMA’S .....................44
INSTELLINGEN VOOR EEN
GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN........47
INSTELLINGEN VOOR ACCOUNTREGELING .......48
ACCOUNTREGELING....................................48
ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN......................48
ACCOUNTREGELINGFUNCTIE-INSTELLINGEN
SELECTEREN
...........................................................49
6 PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEMOPLOSSING................................ 52
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN.........53
PRINTER- SCANNERPROBLEMEN......................56
INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN ....... 62
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN..... 63
PAPIERSTORING IN DE SPF/RSPF .............63
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE...... 64
PAPIERSTORING IN DE KOPIEERMACHINE ......65
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE .68
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE
(alleen bij de AR-M205)
............................................69
TONERCARTRIDGE VERVANGEN................ 70
7 PERIODIEK ONDERHOUD
CONTROLE VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ......... 71
CONTROLE VAN DE TOTALE UITVOERTELLING ................71
TONERNIVEAU CONTROLEREN .................72
PERIODIEK ONDERHOUD ............................. 72
REINIGING VAN DE ORIGINEELPLAAT EN
SPF/RSPF-ORIGINEELKLEP ........................72
REINIGING VAN DE PAPIERINVOERROL
VAN DE HANDINVOERLADE ........................73
REINIGING VAN DE TRANSPORTLADE ..............73
8
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
RANDAPPARATUUR...................................... 74
EENMALIG DOORVOERENDE
ORIGINEELINVOER/ ZELF-OMKERENDE
EENMALIG DOORVOERENDE
ORIGINEELINVOER...................................... 75
250-VEL PAPIERINVOEREENHEID/ 2 X 250-VEL
PAPIERINVOEREENHEID .....................................75
TWEEVOUDIG FUNCTIEBOARD ..........................76
OPSLAG VAN ONDERDELEN ....................... 76
CORRECTE OPSLAG VAN ONDERDELEN. 76
9 BIJLAGE
TECHNISCHE SPECIFICATIES...................... 77
SOFTWARELICENTIE .................................... 80
INDEX .............................................................. 82
3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Volg de hieronder beschreven veiligheidsmaatregelen wanneer u deze machine gebruikt.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK
Waarschuwing:
Het fuseergebied is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
Let op:
Zet de machine niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitzetten van de machine en zet
deze daarna weer aan.
Plaats de machine op een stevige en vlakke ondergrond.
Installeer de machine niet in een vochtige of stoffige ruimte.
Schakel de kopieermachine uit wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de
vakantieperiode, en verwijder de stekker uit het stopcontact.
Zet de kopieermachine uit voordat u deze gaat verplaatsen en verwijder de stekker uit het stopcontact.
Bedek de machine niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Hierdoor wordt de
warmte-uitstraling verhindert, waardoor de machine kan beschadigen.
Het gebruik van andere besturingen of procedures dan beschreven in deze handleiding kunnen een schadelijke
blootstelling aan straling tot gevolg hebben.
De AC contactdoos moet in de nabijheid van de apparatuur zijn geïnstalleerd en eenvoudig toegankelijk zijn.
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ DE KEUZE VAN
EEN INSTALLATIEPLEK
Onjuiste installatie kan leiden tot schade aan de machine. Volg de onderstaande aanwijzingen tijdens installatie of
verplaatsing van de machine.
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
Wanneer de machine wordt verplaatst van een koele ruimte naar een warme ruimte, kan er zich condens vormen
in de machine. Gebruik van de machine in zulke omstandigheden kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en
storingen. Laat de machine gedurende 2 uren en bij kamertemperatuur staan alvorens deze te gebruiken.
vochtig, dampig of
erg stoffig zijn
aan direct zonlicht worden
blootgesteld
slecht
geventileerd
zijn
onderhevig zijn aan
extreme
temperatuurwisselingen
of veranderingen in de
luchtvochtigheid, zoals
in de nabijheid van een
airconditioningapparaat
of radiator.
Let op
!Chapter0.fm Page 3 Friday, February 6, 2004 10:55 AM
4
De kopieermachine moet in de nabijheid van een toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd
zodat de stekker gemakkelijk kan worden verwijderd en weer aangesloten.
Zorg ervoor dat de voedingskabel uitsluitend wordt aangesloten op een stopcontact dat voldoet
aan de gespecificeerde stroom- en voltagevereisten. Zorg er ook voor dat het stopcontact goed is
geaard.
Laat voldoende ruimte vrij rond de kopieermachine voor
onderhoud en goede ventilatie.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T TRANSPORT
Houd rekening met de onderstaande aanwijzingen tijdens het verplaatsen om het prestatievermogen van de
machine te behouden.
Machine niet laten vallen, blootstellen aan schokken of tegen andere voorwerpen aanstoten.
Bewaar reserve-tonercartridges in de originele verpakking op een donkere plaats.
Wanneer deze aan direct zonlicht worden blootgesteld, kunnen er vlekken op de kopieën ontstaan.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte).
Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN M.B.T. DE LASER
Informatie over de genoemde handelsmerken
•Microsoft
®
Windows
®
besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en andere landen.
Windows
®
95, Windows
®
98, Windows
®
Me, Windows NT
®
4.0, Windows
®
2000, and Windows
®
XP zijn
handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
IBM en PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Acrobat
®
Reader Copyright
©
1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het
Adobe-logo, Acrobat en het Acrobat-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
Sluit de machine aan op een leeg stopcontact dat niet wordt gebruikt door andere elektrische apparatuur.
Wanneer er een verlichtingsrail op hetzelfde stopcontact wordt aangesloten, kan de verlichting gaan flikkeren.
Golflengte 785 nm + 10 nm/-15 nm
Impulstijden (8.141 µs ± 0.1 µs)/7 mm
Uitgangsvermogen 0.14 mW - 0.22 mW
Opmerking
20cm (8")
20cm
(8")
20cm
(8")
5
INFORMATIE M.B.T. HET MILIEU
HET GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING
Deze machine is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van
bedrijfsruimte en een maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u
aan deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat
deze vlug ingekeken kan worden.
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing (Digitaal multifunctioneel systeem) (deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als
kopieermachine.
Online handboek (op de bijgeleverde CD-Rom)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken als printer of scanner.
Software installatiehandleiding (aparte handleiding)
Deze handleiding bevat de instructies voor het installeren van de software waarmee de kopieermachine kan worden
gebruikt in combinatie met uw computer en de procedures voor het instellen van de printer begininstellingen.
DE BETEKENIS VAN "R" IN HET ORIGINEEL EN
PAPIERFORMAAT INDICATIES
Een "R" onderaan het origineel of papierformaat (B5R, A4R (5-1/2" x 8-1/2"R, 8-1/2" x 11"R), etc.) betekent dat het
origineel of het kopieerpapier in de liggen afdrukstand is geplaatst zoals op de onderstaande afbeelding.
Formaten die uitsluitend in de horizontale (liggende) afdrukstand kunnen worden geplaatst (B4, A3 (8-1/2" x 14", 11"
x 17")) bevatten geen "R" in de afdrukstand.
Als
ENERGY STAR
®
Partner, heeft SHARP vastgelegd dat dit product voldoet aan de
ENERGY STAR
®
richtlijnen voor een efficiënt energieverbruik.
USB 2.0 compatible (tweevoudig functieboard)
Lees de “Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)” (p.38) om te controleren of uw
systeem en machine-instellingen correct zijn geconfigureerd voordat u de kopieermachine
aansluit via de USB 2.0 (Hi-Speed functie).
<Horizontale (Liggende) afdrukstand>
6
INTERNATIONALE REGELS IN DEZE HANDLEIDING
SPF EN RSPF
Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "SPF" en naar de
zelfomkerende eenmalig doorvoerende origineelinvoer als "RSPF".
VERSCHILLEN TUSSEN DE MODELLEN
Deze handleiding geldt voor de volgende modellen.
Verwijzingen voor de AB series (metrisch) en de inch series
Indien van toepassing worden beide specificaties vermeld.
Bijvoorbeeld:
Pagina 15, stap 1 .................B4 en A3 (8-1/2" x 14" en 11" x 17")
Pagina 77 .............................50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%,
200% (50%, 64%, 77%, 95%, 100%, 121%, 129%,
141%, 200%)
Ondanks het feit dat in deze handleiding de indicaties van de AB serie op het bedieningspaneel worden getoond,
worden op de inch serie machines de inch indicaties weergegeven.
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet
correct worden opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het
verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d
van de machine.
Waarschuwing
Let op
Opmerking
Model AR-M205 AR-M160
Uiterlijk
(Met RSPF geïnstalleerd)
Kopieersnelheid 20KPM 16KPM
Automatisch dubbelzijdig
kopiëren/afdrukken
Beschikbaar Niet beschikbaar
Origineelplaatklep/SPF/RSPF
Origineelplaatklep (AR-VR5)
[Optioneel]
Zelfomkerende eenmalig
doorvoerende origineelinvoer
(AR-RP6) [Optioneel]
Origineelplaatklep (AR-VR5)
[Standaard]
Eenmalig doorvoerende
origineelinvoer (AR-SP6) [Optioneel]
Papierinvoereenheden Twee (250 x 2) Een (250 x 1)
De bovenstaande afbeelding
wordt gebruikt wanneer een
functie en/of de bediening van de
machine gelijk is op de twee
A3
A4
A4
A5
B4
EXTRA
11
X
17
X
14
X
11
X
11
X
EXTRA
[Inch-serie][AB-serie]
7
HOOFDKENMERKEN
Kopiëren op hoge snelheid
Duur van de eerste kopie*
1
op 300 dpi*
2
is slechts 7.2 seconden.
Kopieersnelheid is 20/16 kopieën per minuut, dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de
productiviteit op het kantoor.
*
1
De kopieertijd in het geval het apparaat wordt ingeschakeld en het kopiëren met gebruik van de origineelplaat onmiddellijk
gestart wordt nadat de energiebesparingsindicator gedoofd is (A4 (8-1/2" x 11"), papier aangevoerd vanaf de papierlade).
De eerste-kopie tijd kan variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het apparaat en de omgevingscondities
zoals de temperatuur.
*
2
"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te meten. De resolutie is de dichtheid van de
beeldpunten die worden weergegeven op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi wordt uitgevoerd.
Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie kunnen er origineelfuncties worden geselecteerd:
"HANDMAT" voor originelen met alleen tekst en "FOTO" voor foto's. De belichting kan binnen elke functie op vijf
niveaus worden ingesteld.
Met de fotofunctie kunt u heldere kopieën maken van verfijnde halftintoriginelen zoals zwart-wit foto’s en kleurenfoto’s.
Geavanceerde kopieerkenmerken
Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%.
(Wanneer de SPF/RSPF wordt gebruikt, is het bereik van de kopievergroting 50% tot 200%.)
U kunt tot 999 kopieën continu afdrukken. (Dit aantal kan in de gebruikersprogramma’s worden gewijzigd naar een
maximum van 99 kopieën.)
In de gebruikersprogramma's kunt u de machine-instellingen en het machinebeheer aanpassen. Toegang tot de
machine kan worden geregeld door de accountregeling te activeren.
Het optionele tweevoudige functieboard kan worden geïnstalleerd om het gebruik van beelddraaiing en andere
handige functies mogelijk te maken.
Één keer scannen/meerdere malen afdrukken
Deze machine is uitgerust met een geheugenbuffer waardoor u de machine één keer een origineel laat scannen en
vervolgens de gescande afbeelding tot 999 kunt afdrukken. Dit verhoogt de werksnelheid, reduceert de ruisfactor
van de machine en vermindert slijtage van het scanmechanisme, hetgeen leidt tot een hogere betrouwbaarheid.
Laserprinterfunctie
De bijgeleverde printer driver kan worden geïnstalleerd om de machine te gebruiken als printer. (Raadpleeg de
bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Kleurenscannerfunctie
Wanneer u de bijgeleverde scanner driver installeert en de machine aansluit op een computer via een USB-kabel, kunt
u de machine gebruiken als scanner. (Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
Netwerkaansluiting (optie)
De optioneel verkrijgbare netwerkuitbreidingskit kan geïnstalleerd worden om het apparaat als een netwerkprinter
en netwerkscanner te kunnen gebruiken. (Gebruiksaanwijzing van netwerkuitbreidingskit)
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
De machine is voorzien van voorverwarming en stroom uitschakelfuncties om het stroomverbruik te minimaliseren
wanneer de machine niet wordt gebruikt.
Het universele ontwerp van de machine maakt het gebruik ervan eenvoudig, zelfs voor onervaren gebruikers.
A
A
AA
Kopie wissen* Kantlijnverschuiving* 2-in-1 kopie* 4-in-1 kopie*
BoekkopieBeelddraaiing* XY-ZOOM kopiering
* Wanneer de tweevoudige
functieboard is geïnstalleerd
!Chapter0.fm Page 7 Friday, February 6, 2004 11:00 AM
8
1
Hoodfstuk 1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Origineel toevoerklep (wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd) /origineelklep (wanneer de
origineelklep is geïnstalleerd)
Open deze klep om originelen op de origineelplaat
te plaatsen. (p.18)
Origineelplaat
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met de
kopiezijde naar beneden. (p.18)
Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de machine.
Hoofdschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de machine aan en
uit te zetten. (p.12)
Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en indicatorlampjes.
(p.10)
Kopie-uitvoerlade
Kopieën en afdrukken komen in deze lade terecht.
Voorklep
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren
(p.65, p.70)
Papierladen
Elke lade kan 250 vellen papier bevatten. (p.14)
Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen
en periodiek onderhoud uit te voeren. (p.64, p.73)
Zijklep handgreep
Opentrekken om zijklep te openen.) (p.64)
Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas deze aan de breedte van het papier aan. (p.15)
Handinvoerlade
Speciaal papier (zoals transparante film) kunnen in
de handinvoerlade worden ingevoerd. (p.
15,
p.26)
Verlenging van de handinvoerlade
Trek de verlenging uit bij grote papierformaten
zoals B4 en A3 (8-1/2" x 14" en 11" x 17"). (p.15)
Laderreiniger
Gebruik deze voor de reiniging van de transportlader (p.73)
USB 1.1 poort
Aansluiting voor computer om de scanner- en
printerfuncties te gebruiken. (Software
installatiehandleiding)
5
14
6
12 13
7
1
1
2
4
9
16
15
17
10
11
8
3
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
9
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
Parallel poort
Aansluiting voor computer om de printerfunctie te
gebruiken. (Software installatiehandleiding)
USB 2.0 (wanneer het tweevoudige
functieboard is geïnstalleerd)
Aansluiting voor computer om de scanner- en
printerfuncties te gebruiken. (Software
installatiehandleiding)
Origineelinvoerlade (wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd)
Plaats hier de originelen die u wilt scannen met de
kopiezijde naar boven. Kan tot 40 originelen
bevatten.
Origineelgeleiders (wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd)
Pas deze aan het formaat van de originelen aan.
Klep van de invoerrol (wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd)
Open deze klep om vastgelopen originelen te
verwijderen. (p.63)
Rechter zijklep (wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd)
Open deze klep om vastgelopen originelen te
verwijderen. (p.63)
Uitvoergedeelte (wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd)
De originelen worden hier uitgevoerd na het
kopiëren/scannen.
Omkeerlade (wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd)
Trek deze klep open om vastgelopen originelen te
verwijderen. (p.64)
Ontgrendelhendel van de tonercartridge
Vervang de tonercartridge door deze hendel in te
drukken en de tonercartridge uit te trekken.
Tonercartridge
Bevat de toner. (p.70)
Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te
verwijderen. (p.65, p.66)
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Druk op deze ontgrendelingen om vastgelopen
papier uit de fuseereenheid te verwijderen. (p.66)
Fotogeleidende drum
Kopieerafbeeldingen worden gevormd op de
fotogeleidende drum.
Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te
verwijderen.
2018
24
25
22 23
21
26 27
19
2928
16
17
18
19
20
21
22
23
24
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet tijdens het
verwijderen van vastgelopen papier.
Dit kan brandwonden of letsel
veroorzaken.
De modelbenaming kunt u vinden op de
voorklep van de machine.
25
26
27
Waarschuwing
28
29
Opmerking
10
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
SCANMENU-toets
Dit menu wordt gebruikt om te scannen via de
bijgeleverde Knoppenbeheersoftware. (p.41)
SCAN-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om de scannerfunctie van de
machine te activeren en te scannen via de
bijgeleverde Knoppenbeheersoftware.
(p.39)
De
indicator knippert gedurende het scannen en tijdens
de overdracht van de scangegevens.
ON LINE-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om te switchen tussen de on
line en off line functie van de machine. De indicator
licht op wanneer de machine on line is en gaat uit
bij de off line stand. De indicator knippert wanneer
de machine afdrukgegevens ontvangt en wanneer
het afdrukken in de pauzestand staat. (p.39)
ORIGINEEL NAAR KOPIE-toets en -indicators
(alleen bij de AR-M205)
Druk op deze toets om de enkelzijdige of
dubbelzijdige kopieerfunctie te selecteren. (p.28)
Dubbelzijdig kopiëren vanaf enkelzijdige
originelen.
Dubbelzijdig kopiëren vanaf dubbelzijdige
originelen.
Enkelzijdig kopiëren vanaf dubbelzijdige
originelen.
BOEK KOPIEER-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om afzonderlijke kopieën te
maken van twee pagina's van een open boek of
andere originelen met twee pagina's. (p.30)
X/Y-ZOOM-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om de horizontale en verticale
kopieerfactoren onafhankelijk te wijzigen. (p.24)
SORTEREN/GROEPEREN-toets ( / ) en
-indicator (wanneer het tweevoudige
functieboard is geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functies "SORTEREN" of
"GROEPEREN" te selecteren. (p.32)
ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( ) (wanneer
het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Deze indicator knippert wanneer het geheugen vol
raakt met scangegevens van de
origineelafbeelding. (p.33, p.35)
2-IN-1 / 4-IN-1-toets (
/
) en indicators
(wanneer het tweevoudige functieboard is
geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functie "2 IN 1" of "4 IN
1" te selecteren. (p.34)
WIS-toets ( / ) en indicators (wanneer
het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Druk op deze toets om de functies
"KANTLIJNVERWIJDERING",
"BINNENKANTLIJNVERWIJDERING" of "KANTLIJN +
BINNENKANTLIJNVERWIJDERING" te selecteren. (p.37)
KANTLIJNVERSCHUIVING-toets( ) en
-indicator (wanneer het tweevoudige
functieboard is geïnstalleerd)
Hiermee kunt u de tekst of de afbeelding op de
kopie verschuiven om een vaste marge in de
kantlijn van de kopie vrij te maken. (p.36)
AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO-toets
( / / ) en -indicators
Met deze toets kunt u de volgende belichtingsfuncties
selecteren:
"AUTOMATISCHE", "HANDMAT" of "FOTO". (p.21)
ACCOUNT WIS-toets ( )
Hiermee sluit u een geopend account. (p.51)
AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ( )
Wanneer deze indicator oplicht wordt het papier
met het juiste formaat automatisch geselecteerd
afhankelijk van het formaat van het origineel en de
geselecteerde kopieerfactor. (p.19)
Waarschuwingsindicators
[ ] Onderhoud-vereist-indicator (p.62)
[ ] Tonercartridge-vervangingsindicator (p.62)
[ ] Ontwikkelaar vervangingsindicator
(p.62)
[ ] Papier-bijvulindicator (p.62)
[ ] Papierstoring-indicator (p.62)
1
2
12 34 56
1 2 3
4
5 6
(Allen bij de
AR-M205)
AR-M160
29
26
1
2
3
4
5
6
7
8
DATA
9
10
11
12
AUTO
13
ACC.#-C
14
AUTO
15
11
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
ENERGIEBESPARING-indicator ( )
Deze licht op wanneer de machine in de
energiebesparingsfunctie staat. (p.12)
Display
Toont het aantal ingestelde kopieën, de kopieerfactor,
gebruikersprogrammafunctie of instelcode, of een foutcode
wanneer er een fout optreedt.
Wanneer de [SCAN] toets
()
wordt ingedrukt om de
scanfunctie te openen, toont de display de gebruikte
communicatiepoort (U_1 voor USB 1.1 of U_2 voor USB 2.0).
Wanneer de Knoppenbeheersoftware wordt gebruikt, toont de
display een programmanummer. (p.22, p.39, p.47)
Kopieerfactordisplay-toets ( )
Houd deze toets ingedrukt wanneer de machine niet wordt
gebruikt om de kopieerfactor in de display weer te geven. (p.24)
ZOOM-indicator
Deze gaat branden wanneer er een zoomfactor is ingesteld. (p.24)
Zoomtoetsen ( , )
Deze worden gebruikt om de kopieerfactor te verkleinen of
te vergroten van 25% tot 400% in stappen van 1%. (p.24)
ONDERBREKING-toets ( ) en -indicator
Onderbreekt het kopiëren. (p.31)
Licht- en donkertoetsen ( , ) en
belichtingsniveau-indicators
Deze toetsen worden gebruikt om het belichtingsniveau
van HANDMAT of FOTO aan te passen. (p.21)
ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets ( ) en
ORIGINEELFORMAAT-indicators
Gebruik deze toets om het formaat van het origineel
in te stellen. (p.16) De geselecteerde
origineelformaat-indicator zal gaan branden.
PAPIERFORMAAT-indicators
Deze gaan branden wanneer het papierformaat is
geselecteerd. (p.16)
PAPIERFORMAATINSTEL-toets ( )
Gebruik deze toets om het papierformaat in de
papierladen in te stellen. (p.16)
SPR/RSPF-indicator (wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd)
Deze gaat branden wanneer de originelen in de
origineelinvoerlade zijn ingesteld. (p.19)
PAPIERLADEKEUZE-toets ()
Met deze toets kunt u handmatig een papierlade
selecteren. (p.21)
AUTO IMAGE-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om automatische
kopieerfactorselectie te activeren. (p.22)
Papierinvoerbronindicators/
papierstoringsplaats-indicators
De geselecteerde papierinvoerbron wordt aangegeven
door de brandende indicator( ). (p.21)
De hoofdlocatie van het vastgelopen papier wordt aangegeven
door een knipperende rode indicator ( ). (p.63)
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen (
,
)
en -indicators
Gebruik deze toetsen om de vaste kopieerfactor
voor verkleining/vergroting te selecteren. (p.23)
[] toets
Gebruik deze toets om het aantal gescande
pagina’s te controleren. (p.71)
Cijfertoetsen
Gebruik deze toetsen om het gewenste aantal kopieën te
selecteren of om een gebruikersprogramma in te voeren. (p.22)
Houd de [0] toets ingedrukt om het totale aantal pagina’s van de
kopie-uitvoer van de machine weer te geven. (p.71)
STOP LEZEN-toets ( )
Druk op deze toets om het totale aantal gemaakte
kopieën te controleren (p.71). Voor het starten met
afdrukken nadat het origineel is gescand voor
tweezijdige kopieën of andere kopieën waarmee de
origineelplaat wordt gebruikt. (p.28, p.33, p.34)
START-toets ( ) en -indicator
Druk op deze toets om het kopiëren te starten (p.18). Druk ook
op deze toets om de "automatische uitschakelfunctie" te
verlaten en een gebruikersprogramma in te stellen. Kopiëren is
mogelijk wanneer deze indicator brandt.
WIS ALLES-toets ( )
Wist alle geselecteerde instellingen en herstelt de
begininstellingen van de machine. (p.12)
WIS-toets ( )
Wist het aantal kopieën in de display of beëindigd
een kopieeropdracht.
INTERRUPT
ZOOM
READ-END
135
25 400%
AUTO
ENTER
AUTO
ACC.#-C
AUTO
%
A3
A4
A4
A5
B4
EXTRA
200
%
50
%
141
86
81
70
122
115
100
%
DATA
9
10 11 12
7 8
13 14 15 16
17
18 19 20 21
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
16
17
18
19
20
21
22
23
ENTER
24
25
26
27
28
AUTO
%
29
30
31
32
33
34
35
36
12
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van de kopieermachine.
INSCHAKELEN
Zet de hoofdschakelaar op "ON".
Het duurt ongeveer 45 seconden
voordat de machine is
opgewarmd. Terwijl de machine
bezig is met opwarmen, zal de
ENERGIEBESPARING-indicator
( ) knipperen. (Als de
ENERGIEBESPARING-indicator
( ) uitgaat is de machine klaar
om te kopiëren.)
Desondanks kunt u tijdens het opwarmen van de machine de
gewenste instellingen invoeren en op de [START]-toets ( )
drukken. Het kopiëren wordt dan gestart nadat de machine is
opgewarmd.
UITSCHAKELEN
Verzeker u ervan dat de machine uitstaat en zet
vervolgens de hoofdschakelaar op "OFF".
Wanneer de
kopieermachine wordt
uitgeschakeld terwijl
deze in bedrijf is, kan er
een papier storing
optreden en wordt de
kopieertaak van dat
moment geannuleerd.
Voer de onderstaande controles uit om er zeker van zijn dat de
machine niet in bedrijf is:
De START-indicator brandt. (Beginstand)
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt.
("Voorverwarmingstijd" of "Automatische uitschakel"-functie)
Energiebesparingsfuncties
Voorverwarmingstijd
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een lager stroomverbruik wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt. De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) gaat branden, maar de toetsen op het bedieningspaneel kunnen nog wel
worden gebruikt. De normale werking wordt automatisch hervat wanneer er een toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt,
een origineel wordt geplaatst, of een afdrukopdracht wordt ontvangen.
Automatische uitschakelfunctie
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in een nog lager stroomverbruik dan bij de voorverwarmfunctie wanneer de machine
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Alle lampjes gaan uit, behalve de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) en de ON
LINE-indicator ( ). Druk op de [Start]-toets ( ) om de normale werking te hervatten. De normale werking wordt ook automatisch
hervat wanneer er een afdrukopdracht wordt ontvangen of er wordt gescand vanaf een computer. Wanneer de machine in de
automatische uitschakelfunctie staat, kunnen geen van de toetsen worden gebruikt (met uitzondering van de [START]-toets ( )).
Het apparaat keert terug naar de begininstellingen wanneer dit voor het eerst wordt ingeschakeld, wanneer de
[WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt of wanneer geen toetsen worden ingedrukt voor de vooringestelde
"Automatische wisfunctie" tijd volgend op het eind van een kopieertaak. Wanneer het apparaat naar de
begininstellingen terugkeert, zullen alle instellingen en functies die tot aan dat punt geselecteerd werden
geannuleerd worden. De "Automatische wisfunctie" tijd kan veranderd worden in de gebruikersinstellingen. (p.44)
De machine is aanvankelijk ingesteld om automatisch over te gaan op de energiebesparingsfunctie wanneer
deze gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt voor kopiëren, afdrukken of scannen. Deze instelling
kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.44)
De machine is voorzien van twee energiebesparingsfuncties om het totale stroomverbruik te
verminderen en op die manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze
energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt milieuvervuiling te verminderen. De twee
energiebesparingsfunctie zijn "Voorverwarmingstijd" en "Automatische uitschakelfunctie".
De activering van de voorverwarmingsfunctie en de "Automatische uitschakeltijd" kunnen worden gewijzigd in de
gebruikersprogramma's. Wij raden u aan deze tijden aan te passen aan het gebruik van de machine op uw locatie. (p.44)
Opmerking
Opmerking
Begininstellingen
De machine gebruikt de begininstellingen wanneer deze voor het eerst wordt aangezet, wanneer de [ALLES WISSEN]-toets
( ) wordt ingedrukt en na ongeveer 1 minuut nadat de laatste kopie, ongeacht in welke functie, is gemaakt.
Kopieerfactor
: 100%,
Belichting
: Automatisch
Aantal kopieën
: 0,
Alle speciale kopieerfuncties
: Uit
Automatisch papierkeuze
: Aan,
Papierinvoerstation
: De geselecteerde "Standaard papierlade-instelling" in de gebruikersprogramma's.(p.46)
!Chapter1.fm Page 12 Friday, February 13, 2004 4:37 PM
13
1
PAPIER BIJVULLEN
De papier bijvulindicator ( ) zal gaan branden wanneer er geen kopieerpapier meer in het geselecteerde
papierinvoerstation aanwezig is, of wanneer de geselecteerde papierlade niet of onjuist is geïnstalleerd.
PAPIER
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
*
1
A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan uitsluitend in de bovenste papierlade en niet in de andere laden worden geplaatst (ook niet in de
optionele papiertoevoereenheid).
*
2
Verwijder de kopieën uit de papier uitvoerlade nadat er ongeveer 100 pagina’s zijn afgedrukt wanneer u grote aantallen
kopieën afdrukt op papier van 90
g/m
2
(24 lbs.). Wanneer u meer dan 100 pagina’s van dit soort papier uitvoert, kan het zijn
dat de uitvoerlade deze niet goed opstapelt.
*
3
Het aantal vellen papier dat kan worden geplaatst hangt af van het gewicht van het papier.
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Gebruik SHARP goedgekeurde transparante film en etiketvellen. Gebruik van papier dat niet door SHARP
is goedgekeurd kan leiden tot papierstoringen of vlekken op de kopieën. Wanneer u papier gebruikt dat
niet door SHARP is goedgekeurd, plaats dan één vel per keer met behulp van de handinvoerlade
(probeer niet continu te kopiëren of af te drukken met dit soort papier)
Er zijn veel verschillende soorten papier op de markt en niet elke papiersoort kan in deze machine
worden gebruikt. Neem contact op met uw service leverancier voordat u speciaal papier gaat gebruiken.
Maak eerst een testkopie met het speciale papier om te controleren of dit geschikt is voordat u papier dat
niet is goedgekeurd door SHARP gaat gebruiken.
Type papierlade Papiersoort Formaat Gewicht Capaciteit
Papierlade
250-vel papier
invoereenheid
2x250-vel papier
invoereenheid
Standaardpapier
Gerecycleerd
papier
A5*
1
B5
A4
B4
A3
(5-1/2" x 8-1/2"
*
1
(Invoice))
(8-1/2" x 11" (Letter))
(8-1/2" x 13" (Foolscap))
(8-1/2" x 14" (Legal))
(11" x 17" (Ledger))
56 g/m
2
tot 90 g/m
2
*
2
(15 lbs. tot 24 lbs.)*
2
250 vel
(Vul papier bij tot
onder de streep op
de lade)
Handinvoerlade Standaardpapier
Gerecycleerd
papier
A6R tot A3
(5-1/2" x 8-1/2" (Invoice)
tot 11" x 17" (Ledger))
56 g/m
2
tot 80 g/m
2
(15 lbs. tot 20 lbs.)
100 vel
*
3
Dik papier
Max. 200
g/
m
2
(54 lbs.)
Laad vellen van dit
papier één voor één
in de handinvoerlade.
Transparante film
Etiketten
Enveloppen International DL
(110 mm x 220 mm)
International C5
(162 mm x 229 mm)
Commercial 9
(3-7/8" x 8-7/8")
Commercial 10
(4-1/8" x 9-1/2")
5 vel
14
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
PAPIER BIJVULLEN
Zorg ervoor dat de machine niet bezig is met kopiëren of afdrukken en volg daarna de onderstaande stappen om het
papier bij te vullen.
Papierlade bijvullen
1
Til de lade iets op en trek deze uit tot
aan het eindpunt.
2
Druk de drukplaat naar beneden totdat
deze vastklikt.
Druk de drukplaat in het
midden naar beneden
totdat deze vastklikt.
3
Waai het papier los.
Wanneer het papier niet
wordt losgewaaid is er
kans op dubbele vel
invoer of papierstoringen.
4
Plaats het papier in de lade.
5
Druk de papierlade weer voorzichtig
terug in de machine.
Maak de stapel niet hoger dan de streep op
de lade (tot 250 vellen).
Zorg ervoor dat de papierstapel onder het
uitsteeksel aan de rechterkant van de lade
blijft.
Controleer of de papierstapel recht ligt
alvorens deze te laden. Wanneer u papier
aan een bestaande stapel wilt toevoegen,
haal dan de bestaande stapel uit de lade,
voeg het papier toe en plaats de nieuwe
stapel in zijn geheel weer in de lade.
Opmerking
Raadpleeg het hoofdstuk
"PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN" (p.16) wanneer het
papierformaat verschilt van de eerdere
papierstapel in de lade.
Opmerking
15
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
Handinvoerlade bijvullen
1
Trek de handinvoerlade uit.
Trek de verlenging van
de handinvoerlade uit
wanneer u grote
formaten zoals A3 en B4
(8-1/2" x 14" en 11" x
17") wilt invoeren.
2
Pas de papiergeleiders aan de breedte
van het papier aan.
3
Plaats het papier (afdrukzijde naar
beneden) helemaal in de
handinvoerlade.
Controleer nogmaals of
de papiergeleiders aan
de breedte van het
papier zijn aangepast om
papierstoringen te
voorkomen.
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
U kunt tot 100 vellen standaard kopieerpapier in de handinvoerlade plaatsen.
Zorg ervoor dat u de papierformaten A6, A5 of 5-1/2" x 8-1/2" of enveloppen horizontaal plaatst zoals afgebeeld in
het onderstaande diagram ( ).
Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep, geen losse
lijmdelen bevatten.
Speciaal papier, met uitzondering van SHARP goedgekeurde transparante film, etiketten en enveloppen moeten
één vel per keer in de handinvoerlade worden geplaatst.
Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het reeds geplaatste papier uit de handinvoerlade, voeg dit aan
de nieuwe stapel toe en plaats de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de handinvoerlade. Het papier dat wordt
toegevoegd moet van hetzelfde formaat zijn.
Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke afbeeldingen.
Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke
afbeeldingen.
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( )
nadat u het papier hebt geplaatst om de
handinvoerlade te selecteren. De
handinvoerlade wordt niet automatisch
geselecteerd.
Opmerking
16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Enveloppen
Gebruik niet de onderstaande envelopsoorten. Dit zal leiden tot papierstoringen.
Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten, gaten of schermen.
Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of gladde oppervlakken.
Enveloppen met twee of meer flappen.
Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier aan de flap is bevestigd.
Enveloppen met een vouw in de flap.
Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
Enveloppen met etiketten of postzegels.
Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht
Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte uitsteekt.
Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte loslaat.
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE
WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om het papierformaatinstelling van een lade te wijzigen.
1
Houd de [PAPIERFORMAAT
INSTEL]-toets ( ) gedurende meer
dan vijf seconden ingedrukt om het
geselecteerde papierformaat in te
stellen.
De huidig geselecteerde
papierinvoerbron-indicator
gaat knipperen en de
bijbehorende
papierformaat-indicator
(die op dat moment is
ingesteld) gaat
ononderbroken branden.
Alle andere indicators
gaan uit.
2
Gebruik de
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om
de papierlade te selecteren waarvan u
de papierformaatinstelling wilt
wijzigen.
Elke keer wanneer de
[PAPIERLADEKEUZE]-toets
( ) wordt ingedrukt wordt
er een papierlade
aangegeven met een
knipperende
papierinvoerbron-indicator.
3
Gebruik de [ORIGINEELFORMAAT
INSTEL]-toets ( ) om het
papierformaat te selecteren.
De indicator van het
geselecteerde
papierformaat gaat
branden.
De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van
papiertekort, papierstoring of tijdens een onderbreking van het kopiëren.
Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
Het papierformaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan alleen worden geselecteerd voor de bovenste papierlade.
Plaats geen papier met een ander formaat dan de papierformaatinstelling. Anders is kopiëren niet mogelijk.
Opmerking
ENTER
17
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
4
Druk de grendelhendel van de voorste
geleider samen en schuif de voorste
geleider zodat deze aansluit bij de
breedte van het papier. Plaats
vervolgens de linker geleider in de
juiste groef op de lade.
De voorste geleider is een schuifgeleider. Neem de
vergrendelknop op de geleider en schuif de geleider
naar de indicatorlijn van het te laden papierformaat.
De linker geleider is een invoeggeleider. Verplaats
deze naar de indicatorlijn van het te laden
papierformaat.
Bewaar de linker geleider in de uitsparing aan de
linker voorkant van de papierlade wanneer u
uitsluitend A3 (11" x 17") papierformaat gaat
gebruiken.
5
Druk op de [START]-toets ( ) en
vervolgens op de [PAPIERFORMAAT
INSTEL]-toets ( ).
Herhaal de stappen 2
en 3 nadat u op de
[START] toets ( )
hebt gedrukt om de
papierformaatinstelling
van een andere
papierlade te wijzigen.
Belangrijke punten wanneer u de
printerfunctie gebruikt
Zorg ervoor dat de papierladeinstelling overeenkomt
met de papierladeinstelling in de printer driver.
Wanneer de papierlade bijvoorbeeld is ingesteld op
A4R (8-1/2" x 11"R), stel dan de "Papierformaat
instelling" in op "A4-R" ("Letter-R"). Raadpleeg “DE
PRINTER DRIVER CONFIGUREREN” (p.11) in de
“Software installatiehandleiding” voor meer
informatie.
Wanneer het tweevoudig functieboard niet is
geïnstalleerd, zal het afdrukken niet correct
plaatsvinden wanneer het papierformaat in de lade
is ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R). Specificeer de
lade die moet worden gebruikt en stel het
papierformaat van deze lade in de printer driver in op
A4R (8-1/2" x 11"R) om onjuiste afdrukken te
voorkomen bij een papierformaatinstelling van A4R
(8-1/2" x 11"R).
Plaats het papierformaatetiket voor het
geselecteerde papierformaat in stap 3 op de
etiketpositie aan de rechterzijde van de lade.
Linker geleider
Voorgeleider
Opmerking
18
2
Hoofdstuk 2
KOPIEERFUNCTIES
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en
aanpassing van de belichting.
NORMAAL KOPIEREN
Dit gedeelte beschrijft hoe u een normale kopie kunt maken.
Voer uw 3-cijferig accountnummer in wanneer de "Accountregeling" is geactiveerd (p.51).
Kopiëren vanaf de origineelplaat
1
Open de origineelklep/SPF/RSPF en
plaats het origineel.
Plaats het origineel op de
kopieerplaat met de
kopiezijde naar beneden.
Leg het origineel binnen
de juiste schaalverdeling.
2
Sluit de origineelklep/SPF/RSPF
3
Druk op de [ORIGINEELFORMAAT
INSTEL]-toets ( ) en selecteer het
origineelformaat.
Nadat het
origineelformaat is
geselecteerd zal de lade
met hetzelfde formaat
papier automatisch
worden geselecteerd.
Verzeker u ervan dat de PAPIERFORMAAT-indicator gaat
branden.
Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met hetzelfde
papierformaat. Plaats papier van het vereiste formaat in de
lade of selecteer [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te
kopiëren via de handinvoerlade.
De handinvoerlade moet handmatig worden geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander formaat dan
het origineel, selecteert u het papier met de
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
4
Stel het aantal kopieën in.
5
Druk op de [START]-toets ( ) om het
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in
de kopie-uitvoerlade.
Originelen met afmetingen tot A3 (11" x 17")
kunnen op de origineelplaat worden
geplaatst.
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier
bevatten.
Ongeveer een minuut nadat het kopiëren is
beëindigd, wordt de "Automatische wisfunctie"
geactiveerd waardoor alle kopieerinstellingen
weer terug worden gezet naar de begininstelling
(p.12). De instellingen voor "Automatische
terugsteltijd" kunnen worden gewijzigd in de
gebruikersprogramma's. (p.44)
Druk op [WIS]-toets ( ) om het kopieerproces
te onderbreken.
ENTER
Opmerking
!Chapter2.fm Page 18 Friday, February 6, 2004 2:37 PM
19
KOPIEERFUNCTIES
2
Kopiëren vanaf de SPF/RSPF
1
Verzeker u ervan dat het origineel niet
achterblijft op de kopieerplaat. Sluit
de SPF/RSPF.
2
Pas de origineelgeleiders aan het
origineelformaat aan.
3
Plaats het origineel (of de originelen)
met de kopiezijde naar boven in de
origineelinvoerlade.
Plaats het origineel zo ver mogelijk in de
origineelinvoerlade. Wanneer het origineel is
ingesteld, zal de SPF/RSPF-indicator gaan
branden.
De ORIGINEELFORMAAT-indicator die
overeenkomt met het formaat van het origineel zal
gaan branden.
Verzeker u ervan dat de
PAPIERFORMAAT-indicator gaat branden.
(Wanneer automatisch dubbelzijdig kopiëren wordt
ondersteund.)
Verzeker u ervan dat de
PAPIERFORMAAT-indicator brandt.
Als deze indicator niet brandt, is er geen lade met
hetzelfde papierformaat. Plaats papier van het
vereiste formaat in de lade of selecteer
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om te kopiëren
via de handinvoerlade.
De handinvoerlade moet handmatig worden
geselecteerd.
Om kopieën te maken op papier van een ander
formaat dan het origineel, selecteert u het papier
met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ).
4
Stel het aantal kopieën in.
5
Druk op de [START]-toets ( ) om het
kopiëren te starten.
De kopie komt terecht in
de kopie-uitvoerlade.
De standaard
uitvoermodus voor het
kopiëren van de
SPF/RSPF is de
sorteermodus (p.33).
De standaard
uitvoermodus kan
veranderd worden met
behulp van "Autom.
selectie sorteren" in de
gebruikersprogramma's
(p.46).
Plaats geen originelen van verschillende
formaten in de origineelinvoerlade. Dit kan
leiden papierstoringen.
Opmerking
De kopie-uitvoerlade kan tot 250 vel papier
bevatten.
Ongeveer een minuut nadat het kopiëren is
beëindigd, wordt de "Automatische
terugstelfunctie" geactiveerd waardoor alle
kopieerinstellingen weer terug worden gezet
naar de begininstelling (p.12). De instellingen
voor "Automatische terugsteltijd" kunnen
worden gewijzigd in de
gebruikersprogramma's. (p.44)
Druk op [WIS]-toets ( ) om het
kopieerproces te onderbreken.
Open eerst de klep van de invoerrol en
verwijder het origineel als u het moeilijk
vindt om het origineel uit de
origineelinvoerlade te verwijderen.
Wanneer u het origineel verwijdert zonder
de klep van de invoerrol te openen, kan het
origineel bevuild raken.
Opmerking
!Chapter2.fm Page 19 Tuesday, February 10, 2004 9:06 AM
20
KOPIEERFUNCTIES
Automatisch papierkeuze
Wanneer de AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator ( ) brandt is de “automatische papierkeuzefunctie”
geactiveerd. Deze functie selecteert automatisch papier met hetzelfde formaat als het origineel (A5, B5, B5R, A4,
A4R, B4, A3 (5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2 x 13", 8-1/2" x 14" en 11" x 17")).
"Automatische
papierkeuze" kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma’s. (p.45)
De papierformaten die kunnen worden geladen verschillen per land en regio.
Wanneer er een zoominstelling wordt ingesteld nadat er een origineel is geplaatst, zal het papierformaat dat
overeenkomt met de zoominstelling automatisch worden geselecteerd.
"Automatische paperkeuze" wordt geannuleerd wanneer de automatische kopieerfactorselectie is geactiveerd
(p.22) of wanneer er een papierlade wordt geselecteerd met de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ). De
automatische papierkeuze wordt hervat wanneer de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt ingedrukt of wanneer de
"Automatische wisfunctie" wordt geactiveerd.
Verwijderen van de origineelklep
Verwijder de origineelklep om kopieën te maken
van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten. Til
de origineelklep recht omhoog zoals getoond op de
afbeelding. Om de origineelklep weer te plaatsen
doet u het tegenovergestelde.
De SPF/RSPF kan niet worden verwijderd.
Het kopiëren van boeken of originelen met
vouwen of kreukels
Druk tijdens het kopiëren op de
origineelklep/SPF/RSPF zoals op de afbeelding.
Wanneer de origineelklep/SPF/RSPF niet volledig
gesloten is kunnen er schaduwen ontstaan op de
kopie of kan de afdruk vaag zijn. Alvorens de
originelen te plaatsen de vouwen of kreuken goed
gladstrijken.
Originelen die kunnen worden gebruikt in
de SPF/RSPF.
Originelen met de formaten A5 tot A3 (5-1/2" x
8-1/2" tot 11" x 17") en 56 g/m
2
tot 90 g/m
2
. (15 lbs.
tot 24 lbs.) kunnen worden gebruikt. Er kunnen
maximaal 40 pagina's in een keer worden geplaatst.
Voor originelen van het formaat B4 (8-1/2" x 14") of
groter (B4, A3 (8-1/2" x 14", 11" x 17")), kunnen er
maximaal 30 pagina’s in één keer worden geplaatst.
Originelen die niet kunnen worden gebruikt
in de SPF/RSPF
De onderstaande originelen kunnen niet worden
gebruikt. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken
of onduidelijke afbeeldingen.
Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of
doorschijnend papier en foto’s.
Carbonpapier, thermisch kopieerpapier.
Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of
gescheurd.
Gelijmde originelen, uitgesneden originelen.
Originelen met ringbandgaten.
Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint
(thermal transfer print), originelen op thermaal
afdrukpapier.
Ononderbroken-invoerfunctie
Wanneer de "Ononderbroken-invoerfunctie" is
geactiveerd in de gebruikersprogramma's (p.44), zal
de SPF/RSPF-indicator gedurende ongeveer 5
seconden knipperen nadat de originelen zijn
ingevoerd. Wanneer er op dat moment een nieuw
origineel in de SPF/RSPF worden geplaatst, wordt
het origineel automatisch ingevoerd en zal het
kopiëren starten.
AUTO
Verzeker u ervan dat er geen paperclips
of nietjes in de originelen aanwezig zijn.
Strijk gekreukte originelen glad voordat u
deze in de origineelinvoerlade plaatst.
Gekreukte originelen kunnen
papierstoringen veroorzaken.
Controleer nauwkeurig de positie van de
marges wanneer u gebruikmaakt van de
kantlijnverschuiving. (p.36)
Opmerking
!Chapter2.fm Page 20 Friday, February 6, 2004 11:15 AM
21
KOPIEERFUNCTIES
2
DE KOPIE DONKERDER OF LICHTER MAKEN
Automatische belichtingsafstelling is vanaf het begin geactiveerd. Deze functie stelt automatisch het beeld van de kopie
gelijk aan dat van het origineel. Volg de onderstaande stappen om zelf het belichtingsniveau te selecteren. (U kunt kiezen
uit twee origineelsoorten en vijf belichtingsniveau’s voor elk origineeltype). Het belichtingsniveau in de automatische
belichtingafstelling kan ook worden gewijzigd. (""DE AUTOMATISCHE BELICHTINGSFUNCTIE AANPASSEN"" (p.42))
Origineelltypen
AUTOMATISCHEAutomatische belichtingafstelling wordt geactiveerd en de belichting wordt automatisch
aangepast aan het origineel dat wordt gekopieerd. De belichting wordt verminderd voor
gekleurde gebieden en achtergrondschaduwen.
HANDMAT ... De belichting wordt vermeerderd voor lichte gebieden en verminderd voor donkere gebieden
zodat tekst gemakkelijker te lezen is.
FOTO........... Halftinten in de foto worden helderder weergegeven.
1
Druk op de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-toets
( / / ) om het origineeltype te
selecteren.
Houd de HANDMAT-toets
ingedrukt en wacht totdat de
HANDMAT-indicator ( )
gaat branden om de belichting
van de originele tekst
handmatig aan te passen.
Druk op FOTO-toets en wacht
totdat de FOTO-indicator
( ) gaat branden om een
foto te kopiëren.
2
Druk op de [Licht]-toets ( ) of de
[Donker]-toets ( ) om de belichting
aan te passen.
Druk op de [Donker]-toets ( )
om de afbeelding donkerder te
maken. Druk op de [Licht]-toets
( ) om de afbeelding lichter
te maken.
Wanneer de
belichtingsniveau’s 2 of 4
worden geselecteerd, zullen
de twee indicators gaan
branden.
PAPIERLADEKEUZE
De automatische papierkeuzefunctie (p.20) werkt normaal (tenzij deze functie is gedeactiveerd) en wanneer het origineel dus op de
origineelplaat is geplaatst en het origineelformaat is geselecteerd, of wanneer het origineel in de SPF/RSPF is geplaatst, zal de lade met
hetzelfde formaat papier automatisch worden geselecteerd. Druk op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) om de gewenste papierlade te
selecteren, wanneer u een andere papierlade wilt gebruiken dan de automatisch geselecteerde lade (bijvoorbeeld wanneer u de kopie
wilt verkleinen of vergroten of de handinvoerlade wilt gebruiken).
Automatische papierlade-omschakeling
Wanneer het papier in de papierlade tijdens het kopiëren opraakt en er een andere papierlade met exact hetzelfde
papierformaat en invoerrichting (horizontaal of verticaal) aanwezig is, wordt deze lade automatisch geselecteerd en
kan het kopiëren doorgaan. "Automatische papierlade-omschakeling" kan worden uitgezet in de
gebruikersprogramma's. (p.45)
Houd de automatische-toets ingedrukt en
wacht totdat de AUTOMATISCHE-indicator
( ) gaat branden om de automatische
aanpassing te selecteren.
AUTO
AUTO
Opmerking
AUTO
Belichtingswaarden richtlijnen
1 - 2 Donkere originelen zoals kranten
3 Normale originelen
4 - 5 Gekleurde tekst of tekst geschreven
met potlood
AUTO
135
Opmerking
Vervang het papier in de lade met het juiste papierformaat wanneer de gewenste PAPIERFORMAAT-indicator niet gaat branden.
De automatische kopieerfactorkeuze (p.22) werkt niet wanneer de handinvoerlade of een papierlade voor een
speciaal papierformaat is ingesteld.
Opmerking
22
KOPIEERFUNCTIES
AANTAL KOPIEËN INSTELLEN
Druk op de cijfertoetsen om het aantal kopieën in te stellen.
Het ingestelde aantal kopieën verschijnt in de
display. U kunt maximaal 999 kopieën
(fabrieksinstelling) instellen.
Wanneer u een enkele kopie wilt maken is dit mogelijk
wanneer er een "0" op de display verschijnt.
Belangrijke opmerking bij het maken van
grote aantallen kopieën
Het maximale aantal kopieën kan worden gewijzigd
in de gebruikersprogramma's. (p.46)
Wanneer het maximum aantal pagina's in de
papieruitvoerlade (ongeveer 250 pagina’s) is
bereikt, zal het kopiëren tijdelijk stoppen. Verwijder
de kopieën en druk op de toets [START] ( ) om
het kopiëren te hervatten. Het kopiëren stopt ook na
ongeveer 500 en 750 pagina's.
Verwijder de kopieën en hervat het kopiëren op
dezelfde manier.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
De zoomfunctie maakt het mogelijk de kopieerfactor te verkleinen of te vergroten van 25% tot 400% in stappen van 1%.
Hieronder worden drie manieren beschreven om kopieën te vergroten en te verkleinen.
Verklein- en vergrootfactoren kunnen automatisch worden geselecteerd met de [AUTO IMAGE]-toets ( ).
"AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE" (onder)
Verklein- en vergrootfactoren kunnen handmatig worden geselecteerd met de [VASTE KOPIEERFACTOR]-toets.
( , ) en/of de [ZOOM]-toetsen ( , ).
"HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE" (p.23)
Voor de horizontale en verticale kopieerfactoren kunnen afzonderlijke instellingen worden geselecteerd.
"HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE HORIZONTALE EN VERTICALE KOPIEERFACTOREN" (p.24)
De selectie van de kopieerfactoren variëren bij plaatsing van het origineel op origineelplaat of in de SPF/RSPF.
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE
1
Plaats het origineel (of originelen) in de
origineelinvoerlade of op de origineelplaat.
2
Selecteer het origineelformaat
wanneer het origineel op de
origineelplaat is geplaatst. (p.18)
3
Gebruik de [PAPIERLADEKEUZE]-toets
( ) om de papierlade met het gewenste
papierformaat te selecteren.
Deze functie werkt niet
wanneer u
niet-standaard
kopieerpapier of de
handinvoerlade gebruikt.
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het
verkeerde aantal hebt ingevoerd en voer
vervolgens het juiste aantal in.
Opmerking
AUTO
%
Positie van het origineel Mogelijke kopieerfactorkeuze
Origineelplaat 25% - 400%
SPF/RSPF 50% - 200%
Automatische factorkeuze kan worden gebruikt met
de origineelformaten A5, B5, A4, A4R, B4, A3
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x
13", "8-1/2" x 14" of 11" x 17"). De papierformaten
die kunnen worden geladen verschillen per land en
regio. Voor andere formaten kan de automatische
factorkeuze niet worden gebruikt.
Opmerking
!Chapter2.fm Page 22 Friday, February 6, 2004 1:59 PM
23
KOPIEERFUNCTIES
2
4
Druk op de [AUTO IMAGE]-toets ( ).
De AUTO IMAGE-indicator
( ) gaat branden en
de factor die overeenkomt
met het origineel- en
papierformaat wordt
geselecteerd. (De indicator
van de geselecteerde
kopieerfactor gaat branden.)
5
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE
Kopieën kunnen worden verkleind tot 25% of vergroot tot 400%. U kunt de [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets
( , ) indrukken om snel een keuze te maken uit 8 vooringestelde factoren. Bovendien kunnen de
[Zoom]-toetsen ( , ) worden ingedrukt om de kopieerfactor in stappen van 1% te selecteren.
1
Plaats het origineel in de handinvoerlade
of op de origineelplaat.
2
Selecteer het origineelformaat wanneer
het origineel op de origineelplaat is
geplaatst. (p.18)
3
Gebruik de [VASTE
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( ,
) en de [Zoom]-toetsen ( , ) om de
gewenste kopieerfactor te selecteren.
Een vaste kopieerfactor
selecteren
Druk op de [VASTE
KOPIEERFACTOR]-keuzetoets
( ) om een bovenliggende
vaste kopieerfactor te kiezen.
Druk op de [VASTE
KOPIEERFACTOR]-keuzetoets
( ) om een onderliggende
vaste kopieerfactor te kiezen.
Fijnafstelling van de
kopieerfactor
Elke factor tussen 25 en
400% kan worden ingesteld
(in stappen van 1%).
Druk op een [VASTE KOPIEERFACTOR]-keuzetoets
( or ) om de factor bij benadering in te stellen en
druk vervolgens op de [Zoom]-toetsen ( or ) om
de factor te vergroten of te verkleinen.
Houd de [Zoom]-toetsen ( of ) ingedrukt om de
zoomfactor snel te verhogen of te verkleinen.
Wanneer een [Zoom]-toets ( or ) wordt ingedrukt,
zal de ZOOM-indicator gaan branden en de zoomfactor
gedurende twee seconden in de display verschijnen.
4
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Wijzig de richting van het geplaatste
origineel wanneer de
ORIGINEELFORMAAT-indicator knippert.
Wanneer de kopie wordt gemaakt terwijl de
VASTE
KOPIEERFACTORKEUZE-indicator
knippert, kan de gekopieerde afbeelding
van de pagina aflopen.
AUTO
%
AUTO %
AUTO
%
Opmerking
Druk nogmaals op de [AUTO IMAGE]-toets
( ) om de automatische
kopieerfactorkeuze te annuleren.
Opmerking
AUTO
%
Houd de [Kopieerfactor display]-toets ( )
ingedrukt om een zoominstelling te controleren
zonder de zoomfactor te wijzigen. Wanneer u de
toets weer loslaat verschijnt het aantal kopieën
weer op de display.
Wanneer de kopie wordt gemaakt terwijl er
een VASTE
KOPIEERFACTORKEUZE-indicator of de
ZOOM-indicator knippert, kan de
gekopieerde afbeelding van de pagina
afgelopen. Om er voor te zorgen dat de
afbeelding past op de pagina, verlaagt u de
kopieerfactor totdat de indicator stopt met
knipperen en continu brandt.
Wanneer de PAPIERFORMAAT-indicator niet
brandt, is er geen geschikt papier aanwezig.
Plaats geschikt papier in de papierlade (p.14).
Druk op de [VASTE
KOPIEERFACTOR]-keuzetoets ( )
or
)
totdat de 100% indicator gaan branden om terug te
keren naar een kopieerfactor van 100%.
Opmerking
Opmerking
24
KOPIEERFUNCTIES
HET AFZONDERLIJK SELECTEREN VAN DE
HORIZONTALE EN VERTICALE KOPIEERFACTOREN
(XY-ZOOM kopiëren)
Met de functie XY-ZOOM kunt u de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk wijzigen.
Voorbeeld:
Kopie uitsluitend verkleinen in de horizontale afdrukstand.
De factoren die kunnen worden geselecteerd hangen af van de positie van het origineel.
1
Plaats het origineel (of originelen) in
de origineelinvoerlade of op de
origineelplaat.
2
Selecteer het origineelformaat
wanneer het origineel op de
origineelplaat is geplaatst. (p.18)
3
Druk op de [XY-ZOOM]-toets ( ).
De XY-ZOOM-indicator
( ) gaat branden.
De huidige waarde voor
de verticale afdrukstand
verschijnt op de display.
4
Gebruik de [VASTE
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen
( , ) en de [Zoom]-toetsen ( , )
om kopieerfactor in de verticale
afdrukstand te wijzigen.
Druk op een [VASTE
KOPIEERFACTOR]-
keuzetoets ( or )
om de factor bij
benadering in te stellen
en druk vervolgens op de
[Zoom]-toetsen
( or ) om de
factor te vergroten of te
verkleinen.
De kopieerfactor
verschijnt in de display.
5
Druk op de
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ).
De geselecteerde factor
voor de verticale
afdrukstand wordt
ingevoerd.
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de functies "2-IN-1" of "4-IN-1". (p.34)
Stel allereerst de BOEK KOPIEER-functie en daarna de XY-ZOOM-functie in om de XY-ZOOM-functie in
combinatie met de BOEK KOPIEER-functie te gebruiken.
De XY-ZOOM-functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de AUTO IMAGE-functie.
Positie van het origineel
Mogelijke
kopieerfactorkeuze
Origineelplaat 25% - 400%
SPF/RSPF 50% - 200%
Orgineel Kopie
Opmerking
25 400%
!Chapter2.fm Page 24 Tuesday, February 10, 2004 4:38 PM
25
KOPIEERFUNCTIES
2
6
Gebruik de [VASTE
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen ( , )
en de [Zoom]-toetsen( , ) om
kopieerfactor in de horizontale
afdrukstand te wijzigen.
Druk op een [VASTE KOPIEERFACTOR]
-keuzetoets ( or ) om de factor bij
benadering in te stellen en druk vervolgens op de
[Zoom]-toetsen ( or ) om de factor te
vergroten of te verkleinen.
De kopieerfactor verschijnt in de display.
7
Druk op de
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ).
De geselecteerde factor voor de verticale
afdrukstand wordt ingevoerd en de display geeft
het aantal kopieën weer.
8
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Houd de [Kopieerfactor display]-toets ( )
ingedrukt om de zoomfactoren te
controleren. De verticale en horizontale
factoren worden afwisselend getoond.
Druk op de [VASTE
KOPIEERFACTOR]-keuzetoetsen
( , ) en de [Zoom]-toetsen (
, )
om de factoren terug te zetten op de
beginstand en opnieuw in te stellen,
beginnend met de verticale afdrukstand.
(stap 4)
Druk op de [XY-ZOOM]-toets ( ) om de
XY-ZOOM-kopie te annuleren. Als de
XY-ZOOM indicator ( ) uitgaat is de
functie geannuleerd.
Opmerking
26
DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET
HANDINVOERLADE
Volg de onderstaande stappen om handmatig dubbelzijdige kopieën te maken.
Voorbeeld: Het kopiëren van originelen A en B op elke zijde van één vel papier
1
Kopieer origineel A.
2
Plaats origineel B zoals hieronder
afgebeeld.
Origineel in verticale
afdrukstand:
Plaats het origineel in
dezelfde richting als
origineel A wanneer het
origineel een verticale
afdrukstand heeft.
Origineel in horizontale
afdrukstand:
Plaats het origineel met
de boven- en onderzijde
en rechter- en linkerzijde
in de tegenovergestelde
richting van origineel A.
3
Draai origineel A om en, zonder de
positie van de rand die naar u is
gericht te wijzigen, plaatst u deze in
de handinvoerlade.
Plaats het papier volledig
in de handinvoerlade.
4
Selecteer de handinvoerlade met de
[PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
12
1
Origineel A
Origineel B
Kopie
1
1
Origineel A
Kopie van origineel A
1
1
Origineel A
Kopie van origineel A
2
Origineel B
2
Origineel B
Kopieën op de achterzijde van het papier
moeten altijd één voor één worden
gemaakt met behulp van de
handinvoerlade.
Strijk gekreukte of golvende vellen papier
glad voordat u deze gebruikt. Gekruld
papier kan papierstoringen, vouwen of
afbeeldingen van slechte kwaliteit
veroorzaken.
2
1
1
Origineel B
Kopie van
origineel A
2
1
1
Origineel B
Kopie van
origineel A
Opmerking
27
2
AUTOMATISCH DUBBELZIJDIG
KOPIEREN
(alleen bij de AR-M205)
Op modellen die automatisch dubbelzijdig kopiëren ondersteunen kunnen twee originelen die op de origineelplaat
zijn geplaatst op één enkel vel papier worden gekopieerd. Bovendien kan de RSPF worden gebruikt om twee
originelen op één vel papier, een dubbelzijdig origineel op twee vellen papier of een dubbelzijdig origineel beide
zijden van een vel papier af te drukken.
Origineel Kopie Geschikte formaten
Origineelplaat
Enkelzijdige originelen Dubbelzijdige kopieën
A5 tot A3
(5-1/2" x 11" tot 11" x 17")
De handinvoerlade kan
hierbij niet worden gebruikt.
RSPF
Enkelzijdige
originelen
Dubbelzijdige
kopieën
Dubbelzijdig
origineel
Enkelzijdige
kopieën
Dubbelzijdig
origineel
Dubbelzijdige
kopieën
A5, B5, B5R, A4, A4R, B4, A3
(8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,
8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14", 11"
x 17")
Speciaal papier 5-1/2" x
8-1/2" kan hierbij niet
worden gebruikt.
De handinvoerlade kan
uitsluitend worden gebruikt
bij enkelzijdig kopieën vanaf
dubbelzijdige originelen.
De papierformaten die kunnen worden geladen verschillen per land en regio.
Raadpleeg "DUBBELZIJDIG KOPIEREN MET HANDINVOERLADE" (p.26) voor het gebruik van de
handinvoerlade bij het maken van dubbelzijdige kopieën.
Wanneer u automatische dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen maakt, of enkelzijdige kopieën van
een dubbelzijdig origineel, kan de afbeelding op de achterzijde 180 graden worden gedraaid om de onder- en
bovenzijden om te keren (Beeldraaiing bij dubbelzijdig kopiëren). Volg de instructies in het hoofdstuk
"BEELDDRAAIING BIJ DUBBELZIJDIG KOPIEREN" (p.29) of in de gebruikersprogramma’s (p.44) om de
afbeelding 180 graden te draaien en volg daarna de onderstaande stappen. Wanneer een enkelzijdig, verticaal
(staand) origineel is geplaatst in een horizontale afdrukstand (B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17 formaat) om
hiervan dubbelzijdige kopieën te maken, zullen de boven- en onderkant van de afbeeldingen op de voor- en
achterzijde tegenover elkaar liggen en dankzij deze functie op eenvoudige wijze worden gelijkgesteld.
Opmerking
1
2
1
2
B4 of A3
(8-1/2" x 14" of 11" x 17")
staand origineel
Richting van het
origineel
Normaal automatisch
dubbelzijdig kopiëren
Na beelddraaiing van
de dubbelzijdige
kopie
De boven- en
onderzijde van de
afbeeldingen op de
voor- en achterzijde
zijn ongelijk.
De boven- en onderzijde
van de afbeeldingen op
de voor- en achterzijde
zijn gelijkgesteld.
28
KOPIEERFUNCTIES
De origineelplaat gebruiken
1
Plaats het origineel dat u wilt kopiëren
met de voorzijde op de origineelplaat
en sluit de origineelklep.
2
Selecteer het formaat van het
origineel. (p.18)
3
Druk op de [ORIGINEEL NAAR
KOPIE]-toets, en verzeker u ervan dat
de indicator brandt.
4
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De indicator knippert en het origineel wordt
gescand en in het geheugen geplaatst.
5
Verwijder het eerste origineel en plaats
vervolgens het origineel dat u op de
achterzijde wilt kopiëren op de
origineelplaat wanneer de start-indicator
brandt. Sluit de origineelklep.
Plaats het tweede
origineel in dezelfde
richting als het eerste
origineel.
6
Druk op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
De RSPF gebruiken
1
Plaats de originelen in de RSPF. (p.19)
Wanneer u een oneven aantal originelen plaatst
voor eenzijdige of dubbelzijdige kopieën, zal de
achterzijde van de laatste kopie leeg zijn.
2
Druk op de [ORIGINEEL NAAR
KOPIE]-toets en selecteer de
dubbelzijdige kopieerfunctie die u wilt
gebruiken.
Dubbelzijdige kopieën
vanaf een-zijdige
originelen
Dubbelzijdige kopieën
vanaf dubbelzijdige
originelen
Enkelzijdige kopieën
vanaf dubbelzijdige
originelen
3
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk op de
[START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Druk op de [WIS]-toets ( ) als u de
scangegevens in het geheugen wilt wissen.
Druk op de [STOP LEZEN]-toetsen ( )
als u het dubbelzijdig kopiëren wilt
annuleren en gewoon een kopie van het
eerste origineel wilt maken.
Opmerking
1
2
Eerste origineel
Tweede origineel
Wanneer de machine is ingesteld op
dubbelzijdig kopiëren vanaf tweezijdige
originelen of eenzijdige kopieën vanaf
tweezijdige originelen, kan het
origineelformaat 5-1/2" x 8-1/2" niet worden
gebruikt. (dit komt omdat een 5-1/2" x 8-1/2"
originelen niet kunnen worden omgedraaid).
Druk op de [ALLES WISSEN]-toets ( )
om het automatisch dubbelzijdig kopiëren te
annuleren.
Raak de omkeerlade niet aan tijdens het
automatisch dubbelzijdig kopiëren.
Opmerking
Opmerking
29
KOPIEERFUNCTIES
2
BEELDDRAAIING BIJ DUBBELZIJDIG KOPIEREN
Deze functie wordt gebruikt om de boven- en onderzijde van de afbeelding aan de voorzijde van de kopie om te
draaien tijdens het dubbelzijdig kopiëren.
1
Houd de [ORIGINEEL NAAR
KOPIE]-toets ingedrukt totdat de
indicator knippert.
De huidige instelcode
knippert in het eerste
getal van het aantal
kopieën in de display.
2
Druk op een cijfertoets om de code in
te stellen.
Druk op de [1]-toets om
de instelling te activeren.
Druk op de [0]-toets om
de instelling te
deactiveren. De
fabrieksinstelling is "0".
Het ingevoerde getal
verschijnt in het eerste
getal in de display van
het aantal kopieën.
3
Druk op de [START]-toets ( ).
De geselecteerde code
stopt met knipperen en
brandt ononderbroken.
Hiermee is de instelling
voltooid.
4
Druk op de [ORIGINEEL NAAR
KOPIE]-toets om de instelling te
verlaten.
De display geeft weer
gewoon het aantal
kopieën weer.
"Beelddraaiing bij dubbelzijdig kopiëren" kan
ook worden geactiveerd in de
gebruikersprogramma's. (p.45)
Opmerking
30
BOEKKOPIEEN
Kopieën van boekoriginelen kunnen automatisch worden verdeeld in twee aparte pagina’s. De functie is handig om
afzonderlijke kopieën te maken van twee pagina's van een open boek of andere originelen met twee pagina's.
1
Plaats het origineel op de origineelplaat
waarbij u de scheiding tussen de pagina’s
op de juiste scheidingslijn legt met behulp
van de formaatmarkering
(A4
(8
1
/
2
))
. Sluit de origineelklep/SPF/RSPF.
Het kopiëren begint met
de pagina aan de
rechterzijde van de
formaatmarkering.
2
Stel het origineelformaat in op A3
(11" x 17").
3
Druk op de [BOEK KOPIEER]-toets
( ) en verzeker u ervan dat de BOEK
KOPIEER-indicator ( ) brandt.
4
Zorg ervoor dat de papierlade met A4
(8-1/2" x 11") papierformaat is
geselecteerd.
5
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk op de
[START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Origineel Kopie
Voor boekkopieën wordt A4-papier (8-1/2" x 11") gebruikt.
Wanneer beeldraaiing is geactiveerd (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd) kunt u ook
A4R-papier (8-1/2" x 11"R) gebruiken.
Boekkopiëren kan worden geactiveerd wanneer dubbelzijdig kopiëren is geactiveerd.
Boekkopiëren kan worden geactiveerd wanneer Sorteren/Groeperen kopiëren (p.32) is geactiveerd.
Wanneer boekkopiëren wordt gebruikt in combinatie met XY-ZOOM kopiëren is vergroting niet mogelijk.
Boekkopiëren kan worden gebruikt in combinatie met de volgende functies:
Vergroting
2-IN-1 / 4-IN-1 kopiëren (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
Binnenkantlijnverwijdering (wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd)
De Automatische kopieerfactorkeuze kan niet worden gebruikt wanneer boekkopiëren wordt gebruikt.
Boekkopiëren kan niet worden geselecteerd wanneer een origineel in de SPF/RSPF is geplaatst.
Opmerking
Zorg er tijdens het boekkopiëren van
meerdere pagina’s voor dat het u laagste
paginanummer van het origineel op de
origineelplaat altijd aan de rechterkant plaatst
om de pagina’s in de juiste volgorde uit de
machine te laten komen.
A4 8
1
/
2
Opmerking
Druk op de [BOEK KOPIEER]-toets ( )
om de boek kopieerfunctie te annuleren. Als
de BOEK KOPIEER-indicator ( )
uitgaat, is de functie geannuleerd.
Opmerking
31
2
EEN KOPIEERPROCES ONDERBREKEN
(Het kopiëren onderbreken)
Een kopieerproces kan tijdelijk worden onderbroken om een andere kopieeropdracht uit te voeren. Nadat de andere
kopieeropdracht is uitgevoerd, kan het kopieerproces met dezelfde instellingen worden hervat.
1
Druk op de [ONDERBREKING]-toets
( ) om het kopieerproces te
onderbreken.
De ONDERBREKING-
indicator zal gaan branden
en de machine keert terug
naar de begininstellingen.
(p.12)
De ONDERBREKING-indicator
zal knipperen totdat de huidige
kopieeropdracht stopt.
2
Verwijder het vorige origineel (of
originelen) en plaats het origineel
(originelen) van de onderbrekende
kopieeropdracht.
3
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in
de kopie-uitvoerlade
lichtelijk verschoven ten
opzichte van de kopieën
van het onderbroken
kopieerproces.
(Staffelfunctie)
Deze staffelfunctie kan
worden uitgezet in de
gebruikersprogramma's.
(p.45)
A: Kopieën voordat het kopieerproces werd onderbroken
B: Kopieën van de onderbrekende kopieeropdracht
C: Kopieën na de onderbrekende kopieeropdracht
4
Druk op de [ONDERBREKING]-toets
( ) nadat de onderbrekende
kopieeropdracht is beëindigd en
verwijder het origineel (originelen).
Als de ONDERBREKING-indicator uitgaat is de
onderbrekingsfunctie niet meer actief. De
kopieerinstellingen van het onderbroken
kopieerproces worden automatisch hervat.
5
Herplaats het vorige origineel
(originelen) en druk op de
[START]-toets ( ).
Het onderbroken kopieerproces wordt hervat.
Het onderbreken van een kopieerproces is niet mogelijk wanneer de gebruikersprogramma’s worden
geconfigureerd, een automatische dubbelzijdige kopieeropdracht of een 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieer-, scan- of
afdrukopdracht wordt uitgevoerd
Opmerking
Wanneer meerdere groepen kopieën
worden gemaakt met behulp van de
SPF/RSPF, zal het apparaat niet op de
onderbrekingsmodus worden ingesteld
totdat alle originelen gescand zijn.
Wanneer de "Accountregeling" is
geactiveerd:
Verschijnt er "- - -" in de aantal kopieën
display. Voer uw 3-cijferige accountnummer
in. Kopiëren is pas mogelijk nadat er een
geldig accountnummer is ingevoerd. (p.51)
INTERRUPT
Opmerking
B
C
A
!Chapter2.fm Page 31 Tuesday, February 10, 2004 9:05 AM
32
Hoofdstuk 3
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
Dit hoofdstuk beschrijft de aangepaste kopieerfuncties die u kunt gebruiken wanneer het tweevoudige functieboard
(AR-EB7) is geïnstalleerd.
BEELDRAAIING VAN 90 GRADEN
(Beelddraaiing)
Wanneer de "Automatische papierkeuzefunctie" of "automatische kopieerfactorkeuze" is geactiveerd en het origineel in
een andere richting is geplaatst (verticaal of horizontaal) ten opzichte van het papier, wordt het origineel automatisch 90
graden gedraaid om een juiste afdruk kunnen te maken.
Deze functie is zeer handig bij het kopiëren van originelen op de formaten B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17"), die alleen
horizontaal kunnen worden geplaatst ten opzichte van de kopieën die verticaal worden geplaatst.
De functie beelddraaiing is vanaf het begin geactiveerd. Deze kan worden uitgezet in de gebruikersprogramma's. (p.45)
KOPIEEN SORTEREN EN GROEPEREN
Kopieën van meerdere originelen kunnen worden gesorteerd in series. (Kopieën sorteren)
Kopieën van meerdere originelen kunnen worden gegroepeerd op paginanummer. (Kopieën groeperen)
Beeldraaiing werkt niet wanneer een kopie wordt vergroot tot een papierformaat groter dan A4 (8-1/2" x 11").
Plaats in zulke gevallen het origineel in dezelfde richting als de kopieën.
Wanneer u de 2-IN-1 / 4-IN-1-functie gebruikt (p.34), werkt beelddraaiing zelfs wanneer deze in de
gebruikersprogramma’s is uitgezet.
Opmerking
Richting van het
origineel
Richting van het
geladen papier
Kopie
Het tweevoudige functieboard kan ongeveer 100 standaard originelen (A4 (8-1/2" x 11")) scannen, maar dit aantal
varieert voor foto’s en andere origineelsoorten.
Opmerking
3
3
3
2
2
2
1
2
3
1
1
1
2
1
3
2
1
3
1
2
3
2
1
3
Kopieën groeperen
Kopieën sorteren
33
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
3
De origineelplaat gebruiken
1
Plaats het eerste origineel. (p.18)
2
Selecteer het formaat van het origineel. (p.18)
3
Druk op de [SORTEREN/GROEPEREN]-toets
( / ) om de gewenste functie te selecteren.
De functies zijn
geselecteerd in de
volgorde "SORTEREN"
( ), "GROEPEREN"
(), "Uit".
4
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( )
De ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( )
knippert en het origineel wordt gescand en in het
geheugen geplaatst.
5
Vervang het origineel met het volgende
origineel en druk op de [START]-toets ( )
wanneer de start-indicator gaat branden.
Herhaal stap 5 totdat alle originelen in het
geheugen zijn gescand.
6
Druk op de [STOP LEZEN]-toets ( )
wanneer alle originelen zijn gescand.
De kopieën komen terecht in de
kopie-uitvoerlade.
De SPF/RSPF gebruiken
1
Plaats de originelen. (p.19)
Normaal is de sorteermodus de standaard uitvoermodus
en dus lichten de SPF/RSPF en SORT indicators op.
2
Druk op de
[SORTEREN/GROEPEREN]-toets
( / ) om de gewenste functie te
selecteren.
De functies zijn
geselecteerd in de
volgorde "SORTEREN"
( ), "GROEPEREN"
(), "Uit".
3
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopieën komen terecht in de kopie-uitvoerlade.
Wanneer het geheugen volraakt
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen van
de originelen, zal de ORIGINEEL GEGEVENS-indicator
( ) knipperen, de melding "FUL" in de display
verschijnen en de machine stopt met kopiëren.
•Druk op de
[START]-toets ( )
om de reeds
gescande originelen af te drukken.
Druk op de [ALLES WISSEN]-toets ( ) of de [WISSEN]-toets
( ) om de aanwezige scangegevens uit het geheugen te wissen.
Wanneer de kopie-uitvoerlade volraakt
Wanneer het maximum aantal pagina's in de
papieruitvoerlade (ongeveer 250 pagina’s) is bereikt, zal
het kopiëren tijdelijk stoppen. Verwijder de kopieën en druk
op de toets [START] ( ) om het kopiëren te hervatten.
Staffelfunctie tijdens de sorteer- of groepeeropdracht
De staffelfunctie verschuift de positie van elke groep
kopieën in de kopie-uitvoerlade om het verdelen te
vergemakkelijken.
De staffelfunctie kan worden gewijzigd in de
gebruikersprogramma's. (p.45)
Druk op de [WIS]-toets
()
om de gegevens in
het geheugen te wissen.
Druk op de [WIS]-toets
()
om de
sorteer- of groepeeropdracht te annuleren.
Druk herhaaldelijk op de
[SORTEREN/GROEPEREN]-toets
( / ) totdat de
SORTEREN/GROEPEREN-indicators
( / ) beide niet meer branden.
DATA
Opmerking
Opmerking
Als "Autom. selectie sorteren" ingesteld is op "1: UIT"
in de gebruikersprogramma's, voor het selecteren
van de sorteermodus onderstaande stappen volgen.
"Autom. selectie sorteren" kan ook worden gebruikt voor
het veranderen van de standaard uitvoermodus (p.46).
Druk op de [WIS]-toets
()
om de sorteer- of
groepeeropdracht te annuleren.
Druk herhaaldelijk op de
[SORTEREN/GROEPEREN]-toets ( / )
totdat de SORTEREN/GROEPEREN-indicators
( / ) beide niet meer branden.
Opmerking
Opmerking
DATA
1
1
1
2
1
2
3
1
1
1
2
3
Staffelfunctie
Wanneer de staffelfunctie uitstaat
!Chapter3.fm Page 33 Tuesday, February 10, 2004 9:18 AM
34
HET KOPIEREN VAN MEERDERE ORIGINELEN
OP EEN ENKELZIJDIG VEL PAPIER
(2-IN-1 / 4-IN-1-kopieën)
Meerdere originelen kunnen worden gekopieerd op een enkelzijdige kopie volgens een vooraf geselecteerd lay-outpatroon.
Deze functie is handig bij het samenstellen van referentiemateriaal van meerdere pagina’s op één compact formaat, of het
maken van een overzicht met alle pagina’s van een document op een enkele kopie.
De origineelplaat gebruiken
1
Plaats het eerste origineel. (p.18)
2
Selecteer het formaat van het origineel. (p.18)
3
Druk op de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets
(/)
om de gewenste functie te selecteren.
De functies zijn
geselecteerd in de
volgorde "2-IN-1"
( ), "4-IN-1" ( ),
"Uit".
4
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De ORIGINEEL GEGEVENS-indicator ( )
knippert en het origineel wordt gescand en in het
geheugen geplaatst.
5
Vervang het origineel met het
volgende origineel en druk op de
[START]-toets ( ) wanneer de
start-indicator gaat branden.
Herhaal stap 5 totdat alle originelen in het
geheugen zijn gescand.
6
Druk op de [STOP LEZEN]-toets ( )
wanneer alle originelen zijn gescand.
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
De 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieerfunctie in combinatie
met kopieën sorteren
Kopieën sorteren kan worden gebruikt wanneer het
origineel op de origineelplaat is geplaatst. Druk op de
[SORTEREN/GROEPEREN]-toets
(/)
om
kopieën sorteren te selecteren en voer vervolgens 1 tot
6 uit. De 2-IN-1 / 4-IN-1 kopieën worden gesorteerd.
2-IN-1 kopieën
4-IN-1 kopieën
Patroon 2
Patroon 1
Patroon 1 Patroon 2 Patroon 3 Patroon 4
Selecteer allereerst het lay-outpatroon zoals beschreven in "Het lay-outpatroon instellen" (p.35) en de
scheidingslijn voor 2-IN-1 / 4-IN-1 (ononderbroken- of stippellijn) in de gebruikersprogramma’s (p.44). Volgende
onderstaande stappen wanneer u daarmee klaar bent.
Er zal automatisch een bijpassende kopieerfactor worden geselecteerd op basis van het origineelformaat, het papierformaat
en het geselecteerde aantal originelen. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de origineelplaat, is er een verkleining tot
25% mogelijk. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de SPF/RSPF, is er een verkleining tot 50% mogelijk. Sommige
combinaties van origineelformaat, papierformaat en aantal afbeeldingen kunnen leiden tot het afbreken van afbeeldingen.
De originele afbeeldingen kunnen, indien nodig, worden geroteerd afhankelijk van de richting van deze
afbeeldingen en de afdrukstand van het kopieerpapier.
2-IN-1 / 4-IN-1-kopiëren kan niet worden gebruikt in combinatie met boekkopieën (p.30), XY-Zoom (p.24),
kantlijnverschuiving (p.36) of kopie wissen. (p.37)
Opmerking
Wanneer er geen origineelformaat is
geselecteerd in stap 2, kan de 2-IN-1 / 4-IN-1
kopieerfunctie niet worden gebruikt.
Opmerking
DATA
Druk op de [WIS]-toets () om de
gegevens in het geheugen te wissen.
Druk op de [WIS]-toets ().om de 2-IN-1
/ 4-IN-1 kopieeropdracht te annuleren.
Druk herhaaldelijk op de [2-IN-1 /
4-IN-1]-toets ( / ) totdat de
2-IN-1/ 4-IN-1 indicators ( / )
beide niet meer branden om de 2-IN-1 /
4-IN-1 kopieerfunctie te annuleren.
Opmerking
Opmerking
35
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
3
De SPF/RSPF gebruiken
1
Plaats de originelen. (p.19)
2
Druk op de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets
( / ) om de functie te selecteren.
De functies zijn
geselecteerd in de
volgorde "2-IN-1"
( ), "4-IN-1" ( ),
"Uit".
3
Stel het aantal kopieën en andere
instellingen in en druk op de
[START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Wanneer het geheugen volraakt
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen
van de originelen, zal de ORIGINEEL
GEGEVENS-indicator ( ) knipperen, de
melding "FUL" in de display verschijnen en de
machine stoppen met kopiëren.
Druk op de [START]-toets ( ) om de reeds
gescande originelen af te drukken.
Druk op de [ALLES WISSEN]-toets ( ) of de
[WISSEN]-toets ( ) om de aanwezige
scangegevens uit het geheugen te wissen.
Het lay-outpatroon instellen
U kunt het lay-outpatroon selecteren voor het kopiëren van 2 of 4 originelen op één vel papier. De beschikbare
lay-outpatronen worden getoond op de eerste pagina van dit onderdeel.
1
Gebruik de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets
( / ) om de functie te openen.
Selecteer de lay-out voor de 2-IN-1 kopie
Houd, terwijl de 2-IN-1 / 4-IN-1 indicators uit staan, de
[2-IN-1 / 4-IN-1]-toets ( / ) ingedrukt totdat de
2-IN-1indicator ( ) knippert.
De huidige patrooncode
knippert in het eerste
getal van het aantal
kopieën in de display.
Selecteer de lay-out voor de 4-IN-1 kopie
Houd, terwijl de 2-IN-1 indicator brandt ( ), de
[2-IN-1 / 4-IN-1]-toets ( / ) ingedrukt totdat de
4-IN-1 indicator ( ) knippert.
De huidige patrooncode
knippert in het eerste
getal van het aantal
kopieën in de display.
2
Selecteer de instelcode door op de
cijfertoetsen te drukken.
Druk op de [2]-toets om
"Patroon 2" te
selecteren.
De fabrieksinstellingen zijn gemarkeerd door een " * ".
Het ingevoerde getal knippert in het eerste getal in de
display van het aantal kopieën.
3
Druk op de [START]-toets ( ).
De geselecteerde code stopt met knipperen en brandt
ononderbroken. Hiermee is de instelling voltooid.
4
Gebruik de [2-IN-1 / 4-IN-1]-toets
( / ) om de functie te sluiten.
De display geeft weer gewoon het aantal kopieën weer.
Druk op de [WIS]-toets ()om de 2-IN-1
/ 4-IN-1 kopieeropdracht te annuleren.
Druk herhaaldelijk op de [2-IN-1 /
4-IN-1]-toets ( / ) totdat de 2-IN-1
/ 4-IN-1 indicators ( / ) beide niet
meer branden om de 2-IN-1 / 4-IN-1
kopieerfunctie te annuleren.
Opmerking
DATA
Het lay-outpatroon kan ook worden geselecteerd in de gebruikersprogramma's. (p.45)
Opmerking
Functie Instelcode (p.45)
2-IN-1-layout
* 1 (Patroon 1)
2 (Patroon 2)
4-IN-1-layout
* 1 (Patroon 1)
2 (Patroon 2)
3 (Patroon 3)
4 (Patroon 4)
READ END
36
HET INSTELLEN VAN KANTLIJNEN
TIJDENS HET KOPIEREN
(Kantlijnverschuiving)
De standaard KANTLIJNVERSCHUIVING-FUNCTIE verschuift automatisch de tekst of de afbeelding met ongeveer
10mm (1/2") om de kantlijn te verbreden.
De plaats van de kantlijn kan worden ingesteld aan de linker- of bovenzijde van de pagina (alleen bij de AR-M205).
1
Plaats één of meerdere originelen.
Wanneer u de origineelplaat
gebruikt, plaats dan de zijde
van het origineel waar u de
kantlijn wilt instellen aan de
rechterkant van de
origineelplaat.
Wanneer u de
SPF/RSPF gebruikt,
plaats dan de zijde van
het origineel waar u de
kantlijn wilt instellen aan
de linkerkant van de
SPF/RSPF.
2
Selecteer het origineelformaat
wanneer het origineel op de
origineelplaat is geplaatst. (p.18)
Verzeker u ervan dat de juiste
ORIGINEELFORMAAT-indicator gaat branden
wanneer u de SPF/RSPF gebruikt.
3
Druk op de
[KANTLIJNVERSCHUIVING]-toets ( ).
De
KANTLIJNVERSCHUIVING-
indicator ( ) gaat
branden.
4
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Selecteer de plaats van de kantlijn
(alleen bij de AR-M205)
Volg de onderstaande stappen wanneer uw model
automatisch dubbelzijdig kopiëren ondersteunt. Voor
andere modellen ga naar de volgende stap.
1
Houd de [KANTLIJNVERSCHUIVING]-toets
()
ingedrukt totdat de
KANTLIJNVERSCHUIVING-indicator
()
knippert.
De huidige instelcode voor de kantlijnverschuiving
knippert in de display.
1: Linkerkantlijn 2: Bovenkantlijn
2
Druk op de [1]- of [2]-toets en vervolgens
op de [START]-toets ( ).
De geselecteerde instelcode voor de
kantlijnverschuiving brandt.
3
Druk op de
[KANTLIJNVERSCHUIVING]-toets
().
De KANTLIJNVERSCHUIVING-indicator ( )
stopt met knipperen.
A
A
A
Marge
Marge
Origineel
Linkerkantlijn Bovenkantlijn
Voorbeeld: Onderstaand model dat automatisch dubbelzijdig kopiëren ondersteund
Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de functies "2 IN 1" of "4 IN 1".
U kunt ook wisselen van linkerkantlijn en bovenkantlijn in de gebruikersprogramma’s. (p.45)
De kantlijnbreedte kan worden gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.45)
Let erop dat de kantlijn wordt bepaald door de verschuiving van de afbeelding. Wanneer de afbeelding dus te
ver wordt verschoven kan de afbeelding worden afgebroken.
Roteer het origineel zo dat deze in dezelfde richting als de knipperende ORIGINEEL FORMAAT-indicator is
geplaatst wanneer de ORIGINEEL FORMAAT-indicator knippert wanneer de kantlijnverschuiving is geselecteerd.
Opmerking
Druk herhaaldelijk op de
[KANTLIJNVERSCHUIVING]-toets ( )
totdat de KANTLIJNVERSCHUIVING-indicator
( ) niet meer brandt om de
kantlijnverschuiving te annuleren.
Wanneer de kantlijnverschuiving wordt
gebruikt in combinatie met automatisch
dubbelzijdig kopiëren, wordt de kantlijn ook
automatisch aan de achterzijde aangemaakt,
direct achter de kantlijn van de voorzijde.
Opmerking
37
3
SCHADUWEN RONDOM DE
KANTLIJNEN VAN DE KOPIE WISSEN
(Kopie wissen)
Deze functie wordt gebruikt om schaduwen rondom de kantlijnen van kopieën vanaf boeken of andere dikke
originelen te wissen. De schaduwen die worden gewist zijn afhankelijk van het papierformaat.
(KANTLIJNVERWIJDERING)
Deze functie wordt gebruikt om schaduwen die verschijnen in het midden van kopieën vanaf boeken of andere
dikke originelen te wissen. (BINNENKANTLIJNVERWIJDERING)
De fabrieksinstelling voor de breedte van het wisgebied is ongeveer 10 mm (1/2"). Deze wisbreedte kan worden
gewijzigd in de gebruikersprogramma's. (p.45)
1
Plaats één of meerdere originelen.
(p.18)
2
Selecteer het origineelformaat
wanneer het origineel op de
origineelplaat is geplaatst. (p.18)
Verzeker u ervan dat de juiste
ORIGINEELFORMAAT-indicator gaat branden
wanneer u de SPF/RSPF gebruikt.
3
Druk op de [WIS]-toets ( / ) om
de gewenste wisfunctie te selecteren.
Druk op de [WIS]-toets
(/ ) om de
"KANTLIJN +
BINNENKANTLIJNVER
WIJDERING"-functie te
selecteren
totdat de KANTLIJN-
( ) en de
BINNENKANTLIJN-indi-
cators ( ) beide
gaan branden.
4
Stel het aantal kopieën en andere
kopieerinstellingen in en druk
vervolgens op de [START]-toets ( ).
De kopie komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
AA
AB
AB
AB
AB
KANTLIJNVERWIJDERING
BINNENKANTLIJNVERWIJDERING
KANTLIJN +
BINNENKANTLIJNVERWIJDERING
Origineel Kopie
Origineel Kopie
Origineel
Kopie
Binnenkantlijnverwijdering kan niet worden gebruikt in combinatie met boekkopieën.
Deze wisfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met de 2-IN-1 /4-IN-1-functie. (p.34)
De kopie wissen functie kan worden gebruikt met speciale papierformaten of kopiëren met de handinvoerlade.
Let erop dat wanneer de breedte van de uitwissing te groot is, de rand van de afbeelding gedeeltelijk kan worden gewist.
Opmerking
Druk herhaaldelijk op de [WIS]-toets
( / ) totdat de WIS-indicators
( / ) beide niet meer branden om
de wisfunctie te annuleren.
Wanneer er geen origineelformaat is
geselecteerd in stap 2, kan de wis
kopie-functie niet worden gebruikt.
Opmerking
38
4
Hoofdstuk 4
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
De kopieermachine is standaard voorzien van een USB 1.1 poort en een parallelpoort.
Hierop kan een computer worden aangesloten om de machine te gebruiken als printer of scanner.
Wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd kunnen de onderstaande functies worden gebruikt in
aanvulling op de standaard printer- en scannerfuncties.
Hoge snelheid gegevensoverdracht (wanneer aangesloten op een USB 2.0 poort)
•ROPM*-functie
Automatische rotatieafdrukken
Om de kopieermachine te kunnen gebruiken als printer of scanner, moet er eerst een printer driver of scanner driver
worden geïnstalleerd. Raadpleeg hiervoor de "Software installatiehandleiding".
* ROPM is een afkorting voor het "Rip Once Print Many" proces. De ROPM-functie slaat meerdere pagina’s met afdrukgegevens
op in het geheugen voordat deze worden afgedrukt. Dit voorkomt dat de computer herhaaldelijk de afdrukgegevens moet
verzenden wanneer er meerdere afdrukken worden gemaakt.
Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)
Het onderstaande systeem is vereist voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie):
Uw computer draait onder Windows XP / Windows 2000 en de Microsoft USB 2.0 driver is voorgeïnstalleerd,
of de USB 2.0 driver voor Windows XP / Windows 2000 moet worden geïnstalleerd met behulp van de
Microsoft Windows Update service.
De “USB 2.0 functieomschakeling”-INSTELLING in de gebruikersprogramma’s van de machine moeten op
“Hi-Speed” worden gezet. Raadpleeg “USB 2.0 functieomschakeling” in de gebruikersprogramma’s om de
instelling te wijzigen. (p.46).
* Zelfs wanneer de Microsoft USB 2.0 driver is geïnstalleerd, zijn sommige USB 2.0 uitbreidingskaarten niet in
staat om de snelheid zoals vermeld bij de Hi-Speed standaard te halen. Dit probleem kan meestal worden
opgelost door de installatie van een meer recente driver voor de betreffende kaart. Neem contact op met de
fabrikant van de kaart om de meest recente driver in uw bezit te krijgen.
raadpleeg "PROBLEEMOPLOSSING" als er zich problemen voordoen tijdens de printer- of scannerfunctie. (p.52)
Twee printer drivers worden bijgeleverd voor de machine: Een standaard printer driver en een printer driver die wordt
gebruikt wanneer het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd. Installeer de juiste printer afhankelijk van het feit of
het tweevoudige functieboard is geïnstalleerd of niet. Wanneer de juiste printer driver niet wordt geïnstalleerd, kan het
afdrukken onjuist verlopen. (Raadpleeg de “Software installatiehandleiding” voor meer informatie over het installeren
van de printer drivers.)
Om de printer driver te kunnen gebruiken voor het tweevoudige functieboard, moet uw computer op de
kopieermachine worden aangesloten op de USB 2.0 poort. Wanneer de USB 1.1 poort wordt gebruikt, zal de
machine niet de volledige afdruksnelheid of andere functies van het tweevoudige functieboard uitvoeren.
Installeer geen printer driver voor het tweevoudige functieboard wanneer deze laatste niet is geïnstalleerd.
Wanneer dit wordt gedaan zal er een waarschuwingsbericht worden afgedrukt en het afdrukken worden
geannuleerd.
De scanfucntie is uitsluitend beschikbaar onder Windows 98/Me/2000/XP met een USB verbinding. Voor Windows 95/NT
4.0-gebruikers, of gebruikers van een parallelverbinding , is alleen de printerfunctie beschikbaar.
Wanneer er een onderbrekende kopieeropdracht wordt uitgevoerd is afdrukken of scannen niet mogelijk.
Opmerking
39
4
DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN
De procedure voor het plaatsen van printpapier is hetzelfde als voor het laden van kopieerpapier. Zie "PAPIER BIJVULLEN" (p.13)
BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN
Hieronder volgt een uitleg van de basisprocedure voor afdrukken. Raadpleeg het "Online handboek" of de printer
driver helpbestanden om de aangepaste printerfuncties te gebruiken.
1
Verzeker u ervan dat er papier
aanwezig is in de papierlade.
De procedure voor het plaatsen van printpapier is
hetzelfde als voor het laden van kopieerpapier.
Raadpleeg
"PAPIER BIJVULLEN" (p.13)
en zorg
ervoor dat het gewenste papierformaat is geladen.
2
Zorg ervoor dat de ON LINE-indicator
( ) op het bedieningspaneel brandt.
Druk op de [ON LINE]-toets
( ) wanneer de ON
LINE-indicator ( ) niet brandt.
Wanneer deze indicator niet
brandt, is de machine off line en
kan deze niet afdrukken.
Wanneer deze indicator
knippert wordt er een
afdrukopdracht naar de
machine gestuurd.
3
Open het bestand dat u wilt afdrukken
en selecteer "Afdrukken" uit het menu
Bestand.
4
Verzeker u ervan dat de printer driver
voor de kopieermachine is
geselecteerd en selecteer de
printerinstellingen in de printer driver.
Raadpleeg het "Online handboek", de Software
installatiehandleiding of de printer driver
helpbestanden voor meer informatie over de
instellingen in de printer driver.
5
Klik op de "Afdrukken"-knop of de
"OK"-knop om het afdrukken te starten.
De afdrukopdracht komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Belangrijke punten voor het instellen van het
papierformaat
Zorg ervoor dat de papierladeinstelling overeenkomt met de
papierladeinstelling in de printer driver. Wanneer de
papierlade bijvoorbeeld is ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R),
stel dan de "Papierformaat instelling" in op "A4-R"
("Letter-R"). Raadpleeg “DE PRINTER DRIVER
CONFIGUREREN” (p.11) in de “Software
installatiehandleiding” voor meer informatie.
Wanneer het tweevoudig functieboard niet is geïnstalleerd, zal het
afdrukken niet correct plaatsvinden wanneer het papierformaat in de lade is
ingesteld op A4R (8-1/2" x 11"R). Specificeer de lade die moet worden
gebruikt en stel het papierformaat van deze lade in de printer driver in op
A4R (8-1/2" x 11"R) om onjuiste afdrukken te voorkomen bij een
papierformaatinstelling van A4R (8-1/2" x 11"R).
Afdrukopdracht pauzeren
Druk op de [ON LINE]-toets ( ) op het bedieningspaneel om de machine in de off line stand te zetten wanneer u de
afdrukopdracht tijdelijk wilt onderbreken. De afdrukopdracht zal worden onderbroken en de ON LINE-indicator ( ) knippert.
Druk op de [WIS]-toets ( ) of de [WIS ALLES]-toets ( ) om een afdrukopdracht te annuleren.
Druk op de [ON LINE]-toets ( ) om de machine in de on line stand te zetten en het afdrukken te hervatten.
Wanneer de "Gelijkend papierformaat gebruiken"-functie (p.46) uitstaat
Zal de PAPIERFORMAAT-indicator op het bedieningspaneel knipperen. Druk op de [PAPIERLADEKUZE]-toets ( ) voor het met
de hand selecteren van de lade en druk vervolgens op de [ON LINE]-toets ( ). Het afdrukken zal beginnen. Als u de
handinvoerlade selecteert, het papier in de handinvoerlade plaatsen.
Wanneer de functie "Gelijkend papierformaat gebruiken" is geactiveerd
Het afdrukken wordt voortgezet met een papierformaat dat lijkt op het formaat van de afdrukafbeelding.
Printopdrachten die worden ontvangen terwijl de machine bezig is met kopiëren of scannen, worden opgeslagen in
het geheugen. De printopdrachten zullen worden uitgevoerd nadat kopieer- of scanopdracht is beëindigd.
Afdrukken is niet mogelijk wanneer de voor- of zijklep is geopend voor machineonderhoud, er een papierstoring
plaatsvindt, de papierladen of tonercartridges leeg zijn of wanneer de drumcartridge aan vervanging toe is.
Wanneer er een papierstoring van het origineel plaatsvindt in de SPF/RSPF, zal afdrukken niet mogelijk zijn
totdat het vastgelopen origineel wordt verwijderd en de SPF/RSPF weer bruikbaar wordt gemaakt.
Opmerking
Zorg ervoor dat de papierformaatinstelling in
de kopieermachine overeenkomt met het
papierformaat in de printer driver.
Opmerking
Wanneer het tweevoudig functieboard is geïnstalleerd, wordt de afdrukafbeelding automatisch geroteerd zo dat
deze past op het papier wanneer het geladen papier in een andere richting is geplaatst dan de afdrukafbeelding.
Raadpleeg "BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES" voor de beperkingen met betrekking tot het kopiëren met
de printerfunctie, scannerfunctie en de beperkingen voor de printerfunctie in de kopieer- en scanfunctie. (p.41)
Opmerking
!Chapter4.fm Page 39 Friday, February 13, 2004 4:36 PM
40
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN
De procedure voor het plaatsen van het origineel is hetzelfde als voor het kopiëren. Zie "
"NORMAAL KOPIEREN" (p.18)
SCANNEN MET BEHULP VAN DE MACHINE-TOETSEN
Hieronder volgt een uitleg van de procedure voor scannen met de [SCAN]-toets ( ) en de [SCAN MENU]-toets.
Wanneer het scannen via deze methode wordt uitgevoerd, zal de toepassing die in het Knoppenbeheer is ingesteld
automatisch starten en de gescande afbeelding in deze toepassing worden geplakt.
1
Druk op de [SCAN]-toets ( ).
Wanneer de
SCAN-indicator gaat
branden, staat de
machine in de
scanfunctie.
Wanneer de machine in
de scanfunctie wordt
gezet verschijnt één van
de displays hier links,
afhankelijk van de poort
die wordt gebruikt voor
de verbinding.
Druk één of meerdere keren op de scan-toets om de gewenste
poort te selecteren wanneer zowel de USB 1.1 als de USB 2.0
poort is aangesloten. De poorten zijn geselecteerd in de
volgorde "U_2", "U_1", "Scanfunctie uit".
2
Plaats het origineel in de handinvoerlade
of op de origineelplaat.
3
Druk op een van de [SCAN MENU]-toetsen
om het scannen de starten.
De display geeft het cijfer
weer van het [SCAN
MENU] dat u heeft
ingevoerd en dit cijfer
brandt en de
SCAN-indicator knippert.
De scannerfunctie kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
Wanneer er een papierstoring optreedt (papier- of origineelstoring in de SPF/RSPF).
Er gebruikersprogramma's worden gebruikt.
De papierformaatlade wordt ingesteld.
De Automatische belichtingsafstelling bezig is.
Wanneer de toner besparingsfunctie is geactiveerd.
De kopieermachine wordt gebruikt in de kopieerfunctie.
De voor- of zijkleppen openstaan.
Opmerking
Druk op de [SCAN]-toets ( ) wanneer de machine in de kopieerfunctie staat en deze in de scannerfunctie te
zetten en de eerder ingestelde kopieerinstellingen te wissen.
Opmerking
Druk op de [SCAN]-toets ( ) of op de
[WIS ALLES]-toets ( ) om vanuit de
scannerfunctie terug te keren naar de
kopieerfunctie.
Raadpleeg "BEDIENING VAN KOPIEER-,
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES" voor
de beperkingen met betrekking tot het
kopiëren en afdrukken met de
scannerfunctie en de beperkingen voor de
scanfunctie tijdens het kopiëren of
afdrukken.
(p.41)
Open eerst de klep van de invoerrol en
verwijder het origineel als u het moeilijk
vindt om het origineel uit de
origineelinvoerlade te verwijderen.
Wanneer u het origineel verwijdert zonder
de klep van de invoerrol te openen, kan het
origineel bevuild raken.
1
2
12
Opmerking
41
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
4
[SCAN MENU]-toetsen en het Knoppenbeheer ScanMenu
De zes [SCAN MENU]-toetsen kunnen worden apart geconfigureerd in Knoppenbeheer voor computers
aangesloten op de USB 1.1 poort en computers aangesloten op de USB 2.0 poort.
De fabrieksinstellingen voor de [SCAN MENU]-toetsen en het Knoppenbeheer zijn als volgt. Raadpleeg de
Knoppenbeheer helpbestanden voor informatie over de instellingen van het Knoppenbeheer.
SCANNEN VANAF UW COMPUTER
De machine ondersteunt de TWAIN-standaard, waarmee het mogelijk wordt te scannen vanuit TWAIN-compatibele
toepassingen. De machine ondersteunt ook WIA (Windows Image Acquisition), waarmee het mogelijk wordt te
scannen met behulp van de "Scanner en Camera Wizard" in Windows XP. Raadpleeg het online handboek voor de
TWAIN en WIA scanprocedures. Meer informatie over de TWAIN en WIA instellingen vindt u in de helpbestanden
van de scanner driver of de Windows Help.
BEDIENING VAN KOPIEER-,
PRINTER- EN SCANNERFUNCTIES
Sommige handelingen kunnen niet tegelijkertijd worden uitgevoerd wanneer de machine in de kopieer-, printer- of
scannerfunctie staat.
*
1
Kan worden gebruikt nadat er op de [ONDERBREKING]-toets ( ) is gedrukt.
*
2
Het afdrukken zal beginnen wanneer er op de [WIS ALLES]-toets ( ) wordt gedrukt nadat de kopieeropdracht is beëindigd, of
wanneer erop de [ON LINE]-toets ( ) wordt gedrukt om de machine in de online stand te zetten. Het afdrukken begint ook
nadat de automatische terugsteltijd stopt, of 60 seconden nadat de "Automatische terugsteltijd" is gedeactiveerd.
*
3
De afdrukopdracht wordt onderbroken en het kopiëren begint.
*
4
De scanopdracht wordt opgeslagen en het scannen begint nadat de afdrukopdracht is beëindigd.
*
5
De afdrukopdracht wordt opgeslagen in de computer en het afdrukken begint nadat de scanopdracht is beëindigd.
1
2
12 34 56
Het kan handig zijn om de
Knoppenbeheer-instellingen te noteren voor
computers aangesloten op de USB 1.1 poort
aan de rechterkant van het cijfer
en voor
computers aangesloten op de USB 2.0 poort
aan de rechterkant van het cijfer
.
Toetspositie
Naam in de
display
Knoppenbeheer-menu Toepassing die wordt gestart
1 (meest linkse toets) SC1 ScanMenu SC1 Sharpdesk
2 (2de toets van links) SC2 ScanMenu SC2 E-mail
3 (3de toets van links) SC3 ScanMenu SC3 FAX
4 (4de toets van links) SC4 ScanMenu SC4 OCR
5 (5de toets van links) SC5 ScanMenu SC5 Microsoft Word
6 (meest rechtse toets) SC6 ScanMenu SC6 Filing
Functies Kopiëren Afdrukken
Scannen vanaf
een computer
Scannen vanaf
de
kopieermachine
Kopie
Kopieertoets-invoer Ja Ja Ja Nee
Tijdens kopiëren Ja*
1
Nee*
2
Nee Nee
Printer Tijdens het afdrukken Ja*
3
Nee Ja*
4
Ja*
4
Scanner
Tijdens
scanvoorbeeld/
tijdens scannen
Nee Nee*
5
Nee Nee
!Chapter4.fm Page 41 Thursday, February 12, 2004 8:45 AM
42
5
Hoofdstuk 5
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Dit hoofdstuk beschrijft de hoe u de aangepaste functies kunt instellen die de fijnafstelling van de
machinehandelingen regelen, zoals de automatische belichtingsfunctie, de toner besparingsfunctie en de
gebruikersprogramma’s.
DE AUTOMATISCHE
BELICHTINGSFUNCTIE AANPASSEN
De belichtingsfunctie die wordt gebruikt in de Automatische belichtingsfunctie en waarbij de kopiebelichting
automatisch wordt aangepast aan het origineel, kan worden aangepast. Volg de onderstaande stappen om de
automatische belichtingsfunctie aan te passen wanneer kopieën te donker of te licht worden afgedrukt in de
automatische belichtingsfunctie.
Het automatische belichtingsniveau kan afzonderlijk worden ingesteld voor de origineelplaat en de SPF/RSPF.
1
Plaats een origineel in de SPF/RSPF
om de automatische
belichtingsfunctie in de SPF/RSPF
aan te passen. (p.19)
Verzeker u ervan dat de SPF/RSPF-indicator
brandt.
2
Druk op de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-
toets ( / / ) om "FOTO" te
selecteren.
3
Houd de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/PHOTO]-
toets ( / / ) ingedrukt totdat
de AUTO-indicator ( ) knippert.
De belichtingsniveau-
indicators tonen de
huidige instelling.
4
Druk op de [Licht]-toets ( ) of de
[Donker]-toets ( ) om het gewenste
automatische belichtingsniveau in te
stellen.
5
Druk op de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-
toets ( / / ) om de instelling
te voltooien.
The AUTOMATISCHE-indicator ( ) stopt
met knipperen en brandt ononderbroken.
De kopie-, scanner- en printerfuncties kunnen niet worden gebruikt terwijl het automatische belichtingsniveau
wordt aangepast.
Opmerking
Ga verder met stap 2 om de automatische
belichtingsfunctie voor kopieën vanaf de
origineelplaat aan te passen.
Opmerking
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
135
Wij raden u aan om na het aanpassen van het
automatische belichtingsniveau een testkopie
te maken om het nieuwe niveau te
controleren.
135
135
AUTO
AUTO
Opmerking
43
5
TONER BESPARINGSFUNCTIE
ACTIVEREN
U kunt de toner besparingsfunctie activeren om het tonerverbruik met ongeveer 10% te verminderen.
1
Druk op de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-
toets
( / / ) om "HANDMAT"
te selecteren ( ).
2
Houd de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-
toets ( / / ) ingedrukt totdat
de FOTO-indicator ( ) knippert.
De belichtingsniveau-
indicators tonen de
huidige instelling
3
Druk op de [Licht]-toets ( ) om de
toner besparingsfunctie te activeren.
Druk op de [Donker]-toets ( ) om de
toner besparingsfunctie uit te zetten.
Wanneer u de
tonerbesparingsmodus
activeert, er op letten dat
"1" oplicht.
Wanneer u de
tonerbesparingsmodus
deactiveert, er op letten
dat "5" oplicht.
4
Druk op de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-
toets
( / / ) om de instelling
te voltooien.
De FOTO-indicator ( ) stopt met knipperen en
brandt ononderbroken.
AUTO
AUTO
AUTO
135
13
135
AUTO
44
INSTELLINGEN AANPASSEN
(Gebruikersprogramma’s)
In de gebruikersprogramma's kunt u de machine-instellingen aan uw wensen aanpassen.
GEBRUIKERSPROGRAMMA’S
Programma-
nummer
Programmanaam
Instelcodes
(de fabrieksinstelling is
vetgedrukt)
Uitleg
1
Automatische
terugsteltijd
1: UIT
2: 10 sec.
3: 20 sec.
4: 60 sec.
5: 90 sec.
6: 120 sec.
"Automatische terugsteltijd" zet de
kopieerinstellingen automatisch terug naar de
begininstellingen (p.12) binnen een bepaalde periode
nadat er een kopie is gemaakt. In dit programma kan
de terugsteltijd ingesteld worden. De "automatische
terugsteltijd" kan ook worden uitgezet.
2 Voorverwarmingstijd
1: 1 min
2: 5 min
3: 30 min
4: 60 min
5: 120 min
6: 240 min
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in
een lager stroomverbruik wanneer deze gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt. De
ENERGIEBESPARING-indicator ( ) gaat branden,
maar de toetsen op het bedieningspaneel kunnen
nog wel worden gebruikt. De normale werking wordt
automatisch hervat wanneer er een toets op het
bedieningspaneel wordt ingedrukt, een origineel
wordt geplaatst, een afdrukopdracht wordt ontvangen
of er wordt gescand vanaf een computer.
3
Automatische
uitschakeltijd
1: 5 min
2: 30 min
3: 60 min
4: 120 min
5: 240 min
Deze functie zet de kopieermachine automatisch in
een nog lager stroomverbruik dan bij de
voorverwarmfunctie wanneer de machine gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt. Alle lampjes gaan uit,
behalve de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) en
de ON LINE-indicator ( ). Druk op de [Start]-toets
( ) om de normale werking te hervatten. De
normale werking wordt ook automatisch hervat
wanneer er een afdrukopdracht wordt ontvangen of
er wordt gescand vanaf een computer. Wanneer de
machine in de automatische uitschakelfunctie staat,
kunnen geen van de toetsen worden gebruikt (met
uitzondering van de [START]-toets ( )).
4
Ononderbroken-invoer
functie
*1
0: UIT
1: AAN
Wanneer er wordt gekopieerd in de SPF/RSPF kunt
u, tijdens het knipperen van de SPF/RSPF-indicator
nadat een origineel is gescand (gedurende ongeveer
5 seconden), het daaropvolgende origineel plaatsen
die vervolgens automatisch in de machine wordt
gevoerd.
5
Automatische
uitschakelinstelling
0: UIT
1: AAN
Gebruik deze instelling om de automatische
uitschakelfunctie aan of uit te zetten.
6
Scheidingslijn voor
2-IN-1 / 4-IN-1
*2
1: UIT
2: Ononderbroken lijn
3: Stippellijn
Wanneer u meerdere originelen op een enkel vel
papier wilt kopiëren (2-IN-1 / 4-IN-1 kopie), kunt u
deze functie gebruiken om een ononderbroken- of
stippellijn rondom elke afbeelding af te drukken.
*
1
Op modellen met een SPF/RSPF.
*
2
Op modellen met een tweevoudig functieboard.
45
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
5
7
Beelddraaiing
*2
0: UIT
1: AAN
Wanneer de automatische papierkeuzefunctie is
geactiveerd en er geen papier aanwezig is in
hetzelfde formaat of dezelfde richting als het
origineel, selecteert deze functie automatisch papier
van hetzelfde formaat dat is geladen in de
tegenovergestelde richting en roteert vervolgens de
afbeelding met 90 graden zodat de afbeelding in de
correcte richting op het papier wordt gekopieerd.
Wanneer de automatische kopieerfactorfunctie actief
is en het origineel en het kopieerpapier in
tegengestelde richting wordt geladen, roteert deze
functie de afbeelding zo dat de afbeelding in de
correcte richting op het papier wordt gekopieerd.
8
Automatisch
papierkeuze
0: UIT
1: AAN
Deze functie selecteert automatisch papier van hetzelfde
formaat als het origineel dat is geplaatst in de SPF/RSPF, of
papier van hetzelfde formaat zoals geselecteerd met de
[ORIGINEELFORMAAT INSTEL]-toets ( ). Deze
functie kan worden uitgezet.
9
Automatische
papierlade-omschakeling
0: UIT
1: AAN
Wanneer het papier in de papierlade tijdens het
kopiëren opraakt en er een andere papierlade is met
hetzelfde papierformaat en invoerrichting, schakelt
deze functie automatisch over op deze papierlade
(met uitzondering van de handinvoerlade). Deze
functie kan worden uitgezet.
10
tot 15 Accountregeling -
Zie "ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN". (p.48)
16
Wisbreedte-instelling
*2
1: 0 mm (0")
2: 5 mm (1/4")
3: 10 mm (1/2")
4: 15 mm (3/4")
5: 20 mm (1")
Gebruik deze functie om de wisbreedte van
schaduwen rondom de kantlijnen en boekbanden in
te stellen wanneer een boek of gelijksoortige
originelen worden gekopieerd.
17
Lay-out in 2-IN-1
kopieën
*2
1: Patroon 1
2: Patroon 2
Gebruik deze instelling om het lay-outpatroon te selecteren
wanneer twee originelen worden gekopieerd op een
enkelzijdige kopie (zie pagina 34 voor de lay-outpatronen).
18
Lay-out in 4-IN-1
kopieën
*2
1: Patroon 1
2: Patroon 2
3: Patroon 3
4: Patroon 4
Gebruik deze instelling om het lay-outpatroon te
selecteren wanneer vier originelen worden
gekopieerd op een enkelzijdige kopie (zie pagina 34
voor de lay-outpatronen).
19
Staffelfunctie van
kopie-uitvoerlade
0: UIT
1: AAN
Indien geactiveerd verschuift de staffelfunctie de positie van
onderbrekende kopieeropdrachten in de kopie-uitvoerlade
kopiesets tijdens sorteer/groepeer kopieeropdrachten.
20
Beelddraaiing bij
dubbelzijdig
kopiëren
*3
0: UIT
1: AAN
Wanneer een enkelzijdig, verticaal "staand" origineel
is geplaatst in een horizontale richting B4 of A3
(8-1/2" x 14" of 11" x 17 formaat) om hiervan
dubbelzijdige kopieën te maken, zullen de boven- en
onderkant van de abeeldingen op de voor- en
achterzijde tegenover elkaar liggen. Met deze functie
kunnen de boven- en onderkant op eenvoudige wijze
worden gelijkgesteld.
21
Plaats van de
kantlijn
*2,*3
1: Linkerkantlijn
2: Bovenkantlijn
Gebruik deze instelling om te wisselen tussen de
bovenkantlijn en de linkerkantlijn.
22
Kantlijnbreedte
*2
1: 0 mm (0")
2: 5 mm (1/4")
3: 10 mm (1/2")
4: 15 mm (3/4")
5: 20 mm (1")
Gebruik deze instelling om de breedte van de
kantlijn in te stellen.
23
Resolutie in de
Auto/Handmat-functie
1: 300dpi
2: 600dpi
Deze instelling wordt gebruikt om de kopieerresolutie
naar AUTOMATISCHE te veranderen en de
HANDMAT modus van 600 x 300 dpi naar 600 x 600
dpi (hoge kwaliteit modus) te veranderen. Het
scannen wordt langzamer wanneer de hoge
kwaliteitsmodus gebruikt wordt.
Programma-
nummer
Programmanaam
Instelcodes
(de fabrieksinstelling is
vetgedrukt)
Uitleg
ENTER
*
2
Op modellen met een tweevoudig functieboard.
*
3
Op modellen met automatisch dubbelzijdig kopiëren.
!Chapter5.fm Page 45 Thursday, February 12, 2004 8:56 AM
46
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
24
Toegewezen
geheugen voor de
printerfunctie*
2
1: 30%
2: 40%
3: 50%
4: 60%
5: 70%
Gebruik deze instelling om de grootte van het
machinegeheugen in te stellen voor de
printerfunctie.
25
Toets automatische
herhaling
0: UIT
1: AAN
Gebruik deze instelling om al dan niet de herhaling van het indrukken
van een toets te selecteren. Voor toetsen die normaliter een
instelwaarde verhogen wanneer deze worden ingedrukt (bijvoorbeeld
het ingedrukt houden van de [ZOOM]-toets (
,
)), kunt u dit
programma gebruiken om te bepalen of de instelwaarde wel of niet
wordt gewijzigd wanneer de toets ingedrukt gehouden wordt.
26
Toetsdruktijd
1: Minimum (huidige
responssnelheid)
2: 0,5 sec.
3: 1,0 sec.
4: 1,5 sec.
5: 2,0 sec.
Gebruik deze instelling om de duur te selecteren
waarbinnen de invoer van een bepaalde toetsdruk
wordt geaccepteerd. Door een langere duur in te
stellen voorkomt u dat instellingen worden gewijzigd
door het per ongeluk indrukken van een toets.
27
Geluidssignaalvolume
1: Korte pieptoon
2: Lange pieptoon
3: UIT
Deze instelling regelt het volume van de
piepsignalen. (p.47)
28
Basisinstelling
geluidssignaal
0: UIT
1: AAN
Gebruik deze instelling om een piepgeluid te laten horen
wanneer een basisinstelling wordt geselecteerd. (p.47)
29
Aantal kopieën limiet
1: 99 kopieën
2: 999 kopieën
Gebruik deze instelling het maximale aantal kopieën
(99 of 999) dat kan worden gemaakt in te stellen.
30
Gelijkend
papierformaat
gebruiken
0: UIT
1: AAN
Wanneer u deze functie activeert, zal het afdrukken in de printerfunctie
automatisch worden voortgezet met een ander, gelijkend
papierformaat wanneer het ingestelde papierformaat in geen enkele
lade meer aanwezig is. Deze functie werkt niet in de kopieerfunctie.
31
Standaard
papierlade-instelling
1: Bovenste papierlade*
4
2: Onderste papierlade*
4
3: 250-vel
papierinvoereenheid/
Bovenste papierlade van 2 x
250-vel
papierinvoereenheid*
4
4: Onderste papierlade van 2 x
250-vel
papierinvoereenheid*
4
5: Handinvoerlade*
4
Gebruik dit programma om de standaard
papierlade te selecteren. Deze papierlade wordt
automatisch geselecteerd elke keer wanneer de
machine wordt ingeschakeld of elke keer
wanneer de machine wordt teruggezet in de
begininstelling.
32
Standaard
belichtingsfunctie
1: AUTOMATISCHE
2: HANDMAT
3: FOTO
Gebruik dit programma om "AUTOMATISCHE",
"HANDMAT", of "FOTO" als standaard
belichtingsfunctie in te stellen.
33
USB 2.0
functiewisseling*
5
1: Volledige snelheid
2: Hoge snelheid
Hiermee wordt de USB 2.0 overdrachtsnelheid ingesteld. Om de
hoogste snelheid te behalen via de USB 2.0 poort, controleer
eerst of uw systeem voldoet aan de systeemeisen
(besturingssysteem en driver) en gebruik vervolgens dit
programma om de USB 2.0 functie op "Hi-Speed" te zetten. Let
op: deze instelling mag niet worden gewijzigd wanneer er een
TWAIN driver actief is. (Zie "Systeemeisen voor USB 2.0
(Hi-Speedfunctie) op p.38 voor de systeemeisen.)
34
Autom. selectie
sorteren*
1,
*
2
1: UIT
2: Sorteren
3: Groeperen
Gebruik deze instelling voor het selecteren van
de standaard uitvoermodus voor het kopiëren
van een SPF of RSPF.
Programma-
nummer
Programmanaam
Instelcodes
(de fabrieksinstelling is
vetgedrukt)
Uitleg
*
1
Op modellen met een SPF/RSPF.
*
2
Op modellen met een tweevoudig functieboard.
*
4
AR-M160 is als volgt:
1:
Bovenste papierlade (fabrieksinstelling), 2: 250-vel papierinvoereenheid/Bovenste papierlade van 2 x 250-vel papierinvoereenheid,
3: Onderste papierlade van 2 x 250-vel papierinvoereenheid, 5: Handinvoerlade
*
5
De scansnelheid wordt verhoogd wanneer de USB 2.0 functie op "Hi-Speed" wordt gezet, maar de afdruksnelheid wordt niet sterk verhoogd.
!Chapter5.fm Page 46 Friday, February 13, 2004 4:38 PM
47
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
5
INSTELLINGEN VOOR EEN
GEBRUIKERSPROGRAMMA SELECTEREN
1
Houd de [Licht]-toets ( ) ingedrukt
totdat de alarm- indicators ( , , ,
, ) knipperen.
Op de display verschijnt
"- -" waarbij het linker
streepje knippert.
2
Voer een programmanummer in met
de cijfertoetsen.
Zie
"GEBRUIKERSPROGRAMMA’S"
(p.44 tot p.46) voor de
programmanummers.
Het geselecteerde
programmanummer knippert.
Druk op de [1]-toets om de
"Automatische terugsteltijd"
te selecteren.
3
Druk op de [START]-toets ( ).
Het geselecteerde
programmanummer
stopt met knipperen en
brandt ononderbroken.
De huidige instelcode
knippert in het eerste
getal van de display.
4
Voer de gewenste instelcode in door
op een cijfertoets te drukken.
Zie
"GEBRUIKERSPROGRAMMA’S"
voor de instelcodes. (p.44
tot p.46)
De geselecteerde
instelcode knippert.
Druk op de [5]-toets om 90
seconden te selecteren.
5
Druk op de [START]-toets ( ).
De geselecteerde code
stopt met knipperen en
brandt ononderbroken.
6
Druk op de [Licht]-toets ( ) om de
instellingen te voltooien.
De alarm-indicators ( , , , , ) gaan af
en de display geeft weer het aantal kopieën weer.
Geluidssignalen (toetsinvoer-piep, ongeldige toets-piep, basisinstelling-piep)
De machine kan drie verschillende piepsignalen laten horen: een toetsinvoer-piep die klinkt wanneer een geldige toets wordt
ingedrukt, een ongeldige toets-piep die klinkt wanneer een ongeldige toets wordt ingedrukt en een basisinstelling-piep die klinkt
wanneer een instelling hetzelfde is als de basisinstelling (de basisinstellingen worden hieronder beschreven). Het
basisinstelling geluidssignaal staat aanvankelijk uit. Zie "basisinstelling geluidssignaal" op pagina 46 om de basisinstelling-piep
te activeren. Zie "Volume geluidssignalen" op pagina 46 om het volume van de geluidssignalen te wijzigen of uit te zetten.
De pieppatronen van elk geluidssignaal zijn als volgt:
Toetsinvoer-piep ........................ Eén piep
Ongeldige toetsinvoer-piep.Twee piepen
Basisinstelling-piep ...............Drie piepen
Basisinstellingen
De basisinstellingen zijn vooringestelde standaardselecties voor elke kopieerinstelling. Deze basisinstellingen zijn als volgt:
Kopieerfactor................................... 100%
Licht- en donkertoets-indicators .......... 3
Papierinvoerbron .... Bovenste papierlade
ORIGINEELFORMAAT.......A4 (8-1/2" x 11")
AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO ( / / )
............................................................ AUTO
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het
verkeerde nummer hebt ingevoerd en voer
vervolgens het juiste nummer in.
RE D END
Opmerking
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het
verkeerde nummer hebt ingevoerd en ga
terug naar stap 2.
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u een
instelling voor een ander programma wilt
invoeren en ga terug naar stap 2.
Opmerking
Opmerking
AUTO
!Chapter5.fm Page 47 Friday, February 6, 2004 12:01 PM
48
INSTELLINGEN VOOR
ACCOUNTREGELING
ACCOUNTREGELING
Wanneer de "accountregeling" is geactiveerd, wordt het aantal kopieën van elk account bijgehouden (er kunnen
maximaal 20 accounts worden aangemaakt). Deze tellingen kunnen, indien nodig, worden weergegeven en
opgeteld. In de "accountregeling" verschijnt er "- - -" op de display waarna er een driecijferig accountnummer
ingevoerd moet worden om de machine te kunnen gebruiken voor kopieerwerkzaamheden.
ACCOUNTREGELING-INSTELLINGEN
De beheerder van de kopieermachine moet de volgende instellingen invoeren:
De "accountregeling" activeren (p.50)
Accountnummers invoeren (p.50)
Opmerking
Programm
anummer
Programmanaam
Instelcodes
(de fabrieksinstellingen
zijn vetgedrukt)
Uitleg
10 Accountregeling
0: UIT
1: AAN
Gebruik dit programma om de "Accountregeling"
aan of uit te zetten.
"Accountregeling" staat aanvankelijk uit.
11
Accountnummers
invoeren
Geen
Gebruik dit programma om de accountnummers
in te voeren. U kunt maximaal 20 accounts
invoeren.
12
Accountnummers
wijzigen
Geen
Gebruik dit programma om accountnummers te
wijzigen.
13
Accountnummers
verwijderen
0: Eén accountnummer
verwijderen
1: Alle
accountnummers
verwijderen
Gebruik dit programma om accountnummers te
verwijderen.
U kunt één accountnummer of alle
accountnummers verwijderen.
14
Aantal kopieën per
account
Geen
Dit geeft het aantal gemaakte kopieën per
account weer.
Het maximale aantal is 49.999. Wanneer dit
aantal wordt overschreden wordt de stand
teruggezet op 0.
15 Account resetten
0: Eén account resetten
1: Alle accounts
resetten
Gebruik dit programma om het aantal gemaakte
kopieën van een account op 0 te zetten. U kunt
het aantal kopieën van één enkel account of alle
accounts resetten.
49
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
5
ACCOUNTREGELINGFUNCTIE-INSTELLINGEN
SELECTEREN
1
Houd de [Licht]-toets ( ) ingedrukt
totdat de alarm- indicators ( , , ,
, ) knipperen.
Op de display verschijnt
"- -" waarbij het linker
streepje knippert.
2
Voer een programmanummer in met
de cijfertoetsen.
•Zie
"ACCOUNTREGELING
-INSTELLINGEN"
(p.48) voor de
programmanummers.
Het geselecteerde
programmanummer
knippert.
Voer "10" in om
"Accountregeling" te
selecteren.
3
Druk op de [START]-toets ( ).
Het geselecteerde
programmanummer
stopt met knipperen en
brandt ononderbroken.
De huidige instelcode
knippert in het eerste
getal van de display.
4
Voer de gewenste instelcode voor het
programma in zoals wordt beschreven
in de gedetailleerde procedure op de
volgende pagina’s.
Zie "ACCOUNTREGELING-
INSTELLINGEN" voor de instelcodes. (p.48)
5
Druk op de [Licht]-toets ( ) om de
instellingen te voltooien.
De alarm-indicators ( , , , , ) gaan
af en de display geeft weer het aantal kopieën
weer.
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het
verkeerde nummer hebt ingevoerd en voer
vervolgens het juiste nummer in.
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u het
verkeerde nummer hebt ingevoerd en ga
terug naar stap 2.
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer de
"E" (error code) knippert in het eerste getal
van de display en ga terug naar stap 2.
RE D END
Opmerking
Opmerking
!Chapter5.fm Page 49 Friday, February 6, 2004 12:03 PM
50
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Accountregeling
(programmanummer 10)
1
Druk op de [1]-toets om de "Accountregelingfunctie"
te activeren of de [0]-toets om deze uit te zetten en
druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
2 Druk op de [WIS]-toets ( ).
Accountnummers invoeren
(programmanummer 11)
Wanneer er al 20 accountnummers zijn aangemaakt,
verschijnt de foutcode "11E" in de display.
1
Gebruik de cijfertoetsen om een 3-cijferig nummer
(alle nummers zijn mogelijk, behalve "000") in te
voeren en druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
2 Druk op de [WIS]-toets ( ).
Accountnummers wijzigen
(programmanummer 12)
Gebruik deze procedure een accountnummer te wijzigen.
Wanneer er nog geen accountnummers zijn aangemaakt,
verschijnt de foutcode "12E" in de display.
1 Druk op de [Kopieerfactor display]-toets
( ) om het accountnummer te selecteren
dat uw wilt wijzigen en druk op de
[START]-toets ( ).
In de display verschijnen 3 knipperende streepjes "- - -".
2 Druk op de cijfertoetsen om een nieuw
accountnummer (alle nummers zijn
mogelijk, behalve "000") in te voeren en
druk vervolgens op de [START]-toets ( ).
3 Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u
klaar bent.
Accountnummers verwijderen
(programmanummer 13)
Gebruik deze procedure om een accountnummer te
verwijderen. U kunt één accountnummer of alle
accountnummers ineens verwijderen.
Wanneer er nog geen accountnummers zijn
aangemaakt , verschijnt de foutcode "13E" in de
display.
[Alle accountnummers ineens verwijderen]
Druk op de [1]-toets en vervolgens op de
[START]-toets ( ).
Alle accountnummers worden verwijderd.
[Eén accountnummer verwijderen]
1 Druk op de [0]-toets en vervolgens op de
[START]-toets ( ).
2 Selecteer het accountnummer dat u wilt
wissen met de [Kopieerfactor
display]-toets ( ) en druk op de
[START]-toets ( ).
Aantal kopieën per account
(programmanummer 14)
Gebruik deze procedure om het aantal kopieën van
een accountnummer weer te geven. Wanneer er nog
geen accountnummers zijn aangemaakt, verschijnt de
foutcode "14E" in de display.
1 Selecteer het accountnummer door op de
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ) te
drukken.
2 Houd de [0]-toets ingedrukt.
Het aantal kopieën van het geselecteerde account
verschijnt op de display wanneer u de [0]-toets
ingedrukt houdt. Het aantal kopieën wordt
opeenvolgend weergegeven zoals hieronder
afgebeeld.
Voorbeeld: 12.345 kopieën
3 Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u
klaar bent.
Gebruik de "Accountnummerinvoer" nadat u de
"Accountregelingfunctie"hebt geactiveerd om
accountnummers aan te maken voor elk account
(tot 20 accounts kunnen worden aangemaakt).
Wanneer u "000" of een reeds bestaand
accountnummer invoert zal dit nummer
knipperen in de display. Voer een ander
nummer in. (Tot 20 accounts kunnen worden
aangemaakt.)
Herhaal deze procedure voor de andere
accountnummers die u wilt instellen.
Wij raden u aan een lijst bij te houden met alle
accountnummers en bijbehorende groepen
(accountnamen kunnen niet worden opgeslagen
en een dergelijke lijst voorkomt verwarring bij de
totaalopmaak van de accounttellingen).
Wanneer u "000" of een reeds bestaand
accountnummer invoert zal dit nummer
knipperen in de display. Voer een ander
nummer in.
Herhaal de stappen 1 en 2 om een ander
accountnummer te wijzigen.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Voer het programmanummer (13) in om een
ander accountnummer te verwijderen en
herhaal de procedure “Eén accountnummer
verwijderen”.
Elke pagina op A3 (11" x 17") formaat wordt
geteld als twee pagina's.
Herhaal de stappen 1 en 2 om het aantal
kopieën van een ander accountnummer te
bekijken.
Opmerking
Opmerking
51
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
5
Account resetten
(programmanummer 15)
Het aantal kopieën van een enkel account of alle
accounts kunnen worden teruggezet naar 0. Wanneer
er nog geen accountnummers zijn aangemaakt ,
verschijnt de foutcode "15E" in de display.
[Alle accounts resetten]
Druk op de [1]-toets en vervolgens op de
[START]-toets ( ).
Het aantal kopieën van alle accounts worden
verwijderd.
[Eén accountnummer resetten]
1 Selecteer het accountnummer door op de
[Kopieerfactordisplay]-toets ( ) te
drukken.
2 Selecteer het accountnummer dat u wilt
resetten met de [Kopieerfactor
display]-toets ( ) en druk op de
[START]-toets ( ).
Kopiëren wanneer
"Accountregeling" is geactiveerd
Wanneer de "Accountregelingfunctie" is geactiveerd
verschijnt er "- -" in de display.
1
Voer uw 3-cijferige accountnummer in
met de cijfertoetsen.
Wanneer u uw accountnummer invoert verschijnt
er "0" in de display om aan te geven dat kopiëren
mogelijk is.
2
Volg de juiste stappen om een kopie
te maken.
3
Druk op de [ACCOUNT WIS]-toets
( ) wanneer u klaar bent.
Voer het programmanummer (15) in om een
ander accountnummer te resetten en herhaal
de procedure “Eén accountnummer resetten”.
Opmerking
Druk op de [WIS]-toets ( ) wanneer u een
ongeldig nummer hebt ingevoerd en voer
vervolgens het juiste nummer in.
Wanneer u een onderbrekende
kopieeropdracht uitvoert (p.31), zorg er dan
voor dat u op de [ONDERBREKING]-toets
( ) drukt nadat de onderbrekende
kopieeropdracht is beëindigd.
Wanneer er een papierstoring plaatsvindt
tijdens het kopiëren zal de sessie niet
stoppen, zelfs niet wanneer u de [ACCOUNT
WIS]-toets ( ) indrukt.
Opmerking
Opmerking
ACC.#-C
ACC.#-C
Opmerking
ACC.#-C
52
6
Hoofdstuk 6
PROBLEEMOPLOSSING
Dit hoofdstuk beschrijft de probleemoplossing en het verwijderen van vastgelopen papier.
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg deze probleemoplossing voordat u de helpdesk belt wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van
de kopieermachine. Veel problemen kunnen namelijk eenvoudig door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de
hoofdschakelaar uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw service leverancier wanneer u
het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen.
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN
De machine werkt niet..................................................................................................................................... 53
Kopieën zijn te donker of te licht. .................................................................................................................... 53
Blanco kopieën................................................................................................................................................ 53
Het gebruikte kopieerpapierformaat verschilt van de geselecteerde papierformaatinstelling......................... 53
Er verschijnen kreukels in het papier of de afbeelding vervaagt op sommige plaatsen.................................. 54
Papierstoring................................................................................................................................................... 54
Origineelformaat wordt niet automatisch geselecteerd................................................................................... 54
Kopieën zijn vlekkerig of vuil........................................................................................................................... 55
Er verschijnen witte of zwarte strepen op de kopieën..................................................................................... 55
Het papierformaat voor een papierlade kan niet worden ingesteld.................................................................55
Een kopieeropdracht stopt voortijdig............................................................................................................... 55
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt. .......................................................................................... 55
Eén van de alarm-indicators ( ,,, ,) brandt of knippert............................................................ 55
De verlichtingsrail flikkert. ............................................................................................................................... 55
PRINTER- SCANNERPROBLEMEN
De machine print niet. (ON LINE-indicator ( ) knippert niet)......................................................................... 56
De machine print niet. (ON LINE-indicator ( ) heeft geknipperd)..................................................................56
Het afdrukken gaat langzaam. ........................................................................................................................ 57
De afdruk is te licht en ongelijkmatig............................................................................................................... 57
De afdruk is vuil............................................................................................................................................... 57
De afdruk is scheef of valt buiten het papier................................................................................................... 58
Eén van de alarm-indicators ( ,,, ,) brandt of knippert............................................................ 58
Gebrekkige scankwaliteit. ............................................................................................................................... 59
Afbeelding kan niet worden gescand. ............................................................................................................. 60
Overdracht van scangegevens gaat langzaam............................................................................................... 60
Kennisgevingpagina wordt afgedrukt.............................................................................................................. 61
Software verwijderen....................................................................................................................................... 61
INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN........................................................ 62
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN...................................................... 63
TONERCARTRIDGE VERVANGEN................................................................. 70
53
PROBLEEMOPLOSSING
6
MACHINE- EN KOPIEERPROBLEMEN
De onderstaande problemen zijn gerelateerd aan de algemene werking van de machine en het kopiëren.
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De machine werkt niet.
De machine is niet aangesloten op een stopcontact.
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
-
Hoofdschakelaar staat op OFF.
Zet de hoofdschakelaar op ON.
12
De ENERGIEBESPARING-indicator ( ) knippert.
Dit betekent dat de machine bezig is met opwarmen. Er kunnen
geen kopieën worden gemaakt voordat de machine is
opgewarmd.
12
De voor- of zijklep is niet volledig gesloten.
Sluit de voor- of zijklep.
-
De machine staat in de automatische uitschakelfunctie.
In de automatische uitschakelfunctie zijn alle lampjes uit, behalve
de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) en de ON
LINE-indicator ( ). Druk op de [START] toets ( ) om de
normale werking te hervatten.
12
De ORIGINEELFORMAAT-indicator knippert.
Roteer het origineel zo dat deze in dezelfde richting als de
knipperende ORIGINEEL FORMAAT-indicator is geplaatst
wanneer de ORIGINEEL FORMAAT-indicator knippert wanneer
de kantlijnverschuiving is geselecteerd.
36
De PAPIERFORMAAT indicator knippert.
Een knipperende PAPIERFORMAAT indicator betekent dat het formaat
van het papier dat in de lade is geplaatst verschillend is van de
papierformaatinstelling voor de lade. Verander de papierformaatinstelling.
Voer voor het wissen van de display een van de volgende procedures uit:
Gebruik de [PAPIERLADEKUZE]-toets ( ) voor het
veranderen van de ladeselectie.
Open en sluit de lade.
Druk op de [WIS ALLES]-toets ( ).
16, 21
Kopieën zijn te donker of te licht.
Selecteer het juiste origineeltype voor het origineel.
Selecteer AUTOMATISCHE met de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-toets of druk op de
[Licht]-toets ( ) en de [Donker]-toets ( ) om handmatig de
belichting in te stellen.
Pas het automatische belichtingsniveau aan wanneer, ondanks
dat AUTOMATISCHE is geselecteerd met de
[AUTOMATISCHE/HANDMAT/FOTO]-toets
( / / ), de kopie te licht of te donker is.
21
42
Blanco kopieën.
Het origineel in de SPF/RSPF is niet geplaatst met de
kopieerzijde naar boven of op de origineelplaat met de
kopieerzijde naar beneden.
Plaats het origineel in de SPF/RSPF met de kopieerzijde naar
boven of op de origineel plaat met de kopieerzijde naar beneden.
18, 19
Het gebruikte
kopieerpapierformaat verschilt van
de geselecteerde
papierformaatinstelling.
(een gedeelte van de afbeelding is
afgebroken of er is te veel witruimte.)
Het origineel is niet in de correcte positie geplaatst.
Plaats het origineel in de correcte positie.
18, 19
Er is geen correcte kopieerfactor gebruikt voor het
origineelformaat en het kopieformaat.
Druk op de [AUTO IMAGE]-toets ( ) om de juiste
kopieerfactor voor het origineel en de kopie te selecteren.
23
Het papierformaat in een lade is gewijzigd zonder dat het
papierformaat is gewijzigd.
Zorg ervoor dat u het papierformaat instelt elke keer wanneer u
het papierformaat in een lade wijzigt.
16
AUTO
AUTO
%
!Chapter6.fm Page 53 Thursday, February 12, 2004 8:49 AM
54
PROBLEEMOPLOSSING
Er verschijnen kreukels in het
papier of de afbeelding vervaagt
op sommige plaatsen.
Het papier valt buiten het gespecificeerde formaat en
gewicht.
Gebruik kopieerpapier dat overeenkomt met de gespecificeerde
instellingen.
13
Het papier is gekreukeld of vochtig.
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Vervang het papier
door nieuw, droog kopieerpapier. Verwijder het papier uit de
papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om
vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
-
Papierstoring.
Papierstoring.
Zie "VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN" om het
vastgelopen papier te verwijderen.
63
Het papier valt buiten het gespecificeerde formaat en gewicht.
Gebruik kopieerpapier dat overeenkomt met de gespecificeerde
instellingen.
13
Het papier is gekreukeld of vochtig.
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Vervang het papier
door nieuw, droog kopieerpapier. Verwijder het papier uit de
papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om
vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
-
Het papier is niet goed geladen.
Verzeker u ervan dat het papier goed is geplaatst.
14
Er zijn er papierdelen aanwezig in de machine.
Verwijder alle vastgelopen papierdelen.
63
Er is teveel papier geladen in de papierlade.
Verklein de papierstapel wanneer de papierstapel hoger is dan
de hoogte-indicator op de lade en herplaatst de stapel zo dat
deze onder de hoogte-indicator blijft.
14
Sommige vellen papier plakken aan elkaar.
Waai het papier goed los voordat u het laadt.
14
De geleiders van de handinvoerlade zijn niet aangepast
aan de breedte van het papier.
Pas de geleiders aan de breedte van het papier aan.
15
De verlenging van de handinvoerlade is niet uitgetrokken.
Trek deze verlenging uit wanneer u grote formaten laadt.
15
De papierinvoerrol van de handinvoerlade is smerig.
Reinig de invoerrol.
73
Er is A5 (5-1/2"x8-1/2") papier in de onderste papierlade,
de 250-vel of de 2 x 250-vel papierinvoereenheid geladen.
A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan alleen worden geladen in de
bovenste papierlade of in de handinvoerlade.
13, 14
Origineelformaat wordt niet
automatisch geselecteerd.
(wanneer de SPF/RSPF is
geïnstalleerd.)
Origineel is gekreukt.
Het origineelformaat kan niet correct worden gedetecteerd
wanneer het origineel is gekreukt. Strijk het origineel glad.
-
Het origineel bevat grote zwarte gebieden.
Wanneer het origineel grote zwarte gebieden bevat, kan het
voorkomen dat het origineelformaat niet automatisch wordt
gedetecteerd. Gebruik de [ORIGINEELFORMAAT
INSTEL]-toets om het papierformaat te selecteren.
-
De machine wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
Plaats de machine op een plaats waar deze niet aan direct
zonlicht wordt blootgesteld.
-
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
ENTER
55
PROBLEEMOPLOSSING
6
Kopieën zijn vlekkerig of vuil.
De origineelplaat of de onderkant van de
SPF/RSPF-origineelklep is smerig.
Reinig deze regelmatig.
72
Het origineel is vlekkerig of vuil.
Gebruik een schoon origineel.
-
Er verschijnen witte of zwarte
strepen op de kopieën.
Het scannerglas van de SPF/RSPF is vuil.
Reinig het lange, smalle scannerglas.
72
De transportlade is smerig.
Reinig van de transportlade.
73
Het papierformaat voor een
papierlade kan niet worden
ingesteld.
De machine is bezig met kopiëren of afdrukken.
Stel het papierformaat in nadat het kopiëren of afdrukken is beëindigd.
-
De machine is tijdelijk gestopt als gevolg van papiertekort
of papierstoring.
Plaats papier in de lade of verwijder het vastgelopen papier en
stel vervolgens het papierformaat in.
14, 63
De machine is bezig met een onderbrekende
kopieeropdracht.
Stel het papierformaat in nadat de onderbrekende
kopieeropdracht is beëindigd.
32
De display of de ORIGINEEL GEGEVENS-indicator
( ) knippert.
Er zijn gegevens in het geheugen opgeslagen. Druk de gegevens
af of verwijder deze uit het geheugen.
33, 35
Een kopieeropdracht stopt
voortijdig.
De kopie-uitvoerlade is vol.
Grote kopieeropdrachten worden automatisch onderbroken na
250 kopieën. Verwijder papier uit de kopie-uitvoerlade en druk op
de toets [START] ( ) om het kopiëren te hervatten.
23
"FUL" verschijnt in de display.
Het geheugen is volgeraakt tijdens een sorteren/groeperen of
een "2-IN-1" of "4-IN-1" kopieeropdracht. Kopieer alleen de
originelen die tot dan toe zijn gescand of annuleer de opdracht en
wis het geheugen.
33, 35
Geen papier meer aanwezig in de papierlade.
Vul papier bij.
14
De ENERGIEBESPARING-indicator
( ) brandt.
Er branden nog andere indicators.
Wanneer er nog andere indicators branden, staat de machine in
de "voorverwarmingsfunctie". Druk op een willekeurige toets op
het bedieningspaneel om de normale werking te hervatten.
12
Alleen de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt.
Wanneer alleen de ENERGIEBESPARING-indicator ( ) brandt,
staat de machine in de automatische uitschakelfunctie. Druk op
de [START] toets ( ) om de normale werking te hervatten.
12
Eén van de alarm-indicators
( , , , , ) brandt of
knippert.
Zie "INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN" om
betekenis van de alarm-indicator en de foutmelding in de
display te achterhalen en voer vervolgens de
bijbehorende handeling uit.
62
De verlichtingsrail flikkert.
De machine is aangesloten op hetzelfde stopcontact als
de verlichtingsrail.
Sluit de machine aan op een stopcontact dat niet wordt gebruikt
door andere elektrische apparatuur.
-
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
DATA
!Chapter6.fm Page 55 Friday, February 6, 2004 1:22 PM
56
PROBLEEMOPLOSSING
PRINTER- SCANNERPROBLEMEN
Als aanvulling op dit onderdeel kunt u ook informatie over probleemoplossing vinden in de LEESMIJ bestanden van alle
softwareprogramma’s. Raadpleeg de bijgeleverde “software installatiehandleiding” om het LEESMIJ bestand te openen.
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De machine print niet.
(ON LINE-indicator ( ) knippert
niet.)
De machine staat in de off line-functie.
Druk op de [ON LINE]-toets ( ) om de ON LINE-indicator ( )
aan te zetten.
39
Is de printerkabel correct aangesloten tussen de machine
en uw computer?
Controleer de beide uiteinden van de printerkabel en zorg ervoor
dat deze correct zijn aangesloten. Plaats een kabel van goede
kwaliteit. Zie "TECHNISCHE SPECIFICATIES" voor informatie
over kabels.
78
De machine is bezig met een kopieeropdracht.
Wacht totdat de machine klaar is met de kopieeropdracht.
-
De poortinstelling is niet correct.
Het afdrukken is niet mogelijk wanneer de printer driver poort niet
correct is ingesteld. Stel de poort correct in.
Software
installatie-
handleiding
Uw kopieermachine is niet correct geselecteerd in het
huidige softwareprogramma voor deze printopdracht.
Zorg ervoor dat er een "SHARP AR-XXXX" printer is
geselecteerd (waarbij XXXX staat voor de modelnaam van uw
machine) in het dialoogvenster "Afdrukken" wanneer u
"Afdrukken" kiest uit het menu "Bestand" in het
softwareprogramma.
-
De printer driver is niet correct geïnstalleerd.
Volg de onderstaande stappen om te controleren of de printer
driver is geïnstalleerd.
1 Klik op "Start", "Configuratiescherm", "Printers en Andere
Hardware" en vervolgens op "Printers en Faxapparaten". (In
Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, klik op "Start", "Instellingen"
en vervolgens op "Printers".)
2 De "SHARP AR-XXXX" printer driver icoon wordt niet getoond
(waarbij XXXX staat voor de modelnaam van uw machine)
3 Wanneer het icoon wel wordt getoond, maar u nog steeds niet
kunt printen kan het zijn dat de printer driver niet correct is
geïnstalleerd. Verwijder en herinstalleer in zulke gevallen de
AR-M160/M205 SOFTWARE.
-
De machine print niet.
(ON LINE-indicator ( ) heeft
geknipperd.)
De papierformaatinstellingen in de kopieermachine zijn
niet hetzelfde als in de printer driver.
Zorg ervoor dat dezelfde papierlade is ingesteld in zowel de
kopieermachine als in de printer driver. Raadpleeg de Software
installatiehandleiding om de papierformaatinstelling in de printer
driver te wijzigen.
16
Software
installatie-
handleiding
Het correcte papierformaat is niet geladen.
Laad het gespecificeerde papierformaat in de papierlade.
14
De PAPIERFORMAAT-indicator knippert.
Wanneer de "gelijkend papierformaat gebruiken"-functie
(gebruikersprogramma) uitstaat, zal de
PAPIERFORMAAT-indicator op het bedieningspaneel knipperen.
U kunt op de [PAPIERLADEKEUZE]-toets ( ) drukken om
handmatig een papierlade te selecteren of papier in de
handmatige invoerlade te plaatsen en vervolgens op de [ON
LINE]-toets ( ) te drukken om het afdrukken te starten.
Wanneer de "gelijkend papierformaat gebruiken"-functie is
geactiveerd, zal het afdrukken worden voortgezet met een
papierformaat dat lijkt op het formaat van de afdrukafbeelding.
14, 21
-
!Chapter6.fm Page 56 Friday, February 6, 2004 1:25 PM
57
PROBLEEMOPLOSSING
6
Het afdrukken gaat langzaam.
Er zijn twee of meer softwareprogramma’s tegelijkertijd
actief.
Sluit alle geopende softwareprogramma’s die niet actief zijn en
hervat het afdrukken.
-
De afdruk is te licht en
ongelijkmatig.
Het papier is zo geladen dat de afbeelding op de voorzijde
van het papier wordt afgedrukt.
Sommige papiertypen hebben een voor- en achterzijde. Wanneer
het papier zo is geladen dat de afbeelding op de achterzijde van
het papier wordt afgedrukt, zal de toner niet goed op het papier
hechten waardoor de afdruk vaag wordt.
14
De afdruk is vuil.
U gebruikt papier dat buiten het gespecificeerde formaat
en gewicht valt.
Gebruik kopieerpapier dat overeenkomt met de gespecificeerde
instellingen.
13
Het papier is gekreukeld of vochtig.
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Vervang het papier
door nieuw, droog kopieerpapier. Verwijder het papier uit de
papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om
vochtabsorptie te voorkomen wanneer de machine gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
-
De marge-instelling in uw softwareprogramma zijn
onvoldoende.
De boven- en onderzijde van het papier kan vuil worden als de
marges buiten het gespecificeerde printgebied vallen.
Stel de marges in het softwareprogramma zo in dat deze binnen
het printgebied vallen.
-
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
58
PROBLEEMOPLOSSING
De afdruk is scheef of valt buiten
het papier.
Het papierformaat in de lade komt niet overeen met de
instellingen in de printer driver.
Controleer of de "Papierformaat"-opties overeenkomen met het
papier in de lade.
Wanneer de "Aanpassen aan papierformaat"-functie is
geactiveerd, zorg er dan voor dat het geselecteerde
papierformaat uit het rolmenu overeenkomt met het
papierformaat in de papierlade.
-
De afdrukstand van het document is niet correct
ingesteld.
Klik op het tabblad "Papier" in de printer driver set-up en
controleer of de "Afdrukstand" juist is.
-
Het papier is niet goed geladen.
Verzeker u ervan dat het papier goed is geladen.
14
De marges zijn niet correct gespecificeerd in het
gebruikte softwareprogramma.
Controleer de lay-out van de documentmarges en de
papierformaatinstellingen in het gebruikte softwareprogramma.
Controleer ook of de printinstellingen correct zijn ingesteld en
overeenkomen met het papierformaat.
-
Eén van de alarm-indicators
( , , , , ) brandt of
knippert.
Zie "INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN" om
betekenis van de alarm-indicator en de foutmelding in de
display te achterhalen en voer vervolgens de
bijbehorende handeling uit.
62
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
59
PROBLEEMOPLOSSING
6
Gebrekkige scankwaliteit.
De origineelplaat of de onderkant van de
SPF/RSPF-origineelklep is smerig.
Reinig deze regelmatig.
72
Het origineel is vlekkerig of vuil.
Gebruik een schoon origineel.
-
U heeft niet de correcte resolutie ingesteld.
Zorg ervoor dat de resolutie-instelling in de scanner driver
aansluit bij het origineel.
-
U scant een groot gebied (bijvoorbeeld een volledig A3
(11" x 17") vel) op een hoge resolutie.
Wanneer u een groot gebied op een hoge resolutie probeert te
scannen en er onvoldoende geheugen in de machine aanwezig
voor de scangegevens, zal het scannen worden uitgevoerd op
een lagere resolutie en versterkt de scanner driver de gegevens
voor deze lagere resolutie. De kwaliteit van deze versterkte
afbeelding is echter niet zo hoog als de kwaliteit van een hoge
resolutie. Gebruik een lagere resolutie of scan een kleiner
gebied.
-
U Heeft geen passende waarde voor de "Zwart/wit
drempel" ingesteld.
Wanneer u scant met een TWAIN-compatible toepassing en
gebruik maakt van de "Wit-", "Rood-", "Groen-" of "Blauw"-functie
in het menu "Lichtbron", zorg dan voor passende waarde van de
"Zwart/wit drempel". Een hogere drempelwaarde maakt het
resultaat donkerder en een lagere waarde het resultaat lichter.
Klik op de knop "Auto drempel" op het tabblad "Afbeelding" in het
scherm "Professional" om de drempel automatisch aan te
passen.
-
De helderheid- en contrastinstellingen zijn niet correct.
Wanneer u scant met een TWAIN-compatible toepassing en het
resultaat niet de goede helderheid of contrast heeft (bijvoorbeeld
een te lichte afbeelding), activeer dan de "Automatische afstelling
van contrast/helderheid" op het tabblad "Kleur", in het scherm
"Professional". Klik op de knop "Helderheid/contrast" om de
helderheid en het contrast aan te passen terwijl u het
scanresultaat op het scherm ziet. Wanneer u scant met een
TWAIN-compatible toepassing of de "Scanner en Camera’s
Wizard", klik dan op "De kwaliteit van de gescande foto
aanpassen"of "Aangepaste instellingen" en pas de helderheid en
het contrast aan in het scherm dat verschijnt.
-
Het origineel in de SPF/RSPF is niet geplaatst met de
kopieerzijde naar boven of op de origineelplaat met de
kopieerzijde naar beneden.
Plaats het origineel in de SPF/RSPF met de kopieerzijde naar
boven of op de origineel plaat met de kopieerzijde naar beneden.
18, 19
Het origineel is niet in de correcte positie geplaatst.
Plaats het origineel in de correcte positie.
18, 19
De optie "Snel scannen" is geselecteerd.
Wanneer er wordt gescand terwijl de optie "Snel scannen" is
geselecteerd, kan de kwaliteit minder zijn. Dit komt omdat de
scangegevens worden overgedragen met behulp van
JPEG-compressie. Voer opnieuw een scanopdracht uit zonder de
optie "Snel scannen" wanneer de afbeelding van mindere
kwaliteit is. (De optie "Snel scannen" is niet standaard
geselecteerd.)
-
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
60
PROBLEEMOPLOSSING
Afbeelding kan niet worden
gescand.
Zet uw computer en de hoofdschakelaar van de
kopieermachine uit en haal de stekker van de
kopieermachine uit het stopcontact wanneer scannen
niet mogelijk is. Start vervolgens uw computer en de
kopieermachine opnieuw op en probeer de afbeelding
nogmaals te scannen. Controleer de onderstaande
mogelijkheden wanneer het scannen nog steeds niet
mogelijk is.
-
Uw toepassing is niet TWAIN/WIA compatible.
Wanneer uw toepassing niet TWAIN/WIA compatible is, is
scannen niet mogelijk. Zorg ervoor dat uw toepassing
TWAIN/WIA compatible is.
-
U heeft niet de scanner driver van de machine in uw
toepassing geselecteerd.
Verzeker u ervan dat de scanner driver voor de kopieermachine
is geselecteerd in uw TWAIN/WIA compatible toepassing.
-
Niet alle scangegevens zijn correct ingevoerd.
Het scannen van een groot gebied in kleur en op een hoge
resolutie heeft een groot aantal scangegevens en een langere
scantijd tot gevolg. De scaninstellingen moeten worden
aangepast aan het origineeltype dat wordt gescand (bijv. Tekst:
Tekst/Afbeeldingen, Foto: Kleur of zwart/wit.)
-
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar in de machine.
De scanresolutie kan variëren afhankelijk van het scangebied en
de omvang van het geïnstalleerde geheugen in de
kopieermachine. Voor het scannen van een A3 (11" x 17")
origineel met volledige kleuren op 600 dpi zonder vergroting, is het
tweevoudige functieboard en 256 MB (AR-SM5) geheugen vereist.
-
Overdracht van scangegevens
gaat langzaam
Uw computer voldoet niet aan de systeemeisen voor de
USB 2.0 interface (Hi-Speedfunctie).
Raadpleeg de “Systeemeisen voor USB 2.0 (Hi-Speedfunctie)”
(p.38) om uw systeem te configureren voor USB 2.0 en stel
vervolgens de “USB 2.0 functieomschakeling” in het
gebruikersprogramma in op “Hi-Speed”.
38, 46
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
61
PROBLEEMOPLOSSING
6
Notificatie pagina wordt afgedrukt
Wanneer er aan het einde van een afdrukopdracht een notificatie pagina wordt afgedrukt, betekent dit dat de
ontvangen printgegevens van de computer niet zijn afgedrukt zoals gespecificeerd. Verhelp het probleem zoals
hieronder beschreven en probeer vervolgens opnieuw af te drukken.
Wat te doen wanneer er een notificatie pagina
wordt afgedrukt, 1
De notificatie pagina hierboven wordt afgedrukt
wanneer u probeert af te drukken met de printer driver
voor het tweevoudige functieboard terwijl deze laatste
niet is geïnstalleerd. Wijzig de standaard printer driver
en probeer het opnieuw. Raadpleeg de Software
installatiehandleiding wanneer de standaard printer
driver niet is geïnstalleerd.
Wat te doen wanneer er een notificatie pagina
wordt afgedrukt, 2
De notificatie pagina hierboven wordt afgedrukt wanneer de
gegevens van een afdrukopdracht, die naar de
kopieermachine worden gezonden, niet volledig in het
geheugen van het tweevoudige functieboard kunnen worden
geplaatst. Zet de ROPM-functie uit om dit probleem te
verhelpen. Zet de afdrukkwaliteit in de printer driver op
"Concept" of verhoog de geheugencapaciteit van het
tweevoudige functieboard.
Software verwijderen
Volg de onderstaande stappen om de software te verwijderen.
1
Klik op "Start" en kies vervolgens
"Configuratiescherm".
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, klik op
"Start", "Instellingen" en vervolgens op
"Configuratiescherm".
2
Klik op "Software’s
installeren/verwijderen".
In Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, dubbelklikt u
op het icoon "Software".
3
Selecteer het "SHARP
AR-M160/M205/5220 Series MFP
Driver" en het Knoppenbeheer uit de
lijst en verwijder de software.
Raadpleeg de handleiding
of de helpbestanden van uw besturingssoftware
voor meer informatie.
Het IMC-geheugen wordt gebruikt om de
gegevens tijdelijk te bewaren wanneer de
ROPM-functie wordt gebruikt. Dit geheugen
wordt ook gebruikt om tijdelijk de afbeelding
van het origineel te bewaren tijdens het
kopiëren. De grootte van het IMC-geheugen
dat is toegewezen aan de printerfunctie kan
worden gewijzigd in de
gebruikersprogramma’s van de
kopieerfunctie. Raadpleeg het
gebruikersprogramma "Toegewezen
geheugen voor de printerfunctie". (p.46) Het
is ook mogelijk dit geheugen uit te breiden
met in de winkel verkrijgbare
geheugenmodules. Neem contact op met uw
service leverancier voor meer informatie over
geheugenuitbreiding.
Opmerking
!Chapter6.fm Page 61 Friday, February 6, 2004 1:27 PM
62
INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN
Controleer de betekenis van de indicator of displaymelding in de onderstaande tabel wanneer een van de volgende indicators
gaat branden of een van de volgende meldingen op de display verschijnt en voer de bijbehorende handeling uit.
Indicator Oorzaak en oplossing Pagina
Onderhoud-
vereist-indicator
Brandt
ononder-
broken
Onderhoud door een SHARP erkende onderhoudstechnicus is
vereist.
-
Ontwikkelaar
vervangingsindicator
Brandt
ononder-
broken
Ontwikkelaar is vereist. Neem contact op met uw service
leverancier.
-
Tonercartridge-
vervangingsindicator
Brandt
ononder-
broken
Vervanging van de tonercartridge is binnenkort nodig. Maak een
nieuwe cartridge gereed..
-
Knippert
Tonercartridge moet worden vervangen. Vervang de toner door
een nieuwe.
70
Papier-bijvulindic
ator
Brandt
ononder-
broken
Geen papier meer aanwezig in de papierlade. Vul papier bij. Ook is het
mogelijk dat de papierlade niet volledig in de machine is geplaatst. Zorg
ervoor dat de lade goed is geplaatst.
14
Papierstoring-
indicator
Knippert
Er is een papierstoring opgetreden. Zie "VASTGELOPEN PAPIER
VERWIJDEREN" om het vastgelopen papier te verwijderen.
63
ORIGINEELFORMAAT-indicator
Knippert
Roteer het origineel zo dat deze in dezelfde richting als de
knipperende ORIGINEEL FORMAAT-indicator is geplaatst
wanneer de ORIGINEEL FORMAAT-indicator knippert.
36
PAPIERFORMAAT-indicator
Knippert
Een knipperende PAPIERFORMAAT indicator betekent dat het formaat
van het papier dat in de lade is geplaatst verschillend is van de
papierformaatinstelling voor de lade. Verander de papierformaatinstelling.
Voer voor het wissen van de display een van de volgende
procedures uit:
• Gebruik de [PAPIERLADEKUZE]-toets ( ) voor het
veranderen van de ladeselectie.
• Open en sluit de lade.
• Druk op de [WIS ALLES]-toets ( ).
16, 21
[CH] verschijnt in de
display.
Brandt
ononder-
broken
De voor- of zijklep staat open. Sluit de voor- of zijklep.
-
Knippert
De tonercartridge is niet correct geplaatst. Plaats de
tonercartridge opnieuw. Neem contact op met uw service
leverancier wanneer [CH] hierna nog steeds knippert.
70
Letters en getallen
verschijnen in de display
Schakel de machine uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet deze daarna
weer aan. Wanneer dezelfde melding verschijnt na het uit en aanzetten
van de machine, is de kopieermachine mogelijk aan onderhoud toe.
Neem in zo’n geval contact op met uw service leverancier.
-
"FUL" verschijnt in de
display.
Er zijn gegevens in het geheugen opgeslagen. Druk de gegevens
af of verwijder deze uit het geheugen.
-
Wanneer "Gelijkend papierformaat" uitstaat
De PAPIERFORMAAT-indicator op het bedieningspaneel knippert.
Druk op de [PAPIERLADEKUZE]-toets ( ) voor het met de hand
selecteren van de lade en druk vervolgens op de [ON LINE]-toets
( ). Het afdrukken zal beginnen. Als u de handinvoerlade
selecteert, het papier in de handinvoerlade plaatsen.
Online
handboek
Papierstoring-indicator gaat branden
bij de optionele 2 x 250-vel/250-vel
papierinvoereenheid
De zijklep van de 2 x 250-vel/250-vel papierinvoereenheid staat
open. Sluit de zijklep.
-
Papierstoring-indicator
Papier-bijvulindicator
Onderhoud-vereist-indicator
Tonercartridge-vervangingsindicator
Ontwikkelaar vervangingsindicator
Display
A3
A4
A4
A5
B4
EXTRA
!Chapter6.fm Page 62 Friday, February 13, 2004 4:40 PM
63
6
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Wanneer er een papierstoring optreedt zal de Papierstoring-indicator ( ) en een papierstoringlocatie-indicator
( ) knipperen en de machine automatisch stoppen.
Controleer de plaats die word aangegeven door de Papierstoringplaats-indicator en verwijder het papier.
PAPIERSTORING IN DE SPF/RSPF
1
Verwijder het vastgelopen origineel.
Controleer de
onderdelen A, B, en C
zoals op de afbeelding
op de volgende pagina
en verwijder het
vastgelopen origineel.
Onderdeel A
Open de klep van de invoerrol en verwijder het
vastgelopen origineel uit de origineelinvoerlade.
Sluit de klep van de invoerrol.
Onderdeel B
Open de SPF/RSPF en draai de twee
ontgrendelrollen in de richting van de pijl om het
origineel uit te voeren. Sluit de SPF/RSPF en
verwijder het origineel.
Wanneer een klein papierformaat A5 (5-1/2" x
8-1/2", etc.) vastloopt of er papier vastloopt in de
omkeerlade van de RSPF (indien geïnstalleerd),
open dan de rechter zijklep en verwijder het
origineel. Sluit de rechter zijklep.
Het papier kan scheuren wanneer u het verwijdert. Zorg er in zulke gevallen voor dat alle papierdelen uit de
machine worden verwijderd en let er hierbij op dat u niet de fotogeleidende drum (groene gedeelte) aanraakt.
Krassen op het oppervlak van deze drum kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
Opmerking
(p.63)
(p.64)
(p.68)
(p.69)
AR-M205
(p.63)
(p.64)
(p.68)
AR-M160
Klep van de invoerrol
Rol
Rechter zijklep
64
PROBLEEMOPLOSSING
Onderdeel C
Verwijder het vastgelopen origineel uit het
uitvoergedeelte.
Open het beweegbare onderdeel van de
origineelinvoer wanneer het origineel niet
eenvoudig kan worden verwijderd uit het
uitvoergedeelte.
Wanneer een RSPF is geïnstalleerd verwijdert u de
omkeerlade en verwijdert u vervolgens het origineel.
2
Open en sluit de SPF/RSPF waarna de
Papierstoringplaats-indicator stopt
met knipperen.
U kunt deze indicator ook
laten stoppen met
knipperen door de klep
van de invoerrol of de
rechter zijklep te open en
dicht te doen.
3
Plaats het aantal originelen in de
origineelinvoerlade zoals aangegeven
door het minteken in de display en
druk op de [START]-toets ( ).
Het kopiëren zal worden hervat met de
overgebleven originelen van voor de
papierstoring.
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE
1
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
papier.
2
Open en sluit de zijklep.
De
Papierstoring-indicator
( ) gaat uit.
Zorg ervoor dat de omkeerlade weer goed
op het uitvoergedeelte (wanneer de RSPF
is geïnstalleerd) wordt geplaatst nadat het
vastgelopen papier is verwijderd.
Opmerking
Druk de hendels naar beneden wanneer u
de zijklep sluit.
Controleer de machine op achtergebleven
stukken papier wanneer de
Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met
knipperen.
Opmerking
65
PROBLEEMOPLOSSING
6
PAPIERSTORING IN DE KOPIEERMACHINE
1
Open handinvoerlade en de zijklep.
2
Controleer de plaats van de
papierstoring. Verwijder het
vastgelopen papier voor elke plaats
zoals beschreven in de afbeelding
hieronder.
A. Papierstoring in het papierinvoergedeelte
1
Druk voorzichtig op beide uiteinden
van de voorplaat.
2
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
papier. Draai de draaiknop van de
rollen in de richting van de pijl om het
verwijderen te vergemakkelijken.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
3
Sluit de voor- en zijklep.
De
Papierstoring-indicator
( ) gaat uit.
Raadpleeg "B. Papierstoring in het
fuseergebied" wanneer het papier
op deze plaats is vastgelopen.
Raadpleeg "A. Papierstoring in het
papierinvoergedeelte" wanneer het
papier op deze plaats is vastgelopen.
Raadpleeg "C. Papierstoring in
het doorvoergebied" wanneer het
papier op deze plaats zichtbaar
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet tijdens het
verwijderen van vastgelopen papier.
Dit kan brandwonden of letsel
veroorzaken.
Raak de fotogeleidende drum niet aan
(groene gedeelte) wanneer u het papier
verwijdert. Krassen of vlekken op de drum
kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
Draaiknop van de rollen
Waarschuwing
Let op
Druk op beide uiteinden van de voorklep
wanneer u deze sluit.
Druk op de hendel wanneer u de zijklep
sluit.
Controleer de machine op achtergebleven
stukken papier wanneer de
Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met
knipperen.
Opmerking
66
PROBLEEMOPLOSSING
B. Papierstoring in het fuseergebied
1
Druk voorzichtig op beide uiteinden
van de voorplaat.
2
Draai de draaiknop van de rollen in de
richting van de pijl.
3
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
papier. Haal de ontgrendelingen van
de fuseereenheid naar beneden om
het verwijderen van het papier te
vergemakkelijken.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
4
Haal de ontgrendelingen van de
fuseereenheid omhoog om deze weer
in hun oorspronkelijke positie terug te
brengen.
5
Sluit de voor- en zijklep.
De
Papierstoring-indicator
( ) gaat uit.
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet tijdens het
verwijderen van vastgelopen papier.
Dit kan brandwonden of letsel
veroorzaken.
Raak de fotogeleidende drum niet aan
(groene gedeelte) wanneer u het papier
verwijdert. Krassen of vlekken op de drum
kunnen leiden tot vlekkerige kopieën.
Zorg ervoor dat het vastgelopen papier of
de losse toner niet uw handen of kleren
bevuilt.
Draaiknop van de rollen
Ontgrendeling van de
fuseereenheid
Waarschuwing
Let op
Druk op beide uiteinden van de voorklep
wanneer u deze sluit.
Druk op de hendel wanneer u de zijklep
sluit.
Controleer de machine op achtergebleven
stukken papier wanneer de
Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met
knipperen.
Opmerking
!Chapter6.fm Page 66 Tuesday, February 10, 2004 9:24 AM
67
PROBLEEMOPLOSSING
6
C. Papierstoring in het doorvoergebied
1
Open de papiergeleider van de
fuseereenheid door de uitsteeksels
aan beide zijden van de geleider naar
beneden te drukken en vervolgens het
vastgelopen papier te verwijderen.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
2
Wanneer het papier bij de vorige stap
niet verwijderd kan worden, maar
zichtbaar is in het
papieruitvoergedeelte, verwijder dan
het papier door het naar het
papieruitvoergedeelte te trekken.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
3
Sluit de zijklep.
De
Papierstoring-indicator
( ) gaat uit.
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet tijdens het
verwijderen van vastgelopen papier.
Dit kan brandwonden of letsel
veroorzaken.
Druk op de hendel wanneer u de zijklep
sluit.
Zorg ervoor dat er geen stukken papier
achterblijven in de machine wanneer het
papier scheurt.
Controleer de machine op achtergebleven
stukken papier wanneer de
Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met
knipperen.
Waarschuwing
Opmerking
68
PROBLEEMOPLOSSING
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE
1
Til de bovenste papierlade omhoog,
open de lade en verwijder het
vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
2
Open en sluit de zijklep.
De
Papierstoring-indicator
( ) gaat uit.
3
Sluit de bovenste papierlade.
Druk de bovenste
papierlade goed dicht.
Verzeker u ervan dat er geen vastgelopen papier aanwezig is in de papierlade voordat u deze uittrekt. (p.65)
Opmerking
Druk op de hendel wanneer u de zijklep
sluit.
Controleer de machine op achtergebleven
stukken papier wanneer de
Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met
knipperen.
Opmerking
69
PROBLEEMOPLOSSING
6
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE
(alleen bij de AR-M205)
1
Open de onderste zijklep.
Open de zijklep met de
hendel.
2
Verwijder het vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
3
Wanneer u het papier niet kunt zien
nadat u stap 2 hebt uitgevoerd, open
dan de onderste papierlade en
verwijder het vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
4
Sluit de onderste zijklep.
De
Papierstoring-indicator
( ) gaat uit.
5
Sluit de onderste papierlade.
Verzeker u ervan dat er geen vastgelopen papier aanwezig is in de papierlade voordat u deze uittrekt. (p.65)
Volg de onderstaande procedure om vastgelopen papier te verwijderen in de optionele 2 x 250-vel/250-vel x 2
papierinvoereenheid.
Opmerking
Controleer de machine op achtergebleven
stukken papier wanneer de
Papierstoring-indicator ( ) niet stopt met
knipperen.
Opmerking
70
TONERCARTRIDGE VERVANGEN
Wanneer de tonercartridge-vervangingsindicator ( ) gaan branden, moet de tonercartridge spoedig worden
vervangen. Schaf een nieuwe cartridge aan. Wanneer de tonercartridge-vervangingsindicator ( ) knippert, moet
de tonercartridge worden vervangen voordat het kopiëren kan worden hervat.
Volg de onderstaande procedure om de tonercartridge te vervangen.
1
Druk op de beide uiteinden van de
voorplaat en open deze.
2
Druk op de ontgrendelingshendel en
trek de tonercartridge uit de machine.
3
Haal de nieuwe tonercartridge uit de
verpakking. Pak de cartridge bij de
uiteinden vast en schud deze 4 of 5
keer in horizontale richting. Verwijder
de tape na het schudden.
4
Druk op de ontgrendelhendel en
plaats de tonercartridge in de
geleiders totdat deze vastklikt.
Verwijder vuil en stof
voordat u de
tonercartridge plaats.
5
Verwijder de tape van het
schuifdeksel. Trek het schuifdeksel
uit de tonercartridge.
Gooi het schuifdeksel
weg.
6
Sluit de afdekplaat.
De Tonercartridge-
vervangingsindicator
( ) gaat uit.
Wanneer de tonercartridge-vervangingsindicator ( ) oplicht, is er zeer weinig toner aanwezig en kunnen de
kopieën vaag worden.
Opmerking
Niet op de toner cartridge kloppen en niet
schudden na verwijdering. Dit kan lekkage
van de toner cartridge veroorzaken. Plaats de
oude cartridge meteen in de lege verpakking
van de nieuwe cartridge. Oude
tonercartridges weggooien conform de lokale
wetgeving.
Pak de cartridge vast bij het handvat. Houd
de cartridge niet vast bij het schuifdeksel.
Schud de cartridge VOORDAT de tape is
verwijderd.
Tonercartridge
Ontgrendelhendel
Let op
Schuifdeksel
tape
4 of 5 keer
Let op
Zelfs nadat de tonercartridge is geplaatst
kan de tonercartridge-vervangingsindicator
( ) nog steeds branden, hetgeen
betekent dat het kopiëren niet kan worden
hervat (omdat de tonertoevoer
onvoldoende is). Open en sluit in dit geval
de afdekplaat. De machine zal vervolgens
gedurende twee minuten de tonertoevoer
weer op gang brengen waarna het kopiëren
kan worden hervat.
Verzeker u ervan dat de tonercartridge
goed is geplaatst voordat u de voorklep
sluit.
Druk op beide uiteinden van de voorklep
wanneer u deze sluit.
Opmerking
!Chapter6.fm Page 70 Tuesday, February 10, 2004 9:26 AM
71
7
Hoofdstuk 7
PERIODIEK ONDERHOUD
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de machine in een goede conditie kunt houden, inclusief het bekijken van kopieer- en
scantelling, de tonerniveau-indicator en het reinigen van de machine.
CONTROLE VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU
CONTROLE VAN DE TOTALE UITVOERTELLING
Hieronder volgt een beschrijving hoe u de totale uitvoertelling, de totale kopieertelling en de totale scantelling kunt
controleren vanaf de "0" display.
De totale uitvoertelling bevat alle pagina's (voor zowel het printen als het kopiëren) die door de machine zijn
afgedrukt. Deze totale uitvoertelling kan tot 999,999 uitvoeren bevatten.
[Totale uitvoertelling]
Houd de [0]-toets ingedrukt.
De totale uitvoertelling
verschijnt opeenvolgend
in twee gedeelten in de
display terwijl u de
[0]-toets ingedrukt houdt.
Voorbeeld:De totale uitvoertelling is 12.345 pagina's.
[Totale kopieertelling]
Houd de [STOP LEZEN]-toets ( )
ingedrukt.
De totale kopieertelling
verschijnt in de display
terwijl u deze toets
ingedrukt houdt.
De tellingdisplay en
tellingmethode zijn
hetzelfde als voor de
totale uitvoertelling.
[Totale scantelling]
Houd de [ ]-toets ingedrukt.
De totale scantelling
verschijnt in de display
terwijl u deze toets
ingedrukt houdt.
De tellingdisplay en
tellingmethode zijn
hetzelfde als voor de
totale uitvoertelling.
Elke pagina op A3 (11" x 17") formaat wordt
geteld als twee pagina's.
Wanneer u drukt op de [0]-toets tijdens een
kopieerproces, wordt het aantal
gekopieerde pagina's weergegeven en niet
de totale uitvoertelling.
READ-END
Opmerking
Het totale aantal afgedrukte pagina's in de
printerfunctie kan worden berekend door het
totale aantal gekopieerde pagina's van de
totale uitvoertelling af te trekken.
READ-END
Opmerking
READ-END
!Chapter7.fm Page 71 Friday, February 6, 2004 1:38 PM
72
PERIODIEK ONDERHOUD
TONERNIVEAU CONTROLEREN
Het tonerniveau wordt weergegeven door een 6-schalige display. Gebruik dit als richtlijn voor het vervangen van de tonercartridge.
1
Houd de [Licht]-toets ( ) ingedrukt
totdat de alarm- indicators ( , , ,
, ) knipperen.
In de display verschijnt
"- -".
2
Houd de [Kopieerfactordisplay]-toets ( )
gedurende meer dan 5 seconden ingedrukt.
De geschatte hoeveelheid
toner wordt als percentage
in de display weergegeven.
("100", "75", "50", "25", "10"
verschijnt op de display.)
Wanneer het percentage
minder is dan 10%,
verschijnt er "LO" in de
display.
3
Druk op de [Licht]-toets ( ) om terug
te keren naar de normale display.
De alarmindicators ( , , , , ) gaat uit.
De display geeft weer gewoon het aantal kopieën
weer.
PERIODIEK ONDERHOUD
REINIGING VAN DE ORIGINEELPLAAT EN
SPF/RSPF-ORIGINEELKLEP
Wanneer de origineelplaat, de SPF/RSPF onderaan de origineelplaat of de scanner voor originelen vanaf de
SPF/RSPF (het lange, dunne glazen oppervlak aan de rechterkant van de origineelplaat) bevuild raken, kan dit vuil
zich afzetten op de kopieën. Houd deze onderdelen dus altijd schoon.
Vlekken of vuil op de origineelplaat/SPF/RSPF worden ook gekopieerd. Reinig de origineelplaat, het SPF/RSPF-gedeelte van de
origineelklep en het scanvenster op de origineelplaat met een zachte, schone doek.
Maak, indien nodig, de doek vochtig met water. Gebruik geen verdunner, benzeen of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen brandbare reinigingsspray. Gas van de spray kan in contact komen met de
interne elektrische onderdelen zoals de hoge-temperatuur onderdelen van de fuseereenheid,
waardoor het gevaar van brand of een elektrische schok ontstaat.
Waarschuwing
!Chapter7.fm Page 72 Friday, February 6, 2004 1:39 PM
73
PERIODIEK ONDERHOUD
7
REINIGING VAN DE PAPIERINVOERROL VAN DE
HANDINVOERLADE
Reinig de papierinvoerrol bij de invoergleuf met een zachte, schone doek met alcohol of water wanneer er
regelmatig papierstoringen optreden bij het invoeren van enveloppen, dik papier etc., in de handinvoerlade.
REINIGING VAN DE TRANSPORTLADE
Wanneer de kopieën streperig of vlekkerig worden kan het zijn dat de transportlade smerig is.
Volg de onderstaande procedure om de transportlade te reinigen.
1
Zet de hoofdschakelaar op OFF.
2
Open handinvoerlade en de zijklep.
3
Til de bovenste papierlade en open
deze.
4
Neem de transportlade uit met behulp
van het lipje.
5
Plaats de ladereiniger op de
transportlade en schuif de reiniger
2 of 3 keer voorzichtig in de
aangegeven richting van de pijl.
Reinig het witte plaatijzer
met een zachte, schone
doek wanneer deze is
bevuild met toner.
6
Plaats de ladereiniger in de
oorspronkelijke positie. Sluit de
bovenste papierlade. Sluit de zijklep
door de hendel naar beneden te
drukken.
7
Zet de hoofdschakelaar op ON.
Papierinvoerrol
Laderrei
niger
Schuif de ladereiniger langs de groef van de
transportlade heen en weer van het ene
uiteinde naar de andere. Wanneer de reiniger
onderweg wordt gestopt kunnen er vlekken
op de kopieën voorkomen.
Opmerking
74
8
Hoofdstuk 8
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de apparatuur en de extra onderdelen. Neem contact op met de SHARP
servicedesk om optionele apparatuur en onderdelen te bestellen.
RANDAPPARATUUR
Als onderdeel van ons beleid voor continue verbetering, behouden wij van SHARP ons het recht voor om,
zonder kennisgeving vooraf, specificatie- en ontwerpwijzigingen aan te brengen. De genoemde
specificatiecijfers van de prestaties zijn nominale waarden van productie-eenheden. Deze waarden kunnen
afwijken van de waarden van individuele eenheden.
Sommige optionele apparaten kunnen niet beschikbaar zijn in sommige landen of regio’s.
Opmerking
2 x 250-vel papierinvoereenheid
(AR-D25)
250-vel papierinvoereenheid
(AR-D24)
Tweevoudige functieboard
(AR-EB7)
256 MB optioneel geheugen (AR-SM5)
Netwerkuitbreidingskit (AR-NB2/AR-NB2 N)
Eenmalig doorvoerende
origineelinvoer (AR-SP6)
Zelfomkerende eenmalig
doorvoerende origineelinvoer
(AR-RP6)
Origineelplaatklep
(AR-VR5)
Kan optioneel worden geïnstalleerd op beide modellen
AR-M205 AR-M160
Kan optioneel worden
geïnstalleerd op de AR-M205
Kan optioneel worden
geïnstalleerd op de
AR-M160
!Chapter8.fm Page 74 Friday, February 6, 2004 1:44 PM
75
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
8
EENMALIG DOORVOERENDE ORIGINEELINVOER/
ZELF-OMKERENDE EENMALIG DOORVOERENDE
ORIGINEELINVOER
Zie "ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES" voor de namen van de SPF/RSPF onderdelen. (p.8)
Technische specificaties
* De detecteerbare origineelformaten verschillen per land en regio.
250-VEL PAPIERINVOEREENHEID/
2 X 250-VEL PAPIERINVOEREENHEID
Deze papierinvoereenheden zijn geschikt voor het maken van grote aantallen afdrukken en bieden een ruimere
keuze in bestaande kopieerformaten.
De AR-D24 is voorzien van een 250-vel papierinvoerlade en de AR-D25 bevat twee 250-vel papierinvoerladen.
Onderdeelnamen
Technische specificaties
AR-SP6
(Eenmalig doorvoerende origineelinvoer)
AR-RP6
(Zelfomkerende eenmalig
doorvoerende origineelinvoer)
Mogelijk
origineelformaat
Gewicht 56 g/m
2
tot 90 g/m
2
(15 lbs. tot 24 lbs.)
Formaat
A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
(origineelformaten van 5-1/2 x 8-1/2" kunnen niet worden gebruikt in de duplex
kopieerfunctie.)
Capaciteit
Tot 40 vellen (Dikte 4 mm (5/32") of dunner)
Voor B4 (8-1/2" x 13") en grotere formaten, tot 30 vellen
Detecteerbare
origineelformaten*
A5, B5, B5R, A4, A4R, B4, A3
5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14", 11" x 17"
Gewicht 5,0 kg (11.1 lbs.) 5.4 kg (12.0 lbs.)
Afmetingen
583 mm (B) x 435 mm (D) x 133 mm (H)
(22-61/64" (B) x 17-9/64" (D) x 5-1/4" (H))
Laden
Zijklep
Zijklep
Lade
AR-D24
AR-D25
250-vel papierinvoereenheid 2 x 250-vel papierinvoereenheid
AR-D24 (250-vel papierinvoereenheid) AR-D25 (2 x 250-vel papierinvoereenheid)
Papierformaat B5 tot A3 (8-1/2" x 11" tot 11" x 17")
Papiercapaciteit
Eén lade met een capaciteit van 250 vellen
van 90 g/m
2
(24 lbs.) schrijfpapier
Twee laden met een capaciteit van 250
vellen van 90 g/m
2
(24 lbs.) schrijfpapier
Papiergewicht 56 g/m
2
tot 90 g/m
2
(15 lbs. tot 24 lbs.)
Stroomtoevoer Afgenomen van de kopieermachine
Afmetingen
590 mm (B) x 471 mm (D) x 88 mm (H)
(23-15/64" (B) x16-27/64" (D) x 3-15/32" (H))
590 mm (B) x 471 mm (D) x 173,5 mm (H)
(23-15/64" (B) x16-27/64" (D) x 6-27/32" (H))
Gewicht 4,7 kg (10,4 lbs.) 9,1 kg (20,1 lbs.)
!Chapter8.fm Page 75 Friday, February 6, 2004 2:00 PM
76
RANDAPPARATUUR EN ONDERDELEN
TWEEVOUDIG FUNCTIEBOARD
Een tweevoudig functieboard kan worden geïnstalleerd om de reeks kopieerfuncties uit te breiden en de printer
driver te laten printen via het tweevoudige functieboard. Deze printer driver is uitgebreider dan bij de standaard
printer driver. Zie "AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES" voor de mogelijkheden. (p.32)
Technische specificaties
OPSLAG VAN ONDERDELEN
Standaardonderdelen voor dit product die door de gebruiker moeten worden vervangen zijn kopieerpapier en de
tonercartridge.
CORRECTE OPSLAG VAN ONDERDELEN
Sla de onderdelen op in een ruimte die:
schoon en droog is,
een stabiele temperatuur heeft,
niet aan direct zonlicht worden blootgesteld
Sla het papier op in de originele verpakking en leg het papier plat neer.
Papier dat buiten de originele verpakking of staand
wordt opgeslagen kan gaan krullen of vochtig
worden, hetgeen leidt tot papierstoringen.
AR-EB7 (Tweevoudig functieboard)
Toegevoegde functies
Kopieën sorteren, kopieën groeperen, 2-IN-1 / 4-IN-1 kopiëren, beeldraaiing,
Buiten- en binnenkantlijnverwijdering, kantlijnverschuiving, USB 2.0 poort
printerfunctie voor het tweevoudig functieboard, ROPM-functie, Hoge snelheid
gegevensoverdracht (wanneer aangesloten op een USB 2.0 poort).
Elektronische
compressiemethode
voor sortering
JBIG
Elektronisch
sorteergeheugen
16 MB
Elektronische
sortering van scanbare
pagina’s
100 standaard A4 (8-1/2" x 11") originelen
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurde producten te gebruiken.
Alleen authentieke SHARP verbruiksartikelen zijn voorzien van het Authentieke Onderdelenetiket.
GENUINE SUPPLIES
77
9
Hoodfstuk 9
BIJLAGE
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Model AR-M160 AR-M205
Type Digitaal multifunctioneel systeem, Desktop
Fotogeleiding type OPC drum
Origineelplaattype Vast
Reproductiemethode Laser elektrostatische reproductie
Originelen Papiervellen, gebonden originelen
Origineelformaten Max. A3 (11" x 17")
Kopieerformaat
Max. (A3") 11" x 17"
Min. A6 (5-1/2" x 8-1/2")
Afbeeldingverlies:Max. 4 mm(5/32") (boven- en onderkant)
Max. 4 mm(5/32") (langs het totaal van alle overige kanten)
Kopieersnelheid
(eenzijdig kopiëren met
een kopieerfactor van
100%)
9 kopieën/min.
10 kopieën/min.
11 kopieën/min.
12 kopieën/min.
14 kopieën/min.
16 kopieën/min.
A3 (11" x 17")
B4 (8-1/2" x 14")
8-1/2" x 13"
A4R (8-1/2" x 11"R)
B5R
A4, B5, A5 (8-1/2" x 11",
5-1/2" x 8-1/2")
10 kopieën/min.
11 kopieën/min.
12 kopieën/min.
14 kopieën/min.
15 kopieën/min.
16 kopieën/min
20 kopieën/min.
11" x 17"
A3
B4 (8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13")
A4R
8-1/2" x 11"R
B5R
A4, B5, A5 (8-1/2" x 11",
5-1/2" x 8-1/2")
Continu kopiëren Max. 999 kopieën; subtractieve teller
Duur eerste kopie* Ongeveer 7.2 sec.
Opwarmtijd* Ongeveer 45 sec.
Kopieerfactor
Variabel: 25% tot 400%, in stappen van 1% (totaal 376 stappen)
Vaste voorinstelling: 50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%, 200%
(50%, 64%, 77%, 95%, 100%, 121%, 129%, 141%, 200%)
Belichtingsysteem
Origineelklep: Bewegende optische bron, glijdende belichting (vaste kant) met
automatische belichting
SPF/RSPF: Bewegend origineel
Papierinvoer
Een automatische papierinvoerlade (250
vellen) + handinvoerlade (100 vellen)
Twee automatische papierinvoerladen (elk
250 vellen) + handinvoerlade (100 vellen)
Fuseersysteem Verwarmings rollen
Ontwikkelingssysteem Magnetische borstelontwikkeling
Lichtbron Koude-kathode fluorescerende lamp
Resolutie
Scannen: 600 x 300 dpiOutput: 600 x 600 dpi (AUTO/HANDMAT-functie)
Scannen: 600 x 600 dpiOutput: 600 x 600 dpi (FOTO-functie)
Verloop
Scannen: 256
Printen: 2 waarde
Stroomtoevoer
Lokaal voltage ±10% (zie de naamplaat achterop de kopieermachine voor de stroomtoevoereisen.)
Stroomafname Max. 1.2 kW
78
BIJLAGE
* De kopieertijd in het geval het apparaat wordt ingeschakeld en het kopiëren met gebruik van de origineelplaat onmiddellijk
gestart wordt nadat de energiebesparingsindicator gedoofd is (A4 (8-1/2" x 11"), papier aangevoerd vanaf de papierlade). De
eerste-kopie tijd kan variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het apparaat en de omgevingscondities zoals
de temperatuur.
Printerfunctie
Globale afmetingen
(met handinvoerlade
ingeklapt)
590 mm (B) x 577 mm (D) (23-15/64" (B) x 22-23/32" (D))
Gewicht
Ongeveer. 31.3 kg (69.1 lbs.)
(exclusief tonercartridge)
Ongeveer. 35,1 kg (77,4 lbs.)
(exclusief tonercartridge)
Afmetingen
590 mm (B) x 577 mm (D) x 470 mm (H)
(23-15/64" (B) x 22-23/32" (D) x 18-33/64" (H))
590 mm (B) x 577 mm (D) x 555 mm (H)
(23-15/64" (B) x 22-23/32" (D) x 21-55/64" (H))
Bedrijfscondities Temperatuur: 15°C tot 30°C (59°F tot 86°F), Luchtvochtigheid: 20% tot 85%
Geluidsniveau
Geluidsvermogensniveau L
wA
(1B=10dB)
Kopiëren: 6.2[B]
Stand-by: 3,1[B]
Geluidsdrukniveau LpA (omstanderpositie)
Kopiëren: 48[dB(A)]
Stand-by: 16[dB(A)]
Geluidsdrukniveau LpA
(operatorpositie)
Kopiëren: 50[dB(A)]
Stand-by: 18[dB(A)]
Meting van geluidsemissie conform ISO 7779.
Geluidsemissie-concen-
tratie
(gemeten volgens de
RAL-UZ62: Editie
Jan.2002)
Ozon: 0.02 mg/m
3
of minder
Stof: 0,075 mg/m
3
of minder
Styreen: 0,07 mg/m
3
of minder
Printsnelheid
AR-M205 Max. 20ppm / AR-M160 Max. 16 ppm
(Het Tweevoudig functieboard moet zijn geïnstalleerd)
Resolutie 600 dpi
Geheugen AR-M160: 16 MB, AR-M205: 32MB
Emulatie
SHARP GDI/SPLC (Sharp Printer Language with Compression, tweevoudige
functieboard moet zijn geïnstalleerd)
Geheugenuitbreiding
Tot 256 MB kan alleen worden toegevoegd met de installatie van 256 MB optioneel
geheugen (AR-SM5) in een DIMM expansieslot (tweevoudig functieboard moet zijn
geïnstalleerd)
Interfacepoort
IEEE1284 parallel poort/
USB poort (USB1.1), USB poort (USB2.0, tweevoudig functieboard moet zijn
geïnstalleerd)
Interfacekabels
[Parallel kabel]
Beschermd bidirectionele (IEEE1284) kabel (max. lengte 3 m (10 feet))
Schaf een commercieel verkrijgbare parallel kabel aan.
[USB kabel (uitsluitend geschikt voor verbindingen met USB 1.1 poort)]
Beschermd getwist aderpaar kabel (max. lengte 3 m (10 feet))
[USB kabel (uitsluitend geschikt voor verbindingen met USB 2.0 poort)]
Beschermd getwist aderpaar kabel (max. lengte 3 m (10 feet), met USB 2.0
ondersteuning)
Schaf een commercieel verkrijgbare USB kabel aan.
!Chapter9.fm Page 78 Tuesday, February 10, 2004 4:48 PM
79
BIJLAGE
9
Scannerfunctie
* De resolutie kan worden vergroot door de scanner driver afhankelijk van het scangebied en de omvang van het geïnstalleerde
geheugen in de kopieermachine.
Type Flatbedscanner
Scanmethode Origineelplaat / SPF/RSPF
Lichtbron Koude-kathode fluorescerende lamp
Resolutie*
Basis: 600 dpi x 1200 dpi
Instellingbereik: 50dpi - 9600dpi
Origineelltypen Magazines, boeken
Effectief scangebied 297 mm (11.17") (over de gehele lengte) x 431 mm (17") (breedte)
Scansnelheid 2.88 msec/regel
Gegevensinvoer 1 bit of 12 bit
Gegevensuitvoer 1 bit of 8 bit
Scankleuren Zwart en wit 2 waarde, Grijstinten, Volledig kleur
Protocol TWAIN / WIA (alleen Windows XP) / STI
Poort
USB poort (USB 1.1)
USB poort (USB 2.0, tweevoudig functieboard moet zijn geïnstalleerd)
Kleuruitval Ja
Ondersteunde
besturingssystemen
Windows98/Me
Windows 2000 Professional/Windows XP Home Edition/Professional
(Raadpleeg de bijgeleverde software installatiehandleiding voor meer informatie.)
leeg gebied
Boven- en onderkant 2.5 mm (7/64") vanwege de scanner driver
Rechter- en linkerkantlijnen 3.0 mm (1/8")
Interfacekabels
[USB kabel (uitsluitend geschikt voor verbindingen met USB 1,1 poort)]
Beschermd getwist aderpaar kabel (max. lengte 3 m (10 feet))
[USB kabel (uitsluitend geschikt voor verbindingen met USB 2.0 poort)]
Beschermd getwist aderpaar kabel (max. lengte 3 m (10 feet), met USB 2.0
ondersteuning)
Schaf een commercieel verkrijgbare USB kabel aan.
Als onderdeel van ons beleid om voortdurend te streven naar verbeteringen, behoudt SHARP het recht voor
veranderingen aan te brengen in het ontwerp en de technische gegevens ten behoeve van productverbeteringen
zonder voorafgaande kennisgeving. De vermelde prestatiegegevens zijn nominale waarden voor
productie-eenheden. Het is mogelijk dat afzonderlijke apparaten enigszinsafwijken van deze waarden.
Opmerking
80
SOFTWARELICENTIE
LEES DEZE LICENTIE ZORGVULDIG ALVORENS DE SOFTWARE IN GEBRUIK TE NEMEN. DOOR
INGEBRUIKNEMING VAN DE SOFTWARE BENT U DOOR OVEREENKOMST GEBONDEN AAN DE
VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE.
1. Licentie.
De toepassing, demonstratie, het systeem en de overige software die bij deze licentie behoort,
hetzij op diskette, in ROM geheugen of op enige andere media (de "software") en hiermee verband houdende
documentatie worden door SHARP onder licentie aan u geleverd. U bent de eigenaar van de diskette waarop
de software staat geregistreerd, echter SHARP en/of SHARP's licentiehouders behouden het eigendomsrecht
op de software en de hiermee verband houdende documentatie. Deze licentie staat u toe de software te
gebruiken op een of meerdere computers die op één enkele printer zijn aangesloten en, voor uitsluitend
reservebestand-doeleinden, om één kopie van de software in machine-leesbare vorm te maken. Op een
dergelijke kopie dient u de SHARP copyright-mededeling, de copyright-mededeling van SHARP's licentiegever
en alle overige eigendomsrechtelijke onderschriften van SHARP en/of van zijn licentiegevers aan te brengen
die op de oorspronkelijke kopie van de software waren aangebracht. Ook is het mogelijk al uw licentierechten
voor de software, de reservekopie van de software, de hiermee verband houdende documentatie en een kopie
van deze licentie aan een andere partij over te dragen, mits de andere partij de voorwaarden en condities van
deze licentie leest en daarmee akkoord gaat.
2. Beperkingen. De software bevat materiaal waarop copyright rust, handelsgeheimen en overig
eigendomsrechtelijk materiaal waarvan SHARP en/of zijn licentiegevers de bezitter is (zijn). Ter
bescherming hiervan is het niet toegestaan de samenstelling van de software te veranderen, om te
bouwen, te demonteren of op andere wijze de software tot een menselijk-waarneembare vorm te
reduceren. Het is niet toegestaan afgeleide bewerkingen die op de software als geheel of op een gedeelte
ervan gebaseerd zijn te wijzigen, in een netwerk te gebruiken, te verhuren, te leasen, uit te lenen of te
verspreiden. Het is niet toegestaan de software op elektronische wijze van de ene computer naar de
andere of via een netwerk te verzenden.
3. Beëindiging. Deze licentie is van kracht tot aan de beëindiging ervan. U mag deze licentie te allen tijde
beëindigen door de software en de hiermee verband houdende documentatie alsmede alle kopieën ervan
te vernietigen. Deze licentie zal onmiddellijk zonder nadere kennisgeving door SHARP en/of zijn
licentiegevers beëindigd worden, indien u zich niet houdt aan de voorwaarden waaronder deze licentie
wordt geleverd. Bij beëindiging dient u de software en de hiermee verband houdende documentatie
alsmede alle kopieën ervan te vernietigen.
4. Uitvoerrechtelijke verzekeringen. U gaat ermee akkoord en verklaart dat zowel de software als
overige van SHARP ontvangen technische gegevens of de rechtstreeks daaruit voortkomende producten
niet buiten de Verenigde Staten uitgevoerd worden, behalve met vergunning en goedkeuring zoals
toegestaan door de wetten en bepalingen van de Verenigde Staten. Indien u de software rechtmatig
buiten de Verenigde Staten hebt betrokken, gaat u ermee akkoord de software en overige van SHARP
ontvangen technische gegevens of de rechtstreeks daaruit voortkomende producten niet nogmaals uit te
voeren, behalve met vergunning en goedkeuring zoals toegestaan door de wetten en bepalingen van de
Verenigde Staten en de wetten en bepalingen van het rechtsgebied waarin u de software betrokken hebt.
5. Eindgebruikers in de regering. Indien u de software hebt verkregen ten behoeve van enig onderdeel
of bureau van de regering van de Verenigde Staten, zijn de volgende voorwaarden van toepassing. De
regering gaat ermee akkoord dat:
(i) Indien de software wordt geleverd aan het Departement van Defensie (DoD), de software
geclassificeerd wordt als "Commerciële Computersoftware" en de regering uitsluitend "beperkte rechten"
verkrijgt in de software en de hiermee verband houdende documentatie op grond van de voorwaarden
zoals bepaald in clausule 252.227-701 3 (c)(1) (Oktober 1988) van de DFARS; en
(ii) Indien de software wordt geleverd aan enig ander onderdeel of bureau van de regering van de
Verenigde Staten dan het DoD, de rechten van de regering ten aanzien van de software en de hiermee
verband houdende documentatie zijn zoals bepaald in clausule 52.227-19 (c)(2) van de FAR of, in het
geval van de NASA, in clausule 18-52.227-86 (d) van het NASA-supplement op de FAR.
81
6. Beperkte garantie op media.
SHARP garandeert dat de diskettes waarop de software geregistreerd is, vrij zijn van
materiaaldefecten en productiefouten onder normaal gebruik voor een periode van negentig (90) dagen vanaf de datum van
aankoop, op grond van overlegging van een kopie van het ontvangstbewijs. De volledige aansprakelijkheid van SHARP en/of zijn
licentiegevers en uw exclusieve schadeloosstelling bestaat uit vervanging van de diskette die niet voldoet aan de beperkte
garantie bepaald in deze clausule 6. Een diskette wordt vervangen als deze naar SHARP of een erkende vertegenwoordiging
van SHARP met een kopie van het ontvangstbewijs wordt teruggestuurd. SHARP stelt zich niet verantwoordelijk voor de
vervanging van een diskette die per ongeluk of door verkeerd gebruik of verkeerde toepassing beschadigd is.
ALLE INCLUSIEVE GARANTIES OP DE DISKETTES, MET INBEGRIP VAN DE INCLUSIEVE GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, ZIJN IN DUUR BEPERKT TOT NEGENTIG (90)
DAGEN VANAF DE DATUM VAN ONTVANGST. DEZE GARANTIE GEEFT U BEPAALDE WETTELIJKE RECHTEN.
ALSMEDE IS HET MOGELIJK DAT U OVERIGE RECHTEN HEBT DIE VAN RECHTSGEBIED TOT RECHTSGEBIED
KUNNEN VERSCHILLEN.
7. Afwijzing van garantie op de software.
U geeft uitdrukkelijk te kennen en gaat akkoord dat het gebruik van de software
geheel voor uw eigen risico is. De software en de hiermee verband houdende documentatie worden "ALS ZODANIG" en
zonder garantie van enigerlei aard geleverd en SHARP en SHARP's licentiehouder(s) (voor het doel van de bepalingen 7 en 8,
zullen SHARP en SHARP's licentiehouder(s) collectief worden aangeduid als "SHARP") WIJZEN UITDRUKKELIJK ALLE
GARANTIES, UITDRUKKELIJK GESTELDE OF INCLUSIEVE, MET INBEGRIP VAN, ECHTER NIET BEPERKT TOT, DE
INCLUSIEVE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL AF. SHARP
STELT ZICH NIET GARANT DAT DE FUNCTIES OPGENOMEN IN DE SOFTWARE AAN UW EISEN VOLDOEN, OF DAT
HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE ONONDERBROKEN OF VRIJ VAN FOUTEN IS, OF DAT DEFECTEN IN DE
SOFTWARE GECORRIGEERD ZULLEN WORDEN. VERDER STELT SHARP ZICH NIET GARANT OF AANSPRAKELIJK
TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK OF DE RESULTATEN VAN HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE OF DE HIERMEE
VERBAND HOUDENDE DOCUMENTATIE IN TERMEN VAN HUN JUISTHEID, NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID
OF ANDERSZINS. GEEN MONDELINGE OF SCHRIFTELIJKE INFORMATIE OF ADVIES VERSTREKT DOOR SHARP OF
EEN ERKENDE SHARP-VERTEGENWOORDIGING ZAL TOT GARANTIE STREKKEN OF OP ENIGERLEI WIJZE HET
GELDIGHEIDSBEREIK VAN DEZE GARANTIE UITBREIDEN. INDIEN DE SOFTWARE DEFECTEN BLIJKT TE BEVATTEN
ZULLEN DE VOLLEDIGE KOSTEN VAN ELK(E) NOODZAKELIJK(E) ONDERHOUD, REPARATIE OF CORRECTIE TEN
LASTE VAN U (EN NIET VAN SHARP OF EEN ERKENDE SHARP-VERTEGENWOORDIGING) KOMEN. IN BEPAALDE
RECHTSGEBIEDEN IS UITSLUITING VAN INCLUSIEVE GARANTIES NIET TOEGESTAAN, ZODAT DE HIERBOVEN
GESTELDE UITSLUITING MOGELIJK NIET OP U VAN TOEPASSING IS.
8. Beperking van aansprakelijkheid.
ONDER GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID, INCLUSIEF NALATIGHEID, IS SHARP
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE, SPECIALE OF CONSEQUENTIËLE SCHADE DIE HET GEVOLG IS VAN
HET GEBRUIK OF HET ONVERMOGEN TOT GEBRUIK VAN DE SOFTWARE OF DE HIERMEE VERBAND HOUDENDE
DOCUMENTATIE, OOK IN HET GEVAL DAT SHARP OF EEN ERKENDE SHARP-VERTEGENWOORDIGING IN KENNIS IS
GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. IN BEPAALDE RECHTSGEBIEDEN IS BEPERKING OF
UITSLUITING VAN AANSPRAKELIJKHEID VOOR INCIDENTELE OF CONSEQUENTIËLE SCHADE NIET TOEGESTAAN,
ZODAT DE HIERBOVEN GESTELDE BEPERKING OF UITSLUITING MOGELIJK NIET OP U VAN TOEPASSING IS.
In geen enkel geval zal SHARP's totale aansprakelijkheid ten aanzien van u voor alle beschadiging, verlies en oorzaken van
handeling (hetzij in contract, benadeling (inclusief nalatigheid) of anderszins) het totale bedrag dat u voor de software
betaald hebt overschrijden.
9. Controlerende wetgeving en ongeldigheidverklaring.
Voor een gedeelte van de software bij Apple Macintosh en
Microsoft Windows, is deze licentie voor wat betreft wettelijke regeling en interpretatie gebonden aan de wetgeving van
respectievelijk de Staat Californië en Washington. Indien om enige reden een gerechtshof van een bevoegd rechtsgebied
enige bepaling van deze licentie of een onderdeel ervan als niet van kracht bevindt, zal dat onderdeel van deze licentie tot
aan het maximum toegestane bereik van kracht zijn ter uitvoering van het voornemen van de partijen, terwijl het resterende
deel van de licentie volledig van kracht in effect zal blijven.
10. Volledige overeenkomst.
Deze licentie omvat de volledige overeenkomst tussen de partijen met betrekking tot het
gebruik van de software en de hiermee verband houdende documentatie en vervangt alle voorafgaande of gelijktijdig
gemaakte afspraken of overeenkomsten, geschreven of mondeling, betreffende een dergelijke inhoud. Geen amendement
op of wijziging van deze licentie zal bindend zijn, tenzij deze op schrift is gesteld en ondertekend door een erkende
vertegenwoordiger van SHARP.
82
INDEX
2
2-IN-1 / 4-IN-1-kopieën ............................... 34, 44, 45
2-IN-1 / 4-IN-1-indicator .................................... 10, 34
2-IN-1 / 4-IN-1-toets .......................................... 10, 34
2 x 250-vel papierinvoereenheid ............................. 75
250-vel papierinvoereenheid................................... 75
A
Aantal kopieën instellen .......................................... 22
ACCOUNT WIS-toets.............................................. 10
Accountregeling ................................................ 45, 48
- Instelling........................................................... 49
AUTO/HANDMAT/FOTO-toets ............. 10, 21, 42, 43
AUTO IMAGE-indicator..................................... 11, 23
AUTO IMAGE-toets........................................... 11, 23
Automatische belichtingsmodus aanpassen ........... 42
Automatische dubbelzijdig kopiëren........................ 27
- Origineelplaat................................................... 28
- RSPF ............................................................... 28
Automatische papierkeuze functie .................... 20, 45
AUTOMATISCHE PAPIERKEUZE-indicator..... 10, 20
Automatische papierlade-omschakeling ........... 21, 45
Automatische terugsteltijd ................................. 12, 44
Automatische uitschakelfunctie......................... 12, 44
B
Basisinstellingen ............................................... 46, 47
Basisprocedure voor printen ................................... 38
Bediening van kopieer-, printer- en scannerfuncties 41
Bedieningspaneel................................................ 8, 10
Beelddraaiing bij dubbelzijdig kopiëren............. 29, 45
Beelddraaiing .................................................... 32, 45
Begininstellingen ..................................................... 12
Belichtingsniveau-indicator, donker .................. 11, 21
Belichtingsniveau-indicator, licht ....................... 11, 21
Bijlage ..................................................................... 77
BOEK KOPIEER-indicator .................................10, 30
BOEK KOPIEER-toets ...................................... 10, 30
C
Cijfertoetsen .......................................... 11, 22, 47, 49
Controle van de totale uitvoertelling........................ 71
Controle van het tonerniveau .................................. 72
D
Display .............................................................. 11, 40
Donkertoets....................................................... 11, 21
Draaiknop van de rollen ................................ 9, 65, 66
Dubbelzijdig kopiëren met handinvoerlade ............. 26
E
Eenmalig doorvoerende origineelinvoer (SPF) ... 6, 75
ENERGIEBESPARING-indicator ................ 11, 12, 55
Energiebesparingsfuncties...................................... 12
F
Fotogeleidende drum ................................................ 9
G
Gebruikersprogramma's......................................... 44
- Instelling selecteren ........................................ 47
Gebruikersinstellingen............................................ 42
Geluidssignaalvolume ...................................... 46, 47
H
Handgrepen ............................................................. 8
Handinvoerlade bijvullen ........................................ 15
Handinvoerlade ...................................... 8, 13, 15, 26
Handleiding gebruiken ............................................. 5
Hoofdkenmerken...................................................... 7
Hoofdschakelaar ................................................ 8, 12
I
Indicators en displaymeldingen.............................. 62
Informatie m.b.t. het milieu....................................... 5
Informatie over de gebruiksaanwijzingen................. 5
- Online handboek............................................... 5
- Gebruiksaanwijzing........................................... 5
- Software installatiehandleiding.......................... 5
Inschakelen ........................................................ 8, 12
Internationale regels in deze handleiding................. 6
K
Kantlijnbreedte .................................................. 36, 45
Kantlijnverschuiving ............................................... 36
KANTLIJNVERSCHUIVING-indicator .............. 10, 36
KANTLIJNVERSCHUIVING-toets.................... 10, 36
Kennisgevingpagina............................................... 61
Klep van de invoerrol ............................................. 63
Knoppenbeheer scanmenu .................................... 41
Kopie donkerder of lichter maken .......................... 21
Kopie wissen .......................................................... 37
Kopieerfactordisplay-toets.......................... 11, 24, 72
Kopieerfuncties ...................................................... 18
Kopie-uitvoerlade ..................................................... 8
L
Laderreiniger ...................................................... 8, 73
Lay-outpatroon instellen......................................... 35
Lichttoets...................... 11, 21, 42, 43, 47, 49, 53, 72
N
Normaal kopiëren................................................... 18
- Origineelplaat.................................................. 18
- SPF/RSPF....................................................... 19
O
Omkeerlade........................................................ 9, 64
ON LINE-indicator ............................................ 10, 39
ON LINE-toets.................................................. 10, 39
ONDERBREKING-indicator ............................. 11, 31
ONDERBREKING-toets ................................... 11, 31
Onderdeelbenamingen en functies .......................... 8
- Bedieningspaneel.............................................. 8
Onderhoud-vereist-indicator............................. 10, 62
Onderste zijklep ..................................................... 69
Ononderbroken-invoerfunctie........................... 20, 44
Ontgrendelhendel van de tonercartridge............ 9, 70
83
Ontgrendeling van de fuseereenheid ...................9, 66
Ontwikkelaar vervangingsindicator ................... 10, 62
Opslag van onderdelen ........................................... 76
ORIGINEEL GEGEVENS-indicator............. 10, 33, 35
ORIGINEEL NAAR KOPIE-indicator........... 10, 28, 29
ORIGINEEL NAAR KOPIE-toets................. 10, 28, 29
Origineel toevoerklep ................................................ 8
ORIGINEELFORMAAT INSTEL-toets ........ 11, 16, 18
ORIGINEELFORMAAT-indicator ...................... 11, 19
Origineelgeleiders ............................................... 9, 19
Origineelinvoerlade ............................................. 9, 19
Origineelklep ............................................................. 8
Origineelplaat ................................................ 8, 18, 30
Origineeltypen ......................................................... 21
- AUTO ............................................................... 21
- FOTO ............................................................... 21
- HANDMAT ....................................................... 21
P
Papier bijvullen........................................................ 13
Papier...................................................................... 13
Papier-bijvulindicator................................... 10, 13, 62
PAPIERFORMAAT INSTEL-toets..................... 11, 16
PAPIERFORMAAT-indicator....................... 11, 16, 18
Papierformaatinstelling van een lade wijzigen ........ 16
Papiergeleider van de fuseereenheid ..................... 67
Papiergeleider van de fuseereenheid ....................... 9
Papiergeleiders van de handinvoerlade.................... 8
Papierinvoerbronindicators ..................................... 11
Papierinvoerrol van de handinvoerlade................... 73
Papierlade bijvullen ................................................. 14
Papierlade ............................................... 8, 14, 68, 69
Papierladekeuze ..................................................... 21
PAPIERLADEKEUZE-toets. 11, 15, 16, 18, 19, 21, 22
Papierstoring-indicator ................................ 10, 62, 63
Papierstoringplaats-indicator....................... 11, 62, 63
Parallel poort ............................................................. 9
Periodiek onderhoud ......................................... 71, 72
Plaats van de kantlijn ........................................ 36, 45
Printer- en scannerfuncties ..................................... 38
Printerfunctie gebruiken .......................................... 39
Probleemoplossing.................................................. 52
- Machine- en kopieerproblemen ....................... 53
- Printer- scannerproblemen .............................. 56
R
Randapparatuur ...................................................... 74
Rechter zijklep..................................................... 9, 63
Reiniging
- Origineelklep .................................................... 72
- Origineelplaat................................................... 72
- Papierinvoerrol van de handinvoerlade ........... 73
- SPF/RSPF ....................................................... 72
- Transportlade................................................... 73
S
SCAN-indicator ................................................. 10, 40
SCANMENU-toets....................................... 10, 40, 41
Scannen met behulp van de machine-toetsen........ 40
Scannen vanaf uw computer................................... 41
Scannerfunctie gebruiken ....................................... 40
SCAN-toets ................................................ 10, 40, 41
Software verwijderen.............................................. 61
Softwarelicentie...................................................... 80
SORTEREN/GROEPEREN-indicator............... 10, 33
SORTEREN/GROEPEREN-toets ...................... 10, 3
SPR/RSPF-indicator .............................................. 11
Staffelfunctie van kopie-uitvoerlade ....................... 45
START-indicator............................................... 11, 12
START-toets .................................. 11, 12, 18, 19, 47
STOP LEZEN-toets........................ 11, 28, 33, 34, 71
Stroomtoevoer........................................................ 12
T
Technische specificaties ........................................ 77
Toner besparingsfunctie activeren ......................... 43
Tonercartridge vervangen ................................ 70, 72
Tonercartridge.................................................... 9, 70
Tonercartridge-vervangingsindicator.......... 10, 62, 70
Totale kopieertelling ............................................... 71
Totale scantelling ................................................... 71
Totale uitvoertelling ................................................ 71
Transportlade ......................................................... 73
Tweevoudig functieboard .................................. 32, 76
U
Uitschakelen....................................................... 8, 12
Uitvoergedeelte ........................................................ 9
USB 1.1 poort........................................................... 8
USB 2.0 poort............................................... 9, 38, 46
V
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzeindicator ..... 11, 23
VASTE KOPIEERFACTOR-keuzetoetsen 11, 22, 23, 24, 25
Vastgelopen papier verwijderen
- Bovenste papierlade ....................................... 68
- Handinvoerlade ............................................... 64
- Kopieermachine .............................................. 65
- Onderste papierlade........................................ 69
- SPF/RSPF....................................................... 63
Veiligheidsmaatregelen............................................ 3
- Installatieplek .................................................... 3
- Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik ............. 3
- Veiligheidsmaatregelen m.b.t de laser............... 4
- Veiligheidsmaatregelen m.b.t transport.............. 4
Verkleinen/Vergroten/zoom.................................... 22
- Automatische kopieerfactorkeuze ................... 22
- Handmatige kopieerfactorkeuze ..................... 23
- XY-ZOOM kopiëren......................................... 24
Verlenging van de handinvoerlade..................... 8, 15
Verschillen tussen de modellen ............................... 6
Verwijderen van de origineelklep ........................... 20
Voordat u de machine gaat gebruiken ..................... 8
Voorklep ................................................................... 8
Voorverwarmingstijd......................................... 12, 44
84
W
Waarschuwingsindicators ................10, 47, 49, 62, 72
WIS-indicators....................................................10, 37
WIS-toets ...........................................................10, 37
X
X/Y-ZOOM-indicator.......................................... 10, 24
X/Y-ZOOM-toets ............................................... 10, 24
Z
Zelfomkerende eenmalig doorvoerende
origineelinvoer (RSPF)....................................... 6, 75
Zijklep handgreep..................................................... 8
Zijklep....................................................................... 8
ZOOM-indicator................................................ 11, 23
Zoomtoetsen .............................................. 11, 23, 24
Kopiëren
Aantal kopieën instellen .......................................... 23
Automatisch dubbelzijdig kopiëren
- Boven- en onderkant omkeren......................... 30
- Origineelklep .................................................... 29
- SPF/RSPF ....................................................... 29
Automatische kopieerfactorkeuze ........................... 23
Belichting aanpassen .............................................. 21
Belichting selecteren ............................................... 21
Boek kopiëren ......................................................... 31
Dubbelzijdig kopiëren met de handinvoerlade ........ 27
Handmatige kopieerfactorkeuze ............................. 24
Kopieerproces onderbreken.............................. 18, 19
Kopiëren, starten............................................... 18, 19
Kopiëren onderbreken............................................. 32
Origineelplaat verwijderen....................................... 20
Origineelformaat specificeren ................................. 18
Origineel plaatsen
- Origineelklep .................................................... 19
- SPF/RSPF ....................................................... 23
Papierladekeuze ..................................................... 21
Vergroting/verkleining ............................................. 23
XY-zoom ................................................................. 25
Aangepaste kopieerfuncties
2-in-1 / 4-in-1-kopiëren
- -Origineelklep................................................... 34
- -SPF/RSPF ...................................................... 35
Beelddraaiing .......................................................... 32
Binnenkantlijnverwijdering....................................... 37
Kantlijnverwijdering ................................................. 37
Lay-out instellen ...................................................... 35
Sorteren/groeperen
- Origineelklep .................................................... 33
- SPF/RSPF ....................................................... 33
Machine-instellingen
Accountregeling
- Instellingen...................................................... 48
- Instelprocedures.............................................. 49
- Kopieën maken ............................................... 51
Automatische belichtingsmodus instellen............... 42
Gebruikersprogramma’s......................................... 44
- Instellingen...................................................... 44
- Instelprocedures.............................................. 47
Toner besparingsfunctie......................................... 43
Probleemoplossing
Papierstoringen
- Handinvoerlade ............................................... 64
- Machine (fuseergebied) .................................. 66
- Machine (papierinvoergedeelte)...................... 65
- Machine (transportgedeelte) ........................... 67
- Papierlade (bovenste lade) ............................. 68
- Papierlade (onderste lade 250 vel /
250 vel x 2-vel papierinvoereenheid) ............. 69
- SPF/RSPF....................................................... 63
Probleemoplossing................................................. 52
Indicators, branden en knipperen
[]Onderhoud-vereist-indicator ........................ 62
[]Ontwikkelaar vervangingsindicator ............. 62
[]Papier-bijvulindicator.............................. 62, 13
[]Papierstoring-indicator ........................... 62, 63
[]Tonercartridge-vervangingsindicator
- Brandt ononderbroken ....................... 62, 70
- Knippert.............................................. 62, 70
INDEX PER THEMA
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
CLASS 1
LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
GEDRUKT IN JAPAN
2004C DSC1
CINSH0916QS52
Gedrukt op 100% gerecycleerd papier
SHARP CORPORATION
Cover1_4.fm Page 2 Monday, February 16, 2004 10:52 AM
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Sharp ARM160 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Sharp ARM160 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 6,4 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Sharp ARM160

Sharp ARM160 Gebruiksaanwijzing - English - 96 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info